Provincie Flevoland



Nieuwe verordening provincie stuurt op hoofdlijnen

Per 1 september is de Verordening voor de fysieke leefomgeving Flevoland (VFL) van kracht. De VFL vervangt de Provinciale milieuverordening Flevoland, de Grondwaterverordening Flevoland 1996, de Ontgrondingenverordening Flevoland 2002, de Verordening waterhuishouding Flevoland, de Verordening waterkering Noord-Nederland en de Landschapsverordening Flevoland 2004. Daarnaast is in de VFL een nieuwe publiekrechtelijke regeling voor de provinciale (vaar)wegen opgenomen.

In de VFL zijn ten opzichte van de voornoemde, meer sectorale verordeningen, andere accenten gelegd. Zo wordt meer dan voorheen een duidelijk appel gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken partners. De instructieregels voor grondwaterbescherming zijn bijvoorbeeld afgeschaft. De provincie doet daarmee een appel op de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten in de
milieubeschermingsgebieden voor grondwater. Het is aan deze gemeenten om via de reguliere vergunningverlening te komen tot een adequate bescherming van de kwaliteit van het grondwater. Daarnaast worden de regels voor het op de kant zetten van baggerspecie afgeschaft. Het wordt de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenten om het op de kant zetten van baggerspecie op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze te reguleren. De gemeenten beschikken over een toereikend juridisch instrumentarium om de eigen verantwoordelijkheid invulling te geven.

In de nieuwe verordening is er voor gekozen de provinciale regels meer te concentreren op de hoofdlijnen en minder op de details. Een voorbeeld hiervan is introductie van een algemene voortgangsrapportage voor Waterschap Zuiderzeeland. Specifieke rapportageverplichtingen voor het waterschap worden afgeschaft. Ander voorbeeld is dat voor grondwateronttrekkingen niet meer per gebruiksdoel algemene regels zijn opgenomen. De bestaande algemene regels zijn samengevoegd en meer op hoofdlijnen geformuleerd.

In de milieubeschermingsgebieden voor grondwater kan met de nieuwe verordening het merendeel van de activiteiten plaatsvinden zonder dat vooraf een ontheffing hoeft te worden aangevraagd en kan worden volstaan met een melding. Ook is er voor gekozen niet voor alle bijzondere activiteiten op provinciale (vaar)wegen een
ontheffingplicht in te voeren. Het aanleggen van uitwegen en het plaatsen van borden en gedenktekens in de berm van de weg zijn onder algemene regels gebracht. Daarmee vervalt ook voor deze activiteiten de individuele toetsing vooraf en kan worden volstaan met een melding.

De VFL is, zoals blijkt uit de voorbeelden, meer op hoofdlijnen geformuleerd. Als gevolg hiervan is het aantal artikelen, ten opzichte van de voorgaande sectorale verordening, afgenomen van 268 naar 115 en zijn er zes verordeningen ingetrokken. Hierdoor levert de Verordening voor de fysieke leefomgeving een belangrijke bijdrage aan de deregulering.