25 jul 2007
Onderdeel: Animal Sciences Group
De overlevingskans van gruttokuikens kan vergroot worden door maaien
van vluchtstroken, toepassen van zomerstalvoeren en met hergroeiend
grasland grenzend aan maaipercelen. Wanneer deze maatregelen worden
toegepast naast uitstel van de maaidatum blijven meer gruttokuikens in
leven.
Dat blijkt uit onderzoek door Altenburg en Wymenga. De voorkeuren van
opgroeiende gruttopullen zijn door het Weidevogelmeetnet Friesland
vastgesteld. Daarbij is gebruik gemaakt van innovatieve monitoring,
zowel in de gruttokringen als op Weidevogelcentrum Nij Bosma Zathe. De
verkorte resultaten van het onderzoek zijn te lezen in de derde
Nieuwsbrief van Weidevogelcentrum Nij Bosma Zathe.
Ook het rekenprogramma âBeheerwijzerâ wordt in de nieuwsbrief genoemd.
Dit is een computerprogramma waarmee veehouders kunnen uitrekenen wat
de gevolgen zijn van uitstellen van de maaidatum van grasland op de
voerkwaliteit en de bedrijfsresultaten.
Het Weidevogelcentrum Nij Bosma Zathe maakt onderdeel uit van het
Friese project âSkries 4Uâ. âSkries 4Uâ heeft als doel mozaïekbeheer
en de metingen van broedresultaten en overleving van gruttokuikens
verder te verbeteren.
Weidevogelcentrum Nij Bosma Zathe verzorgt de communicatie en
kennisoverdracht over weidevogelbeheer in relatie tot de huidige
landbouwpraktijk in de melkveehouderij voor het project âSkries 4Uâ en
het hoofdproject Farmers For Nature (www.farmersfornature.org)
Contact
Weidevogelcentrum Nij Bosma Zathe
Durk Durksz
058 - 2167 592
durk.durksz@wur.nl
Wageningen Universiteit