Gemeente Rotterdam

Bestuursdienst

Concerncommunicatie

Bezoekadres: Stadhuis

Coolsingel 40 Rotterdam

Postadres: Postbus 70012

3000 KP Rotterdam

Nr. 143

19 juli 2007

'De wijken, de deelgemeenten en de stad'

Wijken centraal in plan van aanpak verbetering bestuurlijke organisatie

De dienstverlening aan burgers en bedrijven moet slimmer en nog meer servicegericht. Procedures moeten beter, eenvoudiger en sneller. De sociale kwaliteit in buurten en wijken moet omhoog. De gemeentelijke organisatie moet weten welke problemen er in de wijken leven en deze aanpakken. Dit zijn de uitgangspunten van het plan van aanpak "De wijken, de deelgemeenten en de stad", dat wethouder Jeannette Baljeu (o.m. Organisatie) vanmiddag aanbiedt aan Marco Rook, voorzitter van de Verenigde Deelgemeenten.

Het plan bevat voorstellen voor een sterkere en betere organisatie van de gemeente, in het belang van de Rotterdammers. Het college van Rotterdam wil, binnen het huidige deelgemeentenbestel, de ambtelijke en bestuurlijke organisatie zo inrichten dat het aansluit bij de uiteenlopende opgaven in de wijken. Het college stelt in het plan van aanpak vast dat deelgemeenten in het algemeen goede en bewezen instrumenten zijn om beter de stad, de burgers en ondernemers van dienst te zijn. Dat wordt bevestigd door onderzoek onder Rotterdammers ('De staat van Rottterdam 2007'), dat aantoont dat die in grote lijnen positief zijn over het deelgemeentelijk bestel.

Partners

Wethouder Jeannette Baljeu: "Het college ziet de deelgemeenten als partners die aan de frontlijn staan. De deelgemeenten zijn bondgenoten waarmee we resultaten willen behalen op het gebied van veiligheid, economie, sociaal en wonen, de vier pijlers van het collegeprogramma. We willen een organisatie die problemen effectief en efficiënt aanpakt. En dienstverlening aanbieden die gericht is op de behoeften van bewoners, ondernemers en maatschappelijke partners."

Marco Rook is als voorzitter van de Verenigde Deelgemeenten betrokken geweest bij het opstellen van dit plan: "Het is goed dat we nu heldere afspraken maken over een beter en herkenbaarder bestuur dat duidelijkheid schept voor de Rotterdammers. Als we de aanwezige bestuurskracht in de deelgemeenten en van de stad optimaal benutten kan dat alleen maar goed zijn voor de bewoners in de Rotterdamse wijken."".

Vier sporen

Het college kiest ervoor om via vier verschillende sporen de gemeentelijke organisatie aan te passen en te verbeteren. Het gaat om de volgende sporen:

1. Convenanten

Er komen afspraken tussen het college en de deelgemeenten over de inzet van de deelgemeenten om de doelstellingen uit het collegeprogramma te halen. In die convenanten staat wat de deelgemeenten en het centrale bestuur in de komende jaren met elkaar gaan bereiken en wat de Rotterdammers kunnen verwachten van 'de overheid'. Onderdeel van de convenanten zijn sociale wijkactieprogramma's in navolging van de wijveiligheidsprogramma's.

2. Financiën

Op korte termijn moeten het college en de deelgemeenten beslissen over een goede verdeling van gelden. Het deelgemeentefonds wordt geëvalueerd en er wordt gekeken in welke mate er een herijking van het fonds nodig is.

3. Bedrijfsvoering en dienstverlening

De bedrijfsvoering moet efficiënter en de dienstverlening met meer servicegericht. Uitgangspunt daarbij is dat Rotterdammers merken dan dat er een overheid is die ook echt wat voor elkaar krijgt en dat Rotterdammers profiteren van een betere dienstverlening. De Stadswinkels en gebiedsgericht werken zijn daar goede voorbeelden van.

4. Helderheid en bestuurskracht

Tussen het stedelijke bestuur en de deelgemeenten moet de afstemming en verdeling van bevoegdheden weer helder worden. Voor de Rotterdammers moet het weer duidelijk zijn wie en waarvoor hij of zij kan aanspreken.

Via deze vier sporen wil het college een basis leggen voor een hechte gemeentelijke organisatie in Rotterdam. Een organisatie die optimaal kan presteren in het belang van de burgers en ondernemers, en die de vele opgaven en uitdagingen in de stad, de deelgemeenten en de wijken, efficiënt en effectief aan kan.

noot voor de redactie/