Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap



De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018


2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
31 augustus 2007 HO/CBV/07/33830 20 augustus 2007 2060723390

Onderwerp
vragen van het kamerlid
Jasper van Dijk (SP)

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het kamerlid Jasper van Dijk (SP) van uw Kamer inzake het beloningspakket voor de heer Ritzen van de Universiteit Maastricht.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2060723390

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk


6

44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl

blad 2/2

Antwoorden op de schriftelijke vragen van het kamerlid Jasper van Dijk (SP) van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 20 augustus
2007 kenmerk 2060723390 )


1. Vraag: Klopt het dat u de mening deelt dat de Raad van Toezicht van de Universiteit Maastricht "met de beste bedoeling voor de universiteit" heeft gehandeld inzake de bindingspremie van 272.000 euro voor de heer Ritzen, terwijl u zelf vindt dat de premie "excessief en onwenselijk"is? 1)

Antwoord: Ja


2. Vraag: Hoe kan het dat de Raad van Toezicht van de Universiteit Maastricht beweert dat het beloningspakket voor de heer Ritzen "nuttig en noodzakelijk" was, terwijl u zelf zegt dat "noch de situatie op de arbeidsmarkt voor overheidsbestuurders, noch de specifiek gewenste kandidatuur van de heer Ritzen" een dergelijk ruime regeling rechtvaardigen die "niet passend is"voor overheidsbestuurders? Wie heeft er gelijk?

Antwoord: Het is vijf jaar later terugkijkend niet mogelijk met mathematische zekerheid te beoordelen of een functionaris ook gerekruteerd had kunnen worden onder andere financiële randvoorwaarden.
Dit is overigens vanzelfsprekend een andere beoordeling dan de morele en politieke wenselijkheid van beloningspakketten.


3. Vraag: Gaat u zich laten adviseren door de voorzitter van de Raad van Toezicht van de Universiteit van Maastricht over het salaris van universitaire bestuurders, in lijn met de Balkenende-norm? Deelt u de mening dat het passend is om iemand als adviseur de vragen die beloningen voorstelt waarvan u vindt dat zij excessief, onwenselijk en niet te rechtvaardigen zijn.

Antwoord: Aan de implementatie van de "Balkenendenorm" zitten verschillende technische aspecten waarover ik mij laat adviseren. Vanzelfsprekend zijn adviezen van de door mij aangestelde raden van toezicht daarbij zeer welkom.


4. Vraag: Bent u ook bereid om andere adviezen te betrekken bij uw besluitvorming over topsalarissen en de adviezen van de commissie Dijkstal?

Antwoord: Ja.


1) http://www.minocw.nl/persberichten/12081/index.html

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl