Raad van State
Uitspraak
Zaaknummer: 200705931/1
Publicatie datum: dinsdag 4 september 2007
Tegen: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum
Proceduresoort: Voorlopige voorziening
Rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
---
200705931/1.
Datum uitspraak: 4 september 2007
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het
geding tussen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Amsterdam
Convention Factory B.V.", gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
en
het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 7 juni 2007 heeft verweerder aan verzoekster een last
onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van voorschrift B.15 van de
vergunning van 21 april 2004.
Tegen dit besluit heeft verzoekster bezwaar gemaakt. Bij brief van 16
augustus 2007, bij de Raad van State ingekomen op 16 augustus 2007,
heeft verzoekster de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te
treffen.
De Voorzitter heeft de zaak ter zitting behandeld op 30 augustus 2007,
waar verzoekster, vertegenwoordigd door mr. C.N.J. Kortmann, advocaat
te Amsterdam, , en verweerder, vertegenwoordigd door mr.
M. Pietersz, E.T. Asma en ing. A.M. Hofstee, allen ambtenaar van de
Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam, zijn
verschenen.
2. Overwegingen
2.1. Het geschil spitst zich toe op de vraag of verweerder ten tijde
van het nemen van het bestreden besluit bevoegd was handhavend op te
treden.
2.2. Verzoekster betoogt dat het vaststellen van de vermeende
overschrijding van de in voorschrift B.15 van de vergunning gestelde
grenswaarde voor de avondperiode gedurende het optreden van de Blue
Man Group heeft plaatsgevonden op een wijze strijdig met de in
voorschrift B.12 van de vergunning voorschreven meetmethode, zijnde de
Handleiding meten en rekenen industrielawaai van het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer uit 1999.
Verweerder heeft, aangezien het geluid als fluctuerend (niet
periodiek) dient te worden getypeerd, haars inziens miskend dat in dat
geval de meetduur zodanig lang moet zijn dat het resultaat uit de
metingen naar één vaste waarde gaat, waarbij wijziging van het
begintijdstip of de lengte van de meetperiode de uitkomst niet mogen
beïnvloeden. In het onderhavige geval is daarentegen de meetduur
volgens haar ten onrechte beperkt tot uitsluitend de luide passages
van de voorstelling. De in haar opdracht uitgevoerde metingen volgens
de door haar aangewezen meetmethode hebben geen overschrijding laten
zien van de bedoelde grenswaarde, zodat verweerder in zoverre niet
bevoegd was handhavend op te treden, aldus verzoekster.
2.3. Niet in geschil is dat het geluid vanwege de voorstelling van de
Blue Man Group dient te worden getypeerd als fluctuerend (niet
periodiek). Daargelaten het verschil in opvatting tussen partijen wat
in het onderhavige geval de juiste meetmethode is, hetgeen bij de
beslissing op bezwaar kan worden betrokken, stelt de Voorzitter vast
dat verzoekster intussen maatregelen heeft getroffen om de
geluidbelasting vanwege de luide passages aan het begin van de
voorstelling te beperken. Ter zitting heeft verweerder gesteld dat uit
diverse metingen is gebleken dat door het treffen van deze
geluidreducerende maatregelen thans geen overschrijding van de
desbetreffende grenswaarde voor de avondperiode vanwege deze luide
passages meer plaatsvindt.
Overigens heeft verweerder toegezegd dat de op 29 juni 2007 verbeurde
dwangsom niet zal worden geïnd voordat is beslist op het door
verzoekster ingediende bezwaarschrift.
2.4. Gezien het vorenstaande bestaat, na afweging van de betrokken
belangen, aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige
voorziening af te wijzen.
2.5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, als Voorzitter, in
tegenwoordigheid van mr. T.L.J. Drouen, ambtenaar van Staat.
w.g. Oosting w.g. Drouen
Voorzitter ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 4 september 2007
375.