Raad van State



Uitspraken in de media

Op de pagina 'Uitspraken in hoofdzaken' treft u een actueel en volledig overzicht van zaaknummers in hoofdzaken (bodemprocedures) aan, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdag uitspraak doet. De lijst met zaaknummers is lang. Gemiddeld wordt wekelijks in 60 zaken uitspraak gedaan. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die mediagevoelig kunnen zijn. Deze lijst treft u op deze pagina aan. Deze selectie is uiteraard arbitrair, omdat mediagevoeligheid, vooral regionaal, niet altijd goed is in te schatten.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State:

mr. Pieter-Bas Beekman (070 - 426 45 20 / 06 - 52 07 70 04)

mr. Daniël Tempelman (070 - 426 48 12 / 06 - 23 31 75 06)

De mediagevoelige zaken van deze week zijn:

(Deze lijst wordt iedere maandag om 14.00 uur geactualiseerd)

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer klikken voor de volledige tekst van de uitspraak.
* 200603425/1
(Tracébesluit Omleiding Ommen N34/N36)
Uitspraak over de vaststelling door de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van VROM van het tracébesluit Omleiding Ommen N34/N36. Het Tracébesluit maakt de aanleg van de omleidingsweg N34/N36 mogelijk en meerdere infrastructurele voorzieningen die daarmee verband houden. De omleidingsweg N34/N36 moet ten noorden van de kern Ommen komen en sluit in het westen aan op de N48 en in het oosten op de N36. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft dit besluit genomen, omdat de huidige inrichting van de N34 en de functie van die weg in het hoofdwegennet verschillende problemen meebrengen. Meerdere omwonenden zijn tegen het tracébesluit in beroep gekomen. Zij voeren aan dat het tracébesluit niet had mogen worden genomen, onder meer omdat het in strijd zou zijn met de regels voor geluid, luchtkwaliteit en natuurwaarden. Volgens de omwonenden leidt de aanleg van de N34/N36 verder tot onaanvaardbare verkeersgevolgen op het wegvak bij de aansluiting van de N48 op de N340. Ook hebben zij bezwaar tegen de doorsnijding van enkele agrarische percelen. De zaak is op 6 augustus van dit jaar op zitting behandeld.


* 200606028/1
(Rijksprojectbesluit over gaswinning onder de Waddenzee door de NAM)
Uitspraak over het rijksprojectbesluit Gaswinning onder de Waddenzee vanaf de locaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen dat de minister van Economische Zaken in juni 2006 heeft genomen. Het betreft het winnen van gas uit zes gasvelden door schuine boringen vanaf locaties op de vaste wal. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) moet de boringen uitvoeren. Het rijksprojectbesluit omvat alle 32 besluiten die ter uitvoering ervan door onder meer de ministeries van LNV en Verkeer en Waterstaat, de provincies Groningen en Fryslân en de gemeenten Dongeradeel en De Marne zijn genomen. Het gaat daarbij om milieuvergunningen, vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en bouwvergunningen. Al deze besluiten zijn gelijktijdig voorbereid; de minister van Economische Zaken heeft de coördinatie. Onder meer de Stichting Milieufederatie Groningen, de Stichting Natuur en Milieu, Vogelbescherming Nederland en de Stichting Nateuropa zijn tegen de gaswinning onder de Waddenzee en hebben beroep ingesteld tegen het rijksprojectbesluit. Zij vrezen dat de bodemdaling die optreedt als gevolg van de gaswinning, schadelijke effecten heeft op de natuur in het gebied en op de aanwezige dier- en vogelsoorten. Ook zijn ze bang voor schade vanwege de vergrote kans op een kleine aardbeving als gevolg van de gaswinning. Daarnaast vrezen zij dat de extra zandsuppleties, die nodig zijn als gevolg van extra kustafslag door de gaswinning, nadelige gevolgen heeft voor de bodem in de Noordzeekustzone. In een voorlopige uitspraak van 24 oktober 2006 heeft de Raad van State een verzoek van appellanten, om te voorkomen dat kan worden begonnen met de gaswinning, afgewezen. Die uitspraak is op deze website, via Zoeken en Uitspraken, te vinden onder zaaknummer 200606028/2. Woensdag 29 augustus 2007 is de definitieve uitspraak in dit geschil. De zaak is op 19 juni van dit jaar op zitting behandeld.


* 200608457/1
(Milieuvergunning Modelvliegclub Apollo '68 in Horst) Uitspraak over de milieuvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas heeft verleend aan MVC Apollo '68 voor het beoefenen van de modelvliegtuigsport op het terrein aan Op de Kamp in Horst. Op het terrein zijn een geasfalteerde start- en landingsbaan en een pilotenstandplaats aanwezig. Een omwonende is tegen de milieuvergunning. Hij vreest geluidhinder. Hij is van mening dat het geluidvermogen van de motoren onnodig hoog is, dat de uitkomsten van het akoestisch onderzoek onbetrouwbaar zijn en dat de vergunde geluidsnormen te hoog zijn. De zaak is op 13 augustus van dit jaar op zitting behandeld.


* 200609394/1, 200608653/1 en 200700179/1 (Bouwvergunning voor uitbreiding gemeentehuis Oss) Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Oss aan de gemeente Oss heeft verleend voor de verbouwing en uitbreiding van het gemeentehuis aan de Raadhuislaan in Oss. De uitbreiding omvat de bouw van een publiekscentrum en een raadscentrum op de begane grond en meerdere kantoorruimten door het verbreden van de bestaande zuidvleugel. Zowel Ridderstaete Vastgoed, V&H Accountancy als een aantal omwonenden zijn in hoger beroep gekomen bij de Raad van State. Zij vinden dat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar alternatieve locaties voor het gemeentehuis, dat de uitbreiding niet in de omgeving past en dat teveel beplanting door de bouw verloren gaat. Verder vrezen zij dat door de uitbreiding hun privacy en hun zicht worden beperkt en stellen ze als gevolg van de uitbreiding geluidsoverlast te zullen ondervinden. Ook zijn de gevolgen voor de luchtkwaliteit in de omgeving onvoldoende onderzocht, aldus appellanten. De zaak is op 26 juli van dit jaar op zitting behandeld.


* 200700782/1
(Wijziging milieuvoorschriften voor hondenkennel in Hooge Mierde) Uitspraak over de wijziging door het college van burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden van de milieuvergunning voor een hondenkennel en een honden- en kattenpension aan De Gagel in Hooge Mierde. Het gemeentebestuur heeft op verzoek van omwonenden de perioden beperkt waarin de honden mogen worden uitgelaten. De maximale tijd dat de honden buiten mogen verblijven, is niet gewijzigd ten opzichte van de eerdere milieuvergunning. De exploitant van de kennel is het niet eens met deze beperking. Volgens hem dient de wijziging alleen om tegemoet te komen aan de omwonenden die klachten hadden over geluidsoverlast en is de aanpassing niet in het belang van de bescherming van het milieu. Het gemeentebestuur heeft volgens hem geen rekening gehouden met zijn belangen bij een goede bedrijfsvoering. De omwonenden zijn het ook niet eens met het besluit van het gemeentebestuur. Zij menen dat de wijziging van de voorschriften ontoereikend is ter bescherming tegen geluidhinder. De zaak is op 8 augustus van dit jaar op zitting behandeld.


* 200701189/1
(Ontheffing voor doden van ganzen en smienten in Noord-Holland) Uitspraak over de ontheffing die het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland heeft verleend aan de Stichting Faunabeheereenheid voor het doden van grauwe ganzen, kolganzen en smienten. Ontheffing is ook verleend voor het gebruik daarbij van geweer en hond. De rechtbank in Haarlem heeft in februari 2007 een eerder beroep van De Faunabescherming tegen de ontheffing gegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank had het provinciebestuur onvoldoende onderbouwd dat sprake was van een concrete dreiging van schade aan (landbouw)gewassen in het gebied. Het provinciebestuur is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens de provincie is afdoende gebleken dat de dreiging van belangrijke schade zich vooral buiten de foerageergebieden kan voordoen. Ook is de provincie van mening dat het doden van de dieren als onderdeel van schadepreventie zich in dit geval wel verdraagt met de systematiek van de Flora- en Faunawet. Er bestaat in dit geval volgens de provincie geen andere bevredigende oplossing. De zaak is op 12 juli van dit jaar op zitting behandeld.


* 200701522/1
(Besluit over aanwijzing zusterhuis in Bloemendaal als beschermd monument)
Uitspraak over de afwijzing door de toenmalige staatssecretaris van Cultuur van het verzoek om het oude zusterhuis aan de Brederodelaan in Bloemendaal aan te wijzen als beschermd monument. Dit zusterhuis maakt onderdeel uit van het voormalig psychiatrisch ziekenhuiscomplex Meerenberg. Het verzoek is gedaan door de vereniging Behoud Landgoed Meer en Berg. De staatssecretaris heeft het hoofdgebouw met zuidvleugel, het mortuarium, de schoorsteen en de waterpompen van Meerenberg wel aangewezen als beschermd monument. Ten aanzien van het zusterhuis vindt hij dat het een te geringe architectonische waarde heeft, omdat het teveel is aangetast. Daarbij is het ook onvoldoende zeldzaam, aldus de staatssecretaris. De Vereniging is het niet met de afwijzing eens en is, na in het ongelijk te zijn gesteld door de rechtbank in Haarlem, in hoger beroep gekomen bij de Raad van State. De zaak is op 31 juli van dit jaar op zitting behandeld.


* 200701840/1
(Horecavergunningen voor dorpshuizen in Sint Anthonis) Uitspraak over de vergunningen die het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis heeft verleend aan zes gemeenschapshuizen en dorpshuizen voor de uitoefening van een horecabedrijf. Aan de horecavergunningen heeft het gemeentebestuur voorschriften verbonden. Zo is het in beginsel verboden om in de gemeenschaps- en dorpshuizen bijeenkomsten van persoonlijke aard te houden waarbij alcohol wordt geschonken. Dit verbod geldt echter niet als de exploitatie van de bar onder leiding staat van een persoon die als leidinggevende staat vermeld op de Drank- en Horecavergunning van een horecabedrijf en er voor een bijeenkomst geen geschikte alternatieve horecagelegenheid voorhanden is in het dorp. Op deze manier is er volgens het gemeentebestuur geen sprake van ongewenste mededinging. De Horecavereniging Sint Anthonis bestrijdt dit. Volgens haar zijn de voorschriften onduidelijk en sluiten deze ongewenste mededinging en oneerlijke concurrentie niet uit. De voorschriften zullen er volgens de Horecavereniging niet toe leiden dat de ongelijke voorwaarden waaronder tussen reguliere horecagelegenheden en dorpshuizen wordt geconcurreerd, worden opgeheven. De zaak is op 12 juni van dit jaar op zitting behandeld.