Europees merk

23/07/2007 11:55



CenterTone Consultancy Stichting



Door Jacqueline van der Sluis

Regelmatig hoor ik in de praktijk: ''Ik wil hier een wereldwijd patent op aanvragen'', en dan heeft men het over de naam van een nieuw product, die alleen onder het merkenrecht zal vallen. Mensen hebben prachtige nieuwe producten maar de rechten worden nog wel eens door elkaar gehaald. De beste remedie is dan stapsgewijs het hele concept van het product met ze te ontleden, zodat we tot een juiste bescherming van het product komen. Voor alle duidelijkheid leg ik dan uit dat een patent ook wel een octrooi genoemd wordt en alleen mogelijk is als het om een nieuwe technische vinding gaat. Als het gaat om de bescherming van een naam of logo voor een product of dienst dan is merkenregistratie een goede optie. Een merkenrecht krijgt men alleen door registratie ervan in bijvoorbeeld het Benelux-, Europees- of Internationaal merkenregister. Het gebruik van een merk alleen geeft nog geen merkenrecht. Hier is echt een registratie voor nodig in het merkenregister. "Tja, en dan de wereldwijde bescherming, dat is nog al wat!". Als het merk in ieder land van de wereld gebruikt zal gaan worden en er is een budget voor, dan zou ik zeggen doen, maar in de meeste gevallen is een Europese procedure voor de aanvraag van een merk een goede basis om te starten.

Een Europees merk wordt ook wel een Gemeenschapsmerk genoemd, dit omdat er door één aanvraag bescherming wordt verkregen voor de landen die aangesloten zijn bij de Europese Unie. Momenteel zijn er 27 landen aangesloten. Merkenregistratie voor de gehele Europese Unie bestaat sinds 1996 en gebeurd bij het Europees Merkenbureau in Alicante, Spanje. Meerdere malen is er een uitbreiding geweest van de Europese Unie. Een merkenrecht breidt dan mee uit naarmate de Europese Unie groeit. Een Gemeenschapsmerk kan zowel op een bedrijfsnaam als op persoonlijke titel worden geregistreerd, maar aan de indiening zijn hoge eisen gesteld. Als een merk niet aan de daaraan gestelde eisen voor registratie voldoet kan het Europees merkenbureau het merk weigeren. Het kan geweigerd worden op grond van het missen van onderscheidend vermogen, het beschrijvende karakter van de waren of diensten, het in strijd zijn met de openbare orde of goede zeden of als het misleidend is. Er zijn in veel landen vakkundige merkgemachtigden beschikbaar die de merkaanvraag uit handen kunnen nemen. Een merk zal onderscheidend vermogen moeten hebben, dat ten eerste. Hoe meer onderscheidend vermogen, hoe sterker een merk is, hoe meer bescherming het merk heeft. Dit betekent dat een bepaald product of een bepaalde dienst herkenbaar moet zijn aan de hand van het teken dat afkomstig is van een bepaalde onderneming of persoon. Een goed voorbeeld blijft altijd nog het merk CocaCola, duidelijk herkenbaar als frisdrank, maar ook het merk Google als de zoekmachine op internet. Voordat we een merk kunnen indienen zullen we dus moeten kijken naar dit onderscheidend vermogen. Ten tweede moeten we kijken naar de onderverdeling van het merk. Er zijn 45 klassen en iedere klasse vertegenwoordigt een groep van Internationale waren of diensten. Aan de hand van de productomschrijving en/of het dienstenpakket van een onderneming of de persoon vindt er een indeling plaats. De aanvraag moet in twee talen worden ingediend. Eén is een officiële taal van de Europese Unie. Hiervoor zijn er momenteel 22 talen voor handen, waaronder het Nederlands. De ander is een keuze uit één van de 5 talen die het Europees merkenbureau hanteert, zoals het Engels of het Frans. Na de indiening, de aanvraag van het merk, heeft men een merkenrecht. Ik leg het meestal uit als een voorrangsrecht, omdat de uiteindelijke rechten pas ontleend kunnen worden na de publicatie periode in de merkprocedure. Tijdens de fase van indiening beoordeelt het Europees merkenbureau of de indiening aan alle eisen voldoet die hier wettelijk voor staan. Hierna wordt er een onderzoek opgestart naar gelijkende eerdere Gemeenschapsmerken. In de nationale registers van de Europese Unie worden tevens onderzoeken opgestart en wordt er ook gekeken naar gelijkende merken. Alleen in Duitsland, Frankrijk en Italië wordt er geen onderzoek gedaan. De onderzoeksrapporten worden verzameld tot één geheel en aan de merkaanvrager of merkgemachtigde toegezonden ter informatie. Het is ook verstandig om een handelsnaamonderzoek te verrichten omdat ook dat eerdere rechten kan opleveren. De procedure loopt door ook al zijn er gelijkende merken gevonden. Het is aan de aanvrager zijn registratie wel of niet door te zetten. Het is aan de houders van oudere rechten dan bezwaar te maken tegen deze inschrijving binnen de drie maanden publicatie periode gedurende de merkprocedure. Deze publicatie van het in te schrijven merk vind plaats in het Europees merkenblad. Het bezwaar maken tegen een Gemeenschapsmerk gedurende de publicatie periode wordt een oppositie genoemd. Het bezwaar wordt bij het Europees merkenbureau ingediend en behandeld. Vaak komt men tot een compromis tussen de merkhouders door de tussenkomst van merkgemachtigden gedurende een zogenaamde "cooling-off" periode en wordt er zo een kostbare procedure bij een rechtbank vermeden. Moet het Europees merkenbureau toch zijn oordeel vellen over de rechten van de merken dan zal de verliezende partij de kosten van de tegenpartij moeten dragen. De kosten zijn relatief laag in vergelijking met een zaak die bij een rechtbank wordt beslecht. Als men de oppositie verliest als merkaanvrager dan zal het merk niet worden ingeschreven. Ook al gaat dit om een bezwaar vanuit één land. Is dit het geval dan kan de aanvraag voor de overige landen worden omgezet in nationale inschrijvingen. De datum van de indiening wordt hierbij behouden. Maar komt er geen bezwaar van een eerdere merkhouder dan wordt overgegaan tot inschrijving van het Europese merk en volgt er een bewijs van inschrijving. De gehele procedure neemt ongeveer anderhalf jaar in beslag. Een Europese merkenregistratie is geldig voor een periode van 10 jaar en kan telkens weer worden verlengd voor eenzelfde periode van 10 jaar. Maar let op! Met een inschrijving alleen is de merkhouder er nog niet. Een merk blijft alleen rechtsgeldig als het merk aantoonbaar en op een commerciële normale manier wordt gebruikt. Een Gemeenschapsmerk kan namelijk worden aangevallen als het merk 5 jaar na de inschrijfdatum nog niet wordt gebruikt. Het is weliswaar niet noodzakelijk om het merk in ieder land van de Europese Unie te gebruiken, een deel ervan is voldoende om het gebruik aan te tonen, maar het moet wel worden aangetoond anders verliest men het recht op het merk. Als het merk eenmaal geregistreerd is en op een juiste manier gebruikt wordt dan heeft het merk een financiële waarde. Hoe sterker het merk en hoe langer het merk aantoonbaar wordt gebruikt hoe meer waarde deze dus heeft. Wist u dat het merk CocaCola momenteel een waarde heeft van $ 44,1 mrd. en het merk Google zelfs op nummer 1 staat met $ 66,4 mrd. (bron: BrandZ top 100).

Uiteraard zijn er meer rechten die onder het Intellectuele Eigendom vallen, het Europees merkrecht is er één van. Alleen als het merk voldoende onderscheidend vermogen bezit kan deze voor registratie in aanmerking komen en door een merk te registreren en te gebruiken wordt men eigenaar van het exclusieve merkenrecht. Na indiening volgt een onderzoek, een publicatie periode en als er geen oppositie volgt wordt na ongeveer anderhalf jaar het Europees merk, het Gemeenschapsmerk ingeschreven. Door een juist gebruik krijgt het merk zijn waarde en dat kan een behoorlijk financieel voordeel opleveren als men kijkt naar de al bekende merken. Jacqueline van der Sluis is Europees Merken-, Tekeningen- en Modellengemachtigde en directeur bij Center Tone Consultancy - International Trademark Protection. Meer informatie omtrent de bescherming van het gehele Intellectuele Eigendom is terug te vinden op de website www.merkenregistratie.nl





http://www.merkenregistratie.nl