Rechtbank Haarlem


Uitspraak Chipshol versus Luchthaven Schiphol NV

Uitspraak in kort geding Chip(s)hol B.V. III vs Luchthaven Schiphol N.V. d.d. 31-8-07

Achtergrond van het kort geding
In februari 2003 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat op grond van de Luchtvaartwet een bouwverbod uitgesproken met betrekking tot het Groenenbergterrein, eigendom van Chip(s)hol, waardoor deze haar bouwplannen voor dat terrein tot op heden niet heeft kunnen uitvoeren. In zo'n geval kan de eigenaar van het terrein van de luchthaven ten behoeve waarvan het verbod geldt een schadeloosstelling vorderen.

Chip(s)hol heeft die vordering ingesteld. Op 4 april 2007 heeft de rechtbank geoordeeld dat in beginsel vast staat dat Schiphol tenminste een schadeloosstelling van EUR 16.000.000,-- aan Chip(s)hol zal moeten betalen, nog te vermeerderen met rente vanaf 2003. Vervolgens heeft de rechtbank Schiphol op 13 juni 2007 veroordeeld tot betaling van een voorschot van EUR 19.000.000,-- tegen afgifte door Chip(s)hol van een bankgarantie van EUR 21.500.000,--.

Bij besluit van 28 juni 2007 heeft de Minister van Verkeer en Waterstaat het bouwverbod opgeheven.

In juli 2007 heeft Schiphol tegen afgifte van de door de rechtbank voorgeschreven bankgarantie aan Chip(s)hol betaald.

Schiphol heeft vervolgens op 19 juli en op 15 augustus 2007 ten laste van Chip(s)hol een aantal beslagen laten leggen. De beslagen zijn onder meer gelegd voor een vordering tot vergoeding van de waardevermeerdering die Chip(s)hol door opheffing van het bouwverbod toevalt, door Schiphol becijferd op (minstens) EUR 18.000.000,--.

Door de beslaglegging is onder meer de genoemde EUR 19.000.000,-- getroffen, die op een rekening bij de Rabobank stond. Dat bedrag was op dat moment verpand aan die bank, ter afdekking van de door deze in opdracht van Chip(s)hol gestelde bankgarantie.

Schiphol heeft ter zitting aangeboden het betrokken terrein voor EUR 20,5 mln te kopen.

Vordering
Chip(s)hol heeft de opheffing gevorderd van vorenbedoelde beslagen. Zij heeft onder meer aangevoerd dat de Luchthaven misbruik van recht heeft gemaakt.

Beoordeling
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Schiphol voldoende grond had om beslag te leggen. De belangrijkste argumenten voor dat oordeel komen op het volgende neer.


· Aannemelijk is dat het Groenenbergterrein door de opheffing van het bouwverbod in waarde vermeerdert. Mede gelet op het bod van Schiphol en op de waarde waarvan de rechtbank bij toekenning van de schadeloosstelling is uitgegaan, moet die waardevermeerdering worden begroot op EUR 18 mln.


· Schiphol kan die waardevermeerdering ingevolge artikel 55 lid 1 Luchtvaartwet van Chipshol terugvorderen.


· De restitutieplicht van Chip(s)hol op basis van artikel 55 Lvw is niet afgedekt door de bankgarantie die Chip(s)hol heeft afgegeven, omdat daarin expliciet is bepaald dat deze daarvoor niet kan worden ingeroepen.


· Dat de rechtbank aan deze bankgarantie beperkingen en uitsluitingen had verbonden ontneemt Schiphol niet het recht zich aanvullende zekerheid voor terugbetaling van het door haar betaalde bedrag te verschaffen, nu die beperkingen en uitsluitingen zijn opgenomen in de garantie op een moment waarop de opheffing van het bouwverbod nog niet had plaatsgevonden en door de rechtbank ongewis werd geacht.


· Het belangrijkste effect van de beslaglegging is de blokkering van de door Schiphol betaalde EUR 19.000.000,--. Dat deert Chip(s)hol voorlopig echter niet, aangezien dat bedrag is verpand aan de Rabobank en dus hoe dan ook niet door Chip(s)hol kan worden gebruikt.


· Chip(s)hols klacht dat de beslagleggingen moeten worden gezien als onderdeel van een strategie van tegenwerking van Schiphol kan grond zijn voor een vordering uit onrechtmatige daad, maar geen grond om Schiphol het recht te ontzeggen beslag te leggen.

De voorzieningenrechter heeft enkele beslagen opgeheven, omdat die voor het verhaal van de vordering van Schiphol niet nodig zijn.

Bron: Rechtbank Haarlem
Datum actualiteit: 31 augustus 2007 Naar boven