Kamerbrief inzake informatie over het lot van de Noord-Koreaanse
vluchtelingen die door China worden teruggestuurd
04-09-2007
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie
voor Buitenlandse Zaken van 25 mei 2007 met kenmerk 07-BuZa-B-031 inzake
informatie over het lot van de Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China
worden teruggestuurd.
Mensenrechten in Noord-Korea
Noord-Korea is een zeer gesloten land; informatie over het land is slechts
beperkt beschikbaar. De Noord-Koreaanse autoriteiten maken bezoeken aan een
groot deel van het land onmogelijk, ook voor bijvoorbeeld ambassades van
derde
landen als Nederland. Bovendien worden onafhankelijke waarnemers, zoals de
VN-Speciale Rapporteur inzake de mensenrechtensituatie in Noord-Korea, niet
toegelaten.
De in de internationale gemeenschap breed gedeelde opvatting is niettemin
dat
het met de rechten, zoals bijvoorbeeld neergelegd in het Internationaal
Verdrag
inzake burgerrechten en politieke rechten, abominabel gesteld is. Rechten
zoals
het recht op leven, het recht gevrijwaard te zijn van foltering, wrede,
onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, het recht
gevrijwaard
te zijn van dwangarbeid, het recht op vrijheid en veiligheid van zijn
persoon,
het recht het eigen land te verlaten, het recht op een eerlijk proces, het
recht
op vrijheid van denken, geweten en godsdienst, het recht op vrijheid van
meningsuiting en het recht op gelijke bescherming door de wet, worden door
het
regime in Noord-Korea voortdurend geschonden. Noord-Korea is overigens
partij
bij het voornoemde verdrag.
Betreffende het lot van Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China
teruggestuurd worden, gelden de beperkingen aangaande beschikbare
informatie zo
mogelijk nog sterker. In dat licht heb ik mij ten behoeve van het
onderstaande
onder andere gebaseerd op rapporten van de Secretaris-Generaal van de
Verenigde
Naties en de hierboven genoemde Speciale Rapporteur, alsook op rapporten van
niet-gouvernementele organisaties zoals de International Crisis Group, het
U.S.
Committee for Human Rights in North Korea, het Korea Institute for National
Unification, de Citizens' Alliance for North Korean Human Rights en
Christian
Solidarity Worldwide. Het aantal bronnen is evenwel beperkt en informatie is
slechts uit tweede of derde hand beschikbaar. Hierdoor is verificatie
buitengewoon lastig.
Schattingen over het aantal vluchtelingen uit Noord-Korea dat in China leeft
lopen overigens uiteen van tien- tot vierhonderdduizend. Het Amerikaanse
State
Departement houdt het op tussen de tien- en dertigduizend (2005), terwijl de
VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen het aantal noemt van
honderdduizend
(2003). Voorts wordt geschat dat ongeveer 10% van de Noord-Koreaanse
vluchtelingen vanuit China teruggestuurd wordt.
Strafmaat en bestraffing in Noord-Korea van vluchtelingen na
terugkeer
Een 'illegale' grensoversteek is opgenomen in de strafwet van Noord-Korea.
Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen het oversteken en het veelvuldig
oversteken van de grens. Voorts wordt in de strafwet onderscheid gemaakt
tussen
'illegaal' de grens oversteken, waarop twee jaar werk- of heropvoedingskamp
staat, en de grens oversteken om de republiek omver te werpen, waarop
tussen de
vijf en tien jaar werk- of heropvoedingskamp staat. Bij zwaardere
overtredingen
is de doodstraf toegestaan. Bij de laatste herziening van de strafwet
(2004) is
het principe van nullum crimen sine lege (geen overtreding zonder wet)
geïntroduceerd. Deze herziening is op zich een verbetering, maar houdt
tegelijkertijd de verzwaring van straffen voor een aantal overtredingen in,
die
ook doorwerken in de bestraffing van een 'illegale' grensoversteek. Evenwel
bestaat geen eenduidigheid over de manier waarop, de mate waarin en
consistentie
waarmee in de praktijk gestraft wordt.
Het oversteken van de grens waarbij het doel onduidelijk is (meestal zoeken
naar voedsel) wordt volgens sommige bronnen niet bestraft (men krijgt een
waarschuwing) of bestraft met enkele dagen werk- of heropvoedingskamp.
Mensen
uit Noord-Korea die bij aanhouding in China in het bezit zijn van bijbels of
materiaal uit Zuid-Korea en vervolgens uitgezet worden naar hun land van
herkomst, zouden zwaarder gestraft worden. Betrapt op smokkel of
prostitutie in
China zou strafkamp - vaak de facto doodstraf door de erbarmelijke
omstandigheden - of de doodstraf volgen. Andere bronnen stellen datt
zwaarder
gestraft wordt naar gelang hoe vaak iemand een vluchtpoging heeft
ondernomen,
waarbij op de derde vluchtpoging de doodstraf staat. Ook wordt bij de
strafbepaling onderscheid gemaakt tussen mensen die om economische en die om
politieke redenen gevlucht zijn. Weer andere bronnen benadrukken de
willekeurigheid van het straffen.
Op basis van bovengestelde informatie kan geconcludeerd worden dat in de
meeste gevallen van terugzending ten minste enige vorm van bestraffing
volgt; in
sommige gevallen zelfs de doodstraf. De behandeling van vluchtelingen uit
Noord-Korea die worden teruggestuurd kan overigens, ook gezien de redenen
waarom
het land ontvlucht wordt (m.n. sociale en politieke onderdrukking en
voedseltekorten), niet los worden gezien van de deplorabele
mensenrechtensituatie in Noord-Korea.
Behandeling van Noord-Koreaanse vluchtelingen in China
De VN-Speciale Rapporteur inzake de mensenrechtensituatie in Noord-Korea
krijgt,
zoals hierboven aangegeven, geen toegang tot het land. Voorts heeft de
Speciale
Rapporteur in verschillende rapporten de wens uitgesproken toegang te
krijgen
tot verblijfplaatsen van Noord-Koreaanse vluchtelingen in de buurlanden,
waaronder China.
De Speciale Rapporteur stelt voorts dat Noord-Koreaanse vluchtelingen
aangemerkt moeten worden als 'vluchtelingen sur place', hetgeen
betekent dat vervolging gevreesd moet worden wanneer zij naar Noord-Korea
worden
teruggestuurd. Het principe van non-refoulement - het niet terugdriingen of
terugsturen van vluchtelingen naar gevaarlijke gebieden - moet daarrnaast
in al
le landen waar vluchtelingen uit Noord-Korea asiel zoeken gerespecteerd
worden.
Voorts stelt de Speciale Rapporteur dat deze vluchtelingen toegang verleend
moet
worden tot het kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen.
China beschouwt Noord-Koreaanse vluchtelingen in principe uitsluitend als
economische vluchtelingen of illegale immigranten. Daardoor is het voor deze
vluchtelingen niet mogelijk in China asiel aan te vragen. Voorts hebben
vluchtelingen uit Noord-Korea in China geen toegang tot het lokale kantoor
van
de VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen in Peking. China zou daarnaast
op
grond van een geheim Chinees-Noord-Koreaans verdrag uit 1961 en een
protocol uit
1986 verplicht zijn Noord-Koreaanse mensen, die China 'illegaal' binnen zijn
gekomen, terug te sturen.
China is partij bij het Verdrag van Genève betreffende de status van
vluchtelingen uit 1951 en bij het daarbij behorende Protocol uit 1967.
Hierdoor
is China onder meer gehouden aan het principe van non-refoulement.
Daarnaast is
China, uit hoofde van een bilateraal verdrag met de VN-Hoge Commissaris
voor de
Vluchtelingen uit 1995, gehouden de Hoge Commissaris ongehinderd toegang te
verlenen tot de (Noord-Koreaanse) vluchtelingen, hetgeen China tot op heden
niet
toelaat.
Acties van Nederland en de EU
De Nederlandse regering is
zeer bezorgd over het lot van Noord-Koreaanse vluchtelingen die door China
teruggestuurd worden. Deze zorgen worden in de (beperkte) contacten tussen
Nederland en Noord-Korea overgebracht. Daarnaast heeft Nederland China
meermalen
aangesproken op het principe van non-refoulement, onder andere tijdens het
bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan China in december 2005. Bij de
komende mensenrechtenconsultaties met China, zal de
mensenrechtenambassadeur het
punt van de Noord-Koreaanse vluchtelingen overigens weer opbrengen. Het
streven
is deze consultaties met China dit najaar te laten plaatsvinden.
Regelmatig, maart jl. voor het laatst, worden door de EU-troika in Pyongyang
gesprekken gevoerd met Noord-Koreaanse regeringsvertegenwoordigers over de
mensenrechtensituatie in Noord-Korea. Vanwege de slechte
mensenrechtensituatie
heeft de EU in de Algemene Vergadering van de VN en in de
VN-Mensenrechtenraad
(en voorheen in de VN-Mensenrechtencommissie) de afgelopen jaren kritische
resoluties over Noord-Korea ingediend. Deze resoluties zijn overigens
telkens
met een grote meerderheid aangenomen.
In de mensenrechtensituatie in Noord-Korea is geen verbetering waarneembaar.
Voorts blijven de Noord-Koreaanse autoriteiten de Speciale Rapporteur
toegang
weigeren. Daarom zal de EU, onder meer op aandringen van Nederland, ook dit
jaar
in de Algemene Vergadering van de VN een resolutie over de
mensenrechtensituatie
in Noord-Korea indienen. Evenals in voorgaande jaren wordt daarin een
veroordeling opgenomen van de manier waarop teruggestuurde vluchtelingen uit
Noord-Korea behandeld worden.
Nederland en de EU hechten er zeer aan dat de Speciale Rapporteur toegang
tot
Noord-Korea krijgt. Niet alleen vanwege de mensenrechtensituatie, maar ook
vanwege de zeer beperkte informatie over het lot van teruggestuurde
Noord-Koreaanse vluchtelingen. Overigens brengt de Nederlandse ambassadeur
voor
Noord-Korea bij elk bezoek aan Pyongyang de mensenrechtensituatie ter
sprake en
dringt aan op toelating van de Speciale Rapporteur. Daarnaast wil de EU
graag
een dialoog met Noord-Korea aangaan over mensenrechten. Tot op heden hebben
de
Noord-Koreaanse
autoriteiten op beide punten afwijzend gereageerd. Nederland en de EU zullen
zich
niettemin hiervoor blijven inzetten.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken