Senternovem


30-07-2007 | Het nieuwe elan van de Nederlandse waterzuivering

Waterzuivering

Nederland loopt nog steeds voorop als het gaat om waterzuiveringstechnieken. Voor het te gelde maken van deze kennis en kunde is echter nieuw elan nodig. Ingenieursbureaus zijn voorzichtig positief over bredere samenwerkingsverbanden.

Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven hebben de afgelopen tien jaar drie veelbelovende nieuwe systemen voor stikstofverwijdering uit afvalwater ontwikkeld. Grontmij kwam met Sharon, DHV ontwikkelde de BABE-reactor en Paques heeft met Anammox zijn eigen troef in handen. Alledrie de bedrijven werkten bij de ontwikkeling onder andere samen met de TU Delft.
'Maar wat is er nou eigenlijk gebeurd? In Nederland beconcurreren we elkaar rot en intussen hebben we van de drie technieken bij elkaar in tien jaar tijd wereldwijd slechts tien à vijftien installaties staan. En dat terwijl de ontwikkeltijd met de toenemende buitenlandse concurrentie steeds kleiner wordt, wil je je investeringen terugverdienen', zegt ir. Helle van der Roest, adviseur bij ingenieursbureau DHV. 'Het is tijd voor een nieuwe aanpak'.

Tijdens de laatste Aquatech beurs, afgelopen najaar in Amsterdam kwam het ervan. Paques, Grontmij, DHV en de TU Delft tekenden een samenwerkingsovereenkomst voor het behandelen van stikstofrijk restwater uit waterzuiveringsinstallaties. In een consortium proberen de partijen samen de bestaande technieken te verkopen en bundelen zij hun kennis om nieuwe technieken te ontwikkelen. De drie bestaande systemen hebben hun eigen voor- en nadelen. SHARON is een proces waarbij bacteriën ammonium via nitriet omzetten in stikstofgas, de zogenaamde nitrietroute. Ten opzichte van traditionele stikstofverwijdering is het proces effectiever en zuiniger in het energiegebruik. In Gammerwolde, Houtrust en het Amerikaanse Wards Island zijn inmiddels installaties gerealiseerd. Anammox is nog een stap effectiever en zuiniger. Bacteriën zetten de helft van het aanwezige ammonium aëroob om in nitriet, waarna in afwezigheid van zuurstof ammonium en nitriet biologisch worden omgezet in stikstofgas. Bij die anaërobe oxidatie van ammonium zijn speciaal geïsoleerde Anammox-bacteriën betrokken. Met Anammox is echter minder praktijkervaring aanwezig en het systeem is wat gevoeliger voor verstoringen. Het BABE-proces van DHV is gebaseerd op het enten van nitrificeerders aan de aioratietanks. De verwijdering van stikstof verloopt ook hier voornamelijk via de nitrietroute. Het is een relatief simpel systeem, dat op een compact oppervlak kan worden uitgevoerd. Sinds 2005 draait in 's-Hertogenbosch een installatie die werkt naar behoren. 'Met de genoemde voor- en nadelen zijn de drie technieken elk sterk op een eigen specifiek terrein. In het nieuwe consortium hebben we dus voor vrijwel elke specifieke situatie een goed alternatief', aldus Van der Roest.

In de opzet het buitenland te veroveren, krijgen de drie partners hulp van Economische Zaken. Het consortium heeft met succes de tenderprocedure doorlopen voor het subsidieprogramma innoWATOR (Innovatieve Watertechnologie Ontwikkelingsregeling). 'De subsidie is bedoeld voor bedrijven die kennis uit kennisinstellingen marktrijp willen maken', zegt Maurice Luijten van Senter Novem, het agentschap van EZ dat de subsidies uitreikt. Van der Roest: 'Voor ons is zo'n subsidie belangrijk, omdat de ontwikkeltijd gigantisch veel korter is geworden. Met de opkomst van steeds meer buitenlandse concurrentie, moeten je investeringen snel zijn terugverdiend.' Ook belangrijk voor het opschalen van nieuwe technieken is dat ingenieursbureaus niet voor honderd procent het risico van een nieuwe waterzuiveringsinstallatie hoeven te dragen. In dat kader starten nu ook projecten met gedeelde verantwoordelijkheid voor fundamentele instellingen, leveranciers, bureaus, eindgebruikers en de overheid. Een voorbeeld is de ontwikkelingsalliantie voor de NEREDA-techniek van DHV. De techniek, die veel innovatieprijzen won het afgelopen jaar, maakt gebruik van aërobe slibkorrels die veel sneller bezinken dan normaal slib. Hierdoor zijn grote nabezinktanks overbodig.

Om de veelbelovende techniek binnen een paar jaar tijd ontwikkelen en op de mondiale markt te zetten, werken alle betrokken partijen van leveranciers tot eindgebruiker samen. Daarbij wordt het opschalen tot een full-scale installatie en het wegzetten in de markt geïntegreerd. 'Dit alles leidt binnen een paar jaar tot vijf volledige schaal installaties voor huishoudelijk afvalwater', aldus Van der Roest. Daarbij lopen parallel aan het Nederlandse project vergelijkbare projecten in Portugal, Zuid Afrika en Japan.
'Had je me een paar jaar geleden gevraagd naar het succes van Nederlandse waterzuiveringstechnieken in het buitenland, was ik niet positief geweest', vertelt Van der Roest. 'Maar nu zie ik nieuw elan verschijnen. We hebben nog veel te leren, maar ik denk dat we goede stappen maken om de kennis die we in huis hebben te gelde te maken.'