Continuering Heroïnebehandeling

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

VGP/ADT 2791392

24 augustus 2007

Per brief van 20 juni 2007, kamerstuk 24077, nr. 197) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over hoe ik de financering van de heroïnebehandeling na 2007 gestalte zou geven.

Heden heb ik de betrokken gemeenten een brief gestuurd waarin ik hen informeer over de toekomstige financiering van de heroïnebehandeling. Hierbij stuur ik u een afschrift van deze brief.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

dr. A. Klink

(nieuw venster) Brief | 24 augustus 2007 | pdf, 3 pag., 55 kB

Om het kamerstuk op te halen:

Zie het origineel



* Brief aan G27 over financiering van heroïnebehandeling na 2007

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Postbus 20350
2500 EJ DEN HAAG
Telefoon (070) 340 79 11
Fax (070) 340 78 34
Bezoekadres:
Parnassusplein 5
2511 VX DEN HAAG
Correspondentie uitsluitend
richten aan het postadres
met vermelding van de
datum en het kenmerk van
deze brief.
Internetadres:
www.minvws.nl
G 27
t.a.v. Hans Loef
Postbus 9105
6500 HG NIJMEGEN
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
VGP/ADT 2791363
Onderwerp Bijlage(n) Uw brief
Heroïnebehandeling 16 mei 2007
Geachte heer/mevrouw,
Met deze brief reageer ik op uw brief van 16 mei 2007 waarin u mij een aantal punten van
zorg rondom de financiering van de heroïnebehandeling op medisch voorschrift voorlegt.
Ik zal uw vragen hieronder per onderwerp behandelen.
Hoogte financiering
U geeft aan dat de zes ‘pilot’gemeenten momenteel een hoger bedrag per behandelplaats
ontvangen dan de nieuw deelnemende gemeenten, terwijl de kosten die de nieuwe steden
moeten maken hoger zijn vanwege de kleine schaalgrootte. U stelt dat een reëel bedrag per
behandelplaats voor u een voorwaarde is om de heroïnebehandeling op medisch voorschrift
voort te zetten.
In mijn brief van 27 juli 2005 (kenmerk VGP/DV 2604021) aan de potentieel deelnemende
steden heb ik uiteengezet hoe de hoogte van het bedrag van de eenmalige bijdrage berekend
zou worden. De hoogte van de eenmalige bijdrage is bepaald door het totaal beschikbare
budget voor de uitbreidingsplaatsen te delen door het aantal toegekende
uitbreidingsplaatsen.
In het coalitieakkoord van het huidige kabinet staat vermeld dat de financiering van
medicinale verstrekking van heroïne voor de thans participerende steden ook na 2007 zal
worden voortgezet (Hoofdstuk 6, punt 7 van de paragraaf Volksgezondheid en zorg).
Ik ben voornemens om de financiering van de nieuwe behandelplaatsen na 2007 op een
zelfde manier vorm te gaan geven als voor de 6 ‘pilot’gemeenten. Voor deze 6 gemeenten
geldt dat zij gemiddeld een bedrag van € 16.500 per behandelplaats ontvangen. De kosten
voor de huisvesting dragen de gemeenten zelf. Voor de financiering van uitbreidingsplaatsen
zal ik aansluiten bij de bestaande financieringsstroom. Dit betekent dat ook voor de
uitbreidingsplaatsen een bedrag van € 16.500 per behandelplaats per jaar beschikbaar zal
zijn.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
VGP/ADT 2791363
Ik zal de Ministeriële Regeling Heroïnebehandeling (kenmerk VGP/ADT 2728896) dan ook
aanpassen en uitbreiden voor alle thans participerende steden, die er in geslaagd zijn om nog
in 2007 de behandeling op te starten.
Hiermee wordt het verschil tussen de ‘oude’ en ‘nieuwe’ behandelplaatsen weggenomen,
waardoor voor alle behandelplaatsen een zelfde financierings- en verantwoordingsregime zal
gelden.
Financieringsbron
U vindt de AWBZ een passende financieringsbron voor de medische heroïnebehandeling.
In mijn brief van 1 december 2006 aan de G27 (kenmerk VGP/ADT 2735424) heb ik reeds
aangegeven dat de heroïnebehandeling op grond van de kosten en het bijzondere karakter
van deze interventie, niet geschikt is voor vergoeding via de AWBZ. Voor een uitgebreide
argumentatie verwijs ik naar eerdergenoemde brief.
Inzet eenmalige bijdrage
U verzoekt mij om de eenmalige bijdrage voor de realisatie van de uitbreidingsplaatsen
heroïnebehandeling, die uiterlijk 31 december 2007 besteed zou moeten zijn, te mogen
inzetten in 2008.
In het convenant inzake heroïnebehandeling dat elke deelnemende gemeenten met mijn
Ministerie heeft afgesloten staat duidelijk vermeld dat de eenmalige bijdrage is toegekend
voor een periode tot en met 31 december 2007 (artikel 2). In artikel 6 staat verder vermeld
dat voor zover de gemeente het bedrag genoemd in artikel 2 niet naar genoegen van de
Minister besteed of kan besteden aan het realiseren van de heroïnebehandelplaatsen zij de
eenmalige bijdrage zal restitueren. Regel is dus dat de eenmalige bijdrage op
31 december 2007 moet zijn besteed aan het realiseren van heroïnebehandelplaatsen.
De eenmalige bijdrage is reeds in november 2005 aan de gemeenten toegekend. Ik ben dan
ook van mening dat de gemeenten ruimschoots de tijd hebben gehad om voorbereidende
werkzaamheden te verrichten voor het opstarten van een behandelunit.
Verder baart het me zorgen dat een aantal steden in haar voortgangsverslag van juli 2007
aangeeft dat ze een definitief besluit voor het opstarten van een heroïnebehandelunit uitstelt
totdat er meer duidelijkheid is over de structurele financiering vanuit de Rijksoverheid.
Deze gemeenten schenden hiermee de subsidievoorwaarde dat gemeenten alleen in
aanmerking konden komen voor de eenmalige bijdrage als zij een definitief besluit hebben
genomen over het opstarten van de heroïnebehandelunit. (zie ook mijn brieven van
27 en 12 oktober 2005).
Ik zal de eenmalige bijdrage van deze steden terugvorderen, indien uit de
subsidieverantwoording blijkt dat een stad onvoldoende inspanningen verricht heeft voor het
realiseren van een behandelunit.
Er zijn echter ook omstandigheden denkbaar waarin een gemeente al het mogelijke gedaan
heeft om een heroïnebehandelunit te realiseren, maar er door omstandigheden toch niet in
geslaagd is om binnen de gestelde termijn de volledige eenmalige bijdrage te besteden en de
heroïnebehandelunit operationeel te maken. In uitzonderlijke gevallen overweeg ik om, onder
strikte voorwaarden, toestemming te verlenen voor het inzetten van een deel van het
budget in 2008.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
3
Kenmerk
VGP/ADT 2791363
Ik wil dan ook een vertegenwoordiger van uw gemeente uitnodigen voor een bijeenkomst
met de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid, de heer De Goeij, om op basis van de
door de gemeenten ingediende voortgangsverslagen, met u van gedachte te wisselen over
de voortgang en continuering van de medische heroïneprojecten. Deze bijeenkomst zal
plaatsvinden op donderdag 13 september van 11.00 uur tot 12.30 uur bij het
Ministerie van VWS.
Ik wil u verzoeken mij te laten weten wie van uw gemeente aanwezig zal zijn bij deze
bijeenkomst. U kunt zich voor deze bijeenkomst aanmelden bij mw. I. Sneekes,
telefoonnummer 070-340 6571, e-mail i.sneekes@minvws.nl.
Ik stuur deze brief in afschrift naar alle gemeenten die uitbreidingsplaatsen voor de
heroïnebehandeling toegewezen hebben gekregen. Ik ga er dan ook vanuit dat ik hiermee
ook de brieven van individuele gemeenten over dit onderwerp beantwoord heb.
Tevens zal ik een afschrift van deze brief sturen aan de Tweede Kamer.

Hoogachtend,
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink