Ministerie van Verkeer en Waterstaat

abcdefgh

de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4

2513 AA DEN HAAG

Contactpersoon Doorkiesnummer
- - Datum Bijlage(n)
10 september 2007 1 Ons kenmerk Uw kenmerk DGW/WV 2007/1162 - Onderwerp
procesevaluatie totstandkoming PKB Ruimte voor de Rivier

Geachte voorzitter,

Op 26 januari 2007 is de PKB Ruimte voor de Rivier in werking getreden. Daarmee is een belangrijke stap gezet in het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. De PKB beoogt tevens een bijdrage te leveren aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. De PKB is in nauwe samenwerking met provincies, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke organisaties tot stand gekomen. Resultaat van deze samenwerking is een pakket van ongeveer 40, vaak ingrijpende, maatregelen om de veiligheid en ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied te vergroten.

In opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft Bureau Berenschot in samenwerking met de faculteit Technische Bestuurskunde van de Technische Universiteit Delft het proces van de totstandkoming van de PKB Ruimte voor de Rivier geëvalueerd. Het rapport van deze procesevaluatie stuur ik u hierbij mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ter informatie toe.

Bevindingen van de onderzoekers
Belangrijkste uitkomst van de evaluatie is dat de totstandkoming van de PKB een complex en risicovol proces is geweest, dat dankzij de inzet van een aantal intelligente arrangementen toch succesvol is verlopen.

Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71 Bezoekadres Plesmanweg 1, Den Haag Fax 070 351 78 95 Internet www.minvenw.nl

Bereikbaar met tramlijn 9 vanaf station Den Haag Centraal en Den Haag HS

DGW/WV 2007/1162

De totstandkoming was complex en risicovol, omdat allereerst sprake was van een nieuwe aanpak. De veiligheid van het rivierengebied zou niet langer door middel van dijkverhoging en ­verzwaring worden vergroot, maar in eerste instantie werd gezocht naar maatregelen waardoor de rivier meer ruimte krijgt. Ook bestond het gevaar dat, hoewel het vergroten van de veiligheid niet ter discussie stond, locale overheden en bewoners maatregelen niet in hun omgeving zouden accepteren. Dat dit de besluitvorming niet heeft geblokkeerd is onder meer te danken aan het gegeven dat de overheden die maatregelen op hun grondgebied zouden moeten accepteren ook de overheden zijn die in 1993 en 1995 de dreiging van het hoge water aan den lijve hebben ervaren. Tenslotte bleek het grote aantal onderlinge afhankelijkheden, zoals ten aanzien van maatregelen, budget en kennis geen belemmering. De afhankelijkheden zijn juist benut om coalities te smeden en "package deals" te ontwikkelen.

De onderzoekers noemen het bijzonder dat dit proces zo goed wordt gewaardeerd. Zij verklaren dit door te wijzen op een aantal intelligente constructies waarmee de complexiteit hanteerbaar is gemaakt en de belangrijkste risico's zijn verzacht. Deze constructies zijn in de samenvatting van het bijgevoegde rapport kort en bondig beschreven. Zo zijn bij het tot stand komen van de PKB, een rijksinstrument waarbij de ministeries van VROM, LNV en V&W gezamenlijk optraden als initiatiefnemer, centrale en decentrale belangen met elkaar vervlochten zonder dat het rijk de regie uit handen gaf. Door de regio's uit te nodigen met een advies te komen kon het centrale arrangement, de PKB, een decentrale invulling krijgen. Van belang daarbij was dat de inhoudelijke voorbereiding van de regionale stuurgroepen door rijksambtenaren en ambtenaren van andere overheden samen geschiedde.
Koploperprojecten en programmatische aanpak zorgden daarnaast voor vaart in het proces. De koploperprojecten die al tijdens het PKB proces van start mochten gaan zijn een voorbeeld van een prikkel of premie om projecten naar voren te schuiven. De programmatische aanpak maakt het mogelijk projecten die in de PKB zijn opgenomen in een later stadium in te wisselen voor betere alternatieven, als ze maar aan dezelfde uitgangspunten voldoen en eventueel aanvullende financiering is geregeld. Deze aanpak maakt het makkelijker met maatregelen akkoord te gaan omdat er in de toekomst ruimte is de maatregel te vervangen.

De onderzoekers stellen dat het rijk enerzijds ferme grip op het proces hield en anderzijds ruimte bood. De uitkomst van de procesevaluatie van het totstandkomingsproces van de PKB Ruimte voor de Rivier is volgens hen dat het een robuust en tegelijkertijd adaptief proces is geweest met een gedragen resultaat.

Tot slot formuleren de onderzoekers een aantal leereffecten en aandachtspunten. Een leereffect is volgens hen de vervlechting van centrale en decentrale belangen waardoor gemeenschappelijke besluitvorming tot stand kan komen. Dit kan slechts worden gerealiseerd indien partijen elkaar de ruimte gunnen eigen problemen en oplossingen in te brengen.
De onderzoekers merken op dat dit soort processen niet voor iedereen altijd gunstig uitpakt. Belangrijk is om opties te houden. De programmatische aanpak biedt deze mogelijkheid. Ook tijdige duidelijkheid over zaken als schadeloosstelling helpt hierbij.
---

DGW/WV 2007/1162

Reactie op de conclusies en aanbevelingen
In algemene zin onderschrijf ik de conclusies en aanbevelingen van de onderzoekers. Ik heb waardering voor de gedegenheid van de evaluatie en de wijze waarop de resultaten zijn gepresenteerd. Ik denk dat de uitkomsten van de evaluatie behulpzaam zullen zijn bij de uitvoering van de PKB en voor andere grote projecten. Dat het in de PKB Ruimte voor de Rivier gaat over de veiligheid van Nederland is volgens de onderzoekers een deel van de verklaring voor de goede uitkomst van het proces. De vervlechting van centrale en decentrale belangen vormt daarnaast een belangrijke factor. De PKB heeft door het onder leiding van de provincies opgestelde Regioadvies een duidelijk decentrale invulling gekregen.

Ik onderschrijf de conclusie van de onderzoekers dat ook de uitvoering van de PKB voldoende ruimte moet bieden voor lokale belangen. Het voortzetten van de samenwerking bij het opstellen van de PKB is noodzakelijk om de uitvoering van de PKB tot een succes te maken. Provincies, waterschappen en gemeenten zijn in een aantal gevallen al initiatiefnemers voor de uitwerking van in de PKB opgenomen maatregelen. Daarnaast biedt de PKB de ruimte om initiatieven die aan de voorwaarden voldoen alsnog in de PKB op te nemen.

De onderzoekers noemen onduidelijkheid voor bewoners over schadeloosstelling een aandachtspunt. Door de uitgangspunten voor schadeloosstelling vast te leggen in een strategisch kader heb ik op dit punt inmiddels helderheid verschaft. Het is aan de initiatiefnemers van de maatregelen dit maatregelspecifiek uit te werken en hierover met de bewoners in contact te treden. Het gaat immers altijd om maatwerk.

Ik beschouw het evaluatierapport als een waardevol document waarin de ervaringen en de lessen die met het opstellen van de PKB zijn opgedaan zijn vastgelegd. Deze lessen en ervaringen wil ik graag bij de vervolgstappen gebruiken, eerst in de planstudiefase en daarna in de uitvoering. Alles gericht op een veiliger en aantrekkelijker rivierengebied, uiterlijk in 2015.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw J.C. Huizinga-Heringa

---