Ministerie van Defensie
Postbus 20701
2500 ES Den Haag
Telefoon (070) 318 81 88
Fax (070) 318 78 88
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag
Datum 23 augustus 2007
Ons kenmerk D/2007023259
Onderwerp Relatie mogelijke verkoop van F-22 aan Japan en de werking
van de CIDA m.b.t. technologieoverdracht in het JSF-project
Hierbij bied ik U aan de antwoorden op de vragen van het lid Eijsink (ingezonden op 27 juli
met kenmerk 2060722050) over de relatie van de mogelijke verkoop van de F-22 aan Japan
en de werking van de CIDA met betrekking tot technologieoverdracht in het JSF-project.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Pagina 1/3
Ministerie van Defensie
Antwoorden op de vragen van het lid Eijsink over de relatie van de mogelijke verkoop
van de F-22 aan Japan en de werking van de CIDA met betrekking tot
technologieoverdracht in het JSF-project (ingezonden 27 juli 2007, kenmerk
2060722050)
1. Heeft u kennisgenomen van het bericht F-22 export to Japan would highlight
competition with JSF, CRS says'?
Ja.
2. Is onze conclusie naar aanleiding van dit bericht waar dat de mogelijke export
naar Japan van dit toestel betekent dat een exportverbod voor de F-22 op grond van de
Classified Information Disclosure Act binnenkort waarschijnlijk niet meer aan de orde
is.
De 'Non Disclosure Policy' van de overheid van de Verenigde Staten is bijzonder strikt. Het
Nederlandse Ministerie van Defensie wordt niet betrokken noch gekend in de afspraken die
de Amerikaanse overheid zou willen maken met de Japanse overheid omtrent de F-22.
3. Betekent deze ontwikkeling dat de conclusie many issues remain to be
resolved between US and its (in dit geval JSF) partners; US technology transfer
policies dating from era before global partnership may leuve other nations wanting;
current technology transfer licensing system needs to be streamlined and seriously
updated to meet demands of globalization, wellicht binnenkort in positieve zin kan
worden bijgesteld?
4. Betekent dit dan ook, indien de conclusies onder 2 en 3 juist zijn, dat Nederland
indien de VS de Classified Information Disclosure Act in die zin bijstelt, de
beschikking krijgt over informatie met betrekking tot de F-35 Joint Strike Fighter, die
tot voor kort op grond van de Classified Information disclosure Act als geheim werd
beschouwd.
5. Is het onderwerp van technologieoverdracht thans in navolging van het
Memorandum of Understanding dat tussen de VS en het VK is afgesloten onderwerp
van onderhandelingen tussen Nederland en de VS? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is
hierbij de inzet en wat is hiervan de stand van zaken?
Pagina 2/3
Ministerie van Defensie
Er bestaat geen inzicht in afspraken tussen de Amerikaanse overheid en andere overheden.
Derhalve kan niet worden beoordeeld of, en op welke wijze, dergelijke afspraken van invloed
zouden kunnen zijn op afspraken tussen Nederland en de Verenigde Staten.
De Nederlandse inzet is om onder alle omstandigheden met complexe (wapen)systemen ook
zelfstandig te kunnen blijven opereren. Daarom is het noodzakelijk dat Nederland altijd kan
beschikken over de benodigde informatie en technische kennis van het desbetreffende
systeem. Het garanderen van de overdracht van vooral geclassificeerde informatie en
technologie is een complexe aangelegenheid die voortdurend overleg op hoog niveau met de
Amerikaanse overheid vergt. Dit geldt niet alleen voor het project vervanging F-16, maar ook
voor andere dossiers. Er is hierover ook nauw overleg tussen het Ministerie van
Economische Zaken en het Ministerie van Defensie.
Pagina 3/3
---- --
Ministerie van Defensie