De Unie


29/08/2007
Vakbond temt overnamekapitalisten
29 augustus 2007 - âDe top van ABN Amro kan het bankpersoneel, dat zich tegen Fortis heeft uitgesproken, niet lager negeren, vindt Bernard van Praag. De factor arbeid is terug.

In het voortslepende drama van ABN Amro heeft zich een opzienbarende ontwikkeling voorgedaan. Vakbond De Unie heeft via internet een enquête gehouden onder het Nederlandse personeel (Economie, 25 augustus). Het ging om twintigduizend man, van wie ruim zesduizend hebben geantwoord. In de niet-anonieme enquête keert 90 procent van de respondenten zich tegen het opknipscenario van het âtrio Fortis c.s.', terwijl 39 procent een fusie met Barclays wel ziet zitten. Een krappe meerderheid van 55 procent ziet nog het meeste in een voortzetting van de huidige situatie, waarin ABN Amro zelfstandig verder gaat.

In het Financieele Dagblad zegt een woordvoerder van ABN Amro het niet verwonderlijk te vinden dat het personeel in meerderheid zelfstandigheid verkiest. 'Dat horen we ook in onze interne communicatie. Maar het zijn de aandeelhouders die uit de twee biedingen kiezen, dat is de realiteit.'

Maar er is nog een andere realiteit. Bij veel moderne servicebedrijven schuilt de kracht van het bedrijf in goedgemotiveerde, goedgeschoolde werkers, die loyaal blijven aan hun bedrijf. Ook voor een bankbedrijf als ABN Amro is dat de realiteit, althans behoort dat te wezen. Het gaat hier niet om aandelenkapitaal, maar om menselijk kapitaal dat een essentiële productiefactor is voor het productieproces. Het is der dritte im Bunde, naast kapitaalverschaffers en Raad van Bestuur.

Het is deze realiteit waaraan de bankleiding weinig boodschap lijkt te hebben en die haar nu gaat opbreken. Tot nu toe gingen partijen ervan uit dat personeel als bedrijfsinventaris naar believen kan worden verkocht of geloosd. Het is de grote verdienste van de kleine vakbond De Unie dat zij deze meestal tot stilzwijgen gedoemde partij een stem heeft gegeven.

Natuurlijk zal er van allerlei zijn af te dingen op de representativiteit van deze enquête, maar dat neemt niet weg dat zulke uitkomsten in ieder geval vragen om nader, wetenschappelijk meer verantwoord onderzoek, en dat het voorlopig wel geraden lijkt deze uitkomsten niet met een korreltje zout te nemen.

In zekere zin lijkt deze peiling een steun in de rug voor de leiding van ABN Amro, omdat de aversie van Rijkman Groenink tegen een overname door het trio wordt gedeeld door 90 procent van het personeel. Maar anderzijds blijkt ook het Barclays plan geen meerderheid te krijgen onder het personeel. Dit duidt niet op veel vertrouwen in de huidige leiding.

Deze uitspraken van het personeel kunnen niet worden genegeerd in het verdere onderhandelingsproces. Natuurlijk heeft de directie van Fortis deze berichten ook gelezen, en ik kan me niet voorstellen dat zij er blij mee is. Als er een algemene onwil is bij het ABN Amro personeel om onder de Fortis-vlag verder te gaan dan is het gevaar levensgroot dat een deel van het personeel een baan elders zal zoeken, waarbij natuurlijk niet de slechtsten het schip zullen verlaten. De mogelijkheid is voor Fortis reëel dat men een lege dop of slechts een half ei gaat kopen, omdat het goede personeel het hazenpad heeft gekozen. In dat verband zijn de geruchten over een mogelijke heroverweging en verlaging van het Fortis bod begrijpelijk en onheilspellend.

Hetzelfde geldt in mindere mate voor Barclays. Als één van de twee bieders zich terugtrekt, zal dit voor de andere bieder zeker een extra factor worden nog eens goed over het bod na te denken, en het eventueel tg verlagen of in te trekken.

Ook voor de minister van Financiën, die nu nadenkt over het al dan niet verbieden van een overname door Fortis, is deze uitspraak van het personeel een nieuw feit van betekenis. Het is (helaas) niet de taak van de minister om de personeelsbelangen te laten meewegen bij zijn oordeelsvorming. Wanneer echter de kwaliteit van de dienstverlening door ABN in het gedrang dreigt te komen door het weglopen en de demotivatie van ABN personeel is dit wel degelijk van belang voor de afwikkeling van het Nederlandse geldverkeer en de financiële markten.

Bovendien zou een op termijn wegvallen van de ABN als zelfstandige aanbieder op de Nederlandse markt naast de grote spelers ING, Rabo en Fortis, leiden tot een mogelijk onaanvaardbare verschraling van de concurrentie op deze markt. Die valt overigens toch al voor een groot deel uiteen in regionale en sectorale markten, waar niet alle grote spelers gelijkelijk vertegenwoordigd zijn. Dit zou zeker een argument moeten zijn voor de minister; het zou ertoe kunnen leiden dat een overname door Fortis niet de ministeriële toestemming zou kunnen krijgen.

Al met al lijkt het er op dat De Unie historie heeft geschreven. Voor het eerst lijkt het belang van de opinie van het personeel bij zulke diep ingrijpende transacties te worden onderkend. Dit is een essentieel andere benadering dan de tandeloze inbreng van vakbonden in ondernemingsraden.

Op deze ontraditionele wijze krijgt de factor arbeid invloed bij een overnameproces, dat doorgaans wordt behandeld als Chefâs Sache, waarbij slechts de kapitaalverschaffers / aandeelhouders, commissarissen, en een handvol leden van de Raad van Bestuur de dienst uitmaken.

We raken hier natuurlijk aan de grenzen van het onversneden aandeelhouderskapitalisme, dat de laatste jaren toonaangevend is geworden. Het is duidelijk dat deze ontwikkeling, die mij persoonlijk heilzaam lijkt, ook internationaal navolging zal kunnen krijgen. En dat is dan te danken aan deze kleine maar onafhankelijke dreumes in vakbondsland: De Unie.

Bernard van Praag is econoom en universiteitshoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.