Kamervragen over de valwildregeling in de Achterhoek
17 juli 2007 - kamerstuk
Kamerbrief over afspraken tussen de politie in de Achterhoek en
zogenaamde valwildverlofhouders. De minister stelt onder andere dat
haar niets bekend is van individuele vergoedingen aan
valwildverlofhouders.
Meer informatie
* Kamervragen over de valwildregeling in de Achterhoek
Kamerstuk | 17-07-2007 | PDF-Document, 61 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
J u ridische Zaken
Geachte Voorzitter,
Hiermee geef ik, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) over de
valwildregeling in de Achterhoek.
1
Kent u het bericht 'Nieuwe wet valwild wordt overtreden'?1 Over welke 'nieuwe wet'
spreekt de politie hier?
Ik ben op de hoogte van dit bericht. De "nieuwe wet" betreft een afspraak tussen politie
en valwildverlofhouders om in situaties waarbij de verkeersveiligheid in het geding is snel
te kunnen handelen en om daarbij dierenleed zoveel als mogelijk te voorkomen.
De valwildregeling is slechts een operationeel gerichte regeling ten behoeve van de
politie, het betreft hier geen wetgeving. Valwildverlofhouders zijn daartoe aangewezen
groene Buitengewoon Opsporingsambtenaren, voorzien van een verlof, of
jachtaktehouders.
2
Kunt u aangeven op welke grond Politie en Wildbeheereenheden (WBE's) bevoegd zijn om
afspraken te maken over het doden van (wettelijk beschermde) dieren? Is het waar dat
alleen de politie bevoegd is een vervoerder aan te wijzen? Zo ja, waarom stelt u in
antwoord op eerdere vragen over de valwildregeling2, dat WBE's ook bevoegd zijn? Zo
neen, vanuit welke optiek kent u dan een rol toe aan de WBE's? Kunt u aangeven welke
bevoegdheden de Wildbeheereenheden hebben, waar deze zijn vastgelegd en op basis van
welke juridische gronden zij deze bevoegdheden hebben gekregen? Kunt u daarbij ook
aangeven op welke wijze u voorkomt, dat de financiële belangen die WBE's hebben niet
verstrengelen met het recht van een gewond of ziek dier op adequate zorg?
1 http://www.gelderlander.nl/achterhoek/article1454209.ece
2 Aanhangsel Handelingen nr. 1555, vergaderjaar 2006-2007
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Juridische Zaken
team
Kwaliteitsaangelegenheden
en visserij
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070-3784481
Fax: 070-3786127
Telegramadres: Landvis
Telex: www.minlnv.nl
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
6 juni 2007 2060717150 TRCJZ/2007/2054 17 juli 2007
Kamervragen over de valwildregeling in
de Achterhoek (TRC/2007/2756)
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
17 juli 2007 TRCJZ/2007/2054 2
3
Kunt u aangeven op welke grond de politie bevoegd is om partijen uit te sluiten voor het
vervoeren van gewonde en zieke dieren en welke criteria de politie hiervoor hanteert?
Op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet kan door Gedeputeerde Staten van de
provincie onder voorwaarden ontheffing worden verleend van het verbod om dieren te
doden in een aantal nader genoemde belangen, bijvoorbeeld de voorkoming en
bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren, behorende tot de
diersoorten edelhert, ree, damhert of wild zwijn. Gedeputeerde Staten kunnen op basis
van artikel 68 ook ontheffing verlenen van het verbod om dieren te vervoeren ten
behoeve van opvang.
In artikel 14 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten wordt een
vrijstelling verleend van het verbod om dieren te vervoeren en onder zich te hebben ten
behoeve van vervoer voor opvang of verzorging. In het derde lid van dit artikel is met
betrekking tot reeën, edelherten, damherten en wilde zwijnen bepaald dat deze
vrijstelling slechts geldt indien van tevoren een melding is gedaan bij de politie. Dat
vervoer geschiedt door een door de politie aangewezen vervoerder. Voor alle overige
beschermde inheemse diersoorten geldt een algemene vrijstelling voor vervoer van zieke
of gewonde dieren ten behoeve van opvang en verzorging. Wel moet het dier dan binnen
12 uur worden overgedragen aan personen of instanties die gerechtigd zijn beschermde
dieren onder zich te hebben.
Op grond van artikel 14, derde lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en
plantensoorten is het aan de politie om een vervoerder aan te wijzen voor reeën,
damherten, edelherten en wilde zwijnen. Daarbij maakt de politie gebruik van de kennis
en het advies van de wildbeheereenheden. De bevoegdheid van de politie impliceert het
stellen van criteria aan de partij die de gewonde dieren mag vervoeren. Uit deze
bevoegdheid vloeit dus ook voort dat de politie afspraken mag maken met
wildbeheereenheden over het doden of vervoeren naar opvang van in het verkeer gewond
geraakte reeën, edelherten, damherten en wilde zwijnen. Voor andere dan de in artikel 14,
derde lid, van het voornoemde besluit genoemde beschermde inheemse diersoorten die in
het verkeer gewond zijn geraakt, geldt een algemene vrijstelling voor vervoer ten behoeve
van opvang of verzorging (artikel 14, lid 1 en 2, Besluit vrijstelling beschermde dier- en
plantensoorten).
Voor het overige verwijs ik u naar de beantwoording van de vragen van het lid Thieme
(PvdD) van 21 mei 20073. Hierin valt ook te lezen hoe de vergoeding voor het ophalen van
valwild is geregeld en dat ik niet bekend ben met individuele vergoedingen aan politie of
wildbeheereenheden.
4
Deelt u de mening dat een objectieve, deskundige inschatting wordt gemaakt bij het
bepalen of een gewond dier of achtergebleven jong voor opvang en rehabilitatie in
aanmerking komt? Zo ja, waar baseert u uw mening op? Zo neen, op welke wijze wilt u dit
3 zie voetnoot 2
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
17 juli 2007 TRCJZ/2007/2054 3
verbeteren? Kunt u aangeven hoe gegarandeerd kan worden dat een objectieve,
deskundige inschatting wordt gemaakt bij het bepalen of een gewond dier of
achtergebleven jong voor opvang en rehabilitatie in aanmerking komt, gelet op het feit
dat Wildbeheereenheden een vergoeding ontvangen voor enerzijds het ophalen van
valwild en anderzijds voor het leveren van valwild aan de poelier?
5
Deelt u de mening dat de inschatting of een gewond dier of achtergebleven jong voor
opvang en rehabilitatie in aanmerking komt gemaakt zou moeten worden door een
medisch deskundige, zoals een veearts of dierenarts of een daartoe gekwalificeerde
medewerker van de dierenambulance? Zo ja, bent u bereid maatregelen te treffen om
ervoor te zorgen dat voortaan medisch deskundigen zullen worden ingeschakeld of op een
andere manier zorg wordt gedragen voor het aanbrengen van een scheiding tussen
degenen die de behandelmogelijkheden van gewonde en zieke dieren beoordelen en
degenen die er financieel belang bij hebben gewonde en zieke dieren te doden? Zo neen,
waarom niet en bent u bereid om op een andere manier zorg te dragen dat er een
scheiding komt tussen degenen die de behandelmogelijkheden van gewonde en zieke
dieren te beoordelen en degenen die er financieel belang bij hebben gewonde en zieke
dieren te doden?
Ik ben van mening dat de huidige afspraken afdoende zijn. In mijn beantwoording van de
vragen van het lid Thieme (PvdD) van 21 mei 20074 heb ik aangegeven dat ik van mening
ben dat de politie en wildbeheereenheden bevoegd zijn om gezamenlijk afspraken te
maken over het doden of vervoeren naar opvang van in het verkeer gewond geraakte
beschermde inheemse dieren. Wildbeheereenheden zijn deskundig om de afweging te
maken of een gewond dier of achtergebleven jong voor opvang en rehabilitatie in
aanmerking komt of niet. Maatregelen die het mogelijk maken om medisch deskundigen
in te schakelen acht ik daarom niet noodzakelijk. Bovendien komen ernstig gewonde
edelherten, wilde zwijnen en damherten niet vaak in aanmerking voor opvang. Om verder
dierenleed te voorkomen is een genadeschot in deze gevallen vaak de beste oplossing.
Voor de beantwoording van de vraag naar het financiële belang verwijs ik u naar de
beantwoording van de vragen van het lid Thieme van 21 mei 20075.
6
Deelt u de mening dat de valwildregeling, waarin wordt aangegeven dat deze zich richt op
reeën, vossen, dassen, zwijnen en gedomesticeerde damherten, in strijd is met artikel 14
van het "Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten", waarin volgens lid 3
alleen bij reeën, edelherten, damherten en wilde zwijnen vóór het vervoer melding moet
worden gemaakt bij de meldkamer van het regionale politiekorps in de regio waar een
dier wordt aangetroffen? Zo ja, bent u bereid hier maatregelen tegen te treffen? Zo neen,
waar baseert u dat op?
Nee. De valwildregeling is gericht op de dieren die het meest voorkomen in de Achterhoek
en waarmee de meeste aanrijdingen plaatsvinden. De regeling is op zichzelf niet in strijd
4 zie voetnoot 2
5 zie voetnoot 2
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
17 juli 2007 TRCJZ/2007/2054 4
met artikel 14, derde lid, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. In
het geval er een aanrijding plaatsvindt met een andere beschermde inheemse diersoort
dan de genoemde dieren in artikel 14, derde lid van het Besluit vrijstelling beschermde
dier- en plantensoorten (reeën, edelherten, damherten en wilde zwijnen) geldt immers de
algemene vrijstelling van artikel 14, eerste lid, van voornoemd besluit.
7
Kunt u aangegeven waarom de van een verlof voorziene BOA/jachtaktehouder via internet
verwerkte gegevens van een aanrijding met wild uitsluitend door (financieel)
belanghebbenden worden geregistreerd? Kunt u aangeven waarom de bedoelde gegevens
op het internet niet openbaar zijn? Bent u bereid hierin verandering te brengen
bijvoorbeeld ten behoeve van het treffen van preventieve verkeersmaatregelen op plaatsen
waar veel wild oversteekt? Zo ja, op welke wijze en op welke termijn? Zo neen, waarom
niet?
Voor de verkeersveiligheid op provinciale wegen zijn Gedeputeerde Staten van de
provincies verantwoordelijk. De Faunabeheereenheden hebben een belangrijke rol bij de
registratie van aanrijdingen, aangezien zij ook verantwoordelijk zijn voor het opstellen
van faunabeheerplannen. Zie mijn antwoorden op de vragen van het lid Thieme van 16
mei 20076 over de registratie van verkeersongelukken met in het wild levende dieren.
8
Heeft u kennisgenomen van het voornemen van de politie om medewerkers van de
dierenambulance te verbaliseren in geval zij hulp verlenen aan gewonde in het wild
levende dieren? Deelt u de mening dat het werk van de dierenambulance hiermee onnodig
bemoeilijkt wordt en dat de inzet van de dierenambulance eerder bevorderd dan
gefrustreerd zou moeten worden, mede gelet op het feit dat dierenambulances geen eigen
belang vertegenwoordigen maar het belang van het gewonde dier als uitgangspunt
hebben? Zo ja, welke actie wilt u daarop ondernemen en op welke termijn? Zo neen,
waarom niet en op welke wijze wilt u hulp aan gewonde en zieke dieren organiseren
waarbij een financieel belang of gewin van degene die beoordeeld of en op welke wijze
het dier wordt behandeld of doodgemaakt, wordt uitgesloten?
Het betreft hier een vrijstelling om gewonde dieren te vervoeren. Deze geldt bij reeën,
edelherten, damherten en wilde zwijnen alleen als er een melding is gedaan bij de politie.
Indien de dierenambulance geen melding doet bij de politie kan zij geverbaliseerd
worden. De Gedeputeerde Staten van de provincie kan de dierenambulance overigens wel
ontheffing verlenen van het verbod om dieren te vervoeren op grond van artikel 68 van de
Flora- en faunawet.
Zoals in mijn beantwoording van de vragen van het lid Thieme (PvdD)7 is te lezen is mij
niets bekend van individuele vergoedingen aan politie en/of wildbeheereenheden. Zie ook
mijn beantwoording van de vragen 2 en 3.
6 kenmerk 2060715070
7 zie voetnoot 2
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
17 juli 2007 TRCJZ/2007/2054 5
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit