Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Antwoorden op kamervragen over vertaling van documenten van
expats
3 september 2007
Vragen van het lid Heijnen (PvdA) aan de staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over vertaling van
documenten van expats. (Ingezonden 16 juli 2007)
1
Hebt u kennis genomen van de beantwoording van de schriftelijke vragen
door het college van B&W van de gemeente Den Haag inzake "vertaling
documenten expats"? 1)
Antwoord 1
Ja.
2
Vindt u het ongewenst dat gemeenten blijkbaar een verschillend beleid
voeren ten aanzien van reispapieren, identiteitsbewijzen, aktes en
verklaringen waarbij de ene gemeente wel genoegen neemt met een
vertaling uit een andere EU-lidstaat en de ander niet?
3
Bent u bereid maatregelen te nemen om dit gemeentelijk beleid te
harmoniseren? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet?
4
Bent u bereid de wet- en regelgeving zo aan te passen dat volstaan kan
worden met een officieel erkende vertaling uit een van de
EU-lidstaten? Zo ja, op welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2, 3 en 4
Uit de beantwoording van de schriftelijke vragen door het college van
B&W van de gemeente Den Haag blijkt dat het gaat om documenten, die
moeten worden overgelegd ten behoeve van de inschrijving in de
gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA). Daarbij dient
melding gemaakt te worden van een aantal rechtsfeiten (zoals geboorte,
huwelijk of echtscheiding). Indien deze rechtsfeiten zich in het
buitenland hebben voorgedaan, moeten deze worden ontleend aan daarop
betrekking hebbende akten van de burgerlijke stand of andere akten,
rechterlijke uitspraken dan wel officiële verklaringen.
Het college van B&W van de gemeente Den Haag wijst terecht op het
grote belang van een zorgvuldige bijhouding van de GBA. Gezien de
betekenis daarvan als de basisadministratie van persoonsgegevens bij
uitstek, dient voorkomen te worden dat de betrouwbaarheid daarvan ter
discussie komt te staan als gevolg van onjuiste gegevens of zelfs
mogelijke fraude. Er dient derhalve zorgvuldig te worden omgesprongen
met het gebruik van (niet beëdigde) vertalingen van buitenlandse
documenten. Het college maakt in dit verband melding van de in de Wet
GBA opgenomen verplichting van een burger om, desgevraagd, een door
een beëdigde vertaler vervaardigde Nederlandse vertaling over te
leggen van de desbetreffende documenten (art. 65, derde lid, 69 en 71
Wet GBA).
In welke gevallen de burger om overlegging van een dergelijke
Nederlandse vertaling zal worden gevraagd, wordt overgelaten aan de
met de uitvoering van de Wet GBA belaste gemeenten. In de praktijk is
er immers een grote variatie in de documenten die worden aangeboden,
al dan niet vergezeld van een in het buitenland opgemaakte vertaling.
Deze vertaling kan door een ter plaatse beëdigde vertaler zijn
opgemaakt, maar dit hoeft niet. Op de ambtenaar burgerzaken rust te
allen tijde de plicht om de betrouwbaarheid te onderzoeken van een
aangeboden origineel document en van de daarop betrekking hebbende
vertaling. Deze plicht geldt ook indien er een door een beëdigde
vertaler vervaardigde Nederlandse vertaling is bijgevoegd.
Het zal dus telkens van de concrete situatie afhangen of genoegen kan
worden genomen met de overgelegde documenten en de eventueel daarbij
gevoegde Nederlandse of buitenlandse vertaling. Er kan dan ook niet op
voorhand worden geconcludeerd dat sommige gemeenten op dit punt een
ander of soepeler beleid zouden voeren dan andere gemeenten. In dit
verband kan worden opgemerkt dat aan het onderwerp van de vertaling
van buitenlandse documenten uitvoerig aandacht wordt geschonken in de
door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
uitgegeven Handleiding Uitvoeringsprocedures GBA, die door alle
bevolkingsambtenaren wordt gebruikt. Over het accepteren van
documenten die niet zijn voorzien van een Nederlandse vertaling wordt
in de handleiding het volgende gemeld.
"Documenten die oorspronkelijk zijn gesteld in het Duits, Engels of
Frans, kunnen over het algemeen zonder vertaling worden geaccepteerd.
Als een gemeenteambtenaar in staat is een andere vreemde taal te
begrijpen en te vertalen naar het Nederlands, kan het brondocument in
die taal eveneens zonder vertaling door een beëdigde vertaler worden
geaccepteerd. De vertaling van de betreffende ambtenaar zal wel
schriftelijk moeten worden vastgelegd, zodat die vertaling ook later
kan worden geraadpleegd.
Buitenlandse brondocumenten die bij de overlegging reeds zijn vertaald
in een voor de medewerker Burgerzaken begrijpelijke taal, hoeven niet
alsnog te worden vertaald in het Nederlands. Bij voorkeur is de
vertaling gemaakt door een vertaler die door de autoriteiten van dat
land bevoegd is verklaard. Dit blijkt uit het document. Voorwaarde
hierbij is dat naast de vertaling ook het originele document dat is
vertaald wordt overgelegd. Tevens moeten het brondocument en de
vertaling één geheel vormen.
Het kan voorkomen dat de medewerker Burgerzaken twijfelt aan de
juistheid van een vertaling door een beëdigde vertaler of dat de
vertaling duidelijk fouten bevat. Voorbeelden hiervan zijn vertalingen
waarin de tekst overduidelijk langer of korter is dan in het originele
document en vertalingen waarin het aantal namen of de opgenomen
registratienummers duidelijk afwijkt. In die gevallen accepteert de
medewerker Burgerzaken de vertalingen niet."
Gelet op het voorgaande zie ik, naast hetgeen over de vertaling van
buitenlandse documenten in de bovengenoemde handleiding is opgemerkt,
voorshands geen aanleiding om op dit punt over te gaan tot aanpassing
van wet- en regelgeving of het gemeentelijk beleid ter zake verder te
harmoniseren.
1) Gemeente Den Haag, RIS 145217
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties