Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over het verscherpte toezicht op de
Veiligheidsregio Zeeland.
23 juli 2007
Antwoorden op kamervragen van de leden Griffith en Schippers (beiden
VVD) over het verscherpte toezicht op de Veiligheidsregio Zeeland.
1. Vraag
Kent u het artikel `Veiligheidsregio Zeeland onder verscherpt
toezicht'?
1. Antwoord
Ja
2. Vraag
Is het waar dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) de
veiligheidsregio Zeeland per direct onder verscherpt toezicht heeft
gesteld? Zo ja, waarom is deze beslissing genomen? Welke stappen
worden ondernomen om de hulpverlening bij rampen en ongevallen te
optimaliseren?
2. Antwoord
Ja.
Het verscherpte toezicht is ingesteld omdat de Inspectie voor de
Gezondheidszorg concludeert dat er onvoldoende voorwaarden in de
organisatie aanwezig zijn om verantwoorde zorg te kunnen leveren.
De Veiligheidsregio Zeeland heeft aangegeven dat in week 23 en 24 en
tijdens de zomer van het jaar 2007 door een tekort aan personeel geen
uitvoering gegeven kan worden aan de operationele GHOR-structuur. Het
gaat daarbij om ontbreken van de functie Hoofdsectie Geneeskundige
Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (Hs-GHOR) en de Regionaal
Geneeskundig Functionaris (RGF) van dienst. De Veiligheidsregio
Zeeland heeft op 20 juni 2007 aangegeven dat inmiddels de
noodzakelijke maatregelen getroffen zijn om in de lacune te voorzien.
3. Vraag
Hoe is het gesteld met de geneeskundige hulpverlening bij rampen en
ongevallen in de andere veiligheidsregio's?
3. Antwoord
De commissaris van de Koningin informeert de minister van BZK over de
voorbereiding op rampen/zware ongevallen middels de jaarlijkse
bestuurlijke rapportages. Uit de bestuurlijke rapportages van de
provincies, waarover ik u op hoofdlijnen informeerde in april van dit
jaar, zijn geen conclusies te trekken ten aanzien van de kwaliteit van
de operationele invulling van de functies van de GHOR. De toets van de
provincies is vooral procesmatig van karakter en gebaseerd op de ter
toetsing voorgelegde beheersplannen, rampenplannen en
rampbestrijdingsplannen, aangevuld met impressies vanuit de regio over
multidisciplinaire samenwerking en oefenen.
De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV) houdt toezicht op de
voorbereiding van de rampenbestrijding en crisisbeheersing door middel
van de Algemene Doorlichting Rampenbestrijding (ADR). Daarbij toetst
de IOOV of o.a. gemeenten, politie en brandweer- en Geneeskundige
Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR)-regio's adequaat zijn
voorbereid op mogelijke rampen en zware ongevallen. De IOOV werkt
samen met de IGZ. Deze samenwerking betreft het toezicht op de GHOR.
De IOOV toetst de organisatorische voorbereiding op de
rampenbestrijding door de GHOR(-regio) en de IGZ de kwaliteit van het
geneeskundig handelen van de zorginstellingen (óók onder
rampenomstandigheden) binnen de GHOR(-regio).
De IOOV heeft in 2006 de Algemene Doorlichting Rampenbestrijding, de
stand van zaken 2003-2005, naar de Tweede Kamer gestuurd. Uit de aan
de Kamer gestuurde stand van zaken en de doorlichtingen die daarna
zijn en worden gehouden, blijkt dat veel regio's dienen te werken aan
verbeteringen.
4. Vraag
Welke fasen van toezicht zijn er? Zijn er andere veiligheidsregio's
die ook onder (verscherpt) toezicht zijn gesteld? Aan welke
voorwaarden moet zijn voldaan om deze maatregel op te heffen?
4. Antwoord
De IOOV kent geen fasen van toezicht of interventie-instrumenten als
verscherpt toezicht, boetes of sluitingen van instellingen. Er zijn
ook geen andere regio's onder verscherpt toezicht gesteld. De minister
van BZK heeft de bevoegdheid besluiten te schorsen en te vernietigen;
van een besluit is echter in deze casus geen sprake.
In de fase van voorbereiding op rampen/zware ongevallen heeft de
commissaris van de koningin in de artikelen 8 en 10 van de Wet rampen
en zware ongevallen alleen een rol bij tekortschietende gemeentelijke
rampenbestrijdingplannen (vaststellingsbevoegdheid) respectievelijk
bij bepaalde onderdelen van het regionale beheersplan
(aanwijzingsbevoegdheid). De minister van BZK heeft tot taak de wijze
waarop provincie en gemeente dan wel een ander openbaar lichaam dat
uitvoering geeft aan de taken met betrekking tot het voorkomen van,
het voorbereiden op en het bestrijden van een brand, ongeval of ramp,
te toetsen (art. 19 Brandweerwet). Daarnaast toetst de minister van
BZK, in overeenstemming met o.a. de minister van VWS, periodiek de
voorbereiding op de rampenbestrijding door de in art. 19 bedoelde
organen (artikel 19a Brandweerwet).
In art. 25 Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen is
een toezichthoudende taak toegekend aan de ambtenaren van de IGZ.
De maatregel wordt opgeheven als de regio een structurele oplossing
heeft gevonden voor het geconstateerde continuïteitsprobleem en de
geboden kwaliteit van zorg op systematische wijze geborgd is.
5. Vraag
Wat zijn uw mogelijkheden om in te grijpen in de veiligheidsregio's
waar geen adequate hulpverlening geboden kan worden?
5. Antwoord
Zie het antwoord op vraag 4. Het kabinet is zich er van bewust dat de
instrumenten scherper geformuleerd kunnen worden en zal dit doen in de
toekomstige wet op de Veiligheidsregio's.
`Veiligheidsregio Zeeland onder verscherpt toezicht', ANP, 8 juni
2007
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties