Geachte Voorzitter,
Op 7 juni j.l. is de Trendanalyse Biotechnologie 2007 aan mij aangeboden
door de Commissie genetische modificatie, de Commissie biotechnologie bij
dieren en de Gezondheidsraad. Bij deze bied ik u die Trendanalyse aan en
leg ik u, mede namens de minister van LNV, de minister van EZ, de minister
van OC&W en de staatssecretaris van VWS, mijn reactie op de Trendanalyse
voor. In deze aanbiedingsbrief wil ik stilstaan bij de achtergrond
waartegen de Trendanalyse tot stand is gekomen en de Trendanalyse als
beleidsinstrument. In de notitie bij deze brief wordt op de individuele
trends gereageerd.
Een integraal toetsingskader en een Trendanalyse
Sinds het verschijnen van de Integrale nota biotechnologie in 2000 wordt
het beleid voor biotechnologie integraal voorbereid en vastgesteld door de
betrokken departementen. Dit beleid omvat verschillende
toepassingsgebieden, zoals de industriële biotechnologie, de medische
biotechnologie en de agrarische biotechnologie. In 2003 is een integraal
toetsingskader voor biotechnologische ontwikkelingen opgesteld, verantwoord
en zorgvuldig toetsen . Daarin is aangegeven welke waarborgen in de wet-
en regelgeving voor biotechnologie zijn opgenomen om de randvoorwaarden te
bewaken waarbinnen een verantwoorde toepassing van biotechnologie mogelijk
is. De waarden vrijheid, veiligheid en gezondheid, duurzaamheid, menselijke
waardigheid en intrinsieke waarde van het dier worden door normen
beschermd.
De normen zijn vanwege de uiteenlopende toepassingsgebieden van de
biotechnologie en het dynamische karakter van dit vakgebied niet in één
wetsinstrument vastgelegd. Het toetsingskader ligt vast in diverse wetten
en regels met verschillende toetsingsmomenten. In sommige gevallen is
ervoor gekozen om in de wetgeving een concrete norm vast te leggen,
bijvoorbeeld door in de embryowet het kloneren van mensen te verbieden. In
andere gevallen is er voor gekozen om een zogenaamde procesnorm te
hanteren. Dit houdt in dat in de regelgeving de procedures worden
vastgelegd waarlangs besluitvorming in concrete gevallen kan plaatsvinden.
Dit laat de ruimte om rekening te houden met de specifieke aspecten van een
bepaalde casus, zoals de soort handeling, het betrokken organisme en de in
het geding zijnde waarden. Zo wordt bijvoorbeeld bij de beoordeling van de
toelaatbaarheid van genetische modificatie van micro-organismen en planten
beoordeeld of de veiligheid voor mens en milieu niet in gevaar komt. Ook
zijn er waarborgen voor een transparante besluitvorming en de keuzevrijheid
voor de consument in de regelgeving opgenomen. Hierdoor worden de waarden
vrijheid, veiligheid, gezondheid en duurzaamheid beschermd. Als het gaat om
biotechnologische handelingen bij dieren of gentherapie bij mensen zijn
dezelfde waarborgen van toepassing. Hierbij wordt bovendien een afweging
gemaakt van het beoogde doel van de handeling tegen de mogelijke aantasting
van de intrinsieke waarde van het dier respectievelijk de menselijke
waardigheid.
Bij de uitvoering van de procesnormen is vaak een belangrijke rol weggelegd
voor expertcommissies. Zij zijn in veel gevallen verantwoordelijk voor
technisch-wetenschappelijke advisering en ethisch-maatschappelijke
informering/signalering aan betrokken bewindspersonen. Hiertoe bestaan de
commissies uit experts op verschillende wetenschappelijke gebieden en uit
verschillende sectoren, zoals biologen, ecologen, medici, ethici en
sociaalwetenschappers. De expertcommissies spelen ook een belangrijke rol
in het actueel houden van het toetsingskader door het tijdig signaleren van
ontwikkelingen in de biotechnologie die aanleiding zouden kunnen geven tot
beleidsreacties van de overheid. Bij de behandeling in de Tweede Kamer van
het integrale toetsingskader is afgesproken om deze signaleringsfunctie te
bundelen in een trendmatige analyse van biotechnologische ontwikkelingen,
de Trendanalyse biotechnologie. De eerste Trendanalyse verscheen in
2004 .
De Trendanalyse wordt opgesteld door expertcommissies op verschillende
deelgebieden van de biotechnologie, waardoor een beeld ontstaat van
ontwikkelingen over de hele breedte van de biotechnologie. In onderhavige
reactie op de Trendanalyse Biotechnologie 2007 wordt uiteengezet op welke
wijze met deze ontwikkelingen wordt omgegaan. Op deze manier kan het
integrale toetsingskader blijven aansluiten op de stand van de wetenschap.
Tevens biedt de Trendanalyse, in combinatie met de reactie erop,
gelegenheid voor een goed geïnformeerd debat over ontwikkelingen in de
biotechnologie en daaraan verbonden aspecten. Op deze manier draagt de
Trendanalyse eraan bij dat voorkomen wordt dat politiek en beleid achter de
feiten aanlopen, door nieuwe ontwikkelingen tijdig in beeld te brengen
waardoor politieke sturing mogelijk is.
Kansen zorgvuldig benutten
Het bewaken van de randvoorwaarden waarbinnen biotechnologie verantwoord
kan worden toegepast maakt het mogelijk om de kansen die biotechnologie
biedt te benutten. Het gaat onder meer om kansen voor het wetenschappelijk
onderzoek en de Nederlandse economie. Ook kan biotechnologie oplossingen
bieden voor actuele maatschappelijke vraagstukken rond gezondheid, voeding,
veiligheid, milieu en duurzaamheid. Het Kabinet zet in op het benutten van
deze kansen. Hierbij wordt ingezet op het gehele innovatietraject; van de
opbouw en behoud van de kennisbasis tot subsidieprogramma's voor startende
bedrijven. Ik ga kort in op twee voorbeelden, het Netherlands Genomics
Initiative (NGI) en het Actieplan Life Sciences.
Het NGI heeft sinds de oprichting eind 2001 gezorgd voor de opbouw van een
stevige genomics kennis infrastructuur in Nederland. De eerste fase van
NGI, die eind 2007 afloopt, is gericht op het creëren van focus en massa
door de bundeling van onderzoeksgroepen, bedrijven en ziekenhuizen in
centra. Deze bundeling zorgt ervoor dat de wetenschappelijke resultaten
direct vertaald kunnen worden in praktische toepassingen voor patiënt,
consument en industrie. Een voorbeeld van een resultaat van dit programma
is een recent ontwikkelde test waarmee vooraf kan worden vastgesteld in
hoeverre chemotherapie nodig is en een meerwaarde zal hebben bij
borstkankerpatiënten. Met deze test kan veel patiënten een onnodige
chemokuur bespaard blijven. Het plan voor tweede fase van NGI, 2008-2012,
is op 1 mei 2007 aangeboden aan de ministers van de betrokken
departementen. Deze fase zal nog meer gericht zijn op het omzetten van
wetenschappelijke resultaten in concrete bijdragen aan maatschappelijk
welzijn en economische groei.
Het Actieplan Life Sciences beschrijft specifiek hoe de stimulering van
bedrijvigheid binnen de life sciences sector wordt aangepakt. Een concreet
voorbeeld is het programma Biopartner (tussen 2000 en 2005) voor startende
life sciences bedrijven. Dit programma is inmiddels geëvalueerd en
behandeld in de Tweede Kamer . Biopartner is voortgezet in het bredere
programma Technopartner. De vorderingen met betrekking tot de uitvoering
van het actieplan life sciences worden bewaakt via de Life Sciences
Monitor, welke voor het laatst in 2005 is verschenen . In de toekomst zal
deze thematiek worden ondergebracht in de voortgangsrapportage over EZ-
sleutelgebieden en innovatieprogramma's op de gebieden life sciences,
voeding en gezondheid. Ook op Europees niveau wordt erop ingezet om het
potentieel van de biotechnologie ten volle te benutten, daarbij overigens
de ethische en maatschappelijke aspecten niet uit het oog verliezend. Dit
staat beschreven in de Europese strategie voor de Life Sciences . Hiervan
is recentelijk een mid-term review gepubliceerd en behandeld in de
Europese Raad.
Trendanalyse 2007
In 2005 heeft de toenmalige staatssecretaris van VROM mede namens betrokken
bewindslieden van LNV en VWS opdracht verleend aan de Commissie genetische
modificatie (Cogem), de Commissie biotechnologie bij dieren (Cbd) en de
Gezondheidsraad om de tweede Trendanalyse biotechnologie op te stellen .
Deze drie commissies zijn gezien hun taken en samenstelling in staat om een
overkoepelend en deelgebiedoverstijgend overzicht van de biotechnologie te
geven. Aan de commissies is gevraagd om een uitgewerkte analyse van
nationale en internationale biotechnologische trends, in het bijzonder die
trends die de deelgebieden van de biotechnologie overstijgen. Daarbij is
ook gevraagd om aandacht voor verschuiving van de beleving van waarden in
de maatschappij en aandacht voor kansen èn risico's van biotechnologie voor
de maatschappij op het gebied van de volksgezondheid, het milieu, de
landbouw, de industrie en de economie.
De commissies hebben de opdracht opgepakt door een aantal
achtergrondstudies op te stellen waarin een beschouwing is gegeven van
ontwikkelingen over de hele breedte van de biotechnologie. Aan de hand van
een aantal criteria is uit deze ontwikkelingen een selectie gemaakt van een
achttal trends. De geselecteerde trends zijn nader uitgewerkt tot concrete
dilemma's waar de overheid in de komende jaren mee geconfronteerd zal
worden. Het hanteren van criteria beschouw ik als een verstandige manier om
inzichtelijkheid te geven in het proces van het selecteren van trends, dat
altijd tot op zekere hoogte arbitrair zal zijn. De gehanteerde criteria
passen bij vorm en doel van de Trendanalyse. Zo is er gekeken naar impact
van de ontwikkeling en de beleids- of maatschappelijke relevantie, waardoor
die trends zijn uitgelicht waar een ingrijpen door de overheid het meest
urgent lijkt. Door te kijken naar het realiteitsgehalte en de
nieuwheidswaarde wordt voorkomen dat er onnodig aandacht uitgaat naar hypes
of dat aandacht wordt besteed aan onderwerpen die al ruime belangstelling
van politiek en beleid hebben gekregen in een ander kader. De tijdshorizon
van vijf jaar waarbinnen de ontwikkelingen hun beslag krijgen, zorgt ervoor
dat gekeken wordt naar actuele trends en niet op trends die nu nog
voornamelijk toekomstmuziek zijn.
Burgers en andere belanghebbenden
De commissies hebben bij het opstellen van de Trendanalyse inbreng gezocht
van bij biotechnologie betrokken organisaties. In een vroeg stadium zijn de
gesignaleerde trends aan een brede selectie van die organisaties voorgelegd
met de vraag of de trends herkend werden en of er belangrijke trends
ontbraken. Na uitwerking van de geselecteerde trends is een workshop
georganiseerd waar de trends zijn gepresenteerd aan de organisaties,
waarbij gelegenheid was voor discussie over de trends. De input van de
betrokken organisaties is verwerkt in de Trendanalyse.
De ontwikkelingen in de biotechnologie raken ook burgers. Daarom is het van
belang dat ook de mening van burgers wordt meegenomen. In een gezamenlijk
project van de schrijvers van de Trendanalyse en de betrokken ministeries,
zijn die trends die dilemma's bevatten die dichtbij burgers liggen,
voorgelegd aan burgers. De consultatie betrof een kwalitatief deel
(burgerpanels) en een kwantitatief deel (webenquête). Een verslag van de
consultatie is terug te vinden in bijlage 1. De uitkomsten van de
burgerconsultatie zijn verwerkt in de reactie op de Trendanalyse.
Andere relevante documenten
Naast de Trendanalyse zijn er ook op internationaal niveau documenten
verschenen die een beeld geven van ontwikkelingen in de biotechnologie. Een
voorbeeld daarvan is het recent verschenen rapport van het
onderzoekscentrum van de Europese Commissie (het JRC) over biotechnologie,
Consequences, opportunities and challenges of modern biotechnology for
Europe . Waar van toepassing is in onderhavig standpunt ook rekening
gehouden met de constateringen uit dit rapport.
De Trendanalyse als beleidsinstrument
Naar mijn mening heeft de Trendanalyse biotechnologie 2007 een goed beeld
opgeleverd van ontwikkelingen in de biotechnologie. De meest relevante
ontwikkelingen zijn in detail uitgewerkt en in bijgevoegd rapport voorzien
van een reactie. Op deze manier zijn de belangrijkste ontwikkelingen onder
de aandacht van regering en parlement gebracht. Ik zie uit naar de
discussie met de Tweede Kamer over de gesignaleerde trends en de manier
waarop daarmee wordt omgegaan. Tevens zie ik uit naar een discussie over de
vraag of deze manier van signaleren en behandelen van nieuwe ontwikkelingen
tot tevredenheid stemt en voortzetting verdient.
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Jacqueline Cramer
-----------------------
Kamerstukken II, 2000/01, 27 428, nr. 2
Kamerstukken II, 2002/03, 27 428, nr. 39
Kamerstukken II, 2004/05, 27 428, nr. 57
Kamerstukken II, 2003/04, 27 406, nr. 10
Kamerstukken II, 2005/06, 27 406, nr. 61
Kamerstukken II, 2005/06, 27 406, nr. 83
Strategy for Europe on Life Sciences and Biotechnology, COM(2002) 27
COM(2007) 175
Niet-dossierstuk II, 2004 - 2005, vrom050710
April 2007, http://bio4eu.jrc.es
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer