Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer (ROVER)


BERICHT

Grootstedelijk OV: ROVER wil gemengd model

Nu de Tweede Kamer (motie Roefs) openbare aanbesteding van het OV in de grote steden als verplichting uit de wet wil schrappen staan we voor de vraag 'Wat dan wel?' ROVER wil een mix van tucht van de markt en tucht van de politiek. Afgestemd met verwant grootstedelijk beleid (zware rol voor de centrumgemeente) en een veel sterkere positie voor het consumentenoverleg.

Hieronder een samenvatting van het ROVER-standpunt.

Grootstedelijk OV: gemengd modelROVER-bestuur
4 augustus 2007

Wij zijn blij met de motie-Roefs: openbaar aanbesteden van het openbaar vervoer is in de grote steden niet langer een verplichting. Vooral omdat wij denken dat de rampen bij het stedelijk railvervoer anders niet te overzien zijn. Maar er moet nu dus wel opnieuw worden nagedacht over de marktordening in het grootstedelijk openbaar vervoer. Hierbij onze bijdrage aan die discussie. Voor de goede orde: wij zijn een gedecentraliseerde organisatie en onze grootstedelijke afdelingen hebben over deze kwesties dus het laatste woord. Onze hoofdlijnen:

1. Een gemengd model. Wij moeten op zoek naar een 'gemend model' van tucht van de markt en tucht van de politiek. In Vlaanderen hebben ze beide vormen van tucht redelijk slim gecombineerd, in Nederland zijn beide vormen van tucht, vooral als de reiziger er wat mee kan, vrijwel zoekgemaakt.
2. Tucht van de markt. Die vorm van tucht willen wij niet kwijt. Het heeft, niet alleen op het front van efficiency, al veel moois opgeleverd. Voor de grote stadsregio's denken wij aan: Minstens 50% van het vervoerswerk, inclusief de stadsbus, wordt openbaar aanbesteed. Met doorvertaling van wat marktconform bleek naar de stedelijke railsector. Ook dient nou echt eens serieus nagedacht te worden over managementaanbesteding.
3. Tucht van de politiek. Wij stellen voor de bestuurlijke zeggenschap over stadsregionaal verkeer en vervoer (inclusief stoptreinen) te concentreren bij een wethouder van de centrumgemeente ('bestuurder bereikbaarheid'), met verantwoording aan regioraad en gemeenteraad. Dat is goed voor de vervoerskundige samenhang, de samenhang met aanpalende beleidsterreinen, de democratische controle (een wethouder is afzetbaar) en voor de invloed (via de politieke route) van de reiziger.
4. Integraal beleid. Goed OV-beleid is nauw verbonden met de beleidsterreinen verkeer, parkeren, openbare ruimte en (heel hevig maar op iets langere termijn) ruimtelijke ordening, Het wordt mede gevoed vanuit de beleidsdoelen op de terreinen economie, milieu, cultuur, sociale cohesie. Op al die aanpalende terreinen ligt het zwaartepunt (initiatief, ontwikkeling, beheer) van het overheidswerk bij de centrumgemeente. Ook daarom hoort de bestuurlijke hoofdrol rond het OV bij de centrumgemeente.
5. Meer consumentenmacht. Wij vinden dat er dringend behoefte is aan het versterken van de positie van de reizigers en hun organisaties. O.a. via de 'tucht van de politiek'. Wij stellen voor de positie van de Rocovs aldus te versterken: de (stadsregionaal samengestelde) Rocovs beslissen over kwesties die de belangen van reizigers raken. Bestuurders en vervoersbedrijven kunnen bij de volksvertegenwoordiging in beroep. Twee zijdelingse opmerkingen daarbij:

6. De exacte vormgeving en invulling mag wat ons per stadsregio verschillen. Wij zijn voorstanders van decentralisatie.
7. Het bovenstaande impliceert ook de mogelijkheid van een politiek compromis rond de motie-Roefs. I.p.v. 'gij zult openbaar aanbesteden' kun je in de wet, voor de grote steden, zetten 'gij zult minstens 50% openbaar aanbesteden'.

23 augustus 2007