Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Inspectie
Werk en Inkomen

Jaarplan 2008

IWI houdt toezicht op
Centrale organisatie werk en inkomen (CWI)
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)
Gemeenten
Sociale Verzekeringsbank (SVB)
Stichting Inlichtingenbureau Gemeenten (IB)
Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI)
Raad voor Werk en Inkomen (RWI)
SociaalEconomische Raad (SER)
De Nederlandsche Bank (DNB)
Autoriteit Financiële Markten (AFM)
Certificatie en keuringsinstellingen op het terrein van arbeidsomstandigheden College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen

Onafhankelijk Transparant Slagvaardig Professioneel Selectief Samenwerkend

De Inspectie Werk en Inkomen draagt door haar toezicht bij aan het doeltreffend functioneren van het stelsel van werk en inkomen. IWI is de onafhankelijke toezichthouder voor de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Inspectie Werk en Inkomen
De inspectie houdt onafhankelijk toezicht op de uitvoerings
organisaties die de werknemers en volksverzekeringen
uitvoeren en op de gemeenten, die verantwoordelijk zijn
voor de uitvoering van de sociale voorzieningen. IWI oordeelt
ook over de werking van het stelsel van werk en inkomen,
door bijvoorbeeld te kijken naar de wijze waarop CWI,
UWV, SVB en gemeenten samenwerken bij de uitvoering
van hun taken. Verder houdt IWI tweedelijnstoezicht op
de certificatie en keuringsinstellingen op het terrein van
arbeidsomstandigheden, en op DNB en de SER. Op DNB in
diens hoedanigheid van toezichthouder op de uitvoering van
pensioenwet en regelgeving door pensioeninstellingen. Op de
SER bij de uitvoering van diens taken op grond van de Wet
op de bedrijfsorganisatie. Ook geeft IWI een oordeel over de
jaarrekening van de SER.
De oordelen neemt de inspectie op in openbare rapporten.
Zij brengt deze onder de aandacht van belanghebbenden en
van de samenleving. De inspectie rapporteert over haar toezicht
aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en aan
de uitvoeringsorganisaties, zodat zij het beleid, de sturing en de uitvoering gericht kunnen aanpassen en verbeteren.

Jaarplan 2008
Inspectie Werk en Inkomen

2 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Ten geleide
Participatie is een van de belangrijkste doelen van het nieuwe kabinetsbeleid. Samen met de sociale partners en relevante organisaties wil het kabinet de komende jaren 200.000 mensen extra aan de slag helpen. Een doel dat ook een beroep doet op de inspectie. Want de beoogde participatie vereist dat de organisaties over de juiste kennis beschikken om hun dienstverlening te verbeteren.
Ondanks economische voorspoed en een groot aantal onvervulde vacatures zijn veel mensen in Nederland niet actief op de arbeidsmarkt. Het kabinet wil met name allochtonen, ouderen en vrouwen activeren. Daarnaast zijn er veel mensen die al lang aan de kant staan en beperkte werkervaring combineren met fysieke, sociale en psychische belemmeringen. De grootste uitdaging voor het stelsel van werk en inkomen is op dit moment om deze groepen te stimuleren en te ondersteunen bij een structurele verbetering van hun situatie. Intensieve samenwerking tussen organisaties binnen en buiten het stelsel en met het bedrijfsleven is daarvoor essentieel. Het belang van de cliënt moet centraal staan.
In haar toezicht hanteert de inspectie het principe `vertrouwen waar het kan, toezicht waar het moet'. Daarmee sluit de inspectie aan op het programma Eenduidig toezicht, waarmee de gezamenlijke rijksinspecties werken aan minder, beter en duidelijker toezicht. Het heeft geleid tot een nieuwe aanpak van het jaarplan en de onderzoeksprogrammering. Waar de inspectie voorheen separate onderzoeken publiceerde, presenteert zij haar bevindingen in 2008 meer programmatisch. In het jaarplan zijn om die reden alleen de onderwerpen en beleidsvelden opgenomen die leidend zijn voor de inspectie. De exacte invulling van het onderzoeksprogramma vindt in een later stadium plaats, na overleg met de organisaties die de taken uitvoeren.
Die aanpak past goed bij de rol die de inspectie ook wil vervullen: kennis verzamelen en delen, waarmee andere organisaties hun voordeel kunnen doen. Van goede voorbeelden en slechte ervaringen moet geleerd worden. In 2008 zal de inspectie deze rol met verve vervullen.
Mw. mr. drs. C. Kervezee
Inspecteur-generaal

Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Inhoud
Inleiding 4 Programma 2008 8
· Werk en inkomen 10
· Arbeidsveiligheid 13 Producten en werkwijze 14 De organisatie 20 Bijlage 1 Wettelijke en reguliere producten in 2008 25 Bijlage 2 Producten uit het jaarplan 2007 die in 2008 gepubliceerd worden 26 Bijlage 3 Samenvatting van de begroting 2008 van IWI (indicatief) 28 Lijst van afkortingen 32

Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Inleiding
Programma 2008
Producten en werkwijze
De organisatie

Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Inleiding
De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) houdt toezicht op de uitvoering van beleid op het terrein van werk en inkomen en arbeidsveiligheid. In het jaarplan 2008 geeft de inspectie aan welke activiteiten zij zal ondernemen.
Het stelsel van werk en inkomen is erop gericht om iedereen bestaanszekerheid te werk en inkomen geven. Dit met betaald werk of, als dat niet mogelijk is, met een uitkering of pensioen. Het ontvangen van een uitkering betekent naar de mening van het kabinet niet dat de aansluiting op de samenleving verloren mag gaan. Het streven is erop gericht om de langdurige uitkeringsgerechtigde zoveel als mogelijk maatschappelijk te laten deelnemen. deelnemen De inspectie gaat na of organisaties op het terrein van werk en inkomen bijdragen aan het realiseren van deze doelstellingen. Om een sluitende aanpak te krijgen zal dit veelal door samenwerking tot stand moeten komen. De inspectie geeft aan waar samenwerking successen worden geboekt, waar verbeteringen mogelijk zijn en wat de verklarende factoren voor successen of tekortkomingen zijn. Het vervolgens uitdragen van goede praktijken geeft organisaties de gelegenheid van elkaar te leren.
Evenals in 2006 en 2007 stelt de inspectie in haar toezichtactiviteiten de burger centraal. Die heeft er immers belang bij dat uitvoeringsorganisaties en burger centraal gemeenten hun werk goed uitvoeren en dat beleidsdoelen worden bereikt. Uitkeringsgerechtigden, werknemers en werkgevers hebben recht op een overheid die effectief, efficiënt en klantgericht handelt. Dit betekent duidelijkheid in regelgeving en gedrag, correcte bejegening en ondersteuning op maat.
Het toezicht van de inspectie heeft ook betrekking op certificatie- en keurings- instellingen op het terrein van arbeidsomstandigheden en productveiligheid. De overheid beoogt de risico's voor arbeidsveiligheid en gezondheid voor arbeidsveiligheid werknemers te minimaliseren. Dit is het uitgangspunt voor de inspectie bij het toezicht op het stelsel van certificatie en accreditatie.
De doelstellingen uit het coalitieakkoord van februari 2007 vormen de basis voor coalitieakkoord dit jaarplan. Op basis van risicoanalyse bepaalt de inspectie welke activiteiten zij verricht. Bij de nadere invulling van het onderzoek kiest de inspectie de vorm die het meeste recht doet aan het uitgangspunt `minder last, meer effect', zoals verwoord in de kaderstellende visie op toezicht. Vanzelfsprekend houdt zij daarbij rekening met de fase waarin de uitvoering verkeert en de aard en omvang van mogelijke risico's.

Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

In de programmering streeft IWI naar een balans tussen nieuwe activiteiten, activiteiten die doorlopen vanuit het jaarplan 2007 en wettelijke producten. Hoofdstuk 2 beschrijft het kader voor de nieuwe activiteiten. Hoofdstuk 3 gaat in op de producten en werkwijze. In de bijlagen zijn overzichten opgenomen van de wettelijke en reguliere producten en van de activiteiten die voortvloeien uit het jaarplan 2007 waarvan de resultaten in 2008 worden gepubliceerd.

8 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Inleiding
Programma 2008
Producten en werkwijze
De organisatie

Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

10 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Werk en inkomen
Een belangrijke uitdaging: iedereen doet mee
Het kabinet heeft de ambitie alles in het werk te stellen zoveel mogelijk mensen weer deel te laten nemen aan de samenleving. Het is belangrijk dat ieders mogelijkheden worden benut. Dit geldt voor herintreders, jongeren, ouderen en arbeidsgehandicapten, maar ook voor mensen die al langere tijd een uitkering ontvangen, zoals langdurig bijstandsgerechtigden.
In het jaarverslag over 2006 concludeert de inspectie dat van de 1,4 miljoen uitkeringsgerechtigden er 165.000 mensen langdurig in de bijstand zitten en 400.000 mensen al lange tijd een ww- of arbeidsongeschiktheidsuitkering hebben. In de huidige economische situatie vinden uitkeringsgerechtigden die redelijk dicht bij de arbeidsmarkt staan al snel hun weg naar een nieuwe baan, eventueel met ondersteuning. Toch staat een grote groep mensen, ondanks de economische grote groep nog aan de kant opleving, nog aan de kant. Wie al langere tijd in een uitkeringsituatie zit, vindt vaak moeilijk aansluiting op de arbeidsmarkt. De oorzaken hiervoor zijn divers: het kan bijvoorbeeld gaan om het ontberen van arbeidsritme of om het ontbreken van een adequaat niveau van kennis en ervaring. Daarnaast kampt een deel van deze groep met sociale problemen zoals verslaving, slechte of geen huisvesting of schulden. Ook speelt de negatieve beeldvorming rond deze groep een belemmerende rol bij pogingen om weer aan het werk te komen.
Zonder op de persoon toegesneden ondersteuning van uitvoeringsinstanties en gemeenten zal het voor deze groep moeilijk zijn een baan te vinden. Daarbij gaat het niet alleen om de weg naar betaald werk (re-integratie), maar ook om betaald werk maatschappelijke participatie indien een reguliere baan nog een brug te ver maatschappelijke participatie is. Hoewel het bieden van ondersteuning een verantwoordelijkheid is voor uitvoeringsorganisaties en gemeenten, hebben vooral gemeenten de middelen en instrumenten (nodig) om hieraan uitvoering te geven. Dit instrumentarium om participatie te bevorderen richt zich ook op prikkels die aan de inkomenskant worden gegeven.
Een goed functionerend stelsel van voorzieningen is een belangrijke voorwaarde om succesvolle participatie van mensen die al langer aan de kant staan te realiseren. Dit betekent ook dat de dienstverlening goed op hun problemen is toegesneden. De keten van werk en inkomen kan daarbij niet los worden gezien van het geheel van voorzieningen. Vaak reikt de vraag van de burger verder dan het reguliere geheel van voorzieningen instrumentarium dat de organisaties op het terrein van werk en inkomen kunnen bieden. Aanspraak op andere voorzieningen is dan nodig om aan de randvoorwaarden voor re-integratie te kunnen voldoen.

11 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Participatie van moeilijk bemiddelbare groepen
Om moeilijk bemiddelbare groepen met succes te laten re-integreren is het belangrijk dat uitvoeringsorganisaties en gemeenten in staat zijn om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar te laten aansluiten. Dit vergt niet alleen een goede ondersteuning van de werkzoekende, maar ook voldoende kennis van de arbeidsmarkt.
Verder vereist het de inzet van instrumenten die de werkgever stimuleren om werkgever stimuleren mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, zoals arbeidsgehandicapten, voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie, allochtone vrouwen en ouderen in dienst te nemen.
Een nieuwe gedachte om economische zelfstandigheid tot stand te brengen, is het stimuleren van ondernemerschap bij uitkeringsgerechtigden. Dit leidt niet ondernemerschap alleen tot duurzame re-integratie, maar genereert ook economische dynamiek en sociale cohesie in de wijken. Uitvoeringsinstanties en gemeenten zetten diverse instrumenten in om kleinschalig ondernemerschap te stimuleren.
In 2008 richt de inspectie zich op de dienstverlening door uitvoeringsinstanties en gemeenten aan moeilijk bemiddelbare cliënten. Het gaat daarbij om de vraag moeilijk bemiddelbare cliënten of de dienstverlening succesvol is en welke factoren dit beïnvloeden. Te denken valt aan factoren zoals de kennis van uitvoeringsinstanties en gemeenten over de kwalificaties van de cliënten, de kennis over de selectie van het in te zetten instrumentarium en kennis over de vraagzijde van de arbeidsmarkt, de wijze waarop de uitvoeringsinstanties en gemeenten voorzien in de aansluiting tussen kwalificaties van cliënten en dat wat de arbeidsmarkt vraagt en de activiteiten van de uitvoering om het kleinschalige ondernemerschap te stimuleren. Ook zal de inspectie zich richten op de vraag of gemeenten in staat zijn voldoende maatschappelijk zinvolle taken voor deze groep te organiseren. zinvolle taken Inkomenszekerheid en prikkels voor participatie
Een groot aantal mensen is voor langere tijd aangewezen op een inkomen op bijstandsniveau. Voor deze mensen is de toegankelijkheid tot het stelsel niet altijd eenvoudig (bijvoorbeeld door taalbarrières). Gemeenten krijgen meer ruimte om de inkomenszekerheid voor deze groep te borgen. De keerzijde van dergelijke voorzieningen kan zijn dat er onvoldoende financiële prikkel bestaat bij de uitkerings- financiële prikkel gerechtigde om betaald werk te accepteren. Ook de sociale prikkel om open te staan voor participatie kan afnemen. Gemeenten en uitvoeringsinstanties zullen alles in het werk moeten stellen deze mensen te motiveren toch betaalde arbeid te gaan verrichten, bijvoorbeeld door hen aan te spreken op hun plicht tot re-integratie. plicht tot re-integratie

12 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

In 2008 gaat de inspectie na hoe uitvoeringsorganisaties en gemeenten met positieve en negatieve prikkels stimuleren dat uitkeringsgerechtigden het gewenste re-integratiegedrag vertonen en wat de resultaten zijn van deze inspanningen. Ook beziet de inspectie of uitvoeringsorganisaties en gemeenten de re-integratieverplichting strikt handhaven en wat daarvan de gevolgen zijn. Ten aanzien van het onderwerp inkomenszekerheid bestaat tevens het risico dat er onvoldoende in de rechten van burgers wordt voorzien. De inspectie wil verklaren waarom een deel van de burgers afziet van een uitkering. De vraag is bijvoorbeeld of als iemand van een uitkering afziet, de beoogde participatie wordt doorkruist. Burgers van loket naar loket: de toegankelijkheid van het stelsel Het beleid op het terrein van werk en inkomen is erop gericht dat uitkerings- in eigen inkomen voorzien gerechtigden alles in het werk stellen om in hun eigen inkomen te voorzien. De uitvoerende instanties hebben de taak hen in dat streven zo goed mogelijk te ondersteunen, want het is niet altijd vanzelfsprekend dat iemand zelfstandig zijn weg vindt in de keten van werk en inkomen. Dit is zeker het geval wanneer uitkeringsgerechtigden te maken hebben met een meervoudige problematiek en zich voor elk afzonderlijk probleem bij verschillende loketten moeten melden voor verschillende loketten begeleiding en advies. Voor een succesvolle participatie moeten ook voorzieningen als scholing, inburgering, schuldhulpverlening, zorg en kinderopvang worden ingezet. De inspectie richt zich in 2008 op de vraag of de burger zijn weg vindt in de keten en er in slaagt om die dienstverlening te krijgen die hem in staat stelt om economisch dan wel maatschappelijk te participeren. De benodigde dienstverlening kan betrekking hebben op het gehele stelsel van voorzieningen. De inspectie focust op het stelsel van werk en inkomen, maar is zich er van bewust dat een succesvolle re-integratie vaak geconditioneerd moet worden door een beroep op andere voorzieningen. Daarbij zal de inspectie maximaal samenwerken met andere inspecties samenwerken samenwerken en onderzoeksinstituten.
In 2008 gaat de inspectie na of uitvoeringsinstanties en gemeenten de SUWI-keten effectief en efficiënt laten werken en welke factoren dit beïnvloeden. De SUWI- organisaties hebben verschillende taken, maar moeten de doelen op het gebied van preventie, activering en uitkering gezamenlijk bereiken. Cruciaal in dit streven is dat de ketenpartijen zich niet alleen richten op eigen doelstellingen, maar zich richten op het doel van de keten als geheel, namelijk zoveel mogelijk mensen aan werk te de keten als geheel helpen. Dit doel lijkt realiseerbaar als uitvoeringsinstanties en gemeenten diverse instrumenten voortvarend inzetten, zoals bedrijfsverzamelgebouwen, het digitaal klantdossier en de uitrol van succesvol gebleken samenwerkingsexperimenten.


1 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Dit betekent ook dat SUWI-instanties de ruimte moeten krijgen om dit tot stand te brengen. De focus dient primair te liggen op de burger en het beoogde resultaat focus op burger waarbij de schotten tussen wettelijke taken en budgetten geen blokkade mogen vormen.
Arbeidsveiligheid
IWI houdt toezicht op certificerende en keurende instanties voor arbeidsveiligheid (cki's). Het gaat onder andere om instanties voor liften, hijskranen en drukapparatuur. De cki's zijn private instanties die een publieke taak uitvoeren. In 2008 worden de private instanties, publieke taak eisen aan cki's verder verduidelijkt en aangescherpt. De Raad voor Accreditatie (RvA) heeft hierin een centrale rol. In het nieuwe stelsel zal de RvA, in opdracht van de inspectie, de kwaliteit van cki's en de door hen uitgevoerde keuringen toetsen. In 2008 volgt IWI de implementatie en de werking van het nieuwe stelsel. De overheid wil dat werknemers zo veilig en gezond mogelijk werken. Een van veilig en gezond werken de middelen van de wetgever om dit te waarborgen, is de verplichte keuring en certificatie van personen, systemen en producten (de certificatieobjecten). Dit middel is doeltreffend wanneer deze certificatieobjecten daadwerkelijk worden gekeurd en gecertificeerd én wanneer de keuring en certificatie volgens de normen wordt uitgevoerd.
In 2008 stelt de inspectie twee vragen centraal:

· Is de samenwerking tussen betrokken toezichthouders en ministeries, handhavers, het openbaar ministerie en cki's adequaat om niet-gecertificeerde objecten snel en accuraat te identificeren?
Het gaat hier om het realiseren van een sluitende en effectieve keten van sluitende keten handhaving en toezicht, zodat de nalevingsbereidheid en de pakkans vergroot worden. De inspectie richt zich in 2008 op twee werkvelden. Eén hiervan is asbestinventarisatie en -verwijdering.

· Functioneren de cki's inhoudelijk en organisatorisch goed? Cki's moeten blijvend voldoen aan de door SZW gestelde aanwijzingscriteria en moeten zorgdragen voor een hoge kwaliteit van keuring en certificatie. Om een volledig beeld te krijgen van het functioneren van een cki is het van belang dat toezichthouders informatie uitwisselen en samenwerken. Dit laatste is ook van informatie uitwisselen belang voor het beperken van toezichtlast.


1 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Inleiding
Programma 2008
Producten en werkwijze
De organisatie


1 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen


1 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Producten en werkwijze
IWI is de onafhankelijke toezichthouder voor de minister van SZW. Zij houdt toezicht op de uitvoeringsorganisaties en gemeenten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de sociale voorzieningen. Daarnaast heeft de inspectie een aantal toezichttaken op het terrein van arbeidsveiligheid. De inspectie richt zich vooral op de vraag in hoeverre de uitvoering bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen van de wetgever. Draagt de uitvoering hier onvoldoende aan bij, dan analyseert IWI wat de redenen zijn. De inspectie brengt eveneens successen in de uitvoering in kaart en draagt hiervoor verklarende factoren aan. IWI stimuleert hiermee de kwaliteit en het lerend vermogen van de uitvoering.
Verder richt IWI zich op (specifieke taken) van De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM), de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Raad voor Werk en Inkomen (RWI). De werkzaamheden op het terrein van DNB en de AFM vragen specifieke expertise om deze taak in te kunnen vullen. De inspectie zoekt hiervoor adequate vormen.
IWI maakt producten die voortvloeien uit omgevings- en risicoanalyses en producten risicoanalyses risicoanalyses die gemaakt worden naar aanleiding van actuele ontwikkelingen. Daarnaast zijn er actuele ontwikkelingen producten die te maken hebben met de wettelijke opdracht zoals het meerjarenplan, het jaarplan, het jaarverslag en de toezichtbaarheidstoetsen (T-toetsen). Rapporten en verkennende studies
De inspectie presenteert de resultaten van haar onderzoek in rapporten en verkennende studies. Het gaat hierbij om ongeveer tachtig procent van de toezichtactiviteiten. In een rapport spreekt de inspectie haar oordeel uit over een oordeel onderzochte situatie. IWI stuurt de rapporten aan de minister, die deze binnen vier weken na ontvangst en voorzien van zijn oordeel, aanbiedt aan het parlement. De inspectie gebruikt de informatie uit verkennende studies bij verder onderzoek. Een verkennende studie gaat ter kennisname naar de minister, die besluit de studie al dan niet door te sturen naar het parlement. Zowel rapporten als verkennende studies zijn openbaar. openbaar De keuze voor de rapportagevorm, rapport of verkennende studie, hangt samen met het uitvoeringsstadium. Dit komt onder andere tot uitdrukking in het verschil tussen een onderzoek naar een implementatietraject en een onderzoek naar de uitvoering van een operationeel proces.
De inspectie geeft ook op aanvullende manieren bekendheid aan de onderzoeks- resultaten uit rapporten en verkennende studies, bijvoorbeeld door deze te presenteren in workshops, symposia en nieuwsbrieven.


1 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Monitoring
Door monitoring, het systematisch verzamelen en duiden van informatie over de verzamelen van informatie uitvoering, bepaalt IWI waar de belangrijkste risico's zich bevinden en op welk moment een toezichtonderzoek nodig is. Komt een onderwerp als risicovol naar voren, dan gaat IWI eerst na in hoeverre de uitvoering het risico al ondervangt. Afhankelijk hiervan voert IWI zelf onderzoek uit, intensiveert zij de monitoring of zet zij de reguliere monitoring activiteiten voort.
T-toetsen
De inspectie beoordeelt op verzoek van de minister voorgenomen wet- en regelgeving en beleid op toezichtbaarheid. Dit betekent dat de inspectie nagaat of de normen duidelijk en meetbaar zijn, of de bevoegdheden en instrumenten van IWI toereikend zijn om het toezicht uit te oefenen en of de bedoeling van de wet- en regelgeving helder is.
Expertisebijdragen
De inspectie levert expertise aan de minister van SZW ten behoeve van de beleids- voorbereiding en de sturing van de uitvoeringsorganisaties. Het gaat om advies, advies signalen en informatie.
Programmamanagement
Het effect van toezicht wordt vergroot door de uitkomsten van de individuele toezichtactiviteiten meer in samenhang met elkaar te presenteren. In 2008 gaat de inspectie verder met het bundelen van haar toezichtactiviteiten in programma's. Hiermee wordt de samenhang tussen de verschillende toezichtactiviteiten en samenhang producten vergroot en ontstaat een vollediger zicht op wat er speelt op het betreffende terrein, waar de kennislacunes zijn en waar eventuele risico's zich bevinden. Op dit moment worden er programma's uitgewerkt op het gebied van handhaving, de elektronische overheid en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Kaderstellende visie op toezicht
Ook in 2008 is het toezicht van de inspectie gebaseerd op de kaderstellende visie op toezicht waarin de zes principes van goed toezicht zijn geformuleerd: goed toezicht
· Selectief: richt zich op onderwerpen waarvoor het risico bestaat dat beleidsdoelen niet of onvoldoende worden gehaald;

· Slagvaardig: tijdig en actueel, inspelend op veranderingen in de maatschappij, in het beleid en bij de uitvoering;

· Samenwerkend: met andere inspecties en toezichthouders;

· Onafhankelijk: met een eigen agenda en onderzoeksprogramma;


18 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen


· Transparant: openbaar, de keuzes en de afwegingen van de inspectie zijn duidelijk;
· Professioneel: de producten van IWI doen er toe, de medewerkers zijn goed gekwalificeerd.
Samenwerking
Door samenwerking en afstemming maken de toezichthouders optimaal gebruik van elkaars kennis, kunnen ze beter oordelen en voorkomen ze dat uitvoerings- organisaties onnodig veel hinder ondervinden van het toezicht. IWI stemt haar werkzaamheden af met andere organisaties en werkt nauw met hen samen. Het gaat bijvoorbeeld om het College bescherming persoonsgegevens (CBP) en de Algemene Rekenkamer.
In de Inspectieraad werken de veertien rijksinspecties, waaronder IWI, samen aan de vernieuwing van het toezicht vanuit de rijksoverheid. De Inspectieraad vernieuwing richt zich onder meer op de inrichting van front offices per domein. Dit betekent dat er één aanspreekpunt is en dat het toezicht georganiseerd is alsof er één rijkstoezichthouder is die op één manier gegevens verzamelt.
IWI is trekker van het front office voor het domein kinderopvang. IWI doet dit op grond van haar positie als tweedelijnstoezichthouder op het terrein van kinderopvang. Deze taak kan als gevolg van de overgang van het beleidsterrein kinderopvang van SZW naar OCW ook anders worden gepositioneerd.
De voorgenomen onderzoeken naar onder meer de werking van het lokale systeem van toezicht en handhaving en het jaarlijks landelijk oordeel opzet en werkwijze toezicht kinderopvang zullen dan door de `opvolger' van IWI worden uitgevoerd. Dat geldt ook voor de rol als trekker van het front office van de samenwerkende inspecties.
Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) is een samenwerkingsverband van vijf inspecties, die zich allen (deels) met jeugdvraagstukken bezig houden. De gecombineerde onderzoeken kenmerken zich doordat een jeugdvraagstuk in een gemeente in volle omvang en diepgaand wordt onderzocht en vervolgens door de gemeente wordt vertaald in een actieplan.
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) en IWI hebben een samenwerkingsconvenant met als doel optimaal gebruik te maken van de beschikbare gegevens binnen de sociale zekerheid. CBP en IWI willen daarmee een bijdrage leveren aan het verminderen van de toezichtlast voor de sociale zekerheidssector. verminderen toezichtlast CBP en IWI stemmen hun onderzoek periodiek af en voeren samen onderzoek uit.


1 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen


20 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Inleiding
Programma 2008
Producten en werkwijze
De organisatie


21 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen


22 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

De organisatie
IWI is een baten-lastendienst van het ministerie van SZW en werkt resultaatgericht. resultaatgericht De inspecteur-generaal maakt in een tarievennota afspraken met de secretaris- generaal over de producten, de prijs en de planning van de producten en over de wijze waarop IWI de doelmatigheid van de organisatie jaarlijks verbetert. De tarievennota is een uitwerking van het jaarplan en wordt in december 2007 vastgesteld.
De inspectie heeft voor 2008 een begroting ingediend van 23 miljoen euro, die voor
77 procent uit personele kosten bestaat. De formatie van IWI neemt, samenhangend formatie neemt af met de taakstelling die voor de rijksoverheid geldt, in de periode 2007 tot en en met
2009 af van 236 naar 190 fte. De formatie in 2008 is 212,6 fte, verdeeld over twee onderzoeksdirecties en drie stafafdelingen. In de bijlage staat een samenvatting van de begroting.
In de ingediende begroting is drie procent van de loonsom gereserveerd voor opleidingskosten. Opleidingen zijn een instrument voor zowel de ontwikkeling van de competenties van medewerkers als voor het ondersteunen van de ontwikkeling in de organisatie. De opleidingen zijn mede gericht op employability (binnen het employability publieke domein). Naast standaardopleidingen volgen medewerkers op maat gesneden opleidingen afgestemd op specifieke discipline en individuele behoefte. In 2008 staat het opleidingsprogramma in het teken van programmamanagement en projectmatig werken. Een deel van de opleidingen wordt samen met andere rijksinspecties georganiseerd.
De inspectie voert een actief mobiliteitsbeleid dat gericht is op de ontplooiing en ontplooiing de ontwikkeling van de medewerkers. Uitgangspunt is een evenwicht tussen het behoud van specialistische kennis voor de organisatie en de inbreng van kennis en ervaring door het aantrekken van nieuwe medewerkers. Het streven is dat jaarlijks
20 procent van de medewerkers verandert van functie en dat de helft hiervan zijn loopbaan vervolgt buiten de inspectie (van werk naar werk). Instrumenten die het mobiliteitsbeleid ondersteunen zijn de opleidingen maar ook trainingen, detacheringen, stages en functieruil.


2 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen


2 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Bijlagen


2 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Bijlage 1
Wettelijke en reguliere producten in 2008

· T-toetsen, toezichtbaarheidstoetsen op nieuwe wetgeving.

· Monitoring, systematische gegevensverzameling over de uitvoering.
· Expertise, advies, signalen en informatie van IWI die voor het departement van SZW relevant zijn bij de beleidsvoorbereiding en de sturing van de uitvoeringsorganisaties.

· Jaarverslag IWI 2007.

· Oordelen over de jaarverantwoordingen 2007 van de uitvoeringsinstanties UWV, CWI, SVB, BKWI en IB. Voor specifieke onderdelen beoordeelt de inspectie tevens de jaarverantwoordingen van RWI, SER, CTB en cki's.

· Landelijk oordeel 2007 over de uitvoering van de Wsw door gemeenten.
· Landelijk oordeel over opzet en werkwijze toezicht kinderopvang (in afstemming met OCW).

· Rapportages wetsconformiteit van de besluiten van UWV, CWI en SVB. De inspectie beoordeelt ieder kwartaal de besluiten op wetsconformiteit.
· Rapportages beroep op hardheidsclausule WWB. De inspectie levert oordelen aan de minister en de toetsingscommissie die bezien of in een specifiek geval door een gemeente terecht een beroep is gedaan op de hardheidsclausule.
· Rapportages ernstige tekortkomingen WWB. Rapportages over de tekort- komingen in de gemeentelijke uitvoering op rechtmatigheidsgebied.
· Rapportage rechtmatigheid van activiteiten van UWV en SVB ten behoeve van College voor Zorgverzekeringen (CvZ). Rechtmatigheidsoordeel bij de werkzaamheden van UWV en SVB voor de bijdrage AWBZ ten behoeve van het CvZ.

· Begrotingsgefinancierde wetten 2008. De inspectie brengt vaststellingsadviezen uit voor de begrotingsgefinancierde wetten en regelingen TW, Wajong, BIA, TRI, AKW, TAS en TOG.

· Aanwijzing als certificerende en keurende instelling. Bij instellingen die aangemerkt willen worden als cki beoordeelt de inspectie of aan alle vereisten daarvoor is voldaan.

· Ontwikkeling stelsel accreditatie & certificatie arbeidsveiligheid.
· Jaarplan IWI 2009.

2 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Bijlage 2
Producten uit het jaarplan 2007 die in 2008 gepubliceerd worden
Participatie

· De werkzoekende burger in de keten, volgonderzoek waarin IWI vanuit de werk- zoekende burger naar het uitvoeringsproces kijkt.

· Preventie arbeidsgehandicapten, onderzoek naar in welke mate de inzet van UWV bijdraagt aan de re-integratie bij de eigen werkgever.

· Integrale dienstverlening, onderzoek wat deze wijziging in dienstverlening voor de werkzoekende betekent en hoe de samenwerking is tussen de SUWI-partijen op lokaal niveau.

· Dienstverlening van UWV, CWI en gemeenten aan kwetsbare groepen en de rol van scholing.

· Vervolgonderzoek klantinvloed bij de re-integratie van herbeoordeelde WAO-ers.
· Werk? Leidt de WWB tot een effectievere activering door gemeenten?
· De lerende keten, onderzoek of samenwerkingsexperimenten bijdragen aan het behalen van de SUWI-doelstellingen.
Elektronische overheid

· Digitaal klantdossier, onderzoek naar implementatie van de besluiten naar aanleiding van de aanbevelingen van de commissie Keller om de SUWI-keten te versterken.

· Eenmalige gegevensuitvraag, onderzoek in hoeverre gegevens inderdaad maar één keer bij burgers worden opgevraagd.

· Samenwerking CBP en IWI, onderzoek of met de nieuwe technologische ontwikkelingen de privacy van de betrokken burgers voldoende is gewaarborgd. Handhaving

· Preventie boven repressie, onderzoek naar de doeltreffendheid van de uitvoering in de preventieschakel in relatie tot de overige drie schakels van de handhavingsketen.

· Bestandskoppelingen, onderzoek naar de mogelijkheden van bestandskoppelingen in het kader van de bestrijding van fraude.

2 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Overig

· Pensioenen, onderzoek of er sprake is van dubbel toezicht door DNB en AFM of juist van complementair en elkaar waar mogelijk versterkend toezicht.
· Walvis/Wfsv, de inspectie rapporteert regelmatig over het traject van de overdracht van de inning van sociale verzekeringspremies van UWV aan de Belastingdienst.

· SVB tien, dit is een project bij de SVB voor de verbetering van de dienstverlening aan de cliënt. Elk jaar stelt IWI een rapport op over de voortgang van het project.
· Herbeoordelingsoperatie. Op verzoek van de minister rapporteert IWI ieder kwartaal over de voortgang van de herbeoordelingsoperatie, een project van UWV om mensen met een WAO-uitkering opnieuw te beoordelen.

· Aspectonderzoek rechtmatigheid gemeenten.

· Effectiviteit van samenwerking in de jeugdketen, integraal toezicht jeugdzaken is een samenwerkingverband van vijf toezichthouders, waaronder IWI. De inspecties richten zich op de effectiviteit van de samenwerking van voorzieningen in de jeugdketen.

· Kwaliteit van keuringen, onderzoek naar de deskundigheid van kraankeurders.
· Toezichtsaudits cki's. Audits over het functioneren van de individuele cki's.
· Werkveldonderzoeken, oordelen over de werking van het stelsel van certificatie en keuringen, toegespitst op een werkveld.

28 Jaarplan 2008 Inspectie Werk en Inkomen

Bijlage
Samenvatting van de begroting 2008 van IWI (indicatief)
De samenvatting van de IWI-begroting 2008 is gebaseerd op de begroting zoals deze op 5 juni 2007 aan het ministerie van SZW is gestuurd. De begroting maakt onderdeel uit van de begroting van het ministerie van SZW. Deze wordt na parlementaire behandeling vastgesteld.
Begrotingsstaat Inspectie Werk en Inkomen