Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Uw brief Doorkiesnummer Ons kenmerk AI/B/2007/24261 Datum 15 augustus 2007 Onderwerp Antwoorden op schriftelijke vragen n.a.v.
bestuurlijke rapportage steigerongeval
Amercentrale.

Hierbij zend ik u de antwoorden op het verslag van het schriftelijk overleg van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over mijn brief van 7 juni 2007 inzake de bestuurlijke rapportage van de Arbeidsinspectie naar aanleiding van het ongeval in de Amercentrale op 28 september 2003 (28 239-7).

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

( J.P.H. Donner)

Bijlage(n):
Antwoord op Kamervragen

29 239 Nr. Ongeval Amercentrale

Antwoorden op de Kamervragen over de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juni 2007 inzake de bestuurlijke rapportage van de Arbeidsinspectie Amercentrale naar aanleiding van het ongeval in de Amercentrale.

Opmerkingen en vragen van de SP-fractie

Vraag 1.
Zijn de nabestaanden schadeloos gesteld? Zo ja, hoe? Zo nee waarom niet?

Antwoord 1.
De nabestaanden hebben zich in het strafproces niet als benadeelde partij gevoegd en zijn via de mogelijkheden die het strafrecht kent dan ook niet schadeloos gesteld. Een aantal nabestaanden heeft zich via letselschadeadvocaten tot de betrokken bedrijven gewend voor het verkrijgen van schadevergoedingen. De uitkomst hiervan is mij niet bekend.

Vraag 2.
Zijn de overlevenden behandeld en schadeloosgesteld? Zo ja, hoe? Zo nee waarom niet?

Antwoord 2.
De overlevenden zijn in het kader van de directe hulpverlening na het ongeval medisch behandeld. Zij hebben zich in het strafproces niet als benadeelde partij gevoegd en zijn via de mogelijkheden die het strafrecht kent dan ook niet schadeloos gesteld. Of zij anderszins schadeloos gesteld zijn is niet bekend.

Vraag 3.
Kan de regering aangeven hoeveel overlevenden (deels) arbeidsongeschikt zijn geworden?

Antwoord 3.
Eén van de twee Amerikaanse overlevenden is gedeeltelijk arbeidsongeschikt geworden. De woon- of verblijfplaats van de overlevende met de Turkse nationaliteit, die ten tijde van het ongeval niet legaal in ons land verbleef, is niet bekend. Hij heeft, voor zover bekend, ons land kort na het ongeval verlaten.

Vraag 4.
In het rapport staat dat diverse werknemers hebben gemeld dat de steiger niet goed gebouwd was. Heeft de regering een voorstel om het niet of onvoldoende reageren op soortgelijke signalen onmogelijk te maken?


---

Antwoord 4.
Het betreft hier een niet adequate reactie van leidinggevenden op door werknemers afgegeven signalen.
De Arbowet verplicht een werknemer de door hem opgemerkte gevaren voor de gezondheid en veiligheid ter kennis te brengen van de werkgever of degene die met de leiding is belast (artikel 11 Arbowet). Een werkgever is verplicht te zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers (artikel 3 Arbowet). Verder is voorgeschreven dat werkgever en werknemer bij de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid samenwerken (artikel 12, Arbowet). Indien de werknemers van mening zijn dat er onvoldoende op hun signalen wordt gereageerd, kunnen ze een klacht indienen bij de Arbeidsinspectie. Ze hadden zelfs het werk kunnen onderbreken (artikel 29 Arbowet).
Gelet op de zorgplicht van de werkgever voor de gezondheid en veiligheid is het primair zijn verantwoordelijkheid om signalen over gevaren op juiste waarde te schatten en op gepaste wijze te handelen. In de praktijk zullen de signalen van werknemers over hun arbeidsomstandigheden een van de belangrijkste informatiebronnen zijn voor de vervulling van de zorgplicht van werkgevers.
Een verplichting voor werkgevers om te reageren op signalen van werknemers over gevaren voegt aan het voorgaande niets toe.

Vraag 5.
Zou het een idee zijn om posters en flyers verplicht te stellen, op en rond de plek waar risicovolle projecten worden gerealiseerd, waarop in verschillende talen de Arbeidsinspectie wordt voorgesteld en waarop een meld en informatie nummer staat?

Antwoord 5.
De essentie van het arbeidsomstandighedenbeleid is dat werkgevers en werknemers gezamenlijk gevaren voor de veiligheid en gezondheid bij de arbeid voorkomen. Bij de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid speelt de medezeggenschap een belangrijke rol. Klachten en signalen van werknemers over de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid moeten in eerste instantie in het overleg met de werkgever aan de orde worden gesteld. De inzet van het overheidsbeleid is erop gericht dat het signaleren van gevaren en het nemen van adequate maatregelen in het bedrijf zelf tot stand komt (zie ook de beantwoording van vraag 4). Bovendien rust op de werkgever de plicht zijn werknemers doeltreffend in te lichten over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's te voorkomen of te beperken.
Alleen langs die weg kan in een bedrijf een gedragen en duurzaam
arbeidsomstandighedenbeleid van de grond komen.
De uitnodiging om gevaren bij de Arbeidsinspectie te melden ondergraaft de noodzakelijke zelfwerkzaamheid in het bedrijf. Dit laat onverlet dat werknemers een klacht kunnen indienen bij de Arbeidsinspectie en zelfs het werk kunnen onderbreken.


---

Vraag 6.
Wat is het oordeel van de regering over het invoeren van tipgeld voor werknemers die zeer onveilige situaties bij de Arbeidsinspectie aanmelden?

Antwoord 6.
Ik ben van oordeel dat het invoeren van tipgeld geen bijdrage zal leveren aan het voorkomen van ernstige ongevallen zoals in de Amercentrale. Tips van werknemers worden door de Arbeidsinspectie als klacht behandeld en onderzocht.

Vraag 7.
Wat is het oordeel van de regering over het idee om voor risicovolle projecten een verplichte veiligheidstoezichthouder aan te stellen, die eindverantwoordelijke is voor de arbeidsomstandigheden en de bevoegdheden heeft om in te grijpen?

Antwoord 7.
Het arbeidsomstandighedenbeleid is gebaseerd op de verantwoordelijkheid en zorgplicht van de werkgever voor de veiligheid en gezondheid op het werk.
De werkgever is verplicht de risico's die het werk met zich mee kan brengen te inventariseren en te beheersen door middel van een plan van aanpak, in de meeste gevallen getoetst door een deskundige dienst. Een belangrijk onderdeel van het arbeidsomstandighedenbeleid wordt gevormd door voorlichting, onderricht en toezicht. Het ligt in de rede dat werkgevers voor risicovolle projecten een adequate toezichtstructuur in het leven roepen. Bij grotere veiligheidsrisico's zal meer toezicht moeten worden uitgeoefend en zal daartoe vaak een toezichthouder moeten worden aangesteld.
Voor omvangrijke en risicovolle bouw- en onderhoudswerken (zoals de Amercentrale) zijn in de wet bepalingen opgenomen die onder andere voorzien in de aanstelling van een coördinator. Deze is onder meer belast met het opstellen van een veiligheids- en gezondheidsplan voor de bouwplaats.

Vraag 8.
Is de regering bereid onderzoek te doen hoe bij aanbesteding behalve de garantie op een lage prijs ook een garantie op veiligheid verkregen kan worden?

Antwoord 8.
Op grond van de Arbeidsomstandighedenwet is de werkgever verantwoordelijk voor de veiligheid en gezondheid van zijn werknemers. Bij de aanneming van werk is het ook de werkgever die moet beoordelen of dat werk veilig en gezond uitgevoerd kan worden.

Vraag 9.
Is het waar dat er sprake was van overtreding van de Arbeidstijdenwet en de Wet Arbeid Vreemdelingen (zie http://www.om.nl/dossier/amercentrale/_persberichten/27020/)?
---

Zo ja, van welke overtredingen was er sprake? En, hebben deze overtredingen te maken met de wijze waarop het project is aanbesteed en/of uitgevoerd?
En wat was de aard van de overtreding van de Wet Arbeid Vreemdelingen?

Antwoord 9.
Ja, er was sprake van overtreding van de Wet Arbeid Vreemdelingen (WAV) en de Arbeidstijdenwet (ATW).
De ATW-overtredingen betroffen te lange arbeidstijd in nachtdienst, te korte rusttijden na nachtdiensten evenals te korte wekelijkse rust.
Deze overtredingen hebben te maken met de wijze waarop het project is uitgevoerd omdat de werkzaamheden vooraf in 12-uurs nachtdiensten zijn gepland.

Voorts was sprake van overtreding van artikel 2, lid 1 van de WAV, waarin is bepaald dat het een werkgever verboden is een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning. De WAV-overtredingen hadden betrekking op het niet volledig naleven van de tewerkstellingsvergunning voor de Amerikaanse lassers. Zij waren eerder begonnen dan conform de vergunning was toegestaan en deden ook gritstraalwerkzaamheden, terwijl daarvoor geen vergunning was afgegeven. Verder werkten twee gritstralers met ongeldige verblijfsdocumenten. Eén gritstraler werkte met het verblijfsdocument van zijn broer, die legaal in Nederland verbleef en de andere gritstraler werkte met een vervalst verblijfsdocument. Tegen drie (onder)aannemers zijn processen-verbaal opgemaakt voor illegale tewerkstelling.

Opmerkingen en vragen van de VVD-fractie

Vraag 10.
De regering geeft aan dat de conclusies, voornemens en aanbevelingen, die de bestuurlijke rapportage heeft voortgebracht, tezamen met andere relevante inspectieresultaten, met andere brancheorganisaties in de bouw, collega-overheden en private toezichthouders worden besproken. Kan de regering aangeven wat hiervan de stand van zaken is? Kan de regering aangeven wat de concrete zaken zijn die deze gesprekken hebben opgeleverd?

Antwoord 10.
Op initiatief van Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingsbedrijven en in samenwerking met de werkgeversorganisatie Bouwend Nederland wordt gewerkt aan de totstandkoming van nieuwe richtlijnen voor de berekening en bouw van steigers. De Arbeidsinspectie volgt die ontwikkelingen. In het kader van de sectorbenadering wordt door de Arbeidsinspectie bij branches aandacht gevraagd voor de problematiek. Met het publiek bekend worden van de bestuurlijke rapportage kan hier meer expliciet aan worden gewerkt.


---

Vraag 11.
De regering geeft aan dat het onderzoek naar de rol van de partijen in de keten van het bouwproces duidelijkheid moet geven over de mogelijkheden van partijen tot invulling van hun verantwoordelijkheden. Kan de regering de stand van zaken van dit onderzoek geven?

Antwoord 11.
Het onderzoek is recent afgerond. Momenteel beraad ik mij op het daarover in te nemen standpunt. Het onderzoeksrapport zal ik met mijn standpunt openbaar maken en actief verspreiden.

Vraag 12.
De regering geeft aan dat de partijen in de keten van het bouwproces aangespoord worden initiatieven te ontwikkelen om invulling te geven aan verantwoordelijkheden, zoals de herziene Arbowet dat vereist. Kan de regering aangeven welke initiatieven al genomen zijn?

Antwoord 12.
Vanuit het departement is veelvuldig contact met de partijen in de keten, waarbij deze partijen gewezen worden op de verantwoordelijkheden en mogelijkheden om de veiligheid in de keten te borgen. In dit verband zijn de volgende initiatieven en ontwikkelingen te noemen:
1. Mijn ambtsvoorganger heeft met de partijen in de bouwnijverheid van gedachte gewisseld over een arbocatalogus voor de bouwplaats. Na dit gesprek zijn de branches in de bouwnijverheid gestart met de voorbereidingen voor verschillende arbocatalogi, zowel voor de eigen branche als voor de gezamenlijke bouwplaats.

2. Daarnaast heeft mijn ambtsvoorganger ook werkbezoeken gebracht aan grote infrastructurele bouwwerken waarbij de zorg voor de veiligheid en gezondheid in het bouwproces en de verwachte zelfwerkzaamheid van partijen in de keten aan de orde zijn gebracht.

3. Het bij vraag 11 genoemde onderzoek geeft aanleiding om verder met partijen in gesprek te gaan. Niet alleen over de herkenbaarheid van de resultaten van het rapport maar ook over initiatieven om de veiligheid en gezondheid in het bouwproces beter in de keten te borgen.

4. Met de ontwikkeling en verspreiding van brochures van de Arbeidsinspectie worden partijen nadrukkelijk gewezen op de risico's en de bijbehorende maatregelen in het bouwproces die de noodzaak van samenwerking en coördinatie in de keten versterken.
5. In het kader van het "Eenduidig toezicht" is de Arbeidsinspectie verantwoordelijk voor het frontoffice Bouw. Bij het overleg dat in dit kader plaatsvindt met werkgevers- en werknemersorganisaties en met andere inspectiediensten, zullen de conclusies van het rapport over het ongeval in de Amercentrale uitdrukkelijk worden meegenomen.


---