Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid
Postbus 90801
en diverse andere organisaties op het 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
gebied van belangenbehartiging zieken en Telefoon (070) 333 44 44
arbeidsongeschiktheid Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
Bankastraat 42 C
9715 CD GRONINGEN
9715CD42XC
Contactpersoon Uw brief Van 21 mei 2007
Doorkiesnummer Ons kenmerk UB/K/2007/18542
E-mail Datum 18 juli 2007
Onderwerp Medische arbeidsongeschiktheidskeuring
Geachte dames en heren
Uw brief van 21 mei 2007 die is geschreven namens de Steungroep ME en
Arbeidsongeschiktheid, Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten, Whiplash Stichting
Nederland, RSIO-vereniging, Nederlandse Vereniging voor Slechthorenden, HIV-vereniging
Nederland, Actiecomité Stop de Herkeuringen, Landelijke Vereniging van
Arbeidsongeschikten en de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad heb ik in goede orde
ontvangen. In deze brief spreekt u er uw zorg over uit dat patiënten met moeilijk
objectiveerbare aandoeningen (systematisch) geschikt verklaard worden voor werk dat zij om
gezondheidsredenen niet aankunnen, waardoor zij (vaker dan gemiddeld bij de
herbeoordelingsoperatie) geheel of gedeeltelijk arbeidsgeschikt worden verklaard. Uw enige
verklaring daarvoor is een andere, volgens u onrealistische, medische beoordeling.
Ik wil hierop graag reageren. Ik heb over uw brief contact opgenomen met het UWV.
Uit de kwaliteitswaarnemingen van het UWV blijkt niet dat cliënten bij de herkeuringen
worden goedgekeurd voor werk dat zij vanwege gezondheidsproblemen niet aankunnen en
blijkt ook niet dat mensen voor meer uren werk geschikt worden gedacht dan zij belastbaar
zijn. Uit deze waarnemingen komt naar voren dat (uren)beperkingen worden toegekend
conform de professionele standaard en dat de door de verzekeringsarts toegekende
beperkingen over het algemeen correct zijn vastgesteld. Dat sluit niet uit dat in het individuele
geval een situatie zou kunnen optreden zoals door u aangegeven. Indien een cliënt het niet met
de beoordeling door de verzekeringsarts of arbeidsdeskundige van het UWV eens is kan de
cliënt zijn bezwaar via bezwaarprocedure kenbaar maken. De door u aangegeven stijging in de
omvang van genoemde problematiek wordt in ieder geval niet weerspiegeld in een stijging van
het aantal bezwaarzaken bij het UWV op dit punt. Op basis van de informatie die het UWV
mij heeft verstrekt blijkt niet, dat er sprake is van een systematisch uitvoeringsbeleid dat geen
of weinig rekening houdt met medische beperkingen. De basis voor de beoordeling van
Ons kenmerk UB/K/2007/18542
arbeidsongeschiktheid is nog altijd het Schattingsbesluit dat - voor wat betreft de medische
component - vrijwel onveranderd is.
Zo er al van een stijging van verlagingen/intrekkingen van uitkering sprake is, is dit het gevolg
van de aangescherpte arbeidskundige criteria. Bij de WAO staat niet de aandoening of
diagnose centraal, maar wel wat de beperkingen zijn als gevolg van een ziekte of gebrek om
arbeid te verrichten. Dit betekent dat het enkele feit dat iemand een bepaalde aandoening heeft
geen betekenis heeft voor het recht op WAO. Bij de bepaling van de mate van
arbeidsongeschiktheid stelt het UWV op basis van een medisch en arbeidskundig onderzoek
vast, gegeven een bepaalde aandoening of diagnose, welke functies betrokkene nog kan
verrichten, rekening houdend met de beperkingen. Uit het loonverschil tussen wat iemand
verdiende en nu nog kan verdienen volgt de mate van arbeidsongeschiktheid en de hoogte van
de WAO-uitkering. Als dat leidt tot het oordeel dat de uitkering moet worden verlaagd of
ingetrokken, ook voor mensen met een moeilijk objectiveerbare aandoening, dan is dit een
gegeven dat volgt uit de gewijzigde WAO-systematiek.
Ik onderschrijf samen met u het belang van een zorgvuldige keuring. Het UWV bewaakt de
kwaliteit van het sociaal medisch handelen op gestructureerde wijze en legt hierover
verantwoording af in de kwartaal- en jaarverslagen. Daarnaast houdt de Inspectie Werk en
Inkomen toezicht op de uitvoering van taken door het UWV. Op basis hiervan is mijn beeld
dat het UWV in algemene zin in staat is om kwalitatief goede keuringen uit te voeren. Mocht
dat in individuele gevallen desondanks niet het geval zijn dan staan zoals gezegd de
mogelijkheden van bezwaar en beroep open.
Wel is het zo dat vaststelling van de functionele mogelijkheden bij het ene ziektebeeld lastiger
is dan bij het andere. Daarom wordt continu gewerkt aan het vermeerderen en verdiepen van
de verzekeringsgeneeskundige kennis. In dit verband kunnen onder meer genoemd worden de
samenwerking die het UWV is gestart met het wetenschappelijk onderwijs om te komen tot
academisering van de verzekeringsgeneeskunde, de verzekeringsgeneeskundige protocollen
die door de Gezondheidsraad worden ontwikkeld en de ontwikkeling van claimprudentie
binnen het UWV.
Het kennisniveau van de verzekeringsartsen bij het UWV wordt actueel gehouden via scholing
en coaching. Daarbij worden relevante inzichten en resultaten van wetenschappelijk onderzoek
betrokken. Verzekeringsartsen zijn verplicht deel te nemen aan scholings- en
coachingsactiviteiten. Hiermee wordt voldaan aan de eisen zoals geformuleerd door de
beroepsvereniging NVVG en de sociaal medische registratiecommissie van de KNMG.
Ik heb er begrip voor dat in geval tegen de indrukken en gevoelens van de
arbeidsongeschikte in de WAO-uitkering wordt verlaagd of beëindigd, dit gepaard kan gaan
met vragen over de zorgvuldigheid van het claimbeoordelingsproces. De verantwoordelijkheid
voor de wijze waarop de medische keuringen worden uitgevoerd is, binnen de gestelde kaders,
een verantwoordelijkheid van het UWV, waarin ik niet kan treden. Om deze reden is een
---
Ons kenmerk UB/K/2007/18542
gesprek met uw organisaties niet opportuun. Mijn conclusie is, op grond van het hiervoor
gestelde in deze brief, dat het UWV in het algemeen op een zorgvuldige wijze uitvoering geeft
aan het claimbeoordelingsproces.
Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid