Trimbos-instituut

19-07-2007
Symptomen sociale fobie goed te behandelen

Utrecht, 19 juli 2007. Mensen met een sociale fobie kunnen tegenwoordig redelijk succesvol worden behandeld met medicijnen en/of cognitieve gedragstherapie. Dit blijkt uit het Jaarboek 2006 van de Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid (NMG) van het Trimbos-instituut. In het Jaarboek wordt helder en beknopt de wetenschappelijke stand van zaken rond een aantal belangrijke psychische stoornissen beschreven.

Naast de sociale fobie, de afhankelijke persoonlijkheidsstoornis en de dissociatieve identiteitsstoornis wordt in het Jaarboek 2006 aandacht besteed aan twee gedragsstoornissen bij kinderen: CD (conduct disorder) en ODD (oppositional-defiant disorder). Eerdere Jaarboeken van de NMG bevatten informatie over onder meer schizofrenie, dementie, depressie, ADHD, anorexia nervosa, autismespectrum stoornissen, antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornissen.

Mensen met een sociale fobie zijn bang om af te gaan tijdens een speech of om een oninteressante partij te zijn in een gesprek. Deze angst kan leiden tot het vermijden van sociaal gedrag, zoals feestjes bezoeken, spreken in het openbaar, of op visite gaan. In Nederland heeft naar schatting 8% van de mensen deze stoornis ooit gehad. De stoornis komt anderhalf keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Het herkennen van de klachten is van groot belang. Een sociale fobie is namelijk redelijk goed te behandelen met medicijnen en/of cognitieve gedragstherapie. 43 tot 70% heeft baat bij SSRI's, geneesmiddelen die werkzaam zijn op de boodschapperstof serotonine in het brein.

Een kind met CD (conduct disorder) gedraagt zich negatief, agressief en opstandig. Deze kinderen pesten, bedreigen of intimideren anderen, beginnen vaak vechtpartijen, bestelen mensen, zijn wreed tegenover mensen en/of dieren, liegen of verbreken beloftes, stichten opzettelijk brand, vernielen eigendommen van anderen, en spijbelen vaak. Naar schatting heeft 2 tot 4% van de kinderen CD. Meer jongens dan meisjes hebben deze stoornis. Zowel genetische factoren als omgevingsfactoren (psychiatrische problemen of relatieproblemen van ouders, crimineel gedrag van ouders) spelen een rol bij het ontstaan ervan.

De Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid is ontstaan op initiatief van het ministerie van VWS en voorziet beleidsmakers en professionals in de gezondheidszorg van actuele, betrouwbare wetenschappelijke informatie over de geestelijke volksgezondheid en de geestelijke gezondheidszorg. Het is een instrument om de kwaliteit van de geestelijke gezondheidszorg in Nederland te verbeteren. De NMG wordt gecoördineerd door het Trimbos-instituut, en ondersteund door een Wetenschappelijke Raad onder voorzitterschap van prof. dr. Paul Schnabel (SCP). De teksten van het Jaarboek 2006 staan - evenals die van de eerdere jaarboeken - op de website van het Trimbos-instituut: www.trimbos.nl, onder de knop 'psychische stoornissen/informatie voor professionals'. De teksten worden regelmatig geactualiseerd.

Nationale Monitor Geestelijke Gezondheid. Jaarboek 2006. H. van 't Land, C. de Ruiter. Uitgave: Trimbos-instituut, 2007. Te bestellen via www.trimbos.nl/producten, of tel. 030-2971180. Bestelnummer AF0716. Prijs: 25,50.

---

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling Communicatie van het Trimbos-instituut. Telefoon 030 - 297 11 00. Bezoekadres: Da Costakade 45, Utrecht.
Postadres: Postbus 725, 3500 AS Utrecht.
Telefoon (030) 297 11 00 Fax: (030) 297 11 11