European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

C/07/171

11914/07 (Presse 171)

(OR. en)

PERSMEDEDELING

2817e zitting van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen Externe Betrekkingen
Brussel, 23-24 juli 2007

Voorzitter de heer Luís AMADO
minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken van Portugal
* Enkele punten op het gebied van externe betrekkingen werden zonder debat aangenomen tijdens de zitting van de Raad Algemene Zaken (11911/07).

Voornaamste resultaten van de Raadszitting

De Raad heeft zich erover verheugd dat thans weer intensiever wordt getracht het conflict in Darfur op te lossen door middel van een langs onderhandelingen tot stand te brengen politieke regeling en het organiseren van een hybride operatie van de Afrikaanse Unie (AU) en de VN. Hij heeft benadrukt hoe cruciaal het is dat het gezamenlijke AU/VN-initiatief om het politieke proces nieuw leven in te blazen en de vredeshandhaving in Darfur te versterken, wordt geschraagd met krachtige en coherente internationale steun. De Raad heeft tevens beklemtoond dat dringend iets moet worden gedaan aan het destabiliserende effect van de crisis in Darfur op de humanitaire en veiligheidssituatie in de buurlanden. In dit verband heeft hij zijn bevoegde instanties verzocht te blijven plannen met het oog op een mogelijk besluit betreffende een overbruggingsoperatie, in het kader van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid, ter ondersteuning van de multidimensionale VN-aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het noordoostelijk deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek ter verbetering van de veiligheid in die regio's.
De Raad heeft benadrukt dat dringend werk moet worden gemaakt van een geloofwaardig vredesproces in het Midden-Oosten. Hij heeft de partijen met klem aangespoord hun bilaterale dialoog voort te zetten. Hij heeft verklaard dat de EU vastbesloten is samen te werken met de VS, andere Kwartet-partners en partners in de regio om het Israëlisch-Arabische conflict tot een spoedig einde te brengen. Hij verwacht in dit verband van het Kwartet dat het zal deelnemen aan de door president Bush voorgestelde internationale bijeenkomst, en is ertoe bereid een actieve rol op zich te nemen.
De Raad heeft tevens een besluit aangenomen ter goedkeuring van de ondertekening van een overeenkomst met de Verenigde Staten inzake de verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers door luchtvaartmaatschappijen aan het Department of Home Security (ministerie van binnenlandse veiligheid) van de Verenigde Staten van Amerika (zie persmededeling van de Raad Algemene Zaken, 11911/07).

INHOUD^1

DEELNEMERS 5

BESPROKEN PUNTEN

WERELDHANDELSBESPREKINGEN - ONTWIKKELINGSAGENDA VAN DOHA 7

SUDAN/DARFUR - Conclusies van de Raad 8

DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO 12

BETREKKINGEN MET OEKRAÏNE 13

LIBIË 14

MIDDEN-OOSTEN 15

Vredesproces in het Midden-Oosten - Conclusies van de Raad 15

Libanon - Conclusies van de Raad 18

WESTELIJKE BALKAN 20

Albanië - Conclusies van de Raad 20

Kosovo 20

IRAN 21

DIVERSEN 22

Resolutie 1562 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa 22

Betrekkingen met Rusland 22

Situatie in Zimbabwe 22

Europese Universiteit van Menswetenschappen 22

Oecumenisch patriarchaat in Turkije 22

EVENEMENTEN IN DE MARGE VAN DE RAAD 23

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

Zie persmededeling 11911/07.

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:

de heer Karel DE GUCHT minister van Buitenlandse Zaken

de heer Didier DONFUT staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken

Bulgarije:

de heer Ivailo KALFIN viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken

Tsjechië:

de heer Alexandr VONDRA viceminister-president, belast met Europese zaken

de heer Karel SCHWARZENBERG minister van Buitenlandse Zaken

de heer Martin RÍMAN minister van Industrie en Handel

Denemarken:

de heer Michael ZILMER-JOHNS staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken

Duitsland:

de heer Frank-Walter STEINMEIER minister van Buitenlandse Zaken

Estland:

de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken

Ierland:

de heer Dermot AHERN minister van Buitenlandse Zaken

de heer Dick ROCHE onderminister, ministerie van Algemene Zaken en van Buitenlandse Zaken, belast met Europese Zaken

Griekenland:

mevrouw Dora BAKOYANNI minister van Buitenlandse Zaken

Spanje:

de heer Miguel Ángel MORATINOS minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking

Frankrijk:

de heer Bernard KOUCHNER minister van Buitenlandse en Europese Zaken

de heer Jean-Pierre JOUYET staatssecretaris van Europese Zaken

de heer Hervé NOVELLI staatssecretaris, belast met Ondernemingen en Buitenlandse Handel

Italië:

de heer Massimo D'ALEMA viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken

mevrouw Emma BONINO minister belast met Europees Beleid en Internationale Handel

Cyprus:

de heer Erato KOZAKOU-MARCOULLIS minister van Buitenlandse Zaken

Letland:

de heer Normans PENKE staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken

Litouwen:

de heer Petras VAITIEKUNAS minister van Buitenlandse Zaken

Luxemburg:

de heer Jean ASSELBORN viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken en Immigratie

Hongarije:

mevrouw Kinga GÖNCZ minister van Buitenlandse Zaken

Malta:

de heer Michael FRENDO minister van Buitenlandse Zaken

Nederland:

de heer Tom de BRUIJN permanent vertegenwoordiger

Oostenrijk:

mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Europese en Internationale Zaken

Polen:

mevrouw Anna Elzbieta FOTYGA minister van Buitenlandse Zaken

Portugal:

de heer Luís AMADO minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken

de heer Manuel LOBO ANTUNES toegevoegd staatssecretaris van Europese Zaken

Roemenië:

de heer Adrian CIOROIANU minister van Buitenlandse Zaken

Slovenië:

de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken

Slowakije:

de heer Ján KUBIS minister van Buitenlandse Zaken

Finland:

de heer Ilkka KANERVA minister van Buitenlandse Zaken

mevrouw Astrid THORS minister van Migratie en Europese Zaken

Zweden:

de heer Carl BILDT minister van Buitenlandse Zaken

mevrouw Cecilia MALMSTRÖM minister van Europese Zaken

de heer Sten TOLGFORS minister van Handel

Verenigd Koninkrijk:

de heer David MILIBAND minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken

Commissie:

de heer Olli REHN lid

de heer Peter MANDELSON lid

Secretariaat-generaal van de Raad:

de heer Javier SOLANA secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor het GBVB

BESPROKEN PUNTEN

WERELDHANDELSBESPREKINGEN - ONTWIKKELINGSAGENDA VAN DOHA

Nadat ontwerp-documenten inzake regelingen voor landbouw en markttoegang voor niet-landbouwproducten waren ingediend, heeft Commissielid Peter Mandelson de Raad op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen en onderhandelingsvooruitzichten in het kader van de ontwikkelingsagenda van Doha van de Wereldhandelsorganisatie.

De Raad verzocht de Commissie haar inspanningen ter verbetering van de voorstellen voort te zetten, teneinde de doelen van de Gemeenschap in de volgende onderhandelingsfasen te verwezenlijken.

De Raad zal in een komende zitting op dit punt terugkomen.

Voorafgaand aan de zitting vond er op 22 juli een informeel diner plaats voor de met handelsaangelegenheden belaste ministers, waarbij de balans werd opgemaakt van de ontwikkelingen met betrekking tot de Doha-onderhandelingen. Ook is daarbij gesproken over de buitenlandse handel en de agenda van de EU voor concurrentievermogen en groei, in de context van de mededeling van de Commissie "Europa als wereldspeler: wereldwijd concurreren."

SUDAN/DARFUR - Conclusies van de Raad

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"1. Het stemt de Raad tot voldoening dat thans weer intensiever wordt getracht het conflict in Darfur op te lossen door middel van een langs onderhandelingen tot stand te brengen politieke regeling en het organiseren van een hybride operatie van de AU en de VN. Het is van wezenlijk belang dat het gezamenlijke AU/VN-initiatief om het politieke proces nieuw leven in te blazen en de vredeshandhaving in Darfur te versterken wordt geschraagd met krachtige en coherente internationale steun. In dit verband is de Raad verheugd over het resultaat van de op 15 en 16 juli in Tripoli gehouden bijeenkomst van de leden van de internationale gemeenschap die zich inspannen voor steun aan het door de AU/VN geleide politieke proces dat in partnerschap met de regionale actoren moet leiden tot vrede in Darfur. Hij dringt er bij de bewegingen die niet hebben ondertekend op aan constructief deel te nemen aan de onderhandelingen die op 3-5 augustus in Arusha zullen plaatsvinden en roept alle partijen op zich voor te bereiden op spoedige onderhandelingen in de context van een inclusief proces. De Raad is tevens verheugd over een Frans initiatief om op 25 juni een vergadering van de uitgebreide contactgroep bijeen te roepen, als een belangrijke middel om de steun van de internationale gemeenschap voor een oplossing van het conflict te versterken, en hij ziet uit naar de komende vergadering van de groep in de marge van de Algemene Vergadering van de VN in september.

2. De EU betuigt opnieuw haar krachtige steun voor de AU/VN-bemiddeling onder leiding van de speciale gezanten van de VN en de AU en verklaart zich bereid te onderzoeken langs welke weg en met welke middelen zij haar inzet voor de AU/VN en het politieke proces kan versterken. De Raad onderstreept dat het van cruciaal belang is binnen de gestelde termijnen de stappen te ondernemen die in de gezamenlijke AU/VN-routekaart voor het politieke proces in Darfur zijn vermeld. Hij dringt er bij alle conflictpartijen op aan de huidige dynamiek te benutten en constructief deel te nemen aan de inspanningen om een alomvattende en duurzame oplossing voor het conflict te vinden. De Raad moedigt tevens de VN aan om onverwijld een speciale vertegenwoordiger voor Sudan te benoemen.

3. De EU doet een beroep op alle partijen om te laten zien dat zij serieus willen zoeken naar een oplossing die een eind maakt aan de beproevingen van de bevolking van Darfur. Overeenkomstig Resolutie 1591 van de Veiligheidsraad zal de Raad alle partijen die niet constructief deelnemen aan het vredesproces als een belemmering voor de vrede beschouwen en zal hij ijveren voor passende vervolgmaatregelen, met name in het kader van de VN. De EU spoort tevens de regionale actoren aan te werken aan de convergentie van alle bemiddelingsinitiatieven en aan de integratie daarvan in het bredere AU/VN-kader.

4. Duurzame vrede in Darfur is alleen mogelijk in het kader van een vreedzaam en verenigd Sudan en vereist de volledige uitvoering van het algemeen vredesakkoord (CPA). De EU bevestigt dat zij dit proces krachtiger wil steunen en spoort alle partijen bij het akkoord ertoe aan zich te beijveren voor een snellere uitvoering van het CPA en specifieke termijnen voor het bereiken van beslissende mijlpalen vast te stellen, met name de afbakening van de noord-zuidgrens en de status van Abeyei. In dit verband wijst de EU op het bijzondere belang van de voorbereidingen voor de in 2009 geplande nationale verkiezingen.

5. De in Darfur gepleegde schendingen van de mensenrechten en het internationale humanitaire recht kunnen niet ongestraft blijven. De EU neemt nota van het verslag over de mensenrechtensituatie in Darfur dat is opgesteld door de groep deskundigen die daartoe in maart een mandaat van de Mensenrechtenraad van de VN (UNHCR) had ontvangen; dat verslag bevestigt de diepe ongerustheid over de ernst van de schendingen in Darfur en over het feit dat de daders niet ter verantwoording worden geroepen. De Raad steunt de onverwijlde uitvoering van de aanbevelingen van het verslag en is verheugd over het door de UNHCR op 20 juni bij consensus genomen besluit om de deskundigengroep te verzoeken haar werk gedurende zes maanden voort te zetten en in september 2007 een actualisering van haar verslag voor te leggen. De Raad onderkent dat de Sudanese autoriteiten hieraan willen meewerken, maar roept de regering van Sudan en andere betrokken partijen andermaal op ten volle met de groep te blijven samenwerken.

6. De EU is verheugd over de vorderingen bij de uitvoering van het door de regering van Sudan en de VN op 28 maart 2007 ondertekende gezamenlijk communiqué van de regering van Sudan en de VN over het faciliteren van humanitaire acties in Darfur. Als lid van het Comité op hoog niveau zal de EU de uitvoering van het communiqué nauwlettend volgen en alle inspanningen met het oog op een ongehinderde en veilige toegang voor de verstrekking van humanitaire hulp en de bescherming van de vluchtelingenkampen steunen. Zij doet een beroep op de Sudanese regering om alle resterende administratieve beperkingen op humanitaire activiteiten op te heffen en herinnert haar er in dit verband aan dat zij volgens het humanitaire recht verplicht is haar eigen burgers te beschermen en bij te staan. De EU is bereid om verdere maatregelen, met name in VN-verband, te overwegen om de verlening van humanitaire hulp en de bescherming van de burgers veilig te stellen.

7. De EU is tevens bereid om ten volle haar rol te spelen bij het verstrekken van bijstand voor de wederopbouw en ontwikkeling van Darfur zodra er een vredesakkoord van kracht is, en een geleidelijke overgang van humanitaire hulp naar ontwikkelingssamenwerking te bevorderen. Hulp voor wederopbouw en ontwikkeling moet erop gericht zijn een duurzame vrede en de verzoening van de bevolking van Darfur te steunen en alle geledingen van de samenleving daarbij actief te betrekken. In dit verband zal de EU tevens haar steun verlenen aan de interne dialoog en het interne overleg in Darfur, als een inclusief proces met vertegenwoordigers van alle belanghebbenden dat de tegenstellingen tussen gemeenschappen moet wegwerken en de grondslagen moet leggen voor een gemeenschappelijke en vreedzame toekomst.

8. De Raad neemt nota van de recente vorderingen bij de verlening van VN-steun voor AMIS en de voorbereiding voor de inzet van de hybride operatie van de AU/VN. Hij is verheugd over het door de Vredes- en Veiligheidsraad van de AU op 22 juni genomen besluit tot machtiging van de hybride operatie en hij ziet uit naar de spoedige aanneming van een resolutie van de VN-Veiligheidsraad ter zake. Hij doet een beroep op alle partijen om zich te beijveren voor een snellere implementatie van het VN-steunpakket voor AMIS en voor een snelle uitvoering van de hybride operatie, en met name op de Sudanese regering om daartoe met de AU en de VN te blijven samenwerken. De Raad blijft bereid om verdere maatregelen, met name in VN-verband, te overwegen tegen elke partij die de implementatie van het VN-steunpakket, de uitvoering van de hybride operatie inbegrepen, dwarsboomt. De EU looft alle landen die troepen of andere bijdragen aan de hybride operatie hebben toegezegd.

9. De EU bevestigt opnieuw vastbesloten te zijn om AMIS te blijven steunen in de aanloop naar de uitvoering van de hybride operatie van de AU en EU. De Raad wijst andermaal op de grote, dringende behoefte aan extra financiële en materiële steun om AMIS in staat te stellen haar mandaat te vervullen en de stap naar de hybride operatie voor te bereiden, en dringt er bij de internationale partners op aan samen met de EU de missie van nieuwe middelen te voorzien. Tevens bevestigt de EU dat de civiel-militaire steun van de EU aan AMIS wordt verlengd met een periode van maximaal zes maanden, ingaande op 1 juli 2007.

10. De EU beklemtoont dat dringend iets moet worden gedaan aan het destabiliserende effect van de crisis in Darfur op de humanitaire en veiligheidssituatie in de buurlanden en betuigt opnieuw haar steun voor het creëren van een multidimensionale VN-aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

11. De Raad is voldaan over het werk dat door het Raadssecretariaat en de Commissie is verricht met het oog op verdere mogelijke acties van de EU in Darfur en naburige regio's en verzoekt hen daarmee in politiek, humanitair en veiligheidsopzicht door te gaan zoals hierboven is beschreven. De Raad verzoekt zijn bevoegde instanties te blijven plannen met het oog op een mogelijk besluit betreffende een overbruggingsoperatie, in het kader van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid, ter ondersteuning van de multidimensionale VN-aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het noordoostelijk deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek ter verbetering van de veiligheid in die regio's. Een eventuele overbruggingsoperatie moet worden gebaseerd op een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, met een duidelijk omschreven exit-strategie, en moet worden uitgevoerd in volledige samenwerking met de VN en de AU en in overleg met de autoriteiten van de betrokken landen alsmede, indien opportuun, met buurlanden en humanitaire organisaties."

DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO

De Raad heeft, op basis van een toelichting van de Belgische minister na diens bezoek aan de Democratische Republiek Congo, van gedachten gewisseld over de jongste ontwikkelingen in dit land, met name over de veiligheidssituatie in het oosten van het land. De Raad zal de ontwikkelingen aandachtig blijven volgen.

BETREKKINGEN MET OEKRAÏNE

De Raad heeft nota genomen van de vorderingen bij de voorbereiding van de top EU-Oekraïne die op 14 september te Kiev zal plaatsvinden.

Naar verwacht zal deze top, de tiende in het kader van de partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Oekraïne, betrekking hebben op:

* ontwikkelingen in de EU en in Oekraïne;
* de relaties met Oekraïne, met name: de voorbereiding van een nieuwe uitgebreide overeenkomst, samenwerking in buitenlandse en veiligheidsvraagstukken, handel, grensgerelateerde kwesties en energie, nucleaire veiligheid en het milieu;
* internationale vraagstukken, waaronder Rusland, Moldavië en Belarus.

LIBIË

De Raad heeft zich beraden op de meest recente ontwikkelingen na de omzetting door een Libische rechter van de doodstraffen die naar aanleiding van de infectie van meer dan 400 kinderen met HIV/AIDS in een Libisch ziekenhuis waren uitgesproken tegen vijf Bulgaarse verpleegsters en een dokter. Hij zal de zaak op de voet blijven volgen en hoopt dat er zo spoedig mogelijk een bevredigende oplossing kan worden bereikt.

MIDDEN-OOSTEN

Vredesproces in het Midden-Oosten - Conclusies van de Raad

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"1. Onder verwijzing naar zijn conclusies van 18 juni herhaalt de Raad dat dringend werk moet worden gemaakt van een geloofwaardig vredesproces dat de Palestijnse bevolking uitzicht biedt op een onafhankelijke, democratische en leefbare staat die in vrede en veiligheid naast Israël en zijn andere buurlanden bestaat, en dat vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten zal brengen. De Raad doet een beroep op de partijen af te zien van iedere actie die de levensvatbaarheid van deze oplossing bedreigt.

2. Grote zorg baren in dit verband de kolonisatieactiviteiten in en rond Oost-Jeruzalem en elders op de westelijke Jordaanoever en de voortgaande bouw van de afscheiding op Palestijns grondgebied, die indruisen tegen het internationale recht. De EU erkent geen wijzigingen in de grenzen van voor 1967 die niet door de partijen zijn overeengekomen. Een einde maken aan het geweld tussen de partijen is essentieel voor het welslagen van het vredesproces. De EU veroordeelt met klem het afvuren van Qassam-raketten naar Israëlisch grondgebied. De EU erkent het legitieme recht op zelfverdediging van Israël, doch roept het land op zich uiterst terughoudend op te stellen en onderstreept dat zijn optreden niet buitensporig mag zijn of in strijd met het internationale humanitaire recht. De EU is weliswaar ingenomen met de vrijlating van BBC-journalist Alan Johnston, maar herhaalt haar oproep om de ontvoerde Israëlische soldaat onmiddellijk vrij te laten en looft de inspanningen die met name partners in het gebied zich hiertoe hebben getroost. Ook roept zij op tot onmiddellijke vrijlating van de Palestijnse ministers en parlementsleden die door Israël worden vastgehouden.

3. De Raad spoort de partijen met klem aan hun bilaterale dialoog voor te zetten om zowel concrete resultaten te boeken als de weg te effenen voor inhoudelijke politieke onderhandelingen met het oog op een alomvattende, billijke en duurzame oplossing. De Raad is ingenomen met de ontmoeting tussen premier Olmert en president Abbas die op 16 juli heeft plaatsgevonden en spreekt opnieuw de hoop uit dat deze ontmoetingen, in het kader van een vernieuwd politiek proces, spoedig zullen uitmonden in inhoudelijke onderhandelingen over de definitieve status. De Raad benadrukt opnieuw het belang van het Arabische vredesinitiatief, dat een belangrijk element is om het vredesproces in het Midden-Oosten vooruit te helpen. Hij hoopt dat de huidige dialoog tussen de Arabische Liga en Israël een vernieuwd politiek proces ter bevordering van de vrede in de regio zal ondersteunen. Overeenkomstig de routekaart dient het Kwartet, in overleg met de partijen, te gelegener tijd een internationale conferentie bijeen te roepen om deze doeleinden te verwezenlijken. In dit verband is de EU verheugd over de toespraak van president Bush van 16 juli en is zij vastbesloten samen te werken met de VS, andere Kwartet-partners en partners in de regio om het Israëlisch-Arabische conflict tot een spoedig einde te brengen. Zij verwacht van het Kwartet dat het zal deelnemen aan de door president Bush voorgestelde internationale bijeenkomst, en is ertoe bereid een actieve rol op zich te nemen.

4. De EU is ingenomen met de ontmoeting van de hoofden van het Kwartet in Lissabon. Zij verklaart in dit verband dat zij vastbesloten is om een actieve rol te spelen teneinde met spoed een politiek en diplomatiek proces op gang te brengen dat politieke vooruitzichten biedt op een alomvattende regeling van het Israëlisch-Arabische conflict die overeenstemt met de desbetreffende resoluties van de VN-Veiligheidsraad en gebaseerd is op de routekaart en meer bepaald de doelstellingen en beginselen die deze bevat. Zij kijkt uit naar een bijeenkomst in de regio met de Israëli's en de Palestijnen en vertegenwoordigers van de Arabische Liga. De EU zal een actieve rol blijven spelen in het Kwartet, waarvan de inzet wordt onderstreept door de aanwijzing van Tony Blair als Kwartet-vertegenwoordiger. De Raad is zeer verheugd over deze benoeming en kijkt ernaar uit om met hem samen te werken.

5. De Raad verwelkomt, als een eerste stap, de gedeeltelijke overdracht door Israël van ingehouden Palestijnse belasting- en douane-inkomsten, maar herhaalt zijn oproep om nog resterende en toekomstige middelen onmiddellijk, volledig en regelmatig vrij te geven. De Raad verheugt zich over de eerste vrijlating van 255 gevangenen en gedetineerden, wat een van de toezeggingen van Israël was na de recente ontmoetingen tussen president Abbas en premier Olmert in Sharm el-Sheikh en Jeruzalem. De Raad dringt aan op verdere maatregelen om de gedane beloften na te komen, onder meer de verwijdering van de controleposten en versperringen op de westelijke Jordaanoever. Deze maatregelen zullen vooruitgang op de politieke weg bevorderen.

6. De Raad zegt president Abbas en de regering van premier Fayyad opnieuw zijn volledige steun toe. De Raad bevestigt zijn standpunt ten aanzien van de gebeurtenissen in Gaza. Verzoening en nationale eenheid door steun aan het vredesprogramma van president Abbas is de enige manier om de nationale doelstellingen van Palestina op een vreedzame, wettige en democratische manier te verwezenlijken. De EU is gekant tegen iedere opdeling van de Palestijnse gebieden en herhaalt dat zij bereid is samen te werken met alle Palestijnse partijen waarvan het beleid en de acties een weerspiegeling zijn van de beginselen van het Kwartet.

7. De EU heeft de betrekkingen met de instellingen van de Palestijnse Autoriteit hervat. De EU heeft een begin gemaakt met de rechtstreekse verstrekking van financiële en technische hulp aan de Palestijnse regering. De Raad herhaalt zijn toezegging dat hij de instellingen en de economie van de toekomstige Palestijnse staat zal helpen opbouwen en beklemtoont dat de economie in de bezette Palestijnse gebieden ten volle moet worden ontwikkeld, met name door de samenwerking met de Palestijnse particuliere sector te stimuleren. De Raad heeft zijn steun aan de Palestijnse civiele politie bevestigd door de hervatting van EUPOL COPPS. De Raad roept Israël op om hiertoe de nodige voorwaarden te creëren.

8. De EU is ernstig bezorgd over de kritieke humanitaire situatie en zal haar uiterste best blijven doen om te zorgen voor noodhulp en humanitaire hulp aan de bevolking van Gaza, die zij niet in de steek zal laten. De Raad roept alle partijen op zich in te zetten voor de opening van de grensposten van en naar Gaza voor humanitair en commercieel verkeer. De grensovergangen in Karni en elders moeten op regelmatige en voorspelbare wijze worden opengesteld, zodat de in de Overeenkomst inzake verkeer en toegang vastgelegde transito-volumes kunnen worden bereikt. Dit is nodig om de leefbaarheid van de Palestijnse economie te garanderen en de levensomstandigheden van de Palestijnse bevolking, zowel in Gaza als op de westelijke Jordaanoever te verbeteren. De EU beklemtoont tevens dat de grensovergang bij Rafah opnieuw moet worden opengesteld en dat zij bereid is de activiteiten van de EU-grensbijstandmissie in Rafah (EUBAM Rafah) volledig te hervatten zodra de omstandigheden dit mogelijk maken."

Libanon - Conclusies van de Raad

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"1. De Raad veroordeelt ten scherpste de aanslagen die op UNIFIL zijn gepleegd, in het bijzonder die van 24 juni 2007 welke het leven heeft gekost aan zes leden van de Spaanse vredestroepen. Hij voelt ten zeerste mee met de nabestaanden en met het volk en de regering van Spanje en betuigt hun zijn diepste medeleven. Deze nieuwe poging om Libanon te destabiliseren zal niet slagen.

2. De Raad blijft vastbesloten de soevereiniteit, onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Libanon te versterken en het land te vrijwaren van buitenlandse inmenging; hij betuigt opnieuw zijn steun aan de legitieme en democratische regering van minister-president Siniora.

3. De Raad blijft ten zeerste bezorgd over de niet-aflatende gewelddadigheden in Libanon, en in het bijzonder over de gevechten in het Palestijnse vluchtelingenkamp Nahr el Bared. Hij veroordeelt eens te meer met klem de aanvallen op de Libanese veiligheidstroepen door terroristische groeperingen die opereren vanuit Palestijnse vluchtelingenkampen, en betuigt zijn steun aan de Libanese strijdkrachten die bij de gevechten in Nahr el Bared zijn betrokken.

4. De Raad dringt er bij alle politieke krachten in Libanon op aan een oplossing voor de huidige politieke impasse te zoeken en tot een zo breed mogelijke consensus te komen met het oog op de komende verkiezing van de president van de Republiek en de totstandbrenging van een representatieve regering met een brede basis. Dialoog en algehele eerbiediging van de democratische instellingen van het land moeten de leidende beginselen van het politieke proces zijn, in het belang van alle Libanese burgers.

5. In dit verband is de Raad verheugd over de door Frankrijk mogelijk gemaakte ontmoeting tussen diverse Libanese groeperingen te La Celle Saint-Cloud op 14 en 15 juli jongstleden. Hij is verheugd over de sfeer van vertrouwen die daarbij tussen de vertegenwoordigers van de voornaamste politieke stromingen is gecreëerd en roept de Libanese politieke groeperingen op hun toezegging gestand te doen om de bij die gelegenheid hervatte dialoog voort te zetten. De Raad verwelkomt alle constructieve initiatieven ter bevordering van vrede en stabiliteit, met inbegrip van die van de Arabische Liga en van Saudi-Arabië, en dringt er bij alle partijen in de regio op aan zich te onthouden van pogingen het land te destabiliseren.

6. De Raad bevestigt dat hij blijft hechten aan de volledige en spoedige uitvoering van alle relevante resoluties van de Veiligheidsraad inzake Libanon. Hij herhaalt dat alle Libanese en niet-Libanese milities moeten worden ontbonden en ontwapend, overeenkomstig Resolutie 1559 van de VN-Veiligheidsraad. Er mogen geen wapens in Libanon aanwezig zijn zonder toestemming van de regering en er mag geen ander gezag gelden dan dat van de regering. Tevens herhaalt de Raad dat hij hecht aan de volledige en spoedige uitvoering van Resolutie 1701, in welk verband hij het laatste verslag van de secretaris-generaal van de VN verwelkomt. De Raad roept Israel opnieuw op een einde te maken aan de schendingen van het Libanese luchtruim door zijn luchtmacht. Hij acht het van groot belang dat de Libanees-Syrische grens wordt afgeschermd en verwelkomt het verslag van het Libanese onafhankelijke grensafbakeningsteam. De Raad roept alle staten en alle partijen op hun volle medewerking te verlenen aan het krachtens Resolutie 1757 van de VN-Veiligheidsraad opgerichte Speciale Tribunaal.

7. De Raad herhaalt zijn oproep tot onmiddellijke vrijlating van de twee Israëlische soldaten die deze maand een jaar geleden zijn ontvoerd."

WESTELIJKE BALKAN

Albanië - Conclusies van de Raad

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"Het verheugt de Raad dat het proces van de presidentiële verkiezingen in het Albanese parlement overeenkomstig de grondwet afgesloten is en dat de heer Bamir Topi tot nieuwe president verkozen is. De Raad herhaalt zijn steun voor de Europese vooruitzichten van Albanië, waarvoor moet worden voldaan aan de EU-criteria, en spoort alle politieke krachten aan zich tezamen in te zetten om de hiertoe vereiste hervormingen door te voeren.

De Raad wijst ook op het belang van de onafgebroken constructieve rol van Albanië in de regio."

Kosovo

Tijdens de lunch hebben de ministers over Kosovo gesproken. Zij betreurden het dat de VN-Veiligheidsraad er niet in is geslaagd overeenstemming over een resolutie te bereiken.

Er werd nota van genomen dat het onderhandelingsproces nu ongeveer 120 dagen zal worden voortgezet. De ministers riepen Belgrado en Pristina op hieraan actief en serieus deel te nemen.

Er werd tevens op gewezen dat de EU zich moet houden aan bestaande overeengekomen standpunten en dat zij vastbesloten is om ter verdediging van Europese belangen, met name wat betreft de stabiliteit, de welvaart en de Europese toekomst van de Balkan, over deze kwestie eensgezind te blijven.

De besprekingen over hoe de onderhandelingen zullen worden gevoerd, worden voortgezet, maar de ministers kwamen overeen dat de EU deel moet uitmaken van het internationale team dat de onderhandelingen in goede banen moet leiden.

IRAN

Tijdens de lunch heeft de hoge vertegenwoordiger Javier Solana de ministers ingelicht over de jongste ontwikkelingen in de Iraanse nucleaire kwestie, met name in het licht van zijn ontmoeting met de Iraanse onderhandelaar, nationaal veiligheidsadviseur Ali Larijani, op 23 juni in Lissabon.

DIVERSEN

Resolutie 1562 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa

De ministers hebben van gedachten gewisseld over Resolutie 1562 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa inzake geheime detentieplaatsen en illegale overdrachten van gevangenen. In september 2006 heeft de Raad gesteld dat het bestaan van geheime detentiecentra waar gevangenen in een rechtsvacuüm werden vastgehouden, niet in overeenstemming was met het internationaal humanitair recht en het recht inzake mensenrechten.

Betrekkingen met Rusland

De ministers hebben nota genomen van de door de delegatie van het Verenigd Koninkrijk verstrekte informatie over de ontwikkelingen in de moordzaak Alexander Litvinenko en over de stappen die de Britse regering heeft ondernomen in antwoord op de weigering van Rusland om de moordverdachte in deze zaak uit te leveren.

Situatie in Zimbabwe

De ministers hebben nota genomen van de informatie van de minister van Buitenlandse zaken van het Verenigd Koninkrijk over de snel verslechterende economische situatie in Zimbabwe.

Europese Universiteit van Menswetenschappen

De Litouwse delegatie heeft de Raad geattendeerd op de situatie van de Europese Universiteit van Menswetenschappen, een Belarussische universiteit in Vilnius, en op de noodzaak deze verder te ondersteunen.

Oecumenisch patriarchaat in Turkije

De ministers hebben met bezorgdheid nota genomen van een uiteenzetting door de Griekse delegatie over het recente arrest van het Turkse Hof van Cassatie inzake het oecumenische patriarchaat en over de gevolgen hiervan voor de godsdienstvrijheid.

EVENEMENTEN IN DE MARGE VAN DE RAAD

In de marge van de Raad werden de volgende bijeenkomsten gehouden:

op 23 juli:

* Associatieraad EU-Marokko.

Op 24 juli:

* Associatieraad EU-Chili;

* Stabilisatie- en Associatieraad EU-FYROM.

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

Zie persmededeling 11911/07.