Antwoorden op de vragen van het Kamerlid Van Gijlswijk (SP) over het onderzoek van Deloitte over de Wet maatschappelijke ondersteuning
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO/K/U-2784537
20 juli 2007
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op Kamervragen van het
Kamerlid Van Gijlswijk (SP) over het onderzoek van Deloitte over de
Wet maatschappelijke ondersteuning (2060720190).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het antwoord van Deloitte, waaruit blijkt dat
veel gemeenten minder dan de kostprijs voor de thuiszorg betalen?
Antwoord 1
Het rapport van Deloitte bevat geen gegevens op grond waarvan de
conclusie getrokken zou kunnen worden dat veel gemeenten minder dan de
kostprijs voor de hulp bij het huishouden betalen. Het rapport reikt
een model aan op basis waarvan berekend kan worden met welk tarief een
zorgaanbieder kostendekkend de hulp bij het huishouden kan leveren. Er
zijn, zo wordt gesteld in het rapport, aanbieders die in het kader van
de aanbesteding aan de gemeenten een aanbod hebben gedaan dat onder
dat tarief ligt. De kernboodschap uit het rapport van Deloitte is dat
de gemiddelde thuiszorgorganisatie geen positief bedrijfsresultaat kan
behalen met een tarief voor hulp bij het huishouden dat lager ligt dan
14,80 euro per uur.
Vraag 2
Om hoeveel gemeenten gaat dit volgens Deloitte, en welke bedragen
stelt Deloitte vast als kostprijs voor HV1 en HV2?
Antwoord 2
In het rapport van Deloitte worden daarover geen uitspraken gedaan. In
het rapport van Deloitte worden ook geen definitieve bedragen genoemd.
Wel wordt aangegeven op basis van welke berekeningen een kostendekkend
tarief kan worden bepaald. Voor een gemiddelde thuiszorgorganisatie
zou dat, zoals aangegeven bij de beantwoording van de vorige vraag, op
14,80 euro per uur uitkomen.
Vraag 3
Bent u bereid in te grijpen, nu ook Deloitte vaststelt dat er in veel
gemeenten afspraken onder de kostprijs zijn gemaakt, en dat er sprake
is van een forse verschuiving van HV2 naar HV1? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
De contracten die thans zijn afgesloten tussen de zorgaanbieders en de
gemeenten vallen onder hun verantwoordelijkheid. Het is niet aan de
rijksoverheid om hier in te grijpen.
Vraag 4
Hebt u inzicht in wat de thuiszorginstellingen gaan doen om het hoofd
boven water te houden, zoals bijvoorbeeld inzetten reservekapitaal,
inschakelen schoonmaakbedrijven en/of bezuinigingen op het personeel?
Zo ja, kunt u de Kamer hier inzicht in geven?
Antwoord 4
Op dit moment komen de eerste meldingen binnen van
arbeidsmarkteffecten vanwege de resultaten van hun aanbesteding. Dat
levert nog geen definitief beeld op. Binnenkort publiceer ik een
subsidieregeling die er op gericht is de overgangsproblematiek op te
lossen. Ik vermoed dat vanaf dat moment meer organisaties zich zullen
melden. Ik ben bereid de Kamer te informeren over deze meldingen.
Vraag 5
Erkent u dat beide vaststellingen - het werken onder de kostprijs en
de schuif naar HV1 - ongetwijfeld ook zullen gaan leiden tot gedwongen
ontslagen, of tot gedwongen keuze van mederwerker voor een
alpha-constructie?
Antwoord 5
Ik volg de effecten van de aanbestedingen van hulp bij het huishouden
nauwlettend. Als aanbieders een tarief hebben aangeboden dat niet
kostendekkend is kan dat er toe leiden dat er personeel ontslagen moet
worden of dat er aan medewerkers gevraagd wordt hun arbeidscontract om
te zetten. Ik heb een subsidie beschikbaar gesteld die erop gericht is
zo veel mogelijk mensen voor de zorg te behouden. Deze
subsidieregeling is gebaseerd op een convenant dat ik met werkgevers,
werknemers en de gemeenten heb gesloten. In dat convenant is ook
afgesproken dat partijen gezamenlijk ieder vanuit de eigen
verantwoordelijkheid, zullen zoeken naar wegen hoe ook in de toekomst
zo veel mogelijk medewerkers voor de zorg behouden kunnen blijven.
Vraag 6
Bent u bereid niet langer meer lijdzaam toe te zien, maar met de
gemeenten en thuiszorg spoedoverleg te voeren om deze problemen op te
lossen?
Antwoord 6
Op 19 juli heeft overleg plaatsgevonden tussen werkgevers (Actiz en
BTN), VNG en VWS. Ik zal uw Kamer over de resultaten van dat overleg
nog separaat per brief informeren.
Zoals blijkt uit het antwoord op de vorige vraag is er ook al eerder
overleg gevoerd met werkgevers, werknemers en gemeenten. Dat heeft
geleid tot goede afspraken, die vastgelegd zijn in een convenant. Die
afspraken richten zich op het oplossen van de overgangsproblematiek en
op het gezamenlijk zoeken naar oplossingen voor de lange termijn.