Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 31 augustus 2007 DCE/07/33064 3 juli 2007 07-OCW-B-47

Onderwerp
Nationaal Historisch Museum

In mijn brief van 2 juli jl. (kamerstuk 30800 VIII, nr. 157) heb ik u mijn keuze voor Arnhem als vestigingsplaats van het Nationaal Historisch Museum (NHM) bericht en nader toegelicht. Graag wil ik u met deze brief informeren over de stand van zaken met betrekking tot de uitwerking van het concept van het NHM. Ik zal daarbij aandacht geven aan de aspecten die u in uw brief van 3 juli jl., kenmerk 07- OCW-B-47, heeft aangeroerd.

U zult er, naar ik hoop, begrip voor hebben dat ik nog niet op alle onderdelen van uw verzoek uitgebreid inhoudelijk kan reageren. De ontwikkeling van het concept moet nog aanvangen en dat betekent dat ik op dit moment uitsluitend de uitgangspunten voor het concept en mijn voorgenomen ontwikkelingsaanpak met u kan delen.

Plan van aanpak
Op korte termijn, naar verwachting in oktober, zal ik een kwartiermaker aanstellen die van mij als eerste opdracht de opstelling van een plan van aanpak krijgt, met als hoofdpunten:
- de ontwikkeling van het concept voor het NHM;
- het ontwerp en de realisatie van het gebouw;
- de publieksactiviteiten tot de opening;
- de opzet van de organisatie van het NHM;
- de planning, met daarin tenminste de beslismomenten met betrekking tot concept, ontwerp en realisatie gebouw, publieksactiviteiten tot opening, en opzet en organisatie NHM.

Uitgangspunten concept NHM
Aan de basis van het te ontwikkelen concept staat de missie die het NHM meekrijgt: de geschiedenis van Nederland zichtbaar en tastbaar maken aan de hand van de canon van Nederland.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl E

blad 2/4

Voorts zijn de volgende uitgangspunten, grotendeels ontleend aan de brief die het vorige kabinet op 12 september 2006 aan de Tweede Kamer heeft gezonden (OWB/AI-2006/12668), bepalend voor het concept:

- het NHM moet een overzicht bieden van de geschiedenis van Nederland en de mogelijkheid bieden thema´s of episodes uit te lichten in wisselpresentaties;
- het NHM is een plek waar een breed publiek en het onderwijs op een aantrekkelijke interactieve manier kennis kan maken met de geschiedenis van Nederland;
- het NHM is complementair aan bestaande instellingen, waaronder het nationaal Archief, het Nederlands Openluchtmuseum, het Nederlands Instituut voor Beeld en geluid, het Rijksmuseum en de Koninklijke Bibliotheek;
- de stichting Anno gaat op den duur op in het NHM;
- het museum verwijst naar andere (historische) musea, archieven en overige nationale instellingen voor verdere verdieping. Het biedt een etalage voor de collecties en kennis van andere musea en archieven in (tijdelijke) presentaties;
- het museum gaat waar mogelijk samenwerking aan met het NOM (bijv. parkeren, facilitaire voorzieningen);

- het museum is ook buiten de eigen muren aanwezig door o.a. een aantrekkelijke website met persoonlijke informatie, forum en spelsituaties;
- het NHM is, net zoals de rijksgesubsidieerde musea, gratis toegankelijk voor de jeugd tot en met 12 jaar;

- het NHM heeft een debatfunctie;

- het NHM heeft een onderzoeksfunctie;

- het NHM heeft geen collectionerende functie, behoudens eventueel de verwerving van stukken ten behoeve van de vaste presentatie.

Financiën
Ten behoeve van de voorbereiding, ontwikkeling en publieksactiviteiten is in de periode 2008-2010 cumulatief 10 miljoen beschikbaar ten laste van de begroting OCW (enveloppemiddelen Cultuur). De grond wordt om niet beschikbaar gesteld door de gemeente Arnhem. Voor investering in gebouw en inrichting is een bedrag van ca. 50 miljoen voorzien.

Ten behoeve van de exploitatie, dat wil zeggen de financieringslasten voor de investering en de kosten van presentaties en activiteiten, is 17 miljoen structureel beschikbaar vanaf 2011. Daarvan wordt 12 miljoen gedekt door een structurele bijdrage van de overheid. Welk deel ten laste van de begroting van OCW (enveloppemiddelen Cultuur) zal komen en wat de bijdrage van de provincie Gelderland zal zijn moet nog nader worden vastgesteld. Van de resterende 5 miljoen zal 2 milljoen worden gedekt door toevoeging van het budget Anno en 3 miljoen zal moeten komen uit eigen inkomsten (entreegelden).

Betrokkenheid andere partijen
Cruciaal voor de kwaliteit van het concept is de betrokkenheid van de wetenschappelijke wereld en andere deskundigen bij de totstandkoming van het concept. Dat geldt evenzeer voor de beoogde

blad 3/4

doelgroepen en in het bijzonder het onderwijs. Tenslotte, maar niet in de laatste plaats, is de samen- en medewerking van de (inter-)nationale wereld van musea, archieven en andere erfgoedinstellingen van eminent belang. Het ligt voor de hand dat de samenwerking met het NOM, als directe buurman, niet alleen op inhoudelijk vlak maar ook bij de bedrijfsvoering hecht zal moeten zijn.

Hoe dat alles te organiseren zal een belangrijk element van het plan van aanpak van de kwartiermaker moeten zijn. Daarbij is niet alleen de vraag of genoemde partijen bij het proces betrokken worden van belang, maar ook de wijze waarop dat gebeurt.

Thema's
Ik meen dat met de hiervoor omschreven conceptuele uitgangspunten en de betrokkenheid van voornoemde partijen en belanghebbenden een Nationaal Historisch Museum ontwikkeld kan worden dat alle aspecten van de Nederlandse geschiedenis op hoogwaardige en aantrekkelijke manier kan behandelen.
Het NHM zal historisch overzicht bieden en alle mogelijke thema´s en historische gebeurtenissen uitdiepen. Als vanzelfsprekend zullen dan begrippen als burgerschap, nationale identiteit en democratie aan de orde komen.

Overigens acht ik het van het grootste belang dat het NHM onafhankelijk kan opereren, uiteraard zonder politieke inmenging in de inhoudelijke programmering.

Vervolg
Het streven is dat het museum in 2011 zijn deuren kan openen. Onderweg daar naartoe zal ik een aantal beslissingen nemen met betrekking tot de hiervoor genoemde hoofdpunten uit het plan van aanpak. Ik zal me daarbij o.m. laten bijstaan door een bestuurlijke begeleidingsgroep waarin ook de provincie Gelderland en de gemeente Arnhem zitting zullen nemen. Waar nodig zal ik advies inwinnen van de adviesorganen van de regering of andere deskundigen.

De eerstvolgende stap zal de aanstelling van een kwartiermaker zijn. De kwartiermaker krijgt niet alleen de opdracht een plan van aanpak op te stellen, maar ook om, na goedkeuring van het plan, over te gaan tot de uitvoering daarvan. Hij of zij zal daartoe een uitvoeringsorganisatie inrichten die naar verloop van tijd zal overgaan in de voorloper van het NHM, de stichting NHM i.o. De kwartiermaker zal de nodige deskundigheid in zijn uitvoeringsorganisatie aantrekken en in de verschillende stadia van het ontwikkeltraject deskundigen, belanghebbenden en andere betrokkenen raadplegen.

Zoals ik hierboven reeds vermeldde verwacht ik dat ik u omtrent de benoeming van de kwartiermaker in oktober nader kan berichten.
Ik zal u dan tevens informeren over de overwegingen die bij de benoeming een rol hebben gespeeld, de wijze waarop de kwartiermaker zal gaan opereren en het moment dat u aan de hand

blad 4/4

van het plan van aanpak nader geïnformeerd zult worden over het realisatietraject, de planning en de tussenstappen daarin.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Dr. Ronald H.A. Plasterk