Acht jaren gevangenisstraf voor poging tot moord in Valkenburg
's-Hertogenbosch, 16 augustus 2007 - Het gerechtshof 's-Hertogenbosch
heeft een 46-jarige man uit Heerlen veroordeeld tot een
gevangenisstraf van acht jaren voor poging tot moord.
Het gerechtshof acht bewezen dat de man op 1 juni 1992 in een
korenveld in Valkenburg op gruwelijke wijze heeft geprobeerd een vrouw
van het leven te beroven. Hij heeft met zijn handen de keel van het
slachtoffer dicht geknepen, haar keel met een veter dichtgesnoerd, met
een gevulde fles op haar hoofd geslagen en haar in het gezicht
geschopt. De man zei niet alleen tegen het slachtoffer dat hij haar
wilde ombrengen, maar voegde ook de daad bij het woord. De vrouw moet
in het afgelegen korenveld zeer angstige momenten hebben gekend.
Tijdens de behandeling van de zaak heeft het gerechtshof zich de vraag
gesteld of en zo ja in hoeverre de poging tot moord aan verdachte kan
worden toegerekend. De verdachte heeft iedere medewerking aan het tot
stand brengen van een rapportage daaromtrent geweigerd. Het
gerechtshof heeft onder meer na ingewonnen advies van een deskundige
afgezien van observatie van de verdachte. Ook niet op een andere wijze
is gebleken van het bestaan van een gebrekkige ontwikkeling of een
ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de verdachte ten tijde
van het plegen van het strafbare feit. Het gerechtshof dient er dan
van uit te gaan dat de man tijdens de poging tot moord geheel
toerekeningsvatbaar is geweest.
Het gerechtshof heeft de man vrijgesproken van verkrachting van deze
vrouw. Zij was in die tijd als prostituee werkzaam en kwam met
verdachte als klant in contact. De vrouw heeft in eerste instantie bij
de politie verklaard dat verdachte - voor de seksuele handelingen
plaatsvonden - tegen haar zei dat hij haar zou vermoorden, dat zij
daardoor angstig werd en toegaf aan de seksuele wensen van de
verdachte. Later heeft zij bij de rechter-commissaris verklaard, dat
zij niet met zekerheid kon zeggen of het uitkleden en de seks
plaatsvonden vóórdat de verdachte de zeer bedreigende woorden tegen
haar uitte of daarna. Gelet op deze onduidelijkheid, de bewijsmiddelen
en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen, is er voor het
gerechtshof zoveel ruimte voor twijfel over de vraag of het
slachtoffer is gedwongen de seksuele handelingen te ondergaan, dat
verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
LJ Nummer
BB1796
Bron: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum actualiteit: 16 augustus 2007 Naar boven
Gerechtelijke organisatie