3-9-2007
Weg met de terreur van de middelmaat
Weg met de terreur van de middelmaat.
Samenvatting van de rede van Mark Rutte op de TU Eindhoven, ter
gelegenheid van de opening van het academisch jaar, maandag 3
september 2007
Het lijkt wel alsof we in Nederland allergisch zijn voor succes; voor
mensen die echt iets kunnen of presteren. Die cultuur moet doorbroken
worden; door onszelf en door de politiek. Als we Nederland
willen laten groeien, is het nodig dat we bijzondere mensen koesteren,
prestaties belonen en de middelmaat niet als maatstaf nemen. Maar
bovenal is het nodig dat we groei als iets positiefs zien, dat we de
ambitie hebben om te groeien.
Het calvinisme heeft Nederland veel gebracht. De heilsleer van Calvijn
- en dan vooral het daaraan gekoppelde arbeidsethos - werd door Max
Weber gezien als één van de grondslagen van het succes van het
kapitalisme. Maar het calvinisme heeft ook een schaduwkant. De
gepredikte soberheid kan an sich nog beschouwd worden als een deugd,
maar het kan ook omslaan in benepenheid, grauwheid en middelmatigheid.
En juist die kant van het calvinisme lijkt de geschiedenis meer
overleefd te hebben dan het protestantse arbeidsethos.
In die erfenis ligt de eerste oorzaak van de Nederlandse obsessie met
`gewoon doen' en het wantrouwen tegen mensen die boven het maaiveld
uitsteken. Maar er is een tweede traditie die daaraan bijgedragen
heeft. Van de jaren '50 tot en met de jaren '70 speelde de
sociaal-democratie een dominante rol in de politiek. Vooral ten tijde
van de radicalisering van de sociaal-democraten in de jaren '60
(Nieuw-Links), culminerend in het Kabinet Den Uyl, werd een stroming
dominant die bijzonderheid, succes en excelleren vanuit economisch
perspectief wilde bestrijden. Winst maken en geld verdienen golden als
asociaal en de overheid had als belangrijkste taak het geld in de
samenleving te herverdelen. De strijd tegen inkomensverschillen werd
de grootste politieke prioriteit.
Natuurlijk zijn de hoogtijdagen van calvinisme en radicale
sociaal-democratie voorbij. Maar de erfenis van beide stromingen is
nog steeds dominant. En sinds dit jaar vormen de erflaters van deze
stromingen samen het kabinet. Dat belooft weinig goeds. We zien nu al
dat geld uitgeven, belastingverhoging, nivellering en symboolpolitiek
de kernwoorden van de nieuwe coalitie zijn.
Als we Nederland willen laten groeien, is het nodig dat we bijzondere
mensen koesteren, prestaties belonen en de middelmaat niet als
maatstaf nemen. Maar bovenal is het nodig dat we groei als iets
positiefs zien, dat we de ambitie hebben om te groeien. Dat vereist in
de eerste plaats een stevig tegenwicht tegen pleidooien voor
consuminderen, vertragen en andere linksige theorieën die groei niet
als oplossing maar als probleem zien. Laten we daarvoor gewoon de
feiten laten spreken. Alleen al puur economische groei, is het beste
dat je kunt doen voor welvaart, welzijn en milieu. Hoeveel armen
hebben kunnen ontsnappen aan de armoede in China, India en veel andere
Aziatische landen - dankzij economische groei? En hoeveel armen in
ontwikkelingslanden zijn beter geworden van ontwikkelingshulp? Ergo:
wie iets aan armoede wil doen, moet meer marktwerking en meer
economische groei omarmen.
En dat geldt ook voor het milieu. Ten eerste moet daar niet
doemdenkerig over gedaan worden. We moeten problemen serieus nemen,
maar mogen niet achter de onheilsprofeten aanlopen die het einde der
tijden aankondigen. Juist in een bloeiende economie zijn middelen
beschikbaar om het milieu te beschermen. En belangrijker nog: juist in
een samenleving die mensen wil laten groeien, die Nobelprijswinnaars
wil voortbrengen, zullen innovatieve ideeën ontstaan die écht wat doen
voor het milieu.
Want dat zijn voor mij de twee kanten van groei: de economische,
materiële kant, maar vooral ook de individuele, immateriële kant van
een samenleving die wil groeien: die prikkelt mensen om het beste uit
zichzelf te halen en juist dat draagt bij aan individueel geluk.
Nederland moet een agenda uitrollen tégen de terreur van de middelmaat
en vóór groei. Dat betekent een programma waarin de overheid minder
zaken beter moet gaan doen en waarin niet de overheid, maar mensen als
motor van de samenleving worden gezien. Een overheid die haar burgers
in staat stelt om te groeien en zo de samenleving laat groeien.
Faciliterend en niet regulerend. Ik geef graag een voorzet voor zo'n
programma:
o De overheid moet haar eerste en belangrijkste taak, namelijk het
beschermen van haar burgers, veel beter en efficiënter uitvoeren. In
een onveilige samenleving ontbreekt vertrouwen en juist dat is een
noodzakelijke voorwaarde om groei te realiseren.
o We moeten het integratievraagstuk oplossen. Niet door soft te zijn
en niet door xenofoob te worden, maar door duidelijke eisen te
stellen. Dat betekent ook een streng immigratiebeleid. Voor integratie
geldt: wie Nederlands spreekt, zich aan de regels houdt en hard werkt,
kan hier een uitstekend bestaan opbouwen.
o Er moet heel snel iets gebeuren aan de volstrekte verstopping van
ons wegennet. Dat lijkt voor zich te spreken, maar niemand doet wat.
We komen 's ochtends bijna in de file van de avond daarvoor terecht.
o We moeten investeren in goed onderwijs en R&D. Dat betekent vooral
ook investeren in goede leerlingen en goede studenten en niet alles
willen afstemmen op de gemiddelde student. Kwaliteit moet een grotere
rol gaan spelen dan kwantiteit.
o We moeten mensen leren vertrouwen. Een verpleger weet meer van
zieke mensen dan een ambtenaar. Dus weg met de protocollen en
formulieren en alle ruimte voor goede mensen om hun vak uit te
oefenen.
o We moeten zorgen voor een rijk en gevarieerd cultureel klimaat. We
mogen veel trotser zijn op ons culturele erfgoed, op onze
geschiedenis. Maar ook op onze hedendaagse kunstenaars, musici,
schrijvers en acteurs. Dat straalt af op Nederland.
o Last but not least: de belastingen moeten omlaag. In Nederland werk
je de helft van je leven voor de overheid. Ik ben er ten diepste van
overtuigd dat een samenleving zelf veel beter en efficiënter met geld
omgaat dan ministers, staatssecretarissen en ambtenaren.
Zo'n programma lijkt misschien niet te passen in de Nederlandse
cultuur. Maar cultuur is niet statisch en mensen zijn dat al helemaal
niet. Hoe sterk de egaliserende krachten in Nederland ook altijd zijn
geweest, er waren ook altijd mensen die, tegen de stroom in, toch
bijzondere dingen presteerden - en daar ook waardering voor kregen.
Aan die verhalen moeten we ons optrekken. Strijdend tegen de terreur
van de middelmaat.
VVD