Raad van State
Uitspraak
Zaaknummer: 200704655/2
Publicatie datum: vrijdag 7 september 2007
Tegen: het college van gedeputeerde staten van Fryslân
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Friesland
---
200704655/2.
Datum uitspraak: 7 september 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen onder meer:
, wonend te , en , gevestigd te
, waarvan de vennoten zijn en , beiden
wonend te ,
en
het college van gedeputeerde staten van Fryslân,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 20 december 2006 heeft de gemeenteraad van Skarsterlân
het bestemmingsplan "Joure-De Merk/E.A. Borgerstraat" (hierna: het
plan) vastgesteld.
Bij besluit van 15 mei 2007, kenmerk 00679225, heeft verweerder over
de goedkeuring ervan beslist.
Tegen dat besluit hebben verzoekers bij brief, bij de Raad van State
ingekomen op 6 juli 2007, beroep ingesteld. Voorts hebben zij de
Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 27 augustus
2007, waar verzoekers, vertegenwoordigd door mr. J.W.O. Croockewit,
advocaat te Amsterdam, en verweerder, vertegenwoordigd door drs. K.
van Stralen, ambtenaar in dienst van de provincie, zijn verschenen.
Verder zijn daar de gemeenteraad van Skarsterlân, vertegenwoordigd
door G.J.C. Zaal, ambtenaar in dienst van de gemeente, en
woonstichting Haskerland, vertegenwoordigd door E. van Acht, gehoord.
2. Overwegingen
2.1. Het plan voorziet, voor zover thans van belang, in de vestiging
van een supermarkt aan de E.A. Borgerstraat te Joure, gemeente
Skarsterlân.
2.2. Verzoekers verzoeken schorsing van het besluit van 15 mei 2007.
Zij voeren daartoe aan dat verweerder, door geen goedkeuring te
onthouden aan het plandeel met de bestemming "Gemengde doeleinden 1",
voor zover dat de vestiging van een supermarkt mogelijk maakt, heeft
miskend dat het winkelaanbod in Joure overcompleet is en de bestaande
winkelstructuur aldaar door het plan wordt verstoord. Volgens hen
wordt de zogenoemde negatieve uitbreidingsruimte door realisering van
de supermarkt nog verder overschreden dan al het geval is en worden in
de door het gemeentebestuur van Skarsterlân uitgevoerde berekeningen
naar die uitbreidingsruimte geen vergelijkbare grootheden tegen elkaar
uitgeruild. Voorts klagen zij dat verweerder heeft miskend dat het
plan geen inzicht in de financiële uitvoerbaarheid geeft, ernstige
gevolgen heeft voor de verkeersstructuur en voorziet in te weinig
parkeerplaatsen.
2.3. Gebleken is dat een aanvraag om verlening van bouwvergunning voor
het oprichten van een supermarkt binnen het desbetreffende plandeel op
korte termijn te verwachten is. Daarmee is aannemelijk dat een
spoedeisend belang bestaat bij de verzochte voorziening. Naar
voorlopig oordeel hebben verzoekers echter niet aannemelijk gemaakt
dat de door het plan mogelijk gemaakte komst van de supermarkt een
duurzame ontwrichting van de voorzieningenstructuur van Joure tot
gevolg heeft. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat aannemelijk is
dat een bestaande supermarkt duurzaam zal verdwijnen en het verschil
in verkoopvloeroppervlakte met die supermarkt onvoldoende basis biedt
voor de door verzoekers daaraan verbonden conclusie. Anders dan
verzoekers hebben betoogd, valt naar voorlopig oordeel niet in te zien
dat bij de uitruil van bebouwingmogelijkheden geen rekening mocht
worden gehouden met de planologische uitbreidingsmogelijkheden van de
bestaande supermarkt.
Voorts hebben verzoekers naar voorlopig oordeel niet aannemelijk
gemaakt dat het plan financieel niet uitvoerbaar is en evenmin dat ter
plaatse een verkeersonveilige situatie zal ontstaan, dan wel de door
de gemeenteraad van Skarsterlân gehanteerde parkeernorm niet
toereikend is om in de te verwachten behoefte aan parkeerplaatsen te
voorzien.
2.4. Gelet hierop, bestaat aanleiding het verzoek af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. R.W.L. Loeb, als Voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. R.E.A. Matulewicz, ambtenaar van Staat.
w.g. Loeb w.g. Matulewicz
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 7 september 2007
45-464.