Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
4 september 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGP-2007/6897 07-VW-B-059
Onderwerp
Kamerbrief inzake Tracébesluit A4 Burgerveen-Leiden
Geachte voorzitter,
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft kennis genomen van de recente
uitspraak van de Raad van State inzake de procedure Tracébesluit A4 Burgerveen-
Leiden en mij gevraagd de Kamer per brief te informeren op welke wijze de regering
met deze situatie denkt om te gaan. Ik heb hierover overleg gevoerd met Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en voldoe bij deze graag aan
uw verzoek.
Uitspraak Raad van State
De Afdeling heeft het luchtonderzoek op vier punten afgekeurd:
1. De Afdeling acht de onderbouwing van het effect van de 80 km/u maatregel
op de luchtkwaliteit onvoldoende.
2. De Afdeling geeft aan dat niet kan worden volstaan met alleen maar
vergelijken van de autonome situatie en de plansituatie in het jaar van
openstelling van de weg, maar dat ook moeten worden gekeken naar de
toekomst.
3. De Afdeling acht het gekozen onderzoeksgebied (tot 300 meter aan
weerszijden van het tracé) onvoldoende gemotiveerd.
4. De Afdeling oordeelt dat er in dit geval geen sprake in van een
salderingssituatie die bedoeld wordt in artikel 7, derde lid onder a van het BLK
2005, maar van een situatie zoals bedoeld in artikel 7, derde lid onder b BLK
2005.
Gevolgen van de uitspraak
De eerste twee kritiekpunten hebben direct te maken met de gedateerdheid van dit
tracébesluit. Inmiddels bestaat er een wettelijk kader voor het bepalen van de effecten
van een 80 km/u maatregel. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer stelt in maart van ieder kalenderjaar onder meer de emissiefactoren
(ook voor 80 km/u) vast die moeten worden gebruikt bij luchtonderzoeken. Het Reken
en Meetvoorschrift bevoegdheden luchtkwaliteit schrijft voor dat deze emissiefactoren
moeten worden gebruikt voor het bepalen van o.a. het effect van een 80 km/u
maatregel. In het nieuwe luchtonderzoek van de A4 Burgerveen-Leiden zal het effect
van de 80 km/u maatregel worden doorgerekend met deze vastgestelde
emissiefactoren. Er zijn geen andere tracébesluiten (meer) met dezelfde constructie als
in het gehanteerde A4 tracébesluit. Inzake het tweede kritiekpunt over het in beeld
brengen van de toekomst informeer ik u dat in de huidige luchtonderzoeken al wel
naar de toekomst wordt gekeken. Voor de A4 Burgerveen-Leiden zal in het nieuwe
luchtonderzoek de situatie in 2014 (één jaar na openstelling) en in 2020 worden
vastgesteld.
De kritiekpunten 3 en 4 zijn van meer algemene aard. Bij de toepassing van de
salderingsbepaling in het Besluit Luchtkwaliteit 2005 oordeelt de Raad van State dat
zo gauw er binnen het invloedsgebied verbeteringen en verslechteringen optreden er
sprake is van een salderingssituatie zoals bedoeld in artikel 7, derde lid onder b. Het
verschil tussen sub a en sub b zoals dit door de Ministeries van Verkeer en Waterstaat
en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer wordt uitgelegd is dat
"sub a" gebruikt kan worden in de gevallen dat het saldo van verslechteringen en
verbeteringen op tenminste nul uitkomt. "Sub b" is bedoeld voor de zogenaamde
`rondweg' situaties. Dit zijn gevallen waarbij een besluit tot gevolg heeft dat in het
gebied waar het besluit op betrekking heeft de luchtkwaliteit verslechtert maar elders
een grotere verbetering optreedt. In een nieuw luchtonderzoek voor de A4
Burgerveen-Leiden zal aangetoond moeten worden dat er sprake is van een
verbetering als gevolg van de aanleg van dit project, dus een salderingssituatie zoals
bedoeld in artikel 7, derde lid onder b.
De uitspraak van de Raad van State inzake de afbakening van het gebied heeft niet
alleen gevolgen voor de vervolgaanpak van de A4 Burgerveen-Leiden, maar ook voor
de nu in voorbereiding zijnde (Ontwerp)tracébesluiten en de
(Ontwerp)wegaanpassingsbesluiten. Om hieraan te voldoen, zal ik zo snel mogelijk
een breed inzetbare methodiek laten ontwikkelen over de afbakening van het
onderzoeksgebied. Deze methodiek zal zowel voor de A4 Burgerveen-Leiden als voor
andere projecten die boven de norm zitten worden gehanteerd. Over de specifieke
gevolgen van mijn besluit voor zowel de planning van de A4 Burgerveen-Leiden als
voor andere projecten in procedures zal ik u op korte termijn nader informeren.
Tegelijkertijd wil ik aan de door mij op korte termijn in te stellen commissie
doorlichting en versnelling besluitvorming de opdracht geven het systeem van
besluitvorming, zoals wij dat met zijn allen vorm en inhoud hebben gegeven, nog eens
fundamenteel tegen het licht te houden. Mijn wens is om juridisch robuuste besluiten
te nemen, waarbij op de lange termijn een sneller besluitvormingsproces kan worden
gerealiseerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat