Vragen VVD en LH inz. bouwvergunning van Hengellaan 10
4 september 2007
Vragen ex art. 41 R.v.O. van de fracties van de VVD en Leefbaar
Hilversum
naar aanleiding van Bouwvergunning onder art 19 lid 2 voor de bouw
van een dubbel
woonhuis aan Van Hengellaan 10
Hilversum 3 september 2007
Geacht College,
In januari 1990 is een viertal bouwvergunningen verleend voor de bouw
van vier huizen (drie aan de Hoge Naarderweg ter plaatse van het
Heksenweitje en een aan de Van Hengellaan).
Tot mei 2005 was er geen gebruik van gemaakt. In zowel het
bestemmingsplan van 1997 als het nieuwe bestemmingsplan NW Villagebied
van 2005 kwam deze bouwmogelijkheid niet meer voor. Hiertegen is door
de vergunninghouder geen bezwaar of beroep aangetekend. In mei 2005
heeft de gemeente de vergunninghouder schriftelijk meegedeeld dat de
bouwvergunningen zouden worden ingetrokken, tenzij binnen acht weken
daadwerkelijk met de bouw zou zijn begonnen. Na deze acht weken waren
alleen een hek, een schaftkeet en enkele paaltjes geplaats. Volgens de
jurisprudentie is dit geen daadwerkelijk begin van de bouw, maar
slechts voorbereiding daartoe. Hierop heeft de gemeente de vergunning
ingetrokken. De gemeente was hiertoe gerechtigd. Op grond van de
bouwverordening (en ook het in de bouwvergunning gestelde) kan de
gemeente een bouwvergunning zonder meer intrekken indien binnen 26
weken niet met de bouw is begonnen. De gemeente had niet nogmaals de
termijn van acht weken hoeven te geven. Vergunninghouder Claessens
heeft tegen dit besluit bezwaar aangetekend, maar de Commissie
Bezwaarschriften heeft geconcludeerd dat de gemeente de vergunningen
terecht en rechtmatig heeft ingetrokken. Hiermee zou de zaak zijn
afgedaan.
Al zeer spoedig na de bezwaarprocedure is op 2 mei 2006 een nieuwe
bouwaanvraag ingediend, die kennelijk uitgebreid met de dienst Stad
was voorbesproken en al voor het indienen - ondanks strijdigheid met
tal van bepalingen inzake vorm en oriëntatie - een positief commentaar
van de Welstandscommissie kreeg. Volgens de wethouder heeft zijn
voorganger hiervoor toezeggingen aan Claessens gedaan. Die voorganger
heeft dit aan een van de omwonenden met kracht ontkend en zou alleen
gezegd hebben naar een compromis te streven. Bovendien heeft hij
verklaard dat Claessens door de gemeente nog is gewaarschuwd dat zijn
bouwvergunning zou gaan verlopen.
De kwestie is nu dat de via een art. 19 lid 2 WRO verleende
bouwvergunning voor een dubbele woning aan de Van Hengellaan 10 op tal
van punten volstrekt in strijd is met het gloednieuwe bestemmingsplan
NW Villagebied, dat vooral beoogt het beschermd stadsgezicht te
waarborgen. Het gaat om een dubbele woning die niet in het
bestemmingsplan voorkomt, en de oriëntatie en vorm staan haaks staan
op de bepalingen van het bestemmingsplan (deze kunnen ook volgens
artikel 10 lid 1 van het bestemmingsplan ook in geval van
buitenplanse vrijstellingen worden toegepast)
Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende vragen:
1. Kunt u het bovenstaande feitenrelaas bevestigen? Zo niet, welke
correcties dienen te worden aangebracht?
2. De buurtvereniging en een aantal omwonenden hebben een
bezwaarprocedure gestart. Op 26 april 2007 is de hoorzitting van
de Commissie Bezwaarschriften over de kwestie gehouden. De
Commissie brengt doorgaans binnen zes weken een advies aan het
college uit. Beschikt u over een advies van de Commissie
Bezwaarschriften? Zo ja, sinds wanneer? Zo nee, wanneer verwacht u
het advies en wat is de reden voor de vertraging?
3. Is het correct dat er op één overleg na, waarbij de wethouder
slechts heeft verwezen naar de bezwaar- en beroepmogelijkheden,
geen enkel overleg met de buurt of buurtvereniging is geweest
waarbij naar een voor alle partijen aanvaardbare oplossing had
kunnen worden gezocht? Is een verslag van deze bijeenkomst
beschikbaar? Kunt u uitleggen waarom dit door de buurtvereniging
niet als onnodige juridisering, maar juist als
samenwerkingsgericht werken moet worden gezien? Zo niet, kunt u
aangeven waarom dit dan heeft plaatsgevonden en hoe u herhaling in
soortgelijke gevallen denkt te voorkomen?
4. Gaat het bij deze onverplichte compensatie voor een niet gebruikte
bouwvergunning in uw ogen om het rechtzetten van een fout? Vindt u
niet dat dit ten koste gaat van de rechtzekerheid van de inwoners,
net zoals bij de Koninginneweg?
5. De gemeente stelt dat de huidige oplossing nodig is om erger
(juridische strijd met ongewisse uitkomst) te voorkomen. De
juridisch expert van de buurtvereniging stelt echter dat de kans
dat het intrekken van de oude bouwvergunningen in een
beroepsprocedure zou worden teruggedraaid, extreem klein is.
Volgens de RvS is het overgangsrecht beperkt tot bestaande
bouwwerken, en niet van toepassingen op niet gerealiseerde
vergunningen. De buurtvereniging heeft de wethouder voorgesteld
een second opinion over deze juridische vraag in te winnen
(bijvoorbeeld bij de VNG). Klopt het dat dit aanbod door de dienst
Stad als overbodig van de hand gewezen? Wat is hiervoor de reden?
Bent u bereid een second opinion te heroverwegen?
6. Het vigerende bestemmingsplan heeft tot doel de bescherming van
het stadsgezicht ter plaatse. Het is na zorgvuldige voorbereiding,
met mogelijkheden tot inspraak en het inbrengen van bezwaar door
alle betrokkenen en uiteindelijk integrale afwegingen door de
gemeenteraad vastgesteld. Met welk beleidsdoel rechtvaardigt u nu
een vrijstelling ex artikel 19? En wat is de urgentie van uw
nieuwe ruimtelijke inzichten voor het plangebied om binnen een
jaar na vaststelling van het bestemmingsplan middels een
vrijstelling hiervan af te wijken?
7. Vindt u niet dat, als er al een bouwvergunning had moeten worden
verleend, bijvoorbeeld voor een enkele woning, dit binnen de
bepalingen van het bestemmingsplan had gekund (zie details
hiervoor in het bezwaarschrift van de buurtvereniging)? De
verleende vergunning tast immers de beschermde waarden aan en is
in strijd met de doelstelling, de hoofdlijnen, toetsingscriteria
en toetsingskaders van het vigerende bestemmingsplan.
Namens de fractie van de Namens de fractie van
VVD Hilversum, Leefbaar Hilversum Joost van Gilse Dick Klees
Gemeente Hilversum