VVD


vvd

7-9-2007

Reactie WRR-debat Islamitisch activisme

Donderdag 7 september vond het debat plaats over het WRR-rapport `Dynamiek in Islamitisch activisme'.

De VVD-fractie was bij het verschijnen van het rapport in maart vorig jaar verbijsterd over de eendimensionale inhoud van het rapport. Het is volgens woordvoerder Zijlstra "een prestatie dat je drie jaar kunt werken aan een rapport dat zo weinig wetenschappelijk is". De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid veronderstelt slechts positieve elementen binnen islamitische stromen in Nederland. "De bril die de Raad heeft opgehad was wel heel zacht roze gekleurd", aldus Zijlstra. De WRR beschrijft vernieuwingsbewegingen en allerlei verlichteschrijvers, maar vergeet te melden dat die schrijvers in veel gevallen naar het westen zijn gevlucht of gevangen zitten.

Tijdens het debat heeft de VVD dan ook de nadruk gelegd op de gebreken van de Islam in Nederland, iets waarvoor de kabinet te veel haar ogen sluit. Zo pleitte de VVD voor het uitbreiden en effeciever maken van het toezicht en de repressieve instrumenten ten aanzien van radicale imams en Moskeeën. Indien een Islamitische voorganger keer op keer over de schreef gaat door zijn toehoorders aan te sporen de Nederlandse wet te overtreden met als doel de samenleving te ontwrichten moet hij Nederland uitgezet kunnen worden. Indien radicale imam in het bezit is van een Nederlands paspoort moet hem dat ontnomen worden en dient hij te worden uitgezet. De VVD pleitte ook voor ruimere bevoegdheden voor burgemeesters om gebedshuizen te sluiten als daar radicale preken worden gehouden.

De PVV diende in motie van afkeuring in tegen minister Vogelaar van Integratie waarvan door de VVD werd overwogen om deze te ondersteunen om een signaal aan de minister af te geven. De VVD-fractie zag hier vanaf omdat zij vindt dat een minister op haar daden dient te worden beoordeeld. Hieronder vindt u de stemverklaring behorend bij de PVV-motie van afkeuring.

vrijdag 7 september 2007

Voorzitter,

De relativerende antwoorden van deze minister van integratie over de toekomstige cultuur van Nederland doen ons het ergste vrezen voor het door haar neer te zetten beleid.

Haar antwoorden betreffende de uitspraak over een Joods-Christelijk-Islamitische grondslag van onze samenleving en haar voortdurende gestuntel over dit onderwerp, ook weer tijdens dit debat, getuigen van een ongekend cultuurrelativisme.

Alsof er geen strijd is geleverd voor de fundamentele vrijheden die onze samenleving heden ten dage kent.

Wij verwachten van een Nederlandse minister van integratie dat zij pal staat voor deze fundamentele vrijheden.

Dit debat heeft ons weinig vertrouwen gegeven. De VVD heeft daarom serieus overwogen of wij de motie van wantrouwen zouden moeten steunen. Wij vinden echter dat ministers afgerekend dienen te worden op hun daden en hun beleid.

En dat is de reden dat we een motie van wantrouwen nu niet steunen.

Maar deze minister zal veel moeten doen om de grote twijfels bij onze fractie weg te nemen.