Fiscaal gelijk speelveld nog lang niet bereikt
Kritiek op overeenkomst tussen corporatiesector en Belastingdienst
Marktpartijen vinden dat er in fiscale zin nog lang geen gelijk
speelveld is ontstaan met woningcorporaties. IVBN en NVB hebben in een
brief aan staatssecretaris De Jager van Financiën fundamentele kritiek
geuit op de overeenkomst, die eind april is ingegaan tussen de
corporatiesector en de Belastingdienst. De overeen-komst regelt (met
terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2006) welke sociale activiteiten
van corporaties vrijgesteld blijven en over welke commerciële
activiteiten corporaties belastingplichtig worden. Marktpartijen
vinden dat er een strikte scheiding moet komen tussen de sociale en de
commerciële activiteiten van woningcorporaties. Als corporaties
commerciële activiteiten verrichten moet dat op een gelijk speelveld
plaatsvinden.
Zo vindt met name IVBN het onjuist dat de grens voor de vrijstelling
van vennootschapsbelasting is gelegd bij 615 huur per maand. Praktisch
alle corporatiewoningen blijven daardoor onder de vrijstelling vallen,
slechts 2% (zon 50.000 van de 2,4 miljoen huurwoningen van
corporaties) worden belastingplichtig. IVBN beschouwt de exploitatie
van huurwoningen boven de 500 als een commercieel huursegment, waarop
óók in fiscaal opzicht een gelijk speelveld moet heersen. Commerciële
verhuurders verhuren immers, net als corporaties, enkele
honderduizenden woningen boven de 500. Toenmalig staatssecretaris Wijn
had toegezegd dat activiteiten van woningcorporaties in de heffing
zouden moeten worden betrokken die ook door andere aanbieders in de
markt worden verricht.
De NVB heeft met name kritiek op de fiscale behandeling van
grondaankopen door corporaties, die volgens de overeenkomst onbelast
door de moedercorporatie gefinancierd mogen blijven. Dat biedt
corporaties fiscaal een groot voordeel ten opzichte van commerciële
ontwikkelaars.
IVBN en NVB hebben ook kritiek op andere afspraken in de overeenkomst,
bijvoorbeeld tegen het oprekken van wat onder maatschappelijk vastgoed
wordt verstaan. Corporaties mogen dat in het algemeen onbelast
ontwikkelen. Onder maatschappelijk vastgoed wordt in de overeenkomst
onder meer verstaan scholen, zorgcentra, ziekenhuizen, bibliotheken,
rechtbanken en universiteitsgebouwen. Dat zijn echter nu commerciële,
en bij marktpartijen belaste activiteiten. Verder sanctioneert de
fiscale overeenkomst dat bij iedere ontwikkeling van een gebouw
maximaal 20% aan commerciële activiteiten onbelast kan blijven.
De Vaste Tweede Kamercommissie voor Financiën heeft staatssecretaris
De Jager om een reactie gevraagd op de brief van IVBN en NVB over de
Vaststellingsovereenkomst tussen Aedes en de Belastingdienst.
NVB Bouwondernemers & Ontwikkelaars