Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Aan de Voorzitter van de Eerste der Staten-Generaal
Binnenhof 22
Postbus 20017
2500 EA S 'Gravenhage
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van
4 september 2007 PO/KOV/ 2007/ 31394
Onderwerp
IWI rapporten over toezicht kinderopvang
Bijlage(n) 2
1. Inleiding
Met de invoering van de Wet kinderopvang in januari 2005 zijn gemeenten verantwoordelijk
voor het toezicht op de houders van kinderopvangcentra en gastouderbureaus. Gemeenten laten
het toezicht uitvoeren door de GGD. De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) beoordeelt in hoeverre het
toezicht van de gemeenten goed functioneert. Bijgaand bied ik u twee rapporten aan die door IWI
recent zijn uitgebracht over de buitenspeelruimte voor kinderen ("Buiten Spelen") en over de
samenwerking van GGD en gemeente bij het gemeentelijke toezicht op de kinderopvang ("Vallen en
Opstaan").
2. "Buiten Spelen"
Aanleiding voor dit onderzoek was de IWI-rapportage over de gemeente Utrecht (toegezonden aan uw
Kamer d.d. 12 oktober 2006, TK 2006-2007, 28447, nr. 138). Deze gemeente voerde een categoraal
gedoogbeleid ten aanzien van kindercentra met onvoldoende buitenruimte (d.w.z. de gemeente stond
dit collectief toe). Na een schriftelijk verzoek van minister de Geus was de gemeente Utrecht bereid dit
beleid om te zetten in een specifiek handhavingsbeleid (d.w.z. maatwerk per kindercentrum). In die
context kwam de vraag op hoe vaak het vóórkomt dat kindercentra onvoldoende buitenruimte hebben
en welk beleid de gemeenten in dat geval voeren.
IWI constateert dat bijna 99 procent van alle kinderopvanglocaties (kinderdagverblijven én centra voor
buitenschoolse opvang) over voldoende ruimte beschikt voor kinderen om buiten te spelen. Gezien het
belang van buitenspelen voor (de ontwikkeling van) kinderen is dat een verheugend hoog percentage.
Negen procent van de gemeenten heeft te maken met één of meer kindercentra met een tekort aan
buitenruimte. Een deel van die gemeenten treedt daar niet altijd adequaat tegen op. Binnen het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
blad 2/2
lopende door OCW gesubsidieerde VNG-project ter versterking van toezicht en handhaving zal daaraan
aandacht worden besteed. Zo zal de VNG samen met GGD Nederland bijvoorbeeld nog dit jaar een
themabijeenkomst op het gebied van buitenruimte organiseren.
3. "Vallen en opstaan"
IWI onderzocht ook de aansturing van de GGD door de gemeente. Driekwart van de gemeenten werkt
goed samen met de GGD bij de jaarlijkse onderzoeken die de GGD doet naar de kwaliteit van de
kinderopvang en naar onderzoeken bij nieuwe kinderopvanglocaties. Maar bij een deel van de
gemeenten opereren GGD en gemeente nog te veel als gescheiden organisaties: vooral de onderlinge
communicatie moet beter. IWI verwacht dat gemeenten kunnen groeien in het nemen van hun
verantwoordelijkheid voor het toezicht, als zij de communicatie met de GGD verbeteren, als de
afspraken over de verschillende GGD-onderzoeken beter worden vastgelegd en als zij actiever het
proces van de GGD onderzoeken en rapportages volgen. Ik deel die verwachting.
In de lopende door OCW gesubsidieerde projecten van VNG en GGD Nederland ter versterking van
toezicht en handhaving zal daaraan aandacht worden besteed.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Sharon A.M. Dijksma