Uitbreiding Wet Gelijke Behandeling naar basis- en voortgezet onderwijs in
zicht
Lees de gehele pagina voor of selecteer een gedeelte van de tekst om t
e laten voorlezen
Staatssecretaris Dijksma is van plan de Wet Gelijke Behandeling op grond van
handicap of chronische ziekte uit te breiden naar basis- en voortgezet
onderwijs. Dit maakt zij duidelijk in een brief die zij samen met
staatssecretaris Bussemakers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport naar de
Tweede Kamer heeft gestuurd. Waarschijnlijk zal deze uitbreiding per 1
januari 2009 plaatsvinden.
De CG-Raad is zeer blij met dit voornemen. De CG-Raad voert al jaren lobby
voor deze uitbreiding. Ook de Federatie van Ouderverenigingen was daar in
het verleden bij betrokken. Deze lobby lijkt nu tot een goed resultaat te
leiden. Met de uitbreiding van de wet verbetert de individuele rechtspositie
van kinderen met een handicap of chronische ziekte en hun ouders. En daarmee
hebben kinderen die aanpassingen nodig hebben meer kansen op het volgen van
geschikt onderwijs.
Er volgt nog wel een onderzoek naar de wijze waarop de uitbreiding juridisch
het beste kan plaatsvinden.
* Brief van staatssecretaris Bussemaker d.d. 5 juli 2007
* Lees meer over het standpunt van de CG-Raad
* Lees meer over de voorgeschiedenis
Het standpunt van de CG-Raad
De leerplicht geldt voor alle kinderen. Maar het recht op onderwijs is
lang niet altijd gegarandeerd. Veel kinderen met een handicap vallen
buiten de boot. Zij hebben onvoldoende toegang tot het regulier basis
- en voortgezet onderwijs. Ouders moeten vaak strijd leveren om hun
kind geplaatst te krijgen. De Leerlinggebonden financiering (LGF)
blijkt nog lang niet voor alle ouders de oplossing om een plek voor
hun kind in het regulier onderwijs te krijgen. Weliswaar is het aantal
leerlingen met een rugzak gestegen, maar de groei van het speciaal
onderwijs is gelijk op gegaan. Een groot aantal ouders heeft op
voorhand te maken met weigering door de reguliere school voor basis-
of voortgezet onderwijs.
Passend Onderwijs moet ertoe gaan leiden dat scholen een passend
onderwijszorgarrangement aanbieden aan iedere zorgleerling die zich
aanmeldt. Dit arrangement hoeft niet daadwerkelijk geboden te worden
op de school van aanmelding. Een belangrijke randvoorwaarde voor
daadwerkelijke keuzevrijheid van ouders voor een school voor regulier
onderwijs is wettelijke verankering van het recht op regulier (basis
en voortgezet) onderwijs.
Het initiatief wetsvoorstel verbetert de individuele rechtspositie van
kinderen met een handicap of chronische ziekte en hun ouders. Het
verbetert de kansen op het volgen van geschikt onderwijs voor
leerlingen, die aanpassingen nodig hebben. Het zal voor leerlingen en
hun ouders makkelijker zijn om individuele aanpassingen te vragen.
Bijvoorbeeld aanpassingen in het gebouw, lesmateriaal of extra tijd
voor het afleggen van toetsen. Volgens het wetsvoorstel moeten
aanpassingen doeltreffend en redelijk zijn en door de school te
dragen. Scholen kunnen niet gedwongen worden tot te dure of te
ingrijpende aanpassingen. Deze wet betekent geen verplichting om
kinderen aan te nemen, maar verbetert de individuele rechtspositie van
kinderen en hun ouders. Geen school wordt gehouden aan het
onmogelijke, maar er komt een einde aan de vrijheid om weg te duiken
voor verantwoordelijkheden.
Voorgeschiedenis
1. 19 juni 2001: eerste motie waarin de Tweede Kamer om uitbreiding
van de WGBh/cz vraagt (motie Passtoors c.s.);
2. In 2002 vraagt de motie Bussemaker c.s. expliciet om uitbreiding
van de wet naar onder andere het primair en het voortgezet
onderwijs.
3. Bij brief van 11 december 2003 wordt in het kader van het
Actieplan gelijke behandeling (nog) gesteld dat: In aanvulling op
deze wet (leerlinggebonden financiering) meent het kabinet dat
uitbreiding van de gelijkebehandelingwetgeving op grond van
handicap of chronische ziekte met primair en voortgezet onderwijs
een meerwaarde kan hebben.
4. Tijdens het AO gehandicaptenbeleid van 9 september 2004 vraagt de
Kamer naar de stand van zaken: De staatsecretaris antwoordt: In
het najaar zullen de uitkomsten van de evaluaties van de
leerlinggebonden financiering beschikbaar komen. Deze bieden
informatie over de consequenties van uitbreiding met voortgezet
onderwijs.
5. Op verzoek van de Tweede Kamer is in 2005 een onderzoek gedaan
naar de effecten van invoering van de WGBH-CH in het primair en
voortgezet onderwijs: Update Effectstudie toepassing Wet gelijke
behandeling op grond van handicap of chronische ziekte in primair
en voortgezet onderwijs (2005, Smets en Hover). Die studie laat
zien dat uitbreiding mogelijk is en niet leidt tot aanmerkelijke
meerkosten.
6. Op 29 mei 2006 presenteren PvdA, ChristenUnie en GroenLinks een
initiatief wetsvoorstel ten behoeve van uitbreiding van de Wet
Gelijke Behandeling gehandicapten/chronisch zieken naar het basis-
en voortgezet onderwijs.
7. De Commissie Gelijke Behandeling geeft in oktober 2006 in een
advies aan dat het voorstel tot uitbreiding van de reikwijdte van
de WGBH/CZ wenselijk en noodzakelijk is. Zij plaatsen wel de
kanttekening dat meer inspanningen zijn geboden om de gelijke
toegang tot het onderwijs voor mensen met een handicap of
chronische ziekte en de vrije keuze tussen regulier en speciaal
onderwijs te waarborgen.
8. In januari 2007 verschijnt het advies Groeistuipen in het speciaal
onderwijs van Steven van Eijck, commissaris Jeugd- en
jongerenbeleid. Daarin staat: De kinderen met handicaps of
specifieke problemen hebben extra aandacht nodig, liefst binnen
het regulier onderwijs, op de school in de buurt. (.) De insteek
van het in het jeugdbeleid moet zijn om kinderen zo lang als
mogelijk in het regulier onderwijs een passende plek te geven.
Vanuit het belang van de kinderen gezien is dit het beste. Ook
voor de kinderen zonder handicap of probleem, omdat zij leren
omgaan met verschillen in de klas en deze verschillen als normaal
leren beschouwen.
(Geplaatst: 31 juli 2007)
---
Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland