RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
C/07/171
11914/07 (Presse 171)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
2817e zitting van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Externe Betrekkingen
Brussel, 23-24 juli 2007
Voorzitter de heer Luís AMADO
minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken van Portugal
* Enkele punten op het gebied van externe betrekkingen werden zonder
debat aangenomen tijdens de zitting van de Raad Algemene Zaken
(11911/07).
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft zich erover verheugd dat thans weer intensiever wordt
getracht het conflict in Darfur op te lossen door middel van een langs
onderhandelingen tot stand te brengen politieke regeling en het
organiseren van een hybride operatie van de Afrikaanse Unie (AU) en de
VN. Hij heeft benadrukt hoe cruciaal het is dat het gezamenlijke
AU/VN-initiatief om het politieke proces nieuw leven in te blazen en
de vredeshandhaving in Darfur te versterken, wordt geschraagd met
krachtige en coherente internationale steun. De Raad heeft tevens
beklemtoond dat dringend iets moet worden gedaan aan het
destabiliserende effect van de crisis in Darfur op de humanitaire en
veiligheidssituatie in de buurlanden. In dit verband heeft hij zijn
bevoegde instanties verzocht te blijven plannen met het oog op een
mogelijk besluit betreffende een overbruggingsoperatie, in het kader
van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid, ter ondersteuning van
de multidimensionale VN-aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het
noordoostelijk deel van de Centraal-Afrikaanse Republiek ter
verbetering van de veiligheid in die regio's.
De Raad heeft benadrukt dat dringend werk moet worden gemaakt van een
geloofwaardig vredesproces in het Midden-Oosten. Hij heeft de partijen
met klem aangespoord hun bilaterale dialoog voort te zetten. Hij heeft
verklaard dat de EU vastbesloten is samen te werken met de VS, andere
Kwartet-partners en partners in de regio om het Israëlisch-Arabische
conflict tot een spoedig einde te brengen. Hij verwacht in dit verband
van het Kwartet dat het zal deelnemen aan de door president Bush
voorgestelde internationale bijeenkomst, en is ertoe bereid een
actieve rol op zich te nemen.
De Raad heeft tevens een besluit aangenomen ter goedkeuring van de
ondertekening van een overeenkomst met de Verenigde Staten inzake de
verwerking en overdracht van persoonsgegevens van passagiers door
luchtvaartmaatschappijen aan het Department of Home Security
(ministerie van binnenlandse veiligheid) van de Verenigde Staten van
Amerika (zie persmededeling van de Raad Algemene Zaken, 11911/07).
INHOUD^1
DEELNEMERS 5
BESPROKEN PUNTEN
WERELDHANDELSBESPREKINGEN - ONTWIKKELINGSAGENDA VAN DOHA 7
SUDAN/DARFUR - Conclusies van de Raad 8
DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO 12
BETREKKINGEN MET OEKRAÏNE 13
LIBIË 14
MIDDEN-OOSTEN 15
Vredesproces in het Midden-Oosten - Conclusies van de Raad 15
Libanon - Conclusies van de Raad 18
WESTELIJKE BALKAN 20
Albanië - Conclusies van de Raad 20
Kosovo 20
IRAN 21
DIVERSEN 22
Resolutie 1562 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
22
Betrekkingen met Rusland 22
Situatie in Zimbabwe 22
Europese Universiteit van Menswetenschappen 22
Oecumenisch patriarchaat in Turkije 22
EVENEMENTEN IN DE MARGE VAN DE RAAD 23
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Zie persmededeling 11911/07.
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als
volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Karel DE GUCHT minister van Buitenlandse Zaken
de heer Didier DONFUT staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd
aan de minister van Buitenlandse Zaken
Bulgarije:
de heer Ivailo KALFIN viceminister-president en minister van
Buitenlandse Zaken
Tsjechië:
de heer Alexandr VONDRA viceminister-president, belast met Europese
zaken
de heer Karel SCHWARZENBERG minister van Buitenlandse Zaken
de heer Martin RÍMAN minister van Industrie en Handel
Denemarken:
de heer Michael ZILMER-JOHNS staatssecretaris, ministerie van
Buitenlandse Zaken
Duitsland:
de heer Frank-Walter STEINMEIER minister van Buitenlandse Zaken
Estland:
de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken
Ierland:
de heer Dermot AHERN minister van Buitenlandse Zaken
de heer Dick ROCHE onderminister, ministerie van Algemene Zaken en van
Buitenlandse Zaken, belast met Europese Zaken
Griekenland:
mevrouw Dora BAKOYANNI minister van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Miguel Ángel MORATINOS minister van Buitenlandse Zaken en
Samenwerking
Frankrijk:
de heer Bernard KOUCHNER minister van Buitenlandse en Europese Zaken
de heer Jean-Pierre JOUYET staatssecretaris van Europese Zaken
de heer Hervé NOVELLI staatssecretaris, belast met Ondernemingen en
Buitenlandse Handel
Italië:
de heer Massimo D'ALEMA viceminister-president en minister van
Buitenlandse Zaken
mevrouw Emma BONINO minister belast met Europees Beleid en
Internationale Handel
Cyprus:
de heer Erato KOZAKOU-MARCOULLIS minister van Buitenlandse Zaken
Letland:
de heer Normans PENKE staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse
Zaken
Litouwen:
de heer Petras VAITIEKUNAS minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN viceminister-president, minister van
Buitenlandse Zaken en Immigratie
Hongarije:
mevrouw Kinga GÖNCZ minister van Buitenlandse Zaken
Malta:
de heer Michael FRENDO minister van Buitenlandse Zaken
Nederland:
de heer Tom de BRUIJN permanent vertegenwoordiger
Oostenrijk:
mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Europese en Internationale Zaken
Polen:
mevrouw Anna Elzbieta FOTYGA minister van Buitenlandse Zaken
Portugal:
de heer Luís AMADO minister van staat, minister van Buitenlandse Zaken
de heer Manuel LOBO ANTUNES toegevoegd staatssecretaris van Europese
Zaken
Roemenië:
de heer Adrian CIOROIANU minister van Buitenlandse Zaken
Slovenië:
de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken
Slowakije:
de heer Ján KUBIS minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Ilkka KANERVA minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Astrid THORS minister van Migratie en Europese Zaken
Zweden:
de heer Carl BILDT minister van Buitenlandse Zaken
mevrouw Cecilia MALMSTRÖM minister van Europese Zaken
de heer Sten TOLGFORS minister van Handel
Verenigd Koninkrijk:
de heer David MILIBAND minister van Buitenlandse Zaken en
Gemenebestzaken
Commissie:
de heer Olli REHN lid
de heer Peter MANDELSON lid
Secretariaat-generaal van de Raad:
de heer Javier SOLANA secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger voor
het GBVB
BESPROKEN PUNTEN
WERELDHANDELSBESPREKINGEN - ONTWIKKELINGSAGENDA VAN DOHA
Nadat ontwerp-documenten inzake regelingen voor landbouw en
markttoegang voor niet-landbouwproducten waren ingediend, heeft
Commissielid Peter Mandelson de Raad op de hoogte gebracht van de
ontwikkelingen en onderhandelingsvooruitzichten in het kader van de
ontwikkelingsagenda van Doha van de Wereldhandelsorganisatie.
De Raad verzocht de Commissie haar inspanningen ter verbetering van de
voorstellen voort te zetten, teneinde de doelen van de Gemeenschap in
de volgende onderhandelingsfasen te verwezenlijken.
De Raad zal in een komende zitting op dit punt terugkomen.
Voorafgaand aan de zitting vond er op 22 juli een informeel diner
plaats voor de met handelsaangelegenheden belaste ministers, waarbij
de balans werd opgemaakt van de ontwikkelingen met betrekking tot de
Doha-onderhandelingen. Ook is daarbij gesproken over de buitenlandse
handel en de agenda van de EU voor concurrentievermogen en groei, in
de context van de mededeling van de Commissie "Europa als
wereldspeler: wereldwijd concurreren."
SUDAN/DARFUR - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. Het stemt de Raad tot voldoening dat thans weer intensiever wordt
getracht het conflict in Darfur op te lossen door middel van een langs
onderhandelingen tot stand te brengen politieke regeling en het
organiseren van een hybride operatie van de AU en de VN. Het is van
wezenlijk belang dat het gezamenlijke AU/VN-initiatief om het
politieke proces nieuw leven in te blazen en de vredeshandhaving in
Darfur te versterken wordt geschraagd met krachtige en coherente
internationale steun. In dit verband is de Raad verheugd over het
resultaat van de op 15 en 16 juli in Tripoli gehouden bijeenkomst van
de leden van de internationale gemeenschap die zich inspannen voor
steun aan het door de AU/VN geleide politieke proces dat in
partnerschap met de regionale actoren moet leiden tot vrede in Darfur.
Hij dringt er bij de bewegingen die niet hebben ondertekend op aan
constructief deel te nemen aan de onderhandelingen die op 3-5 augustus
in Arusha zullen plaatsvinden en roept alle partijen op zich voor te
bereiden op spoedige onderhandelingen in de context van een inclusief
proces. De Raad is tevens verheugd over een Frans initiatief om op
25 juni een vergadering van de uitgebreide contactgroep bijeen te
roepen, als een belangrijke middel om de steun van de internationale
gemeenschap voor een oplossing van het conflict te versterken, en hij
ziet uit naar de komende vergadering van de groep in de marge van de
Algemene Vergadering van de VN in september.
2. De EU betuigt opnieuw haar krachtige steun voor de
AU/VN-bemiddeling onder leiding van de speciale gezanten van de VN en
de AU en verklaart zich bereid te onderzoeken langs welke weg en met
welke middelen zij haar inzet voor de AU/VN en het politieke proces
kan versterken. De Raad onderstreept dat het van cruciaal belang is
binnen de gestelde termijnen de stappen te ondernemen die in de
gezamenlijke AU/VN-routekaart voor het politieke proces in Darfur zijn
vermeld. Hij dringt er bij alle conflictpartijen op aan de huidige
dynamiek te benutten en constructief deel te nemen aan de inspanningen
om een alomvattende en duurzame oplossing voor het conflict te vinden.
De Raad moedigt tevens de VN aan om onverwijld een speciale
vertegenwoordiger voor Sudan te benoemen.
3. De EU doet een beroep op alle partijen om te laten zien dat zij
serieus willen zoeken naar een oplossing die een eind maakt aan de
beproevingen van de bevolking van Darfur. Overeenkomstig Resolutie
1591 van de Veiligheidsraad zal de Raad alle partijen die niet
constructief deelnemen aan het vredesproces als een belemmering voor
de vrede beschouwen en zal hij ijveren voor passende
vervolgmaatregelen, met name in het kader van de VN. De EU spoort
tevens de regionale actoren aan te werken aan de convergentie van alle
bemiddelingsinitiatieven en aan de integratie daarvan in het bredere
AU/VN-kader.
4. Duurzame vrede in Darfur is alleen mogelijk in het kader van een
vreedzaam en verenigd Sudan en vereist de volledige uitvoering van het
algemeen vredesakkoord (CPA). De EU bevestigt dat zij dit proces
krachtiger wil steunen en spoort alle partijen bij het akkoord ertoe
aan zich te beijveren voor een snellere uitvoering van het CPA en
specifieke termijnen voor het bereiken van beslissende mijlpalen vast
te stellen, met name de afbakening van de noord-zuidgrens en de status
van Abeyei. In dit verband wijst de EU op het bijzondere belang van de
voorbereidingen voor de in 2009 geplande nationale verkiezingen.
5. De in Darfur gepleegde schendingen van de mensenrechten en het
internationale humanitaire recht kunnen niet ongestraft blijven. De EU
neemt nota van het verslag over de mensenrechtensituatie in Darfur dat
is opgesteld door de groep deskundigen die daartoe in maart een
mandaat van de Mensenrechtenraad van de VN (UNHCR) had ontvangen; dat
verslag bevestigt de diepe ongerustheid over de ernst van de
schendingen in Darfur en over het feit dat de daders niet ter
verantwoording worden geroepen. De Raad steunt de onverwijlde
uitvoering van de aanbevelingen van het verslag en is verheugd over
het door de UNHCR op 20 juni bij consensus genomen besluit om de
deskundigengroep te verzoeken haar werk gedurende zes maanden voort te
zetten en in september 2007 een actualisering van haar verslag voor te
leggen. De Raad onderkent dat de Sudanese autoriteiten hieraan willen
meewerken, maar roept de regering van Sudan en andere betrokken
partijen andermaal op ten volle met de groep te blijven samenwerken.
6. De EU is verheugd over de vorderingen bij de uitvoering van het
door de regering van Sudan en de VN op 28 maart 2007 ondertekende
gezamenlijk communiqué van de regering van Sudan en de VN over het
faciliteren van humanitaire acties in Darfur. Als lid van het Comité
op hoog niveau zal de EU de uitvoering van het communiqué nauwlettend
volgen en alle inspanningen met het oog op een ongehinderde en veilige
toegang voor de verstrekking van humanitaire hulp en de bescherming
van de vluchtelingenkampen steunen. Zij doet een beroep op de Sudanese
regering om alle resterende administratieve beperkingen op humanitaire
activiteiten op te heffen en herinnert haar er in dit verband aan dat
zij volgens het humanitaire recht verplicht is haar eigen burgers te
beschermen en bij te staan. De EU is bereid om verdere maatregelen,
met name in VN-verband, te overwegen om de verlening van humanitaire
hulp en de bescherming van de burgers veilig te stellen.
7. De EU is tevens bereid om ten volle haar rol te spelen bij het
verstrekken van bijstand voor de wederopbouw en ontwikkeling van
Darfur zodra er een vredesakkoord van kracht is, en een geleidelijke
overgang van humanitaire hulp naar ontwikkelingssamenwerking te
bevorderen. Hulp voor wederopbouw en ontwikkeling moet erop gericht
zijn een duurzame vrede en de verzoening van de bevolking van Darfur
te steunen en alle geledingen van de samenleving daarbij actief te
betrekken. In dit verband zal de EU tevens haar steun verlenen aan de
interne dialoog en het interne overleg in Darfur, als een inclusief
proces met vertegenwoordigers van alle belanghebbenden dat de
tegenstellingen tussen gemeenschappen moet wegwerken en de grondslagen
moet leggen voor een gemeenschappelijke en vreedzame toekomst.
8. De Raad neemt nota van de recente vorderingen bij de verlening van
VN-steun voor AMIS en de voorbereiding voor de inzet van de hybride
operatie van de AU/VN. Hij is verheugd over het door de Vredes- en
Veiligheidsraad van de AU op 22 juni genomen besluit tot machtiging
van de hybride operatie en hij ziet uit naar de spoedige aanneming van
een resolutie van de VN-Veiligheidsraad ter zake. Hij doet een beroep
op alle partijen om zich te beijveren voor een snellere implementatie
van het VN-steunpakket voor AMIS en voor een snelle uitvoering van de
hybride operatie, en met name op de Sudanese regering om daartoe met
de AU en de VN te blijven samenwerken. De Raad blijft bereid om
verdere maatregelen, met name in VN-verband, te overwegen tegen elke
partij die de implementatie van het VN-steunpakket, de uitvoering van
de hybride operatie inbegrepen, dwarsboomt. De EU looft alle landen
die troepen of andere bijdragen aan de hybride operatie hebben
toegezegd.
9. De EU bevestigt opnieuw vastbesloten te zijn om AMIS te blijven
steunen in de aanloop naar de uitvoering van de hybride operatie van
de AU en EU. De Raad wijst andermaal op de grote, dringende behoefte
aan extra financiële en materiële steun om AMIS in staat te stellen
haar mandaat te vervullen en de stap naar de hybride operatie voor te
bereiden, en dringt er bij de internationale partners op aan samen met
de EU de missie van nieuwe middelen te voorzien. Tevens bevestigt de
EU dat de civiel-militaire steun van de EU aan AMIS wordt verlengd met
een periode van maximaal zes maanden, ingaande op 1 juli 2007.
10. De EU beklemtoont dat dringend iets moet worden gedaan aan het
destabiliserende effect van de crisis in Darfur op de humanitaire en
veiligheidssituatie in de buurlanden en betuigt opnieuw haar steun
voor het creëren van een multidimensionale VN-aanwezigheid in
Oost-Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek.
11. De Raad is voldaan over het werk dat door het Raadssecretariaat en
de Commissie is verricht met het oog op verdere mogelijke acties van
de EU in Darfur en naburige regio's en verzoekt hen daarmee in
politiek, humanitair en veiligheidsopzicht door te gaan zoals
hierboven is beschreven. De Raad verzoekt zijn bevoegde instanties te
blijven plannen met het oog op een mogelijk besluit betreffende een
overbruggingsoperatie, in het kader van het Europees Veiligheids- en
Defensiebeleid, ter ondersteuning van de multidimensionale
VN-aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het noordoostelijk deel van de
Centraal-Afrikaanse Republiek ter verbetering van de veiligheid in die
regio's. Een eventuele overbruggingsoperatie moet worden gebaseerd op
een resolutie van de VN-Veiligheidsraad, met een duidelijk omschreven
exit-strategie, en moet worden uitgevoerd in volledige samenwerking
met de VN en de AU en in overleg met de autoriteiten van de betrokken
landen alsmede, indien opportuun, met buurlanden en humanitaire
organisaties."
DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO
De Raad heeft, op basis van een toelichting van de Belgische minister
na diens bezoek aan de Democratische Republiek Congo, van gedachten
gewisseld over de jongste ontwikkelingen in dit land, met name over de
veiligheidssituatie in het oosten van het land. De Raad zal de
ontwikkelingen aandachtig blijven volgen.
BETREKKINGEN MET OEKRAÏNE
De Raad heeft nota genomen van de vorderingen bij de voorbereiding van
de top EU-Oekraïne die op 14 september te Kiev zal plaatsvinden.
Naar verwacht zal deze top, de tiende in het kader van de
partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Oekraïne,
betrekking hebben op:
* ontwikkelingen in de EU en in Oekraïne;
* de relaties met Oekraïne, met name: de voorbereiding van een
nieuwe uitgebreide overeenkomst, samenwerking in buitenlandse en
veiligheidsvraagstukken, handel, grensgerelateerde kwesties en
energie, nucleaire veiligheid en het milieu;
* internationale vraagstukken, waaronder Rusland, Moldavië en
Belarus.
LIBIË
De Raad heeft zich beraden op de meest recente ontwikkelingen na de
omzetting door een Libische rechter van de doodstraffen die naar
aanleiding van de infectie van meer dan 400 kinderen met HIV/AIDS in
een Libisch ziekenhuis waren uitgesproken tegen vijf Bulgaarse
verpleegsters en een dokter. Hij zal de zaak op de voet blijven volgen
en hoopt dat er zo spoedig mogelijk een bevredigende oplossing kan
worden bereikt.
MIDDEN-OOSTEN
Vredesproces in het Midden-Oosten - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. Onder verwijzing naar zijn conclusies van 18 juni herhaalt de Raad
dat dringend werk moet worden gemaakt van een geloofwaardig
vredesproces dat de Palestijnse bevolking uitzicht biedt op een
onafhankelijke, democratische en leefbare staat die in vrede en
veiligheid naast Israël en zijn andere buurlanden bestaat, en dat
vrede en stabiliteit in het Midden-Oosten zal brengen. De Raad doet
een beroep op de partijen af te zien van iedere actie die de
levensvatbaarheid van deze oplossing bedreigt.
2. Grote zorg baren in dit verband de kolonisatieactiviteiten in en
rond Oost-Jeruzalem en elders op de westelijke Jordaanoever en de
voortgaande bouw van de afscheiding op Palestijns grondgebied, die
indruisen tegen het internationale recht. De EU erkent geen
wijzigingen in de grenzen van voor 1967 die niet door de partijen zijn
overeengekomen. Een einde maken aan het geweld tussen de partijen is
essentieel voor het welslagen van het vredesproces. De EU veroordeelt
met klem het afvuren van Qassam-raketten naar Israëlisch grondgebied.
De EU erkent het legitieme recht op zelfverdediging van Israël, doch
roept het land op zich uiterst terughoudend op te stellen en
onderstreept dat zijn optreden niet buitensporig mag zijn of in strijd
met het internationale humanitaire recht. De EU is weliswaar ingenomen
met de vrijlating van BBC-journalist Alan Johnston, maar herhaalt haar
oproep om de ontvoerde Israëlische soldaat onmiddellijk vrij te laten
en looft de inspanningen die met name partners in het gebied zich
hiertoe hebben getroost. Ook roept zij op tot onmiddellijke vrijlating
van de Palestijnse ministers en parlementsleden die door Israël worden
vastgehouden.
3. De Raad spoort de partijen met klem aan hun bilaterale dialoog voor
te zetten om zowel concrete resultaten te boeken als de weg te effenen
voor inhoudelijke politieke onderhandelingen met het oog op een
alomvattende, billijke en duurzame oplossing. De Raad is ingenomen met
de ontmoeting tussen premier Olmert en president Abbas die op 16 juli
heeft plaatsgevonden en spreekt opnieuw de hoop uit dat deze
ontmoetingen, in het kader van een vernieuwd politiek proces, spoedig
zullen uitmonden in inhoudelijke onderhandelingen over de definitieve
status. De Raad benadrukt opnieuw het belang van het Arabische
vredesinitiatief, dat een belangrijk element is om het vredesproces in
het Midden-Oosten vooruit te helpen. Hij hoopt dat de huidige dialoog
tussen de Arabische Liga en Israël een vernieuwd politiek proces ter
bevordering van de vrede in de regio zal ondersteunen. Overeenkomstig
de routekaart dient het Kwartet, in overleg met de partijen, te
gelegener tijd een internationale conferentie bijeen te roepen om deze
doeleinden te verwezenlijken. In dit verband is de EU verheugd over de
toespraak van president Bush van 16 juli en is zij vastbesloten samen
te werken met de VS, andere Kwartet-partners en partners in de regio
om het Israëlisch-Arabische conflict tot een spoedig einde te brengen.
Zij verwacht van het Kwartet dat het zal deelnemen aan de door
president Bush voorgestelde internationale bijeenkomst, en is ertoe
bereid een actieve rol op zich te nemen.
4. De EU is ingenomen met de ontmoeting van de hoofden van het Kwartet
in Lissabon. Zij verklaart in dit verband dat zij vastbesloten is om
een actieve rol te spelen teneinde met spoed een politiek en
diplomatiek proces op gang te brengen dat politieke vooruitzichten
biedt op een alomvattende regeling van het Israëlisch-Arabische
conflict die overeenstemt met de desbetreffende resoluties van de
VN-Veiligheidsraad en gebaseerd is op de routekaart en meer bepaald de
doelstellingen en beginselen die deze bevat. Zij kijkt uit naar een
bijeenkomst in de regio met de Israëli's en de Palestijnen en
vertegenwoordigers van de Arabische Liga. De EU zal een actieve rol
blijven spelen in het Kwartet, waarvan de inzet wordt onderstreept
door de aanwijzing van Tony Blair als Kwartet-vertegenwoordiger. De
Raad is zeer verheugd over deze benoeming en kijkt ernaar uit om met
hem samen te werken.
5. De Raad verwelkomt, als een eerste stap, de gedeeltelijke
overdracht door Israël van ingehouden Palestijnse belasting- en
douane-inkomsten, maar herhaalt zijn oproep om nog resterende en
toekomstige middelen onmiddellijk, volledig en regelmatig vrij te
geven. De Raad verheugt zich over de eerste vrijlating van
255 gevangenen en gedetineerden, wat een van de toezeggingen van
Israël was na de recente ontmoetingen tussen president Abbas en
premier Olmert in Sharm el-Sheikh en Jeruzalem. De Raad dringt aan op
verdere maatregelen om de gedane beloften na te komen, onder meer de
verwijdering van de controleposten en versperringen op de westelijke
Jordaanoever. Deze maatregelen zullen vooruitgang op de politieke weg
bevorderen.
6. De Raad zegt president Abbas en de regering van premier Fayyad
opnieuw zijn volledige steun toe. De Raad bevestigt zijn standpunt ten
aanzien van de gebeurtenissen in Gaza. Verzoening en nationale eenheid
door steun aan het vredesprogramma van president Abbas is de enige
manier om de nationale doelstellingen van Palestina op een vreedzame,
wettige en democratische manier te verwezenlijken. De EU is gekant
tegen iedere opdeling van de Palestijnse gebieden en herhaalt dat zij
bereid is samen te werken met alle Palestijnse partijen waarvan het
beleid en de acties een weerspiegeling zijn van de beginselen van het
Kwartet.
7. De EU heeft de betrekkingen met de instellingen van de Palestijnse
Autoriteit hervat. De EU heeft een begin gemaakt met de rechtstreekse
verstrekking van financiële en technische hulp aan de Palestijnse
regering. De Raad herhaalt zijn toezegging dat hij de instellingen en
de economie van de toekomstige Palestijnse staat zal helpen opbouwen
en beklemtoont dat de economie in de bezette Palestijnse gebieden ten
volle moet worden ontwikkeld, met name door de samenwerking met de
Palestijnse particuliere sector te stimuleren. De Raad heeft zijn
steun aan de Palestijnse civiele politie bevestigd door de hervatting
van EUPOL COPPS. De Raad roept Israël op om hiertoe de nodige
voorwaarden te creëren.
8. De EU is ernstig bezorgd over de kritieke humanitaire situatie en
zal haar uiterste best blijven doen om te zorgen voor noodhulp en
humanitaire hulp aan de bevolking van Gaza, die zij niet in de steek
zal laten. De Raad roept alle partijen op zich in te zetten voor de
opening van de grensposten van en naar Gaza voor humanitair en
commercieel verkeer. De grensovergangen in Karni en elders moeten op
regelmatige en voorspelbare wijze worden opengesteld, zodat de in de
Overeenkomst inzake verkeer en toegang vastgelegde transito-volumes
kunnen worden bereikt. Dit is nodig om de leefbaarheid van de
Palestijnse economie te garanderen en de levensomstandigheden van de
Palestijnse bevolking, zowel in Gaza als op de westelijke Jordaanoever
te verbeteren. De EU beklemtoont tevens dat de grensovergang bij Rafah
opnieuw moet worden opengesteld en dat zij bereid is de activiteiten
van de EU-grensbijstandmissie in Rafah (EUBAM Rafah) volledig te
hervatten zodra de omstandigheden dit mogelijk maken."
Libanon - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad veroordeelt ten scherpste de aanslagen die op UNIFIL zijn
gepleegd, in het bijzonder die van 24 juni 2007 welke het leven heeft
gekost aan zes leden van de Spaanse vredestroepen. Hij voelt ten
zeerste mee met de nabestaanden en met het volk en de regering van
Spanje en betuigt hun zijn diepste medeleven. Deze nieuwe poging om
Libanon te destabiliseren zal niet slagen.
2. De Raad blijft vastbesloten de soevereiniteit, onafhankelijkheid en
territoriale integriteit van Libanon te versterken en het land te
vrijwaren van buitenlandse inmenging; hij betuigt opnieuw zijn steun
aan de legitieme en democratische regering van minister-president
Siniora.
3. De Raad blijft ten zeerste bezorgd over de niet-aflatende
gewelddadigheden in Libanon, en in het bijzonder over de gevechten in
het Palestijnse vluchtelingenkamp Nahr el Bared. Hij veroordeelt eens
te meer met klem de aanvallen op de Libanese veiligheidstroepen door
terroristische groeperingen die opereren vanuit Palestijnse
vluchtelingenkampen, en betuigt zijn steun aan de Libanese
strijdkrachten die bij de gevechten in Nahr el Bared zijn betrokken.
4. De Raad dringt er bij alle politieke krachten in Libanon op aan een
oplossing voor de huidige politieke impasse te zoeken en tot een zo
breed mogelijke consensus te komen met het oog op de komende
verkiezing van de president van de Republiek en de totstandbrenging
van een representatieve regering met een brede basis. Dialoog en
algehele eerbiediging van de democratische instellingen van het land
moeten de leidende beginselen van het politieke proces zijn, in het
belang van alle Libanese burgers.
5. In dit verband is de Raad verheugd over de door Frankrijk mogelijk
gemaakte ontmoeting tussen diverse Libanese groeperingen te La Celle
Saint-Cloud op 14 en 15 juli jongstleden. Hij is verheugd over de
sfeer van vertrouwen die daarbij tussen de vertegenwoordigers van de
voornaamste politieke stromingen is gecreëerd en roept de Libanese
politieke groeperingen op hun toezegging gestand te doen om de bij die
gelegenheid hervatte dialoog voort te zetten. De Raad verwelkomt alle
constructieve initiatieven ter bevordering van vrede en stabiliteit,
met inbegrip van die van de Arabische Liga en van Saudi-Arabië, en
dringt er bij alle partijen in de regio op aan zich te onthouden van
pogingen het land te destabiliseren.
6. De Raad bevestigt dat hij blijft hechten aan de volledige en
spoedige uitvoering van alle relevante resoluties van de
Veiligheidsraad inzake Libanon. Hij herhaalt dat alle Libanese en
niet-Libanese milities moeten worden ontbonden en ontwapend,
overeenkomstig Resolutie 1559 van de VN-Veiligheidsraad. Er mogen geen
wapens in Libanon aanwezig zijn zonder toestemming van de regering en
er mag geen ander gezag gelden dan dat van de regering. Tevens
herhaalt de Raad dat hij hecht aan de volledige en spoedige uitvoering
van Resolutie 1701, in welk verband hij het laatste verslag van de
secretaris-generaal van de VN verwelkomt. De Raad roept Israel opnieuw
op een einde te maken aan de schendingen van het Libanese luchtruim
door zijn luchtmacht. Hij acht het van groot belang dat de
Libanees-Syrische grens wordt afgeschermd en verwelkomt het verslag
van het Libanese onafhankelijke grensafbakeningsteam. De Raad roept
alle staten en alle partijen op hun volle medewerking te verlenen aan
het krachtens Resolutie 1757 van de VN-Veiligheidsraad opgerichte
Speciale Tribunaal.
7. De Raad herhaalt zijn oproep tot onmiddellijke vrijlating van de
twee Israëlische soldaten die deze maand een jaar geleden zijn
ontvoerd."
WESTELIJKE BALKAN
Albanië - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"Het verheugt de Raad dat het proces van de presidentiële verkiezingen
in het Albanese parlement overeenkomstig de grondwet afgesloten is en
dat de heer Bamir Topi tot nieuwe president verkozen is. De Raad
herhaalt zijn steun voor de Europese vooruitzichten van Albanië,
waarvoor moet worden voldaan aan de EU-criteria, en spoort alle
politieke krachten aan zich tezamen in te zetten om de hiertoe
vereiste hervormingen door te voeren.
De Raad wijst ook op het belang van de onafgebroken constructieve rol
van Albanië in de regio."
Kosovo
Tijdens de lunch hebben de ministers over Kosovo gesproken. Zij
betreurden het dat de VN-Veiligheidsraad er niet in is geslaagd
overeenstemming over een resolutie te bereiken.
Er werd nota van genomen dat het onderhandelingsproces nu ongeveer 120
dagen zal worden voortgezet. De ministers riepen Belgrado en Pristina
op hieraan actief en serieus deel te nemen.
Er werd tevens op gewezen dat de EU zich moet houden aan bestaande
overeengekomen standpunten en dat zij vastbesloten is om ter
verdediging van Europese belangen, met name wat betreft de
stabiliteit, de welvaart en de Europese toekomst van de Balkan, over
deze kwestie eensgezind te blijven.
De besprekingen over hoe de onderhandelingen zullen worden gevoerd,
worden voortgezet, maar de ministers kwamen overeen dat de EU deel
moet uitmaken van het internationale team dat de onderhandelingen in
goede banen moet leiden.
IRAN
Tijdens de lunch heeft de hoge vertegenwoordiger Javier Solana de
ministers ingelicht over de jongste ontwikkelingen in de Iraanse
nucleaire kwestie, met name in het licht van zijn ontmoeting met de
Iraanse onderhandelaar, nationaal veiligheidsadviseur Ali Larijani, op
23 juni in Lissabon.
DIVERSEN
Resolutie 1562 van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
De ministers hebben van gedachten gewisseld over Resolutie 1562 van de
Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa inzake geheime
detentieplaatsen en illegale overdrachten van gevangenen. In september
2006 heeft de Raad gesteld dat het bestaan van geheime detentiecentra
waar gevangenen in een rechtsvacuüm werden vastgehouden, niet in
overeenstemming was met het internationaal humanitair recht en het
recht inzake mensenrechten.
Betrekkingen met Rusland
De ministers hebben nota genomen van de door de delegatie van het
Verenigd Koninkrijk verstrekte informatie over de ontwikkelingen in de
moordzaak Alexander Litvinenko en over de stappen die de Britse
regering heeft ondernomen in antwoord op de weigering van Rusland om
de moordverdachte in deze zaak uit te leveren.
Situatie in Zimbabwe
De ministers hebben nota genomen van de informatie van de minister van
Buitenlandse zaken van het Verenigd Koninkrijk over de snel
verslechterende economische situatie in Zimbabwe.
Europese Universiteit van Menswetenschappen
De Litouwse delegatie heeft de Raad geattendeerd op de situatie van de
Europese Universiteit van Menswetenschappen, een Belarussische
universiteit in Vilnius, en op de noodzaak deze verder te
ondersteunen.
Oecumenisch patriarchaat in Turkije
De ministers hebben met bezorgdheid nota genomen van een uiteenzetting
door de Griekse delegatie over het recente arrest van het Turkse Hof
van Cassatie inzake het oecumenische patriarchaat en over de gevolgen
hiervan voor de godsdienstvrijheid.
EVENEMENTEN IN DE MARGE VAN DE RAAD
In de marge van de Raad werden de volgende bijeenkomsten gehouden:
op 23 juli:
* Associatieraad EU-Marokko.
Op 24 juli:
* Associatieraad EU-Chili;
* Stabilisatie- en Associatieraad EU-FYROM.
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
Zie persmededeling 11911/07.
European Union