|Datum | |10 september | |2007 | |Nummer | |181 |
E 6 miljoen voor biodiversiteit in Brabantse buitengebied
Waterschappen en boeren zorgen samen voor meer natuur
De provincie, de Brabantse waterschappen en de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie hebben 10 september 2007 afgesproken dat ze de komende jaren het buitengebied in Brabant fraaier en gevarieerder gaan maken. Landbouwers die mee willen doen, krijgen een vergoeding voor hun inspanningen en voor het beschikbaar stellen van grond. De waterschappen gaan het organiseren en de provincie is samen met het Rijk de grootste geldschieter.
De bedoeling is dat er stroken met een totale lengte van 2675 km worden aangelegd en beheerd door de deelnemende agrariërs. Het gaat om stroken van vier meter landbouwgrond direct grenzend aan watervoerende sloten. Want juist op de overgang van droog naar nat liggen de meeste kansen. En voor de boer is het handig. Die kan vlotter werken door bij de teeltwerkzaamheden wat verder van de sloot af te blijven.
Overigens is het niet de bedoeling dat er nieuwe natuurgebieden gaan ontstaan. Het gaat om een agrarische activiteit die is gericht op het ontwikkelen van meer biologische variatie ofwel biodiversiteit; meer soorten bloemen en planten. Dat leidt tot meer vlinders, libellen en andere insecten. En dat is weer interessant voor allerlei vogels en kleine zoogdieren. De landbouwer schept de randvoorwaarden en de natuur doet de rest. In die zin is er niet zo heel veel verschil met het telen van maïs of aardappelen.
De provincie heeft een raamwerk ontwikkeld voor het betalen van boeren die maatschappelijke diensten willen leveren op het gebied van natuur en landschap. Het nu getekende contract Actief Randenbeheer is de eerste in een serie contracten binnen dit raamwerk en meteen ook een heel grote. Het gaat om het hele grondgebied van de provincie, er is per jaar ruim 1 miljoen euro subsidie beschikbaar en er worden zo'n 1000 deelnemers verwacht.
Het bijzondere is ook dat alle partijen er baat bij hebben. De provincie omdat de biodiversiteit in het buitengebied een flinke steun in de rug krijgt. De waterschappen omdat de waterkwaliteit verbetert en omdat ze kunnen besparen op beheer en onderhoud. En de deelnemende agrariërs omdat verschraling van de sloten en slootkanten leidt tot minder maaisel en minder agressieve onkruiden.