Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk 29 augustus 2007 DK/CB/2007/34788

Onderwerp
Schriftelijk overleg naar aanleiding van brief
Brede Basis voor Cultuur

Naar aanleiding van de brief Brede Basis voor Cultuur d.d. 21 december 2006, van mijn voorgangster minister Van der Hoeven, heeft u aangegeven schriftelijk overleg te willen voeren. In Brede Basis voor Cultuur heeft de op dat moment demissionaire minister een eerste antwoord willen geven op de motie Vroonhoven-Kok die op 31 oktober 2006 door uw Kamer is aangenomen en die oproept tot een nationaal actieprogramma amateurkunst. Gezien de demissionaire status waren veel van de antwoorden voorlopig en is er op een aantal punten nader onderzoek aangekondigd.

Op 6 september 2007 spreek ik met uw Kamer over mijn nota Kunst van Leven waarin ik de hoofdlijnen van het cultuurbeleid voor deze kabinetsperiode heb uiteengezet. In Kunst van Leven heb ik, in de vorm van een tienpuntenplan, specifieke acties aangekondigd op het terrein van cultuurparticipatie. Ik heb daarbij de prioriteiten van uw Kamer (amateurkunst en jeugd) overgenomen. Omdat ik op 6 september 2007 uitgebreid met uw Kamer van gedachten wissel, ga ik bij de beantwoording van uw vragen binnen het kader van dit schriftelijk overleg met name in op de hoofdpunten. Ik zal daarbij op een aantal onderdelen verwijzen naar de keuzes die ik in Kunst van Leven heb gemaakt.

Voordat ik tot de beantwoording van uw vragen overga wil ik allereerst vaststellen dat Kamer en Kabinet, wat betreft het belang dat aan cultuurparticipatie wordt gehecht, of het nu gaat om cultuureducatie of amateurkunst, op één lijn zitten. Het zelf beoefenen en ervaren van cultuur ­ en daarmee op jonge leeftijd beginnen ­ is de basis van het culturele leven. Overigens hebben ook diverse gesprekken plaatsgevonden met de amateurkunstsector zelf en levert de sector waardevolle beleidsadviezen en ideeën.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/4

Algemeen
In Brede Basis voor Cultuur is aangegeven dat die brief niet gezien moest worden als het actieprogramma amateurkunst waar de Kamer om had verzocht. Ook in het tienpuntenplan cultuurparticipatie uit Kunst van Leven komt u de term actieprogramma amateurkunst niet letterlijk tegen. Wel heb ik aangekondigd voor amateurkunst (en volkscultuur) meer middelen te zullen uittrekken en dat ik deze zal onderbrengen bij het in te stellen programmafonds cultuurparticipatie. Dit programmafonds zal, onder andere, een belangrijke rol krijgen bij de daadwerkelijke ondersteuning van bijvoorbeeld talentvolle amateurs en vrijwilligers. In de komende maanden zal hard gewerkt worden aan de inrichting van het programmafonds. Samen met de VNG, het IPO, maar ook met het culturele veld, waaronder in ieder geval sectorinstituut Kunstfactor, zal ik, als onderdeel daarvan, komen tot een meer specifieke invulling van een deelprogramma ter versterking van de amateurkunst. Verschillende door uw kamer genoemde aspecten, zoals de expliciete aandacht voor ouderen (CDA) en de internationale component (PvdA), de bindende werking van cultuur (CDA en PvdA) zullen daarbij worden meegenomen.

De fracties van PvdA en CDA vragen ook aandacht voor het interdepartementale aspect van amateurkunst en de bijdrage die creativiteit aan bijvoorbeeld de wijkenproblematiek kan leveren. Ik ben het hiermee volmondig eens. De minister van WWI heeft daarom de krachtwijken uitdrukkelijk uitgenodigd om in hun wijkactieplannen ook het thema cultuur op te nemen. Ook de hieronder beschreven impuls brede school is in eerste aanleg gericht op de grote steden.

Brede school
Samen met de staatssecretarissen van Onderwijs en van VWS ga ik gemeenten faciliteren bij de versterking van de samenwerking tussen brede school, cultuur en sport. Met onze brief van 7 augustus 2007 bent u nader over deze impuls geïnformeerd. Doel hiervan is om kinderen en jongeren een rijke leeromgeving te bieden waarin zij de kans krijgen hun talenten optimaal te ontplooien, sociale vaardigheden op te doen en plezier te hebben.
De impuls voor gemeenten is bestemd voor de inzet van professionals die een brug vormen tussen meerdere sectoren (combinatiefuncties). Denk hierbij bijvoorbeeld aan de docent op de muziekschool die ook een naschools aanbod in de brede school verzorgt. Het leggen van verbindingen tussen binnen- en buitenschoolse cultuureducatie enerzijds en amateurkunstbeoefening anderzijds, zoals de CDA-fractie suggereert, wordt bij dit alles meegenomen. VVD, SP en PvdA vragen naar de bijdrage die combinatiefuncties kunnen leveren aan het terugdringen van het lerarentekort. Combinatiefuncties zijn in eerste instantie gericht op het kind, maar vergroten ook de mogelijkheid om betere dagarrangementen voor werkende ouders te realiseren. Daarmee kan de arbeidsparticipatie van ouders verder worden verhoogd. Daarnaast kan door het creëren van combinatiefuncties het werken in de brede school aantrekkelijker worden gemaakt voor werknemers

blad 3/4

waarvoor nu veelal slechts kleine, versnipperde contracten beschikbaar zijn. Combinatiefuncties tussen het onderwijs en de cultuursector zouden daarmee dus in beperkte mate kunnen bijdragen aan een vermindering van het dreigende lerarentekort. Over het lerarentekort en de wijze waarop dit zou moeten worden aangepakt is aan de tijdelijke Commissie Leraren onder leiding van dr. Alexander Rinnooy-Kan gevraagd advies uit te brengen. Dit advies zal medio september 2007 door de Commissie worden uitgebracht.

Het onderzoek naar de eventuele knelpunten in de huidige samenwerking tussen culturele instellingen en brede scholen is in de loop van de maand oktober gereed.

Gratis musea
Over `gratis musea' zijn door zowel CDA, PvdA, VVD als SP diverse vragen gesteld. In Kunst van Leven heb ik aangegeven hoe ik de wens van de Kamer om musea gratis toegankelijk te maken wil invullen. De rijksgesubsidieerde musea worden gratis toegankelijk voor kinderen tot en met twaalf jaar en ik streef ernaar dat ook alle andere, ca. 440, registreerde musea, gratis toegankelijk worden voor deze leeftijdsgroep. Voor mijn overwegingen wil ik u kortheidshalve verwijzen naar mijn nota Kunst van leven.
De komende maanden zal ik met de Nederlandse Museum Vereniging, de Vereniging van Rijksgesubsidieerde Musea, de VNG en het IPO overleggen hoe dit voornemen gerealiseerd gaat worden. Het jaar 2008 zal een voorbereidingsjaar worden. Er zal een 0-meting worden uitgevoerd zodat de effecten van de maatregel kunnen worden geanalyseerd. Tevens zal een goede compensatieregeling worden ontworpen zodat zoveel mogelijk musea, naast de rijksgesubsidieerde musea, mee gaan doen. Het is de bedoeling dat per 1 januari 2009 de musea gratis toegankelijk worden voor kinderen tot en met 12 jaar.

Cultuurkaart
De CDA- en PvdA-fractie hebben vragen gesteld over de cultuurkaart. Invoering van de cultuurkaart, als eigentijdse, digitale opvolger van de huidige, papieren ckv-bonnen, is voorzien met ingang van het schooljaar 2008-2009. Met de cultuurkaart wordt een efficiënter systeem ingevoerd dat meer mogelijkheden biedt om leerlingen over cultureel aanbod te informeren en dat actuelere managementgegevens oplevert. Evenals de ckv-bonnen, biedt de cultuurkaart leerlingen in het voortgezet onderwijs de mogelijkheid om individueel en klassikaal culturele activiteiten te ondernemen. In de afgelopen maanden is de cultuurkaart in drie steden succesvol getest. De (resultaten van de) invoering van de cultuurkaart wordt de komende jaren nauwgezet gevolgd. Gegevens over de besteding van de huidige ckv-bonnen worden niet op leerlingniveau, maar op schoolniveau verzameld. Uitspraken over besteding naar etniciteit kunnen daarom niet worden

blad 4/4

gedaan. Overigens blijkt uit deze gegevens dat de besteding het hoogst is in het praktijkonderwijs, het vmbo en het speciaal onderwijs.

Kerntaak cultuureducatie
VVD en CDA vragen in welke mate ik voorwaarden zal stellen aan culturele instellingen bij het vormgeven van cultuureducatie als kerntaak. Voor wat betreft de basisinfrastructuur verwacht ik van instellingen dat zij in hun plannen expliciet aandacht besteden aan hun voornemens op het gebied van cultuureducatie. Aan de Raad voor Cultuur zal ik vragen om dit mee te wegen bij zijn advisering.

Tot slot
Onderzoek naar de positie van de vrijwilliger in de amateurkunst is nog niet gereed. Ik ben over de opzet van dit onderzoek nog in overleg met sectorinstituut Kunstfactor.

De zorg van het CDA en de SP met betrekking tot de muziekschool deel ik. Maar ik zou dit graag iets breder willen zien. In Kunst van Leven neem ik dan ook het advies over van de Raad voor Cultuur over om samen met de VNG en het IPO te onderzoeken welke veranderingen gewenst zijn in de buitenschoolse kunsteducatie. Branchevereniging De Kunstconnectie heeft mij per brief laten weten graag aan een dergelijk onderzoek mee te werken.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk