Nederlandse Vakbond Varkenshouders

NVV: Varkenshouders verontrust
Varkenshouders vinden het onfatsoenlijk dat Natuurmonumenten afgeschoten wild in de natuur achterlaat om weg te rotten. Dit blijkt uit een brief die de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) aan de heer Veerman, als voorzitter van Natuurmonumenten, heeft gestuurd. Volgens de voorzitter van de NVV, Wyno Zwanenburg, is het ontoelaatbaar om afgeschoten wild niet op te ruimen. De NVV is wel blij dat Natuurmonumenten er werkt van maakt om de populatie van wilde zwijnen in Nederland terug te brengen naar het afgesproken niveau.
De vereniging Natuurmonumenten is eigenaar van grote delen van de Veluwe en heeft een nieuw afschotbeleid. Dit afschotbeleid houdt in dat afgeschoten wild blijft liggen in de bossen. Volgens Zwanenburg "zijn de gevolgen van dit nieuwe afschotbeleid niet te overzien". De NVV is van mening dat in het wild levende dieren hiermee een nog groter gevaar voor de regulier gehouden varkens worden.
Hiermee is in de ogen van de NVV-voorzitter "Natuurmonumenten medeverantwoordelijk geworden voor de gevolgen van een uitbraak van besmettelijke dierziektes". De NVV stelt zich op het standpunt dat "de achtergelaten kadavers de gezondheid van andere in het wild levende dieren aantasten en als deze dieren dan direct of indirect met gehouden varkens in aanraking komen dit enorme consequenties kan hebben voor de regulier gehouden varkens in Nederland". De voorzitter van de NVV pleit voor een omslag in beleid. Hij stelt dat "er per direct gestopt dient te worden met het huidige beleid waarbij men afgeschoten dieren achterlaat en overgaat op een beleid van afschot en het op een fatsoenlijke manier verwerken of afvoeren van kadavers". Tevens vraagt de NVV aan Natuurmonumenten om aan te geven hoe ze met het huidige afschotbeleid voldoen aan de verplichting om serologisch onderzoek te doen op afgeschoten wilde zwijnen. Dit is noodzakelijk in verband met de monitoring op het voorkomen van diverse dierziekten in Nederland.