abcdefgh
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
3 september 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGTL 07/9214 2060722200
Onderwerp
antwoorden op kamervragen Van Heugten
Geachte voorzitter,
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen van het lid Van Heugten over het
vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor over de Brabantroute.
1. Hebt u kennisgenomen van het feit dat op 26 juli bij Tilburg-West een goederentrein
geladen met o.a. het vluchtige en brandbare gas propyleenoxyde bijna op een
passagierstrein is gebotst?1
1. Ik heb kennisgenomen van het feit dat op 26 juli 2007 bij Tilburg-West een
passagierstrein bijna op een goederentrein is gebotst.
2. Deelt u de mening dat het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor op een gemengd
spoorwegnet door stedelijke gebieden, zoals bij de Brabantroute het geval is, risico's
met zich meebrengt, en dat het daarom veel veiliger is om het vervoer van gevaarlijke
stoffen per spoor zoveel mogelijk via de speciale goederenspoorlijn de Betuweroute te
laten plaatsvinden? Zo ja, gaat u hier iets aan doen? Zo neen, waarom niet?
2. Vervoer van gevaarlijke stoffen brengt risico's met zich mee, ook voor de bebouwde
omgeving. Ik ben het dan ook met u eens om dit vervoer zo veel mogelijk via de
Betuweroute af te wikkelen. Ondanks de ingebruikneming van de Betuweroute zal er
echter ook vervoer van gevaarlijke stoffen over de Brabantroute blijven plaatsvinden,
1 Brabants Dagblad, 27 juli 2007, "Tilburg is ontsnapt aan een ramp"
Postadres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
Internet www.verkeerenwaterstaat.nl
Bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGTL 07/9214
bijvoorbeeld van en naar de chemische complexen in Moerdijk (Shell) en Limburg
(DSM, Sabic).
In het kader van de ontwikkeling van het Basisnet Spoor wordt op basis van de
geactualiseerde beleidsvrije marktverwachtingen van ProRail en de ruimtelijke plannen
en ambities van gemeenten onderzocht of er sprake is van knelpunten en/of
aandachtspunten op het gebied van externe veiligheid. Voor eventuele knelpunten
en/of aandachtspunten zal naar oplossingen worden gezocht. Mijn ambtsvoorganger
heeft bij brief van 27 januari 2006 aan de Tweede Kamer aangegeven dat daarbij
bestaande bestuurlijke afspraken, zoals die ten aanzien van bepaalde nationale
sleutelprojecten, zullen worden gerespecteerd. Voor oplossingen voor eventuele
knelpunten en/of aandachtspunten zal onder andere worden gekeken naar
mogelijkheden om vervoerstromen te verleggen, bijvoorbeeld van de Brabantroute
naar de Betuweroute. Als er dan nog knelpunten overblijven, zal in overleg met de
betreffende gemeenten naar lokale oplossingen worden gezocht.
3. Welke maatregelen gaat u treffen om het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor
over de Brabantroute te verminderen of veiliger te maken?
3. Zoals bekend is de belangrijkste maatregel de ingebruikneming van de Betuweroute,
en ervoor zorgen dat die maximaal gebruikt kan worden voor (onder andere) vervoer
van gevaarlijke stoffen. Daar wordt hard aan gewerkt. Daarnaast wordt in
samenwerking met provincies, gemeenten en bedrijfsleven het Basisnet Spoor
ontwikkeld waarin een grens zal worden gesteld aan de omvang van het vervoer van
gevaarlijke stoffen over (onder andere) de Brabantroute. Zie ook mijn antwoord op
vraag 2.
Voorts werkt mijn ministerie in internationaal verband aan regelgeving om de
veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen, waarvoor overigens al strenge eisen
gelden, verder te verbeteren. Zo worden er bijvoorbeeld inspanningen verricht om
maatregelen in te voeren die de kans op het optreden van een BLEVE2 verder
verminderen.
Tenslotte wordt er op nationaal niveau gewerkt aan een Gezamenlijke
Uitvoeringsagenda (in het kader van spoor 2 van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen)
waarin overheden, bedrijven en hulpverleners aangeven wat zij gaan doen om de
veiligheid van het vervoer van gevaarlijke stoffen verder te verbeteren.
4. Waarom vindt er op dit moment nog steeds vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor
over de Brabantroute plaats?
4. Vervoer van gevaarlijke stoffen vindt - geheel conform de regels - plaats over bijna
alle spoorlijnen van het Nederlandse spoorwegnet, waaronder ook de Brabantroute.
Zoals bekend is de Betuweroute in het `ingroei-jaar' nog niet onbeperkt beschikbaar
voor vervoer, maar wanneer de Betuweroute volop in gebruik is (naar verwachting in
2 BLEVE = Boiling Liquid Evaporation Explosion; een gas-explosie als gevolg van een vloeistofbrand
onder een ketelwagon met gas.
---
DGTL 07/9214
de loop van 2008) zal het vervoer van gevaarlijke stoffen via de Brabantroute en via
de Utrechtroute afnemen, omdat verwacht wordt dat het doorgaande internationale
goederenvervoer dan steeds meer via de Betuweroute gaat. Ook dan zal er overigens,
zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb aangegeven, altijd vervoer van gevaarlijke
stoffen over de Brabantroute moeten blijven plaatsvinden.
5. Heeft u kennisgenomen van de brief die de burgemeesters van acht Midden-
Brabantse gemeenten ca. 2 weken geleden hebben gestuurd over het
goederenvervoer per spoor door Brabant? Zo ja, wat is uw reactie op deze brief?
5. Ja, ik heb kennisgenomen van deze brief. Ik zal u een afschrift sturen van mijn
antwoord op de brief.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat