Intermediair & Ebbinge: student positief over eerste stap arbeidsmarkt

17/07/2007 16:50
Creative Venue BV



In de afgelopen drie jaar schatten studenten de arbeidsmarkt steeds positiever in. Dit blijkt uit het Intermediair Ebbinge Imago Onderzoek Studenten (IE-IOS 2007), het jaarlijkse onderzoek naar de arbeidsmarktverwachtingen, ambities en trends van HBO- en WO- studenten in de laatste fase van hun studie. Dit jaar vindt slechts zes procent van de studenten de arbeidsmarkt ongunstig. Bijna twintig procent daarentegen schat de toekomst erg positief in. Toch zijn de studenten niet overmoedig. Het verwachte startsalaris wordt niet hoger ingeschat dan voorgaande jaren en de gewenste secundaire arbeidsvoorwaarden blijven gelijk.

Tabel 1: Houding tov. Arbeidsmarkt Jaar 2007 % /2006 % /2005 % /2004 % Zeer gunstig 18 / 4 / 2 / 1 Gunstig 59 / 36 / 17 / 9 Niet (on)gunstig 17 / 42 / 42 / 32 Ongustig 5 / 16 / 33 / 46 Zeer ongunstig 1 / 2 / 6 / 12

De salarisverwachting van laatstejaarsstudenten en recent afgestudeerden schommelt weinig. Een startende WO-er verwacht zo'n 29.700 Euro bruto te gaan verdienen op jaarbasis, een HBO-er 25.100 Euro. Beide groepen verwachten dat dit in drie jaar stijgt, voor WO-ers naar 40.700 Euro en voor HBO-ers naar 33.500 Euro.

Balans tussen vrije tijd en werk Naast de algemene arbeidsmarktverwachtingen brengt het IE-IOS ook de specifieke verwachtingen van studenten ten aanzien van salaris, secundaire arbeidsvoorwaarden en vrije tijd in kaart. Daaruit blijkt dat vrije tijd van grote waarde is voor de aanstaande sollicitant. Deze vrije tijd wordt echter niet ingevuld met het maken van een grote reis, maar meer met een combinatie van solliciteren, werken en het uitoefenen van hobby's en vrijwilligerswerk.

Tabel 2: Plannen na studie Jaar 2007 % / 2006 % /2005 % Werken / solliciteren 65 66 70 Reizen / lange reis maken 13 13 12 Verder gaan studeren 12 10 7 Hobby's actief uitoefenen 0 1 1 Eigen bedrijf beginnen 1 5 3 Vrijwilligerswerk / verenigingswerk doen 1 1 1 Anders 4 4 Onbekend

Secundaire arbeidsvoorwaarden Studenten hechten bij het vinden van werk, grote waarde aan hun vrije tijd: in de top vijf van secundaire arbeidsvoorwaarden neemt het belang van betaald overwerk en extra vakantiedagen toe. Daarnaast staat op vijf ook de tegemoetkoming in de ziektekosten, in de top tien die voor pensioenkosten; deze factoren zijn van invloed op de hoogte van het netto maandsalaris.

Pullfactoren bij keuze werkgever Wat studenten aantrekt in werkgevers verschilt van jaar tot jaar behoorlijk. Het belang dat studenten hechten aan een uitdagende functie is echter een constante factor; tot op heden wordt dit steeds de belangrijkste 'pullfactor' gevonden. De laatste jaren wordt afwisselend werk steeds vaker genoemd als belangrijk aspect, dit jaar op plaats twee. Een goed salaris staat stabiel op drie. Ook bij de keuze van de werkgever valt op dat de balans tussen werk en vrije tijd steeds zwaarder weegt: van plaats zeventien in 2004 naar zeven in 2007. Goede carrièremogelijkheden lijken aan belang af te nemen, getuige de daling van een aantrekkelijk carrièreperspectief van plaats drie naar acht. Ook een internationale carrière spreekt minder tot de verbeelding dan een aantal jaar geleden. Samengevat lijkt de student anno 2007 meer waarde te hechten aan het leven naast het werk dan in 2004.

Tabel 3: Aantrekkelijke aspecten eerste functie na studie (geen gegevens over 2005) Jaar 2007 %/ 2006 % Uitdagende functie 53 50 Afwisselend werk 47 39 Goed salaris 38 40 Aansprekende bedrijfscultuur 38 30 Goede opleidingsmogelijkheden 37 43 Goede doorgroeimogelijkheden 37 38 Goede balans tussen werk en vrije tijd 33 28 Aantrekkelijk carrièreperspectief 29 39 Inspirerende collega's 28 25 Mogelijkheid tot een internationale carrière 22 / 23

De afgelopen jaren is een duidelijke neerwaartse trend waarneembaar in de nevenactiviteiten van studenten. Het percentage aan studie gerelateerde bijbanen blijft als enige stabiel. 44% van de studenten geeft aan dat de studiedruk van het BaMa-stelsel hen minder tijd geeft om te werken of activiteiten naast de studie te ontplooien, terwijl dit financieel wel noodzakelijk is voor 41% van de studenten.

Tabel 4: Nevenactiviteiten tijdens studie Nevenactiviteiten 2007 % / 2006 % / 2005 % / 2004 % Parttime werk, niet gerelateerd aan studie 68 70 74 72 Individuele sport 51 53 64 61 Parttime werk, gerelateerd aan studie 43 41 45 45 Teamsport 40 42 49 50 Studievereniging 37 37 52 52 Studentenvereniging 33 34 44 46 Vrijwilligerswerk 33 26 25 22 Ondernemerschap /eigen bedrijf 9 10 10 11 Studentenpolitiek 8 8 9 8 Drama/Toneel 6 5 4 6

Links: http://www.intermediair.nl