Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka
april 2007
Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken
Afdeling Asiel- en Migratiezaken
Den Haag
070-348 4802
april 2007
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
1 Inleiding
In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in Sri Lanka beschreven
voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van
personen die afkomstig zijn uit Sri Lanka en voor besluitvorming over de
terugkeer van afgewezen Sri Lankaanse asielzoekers. Dit ambtsbericht is een
actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in Sri Lanka (laatstelijk
10 augustus 2004). Het algemeen ambtsbericht beslaat de periode van januari 2006
tot en met maart 2007. Relevante politieke ontwikkelingen in de periode tussen het
voorgaande ambtsbericht (augustus 2004) en januari 2006 zullen beknopt in
paragraaf 2.1.2 (Geschiedenis) besproken worden.
Dit ambtsbericht is gebaseerd op informatie van openbare en vertrouwelijke
bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende
organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties,
vakliteratuur en berichtgeving in de media. Een overzicht van de geraadpleegde
openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Bovendien liggen
bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse
vertegenwoordiging in Sri Lanka aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag.
In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde
openbare bronnen. Daar waar openbare bronnen zijn vermeld, wordt de tekst in
veel gevallen ook ondersteund door informatie die op vertrouwelijke basis is
ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek,
veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan
door een beknopt overzicht van de recente geschiedenis van Sri Lanka. Ook is een
korte passage over de geografie en de bevolking van Sri Lanka opgenomen.
In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in Sri Lanka geschetst. Na een
beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij Sri
Lanka partij is, komen de mogelijkheden van toezicht op naleving van de
mensenrechten aan de orde. Daarna volgt de beschrijving van de naleving danwel
schending van enkele klassieke mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van
specifieke groepen, waaronder minderjarigen belicht.
In hoofdstuk vier komen de opvang van binnenlands ontheemden en activiteiten
van internationale organisaties, waaronder de positie van de UNHCR, aan de orde.
3
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
2 Landeninformatie
2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
De Democratic Socialist Republic of Sri Lanka is een eiland gelegen in de
Indische Oceaan ten zuidoosten van India. Sri Lanka heeft een oppervlakte van
65.610 vierkante km en kent een tropisch klimaat. Het bestaat officieel uit negen
provincies, met als hoofdstad Colombo.1 Een kaart van Sri Lanka is toegevoegd
als bijlage.
De bevolking van Sri Lanka telt ongeveer 21 miljoen inwoners. De belangrijkste
bevolkingsgroepen zijn de Singalezen (73,8%), de Tamils (8,5%) en de Moren
(7,2%).2 De officiële spreek- en schrijftaal is het Singalees. De meerderheid van de
bevolking is deze taal machtig. Het Tamil is als nationale taal `for public
administration and the conduct of legal proceedings' erkend sinds de invoering
van de grondwet van 1978. Naast het Singalees en het Tamil bestaat er nog een
aantal andere lokale talen. Net als het Engels worden deze lokale talen slechts door
een klein deel van de bevolking gesproken.3
Ongeveer 70% van de bevolking, overwegend Singalezen, hangt het boeddhisme
aan. De overige godsdiensten die de Sri Lankanen belijden, zijn het hindoeïsme
(15%, voornamelijk door Tamils), het christelijke geloof (8%) en de islam (7%).4
De Sri Lankaanse munteenheid is de Sri Lankaanse roepie (internationale
monetaire afkorting: LKR). In december 2006 was 1 euro 143 roepie waard.5
1 Central, North Central, Northern, Eastern, North Western, Sabaragamuwa, Southern, Uva en
Western. Central Intelligence Agency (CIA), The World Factbook Sri Lanka, 30 november
2006, via https://www.cia.gov, bezocht op 8 december 2006.
2 CIA, The World Factbook Sri Lanka, 30 november 2006, via https://www.cia.gov, bezocht
op 8 december 2006.
3 www.ethnologue.com, bezocht op 4 december 2006.
4 US State Department, International Religious Freedom Report 2005 Sri Lanka, 15
september 2006.
5 www.oanda.com/convert/classic, bezocht op 8 december 2006.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
2.1.2 Geschiedenis6
Sri Lanka is sinds 1505 opeenvolgend onder het bewind geweest van de
Portugezen, de Nederlanders en de Britten. Op 4 februari 1948 werd het
toenmalige Ceylon onafhankelijk en sinds de invoering van de nieuwe grondwet in
1978 luidt de officiële benaming Democratic Socialist Republic of Sri Lanka.
Onder de Britten genoten de Tamils een bevoorrechte positie in de Sri Lankaanse
samenleving. Zij hadden kennis van het Engels. Na de onafhankelijkheid nam de
regering, die overwegend uit Singalezen bestond, in 1956 verschillende
maatregelen om deze `disproportionele en invloedrijke positie' van de Tamils te
wijzigen.7 Op basis van de Official Language Act werd het Singalees als officiële
spreek- en schrijftaal ingevoerd, waardoor het voor Tamils moeilijk werd om
(overheids)banen te krijgen of onderwijs te genieten. De maatregelen zorgden voor
spanningen tussen beide bevolkingsgroepen, resulterend in de eerste
ongeregeldheden in 1958. De relatie tussen beide groepen verslechterde in de jaren
'60 en '70, waarin opeenvolgende regeringen het verzoek van de Tamils voor een
federaal systeem verwierpen. Het feit dat het Tamil als nationale taal erkend werd
in de nieuwe grondwet van 1978 veranderde niet veel aan de situatie waarin
Tamils zich achtergesteld voelden.
Het onvermogen van politieke Tamilpartijen om hun doel van een federale staat op
vredelievende wijze te bereiken, zorgde voor het groeiende verlangen naar een
onafhankelijke staat voor alle Tamils in het noorden en oosten van Sri Lanka,
Eelam genaamd, en tot de formatie van verschillende militaire Tamilgroeperingen
geheel toegewijd aan het bereiken van dat doel.8 Repressieve acties van regering
en leger zorgden voor een toename van spanningen, met als hoogtepunt de
uitbarsting van gewelddadige rellen in 1983. Duizenden Tamils vluchtten richting
het zuiden van India en honderden Sri Lankanen kwamen om het leven, met name
Tamils, waarvan de meesten stierven tijdens onlusten in Jaffna en Colombo. Na
deze onlusten werd de in 1976 opgerichte Liberation Tigers of Tamil Eelam
6 Informatie in deze paragraaf is afkomstig uit The Economist Intelligence Unit (EIU), Country
Profile Sri Lanka 2006, december 2006; van de International Crisis Group (ICG), Sri Lanka:
The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28 november 2006; en van het Britse
ministerie van Binnenlandse Zaken (Home Office), Country of Origin Information Report, 31
oktober 2006.
7 Sedert de onafhankelijkheid hebben met name twee politieke partijen het speelveld van de
politiek in Sri Lanka bepaald. Dit zijn de United National Party (UNP) en de Sri Lanka
Freedom Party (SLFP), opgericht door S.W.R.D. Bandaranaike. In 1959 werd premier
Bandaranaike vermoord waarna zijn weduwe Sirimavo Bandaranaike hem als leider van de
SLFP opvolgde. Later nam hun dochter Chandrika Kumaratunga de leiding van de SLFP op
haar.
8 Voor een overzicht van de verschillende groeperingen zie www.tamiltigers.net.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
(LTTE, ook wel Tamil Tijgers genoemd), met Velupillai Prabhakaran als leider,
de leidende militaire groepering.
Op instigatie van de toenmalige Indiase premier Rajiv Gandhi intervenieerde India
in 1987 in het etnische conflict. Een Indiase vredesmacht, de Indian Peace
Keeping Force (IPKF), werd ingezet om toe te zien op een vredesakkoord (Indo-
Lanka-akkoord), dat voorzag in de oprichting van provinciale besturen waaraan
gelimiteerde bevoegdheden werden gedelegeerd. De LTTE verwierp echter het
akkoord en hervatte zijn offensief. Daaropvolgend werd de IPKF ingezet om de
LTTE uit hun machtsbolwerk in Jaffna te verdrijven. De in 1989 gekozen
president Ranasinghe Premadasa van de United National Party (UNP) was echter
openlijk tegenstander van het vredesakkoord. Hij verzocht de IPKF zich terug te
trekken uit Sri Lanka en begon aan directe onderhandelingen met de LTTE.
Naarmate de IPKF zich verder terugtrok (afgerond in maart 1990), herwon de
LTTE de controle over het Jaffna schiereiland en tegen het einde van de jaren `80
leidde de LTTE een de facto staat in significante delen van het noorden en oosten
van Sri Lanka, met eigen belastingheffingen en rechtspraak middels een systeem
van politiecontroles en rechtbanken.
Begin jaren '90 braken nieuwe gevechten uit, waarmee een einde kwam aan de
onderhandelingen tussen president Premadasa en de LTTE. De LTTE gebruikte
daarbij steeds meer en grover geweld. Zo werden de Indiase premier Gandhi in
1991 en president Premadasa in mei 1993 door zelfmoordaanslagen van de LTTE
om het leven gebracht. Het gebruik van extreem geweld zorgde niet alleen voor
afname van internationale steun voor de LTTE, maar ook voor ontevredenheid van
de Sri Lankaanse bevolking over de sinds 1978 regerende UNP. In 1994 gaf de
bevolking na parlementaire verkiezingen de macht aan de People's Alliance (PA).9
Diens leider (tevens leider van de SLFP), Chandrika Kumaratunga, werd in
hetzelfde jaar verkozen tot nieuwe president.
President Kumaratunga opende onderhandelingen met de LTTE met als resultaat
een wapenstilstand op 8 januari 1995. De LTTE maakte na vier maanden hier
echter eenzijdig een einde aan, waarna er in het noorden en oosten van Sri Lanka
wederom felle gevechten uitbraken tussen de LTTE en het leger. In december
1995 heroverde de regering de macht op het schiereiland Jaffna, een
psychologische klap voor de LTTE. Deze reageerde op de toegenomen militaire
druk middels het opvoeren van het aantal terroristische aanslagen op economische
en burgerdoelen in de rest van het land, zoals banken, hotels en kantoren in
Colombo, maar ook een boeddhistische tempel in Kandy. In verband met het
aanhouden van de burgeroorlog breidde president Kumaratunga in april 1996 de
9 PA is een alliantie tussen de SLFP (grootste partij), de Sri Lanka Muslim Congress (SLMC),
de Lanka Sama Samaja Party (LSSP, Lanka Equal Society Party) en de Communist Party
(CP).
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
noodtoestand uit tot geheel Sri Lanka. Voorheen had zij de noodtoestand beperkt
tot het noorden en oosten van het land en Colombo.
Na een mislukte moordaanslag werd president Kumaratunga in 1999 herkozen,
maar de door haar partij geleide coalitie kwam in 2000 maar net aan een
meerderheid bij de parlementaire verkiezingen, wederom een teken van onvrede
bij de bevolking. Het geweld bleef aanhouden en een jaar nadat het parlement was
geïnstalleerd nam de president onder druk van een motie van wantrouwen het
besluit om het parlement te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. In
december 2001 werd de UNP uitgeroepen tot winnaar en onder leiding van Ranil
Wickremasinghe als premier vormde de UNP een coalitie met de moslimpartij Sri
Lanka Muslim Congress (SLMC). De coalitie stond bekend onder de naam United
National Front (UNF).
Op verzoek van zowel de Sri Lankaanse regering als de LTTE bood de Noorse
regering in februari 2000 haar diensten aan om een nieuw vredesoverleg te starten.
Dit leidde vanaf december 2001 tot een tijdelijk staakt-het-vuren tussen de LTTE
en de regeringstroepen, gevolgd door een op 22 februari 2002 getekend akkoord
waarin het staakt-het-vuren formeel werd vastgelegd. Het akkoord committeerde
beide partijen tot het creëren van omstandigheden die `normaal leven' weer
mogelijk moesten maken. Dat omvatte onder andere de vrije doorgang van
hulpgoederen naar de conflictgebieden, het verwijderen van door beide partijen
geplaatste landmijnen en het openstellen van belangrijke wegen. De Sri Lanka
Monitoring Mission (SLMM), geleid door Noorwegen, werd opgericht om toe te
zien op de naleving van het akkoord.
Vanaf september 2002 vonden onder leiding van de Noren zes ronden van
vredesbesprekingen tussen de LTTE en vertegenwoordigers van de Sri Lankaanse
overheid plaats. In april 2003 schortte de LTTE zijn deelname aan de
vredesbesprekingen echter op, onder andere uit protest omdat de rebellengroep
niet was uitgenodigd voor een internationale bijeenkomst over de ontwikkeling
van Sri Lanka. Voor de LTTE was terugkeer naar de onderhandelingstafel alleen
mogelijk indien de regering akkoord zou gaan met het voorstel van de LTTE voor
een interim zelfbestuur (Interim Self Governing Authority, ISGA) in de gebieden
die al de facto onder controle van de rebellen staan. De rebellen deden hiermee
afstand van hun eis voor een eigen Tamilstaat.
Het vredesoverleg lag vervolgens nagenoeg stil doordat een onwerkbare relatie
tussen president Kumaratunga en premier Wickremasinghe was ontstaan vanwege
onenigheid over het te voeren beleid ten opzichte van de LTTE. Pogingen om tot
een vergelijk te komen tussen de president en de premier mislukten, waarop
vervroegde parlementsverkiezingen werden uitgeschreven die plaatsvonden in
april 2004. De alliantie United People's Freedom Alliance (UPFA) tussen de
7
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
SLFP van president Kumaratunga en het radicale nationalistische-marxistische
Janata Vimukthi Peramuna (= People's Liberation Front, JVP) kwam als
overwinnaar uit de bus en Mahinda Rajapakse werd benoemd tot premier.10 De
uitslag van de verkiezingen werd geïnterpreteerd als afkeuring van het UNP-beleid
van vredesonderhandelingen en een herleving van het nationalisme.
Ondertussen kwam het staakt-het-vuren-akkoord meer en meer onder spanning te
staan en gedurende 2004 en 2005 escaleerde het aantal schendingen van het
akkoord. In maart 2004 splitsten duizenden manschappen onder leiding van
Karuna V. Muralitharan zich af van de LTTE. Karuna, oud-bevelhebber in de
oostelijke districten Batticaloa en Ampara, beschuldigde de LTTE-leiding in het
noorden van discriminatie van Tamils in het oosten. De LTTE beschuldigde op
zijn beurt de Karuna-factie van het samenzweren met de Sri Lankaanse regering,
wat de regering overigens ontkende. Dit zorgde niet alleen voor een groeiende
vijandigheid van de LTTE jegens de regering, maar ook voor gevechten tussen de
Tamilfacties onderling. Dieptepunt van de strijd vormde de moord op de minister
van Buitenlandse Zaken, de Tamil Lakshman Kadiragamar, in augustus 2005. De
LTTE wees verantwoordelijkheid voor de moord af. Er waren echter wel
aanwijzingen richting de LTTE, aangezien het bekend was dat de LTTE reeds vele
Tamils (waaronder leden van de Karuna-factie) had vermoord wegens
samenwerking met de regering. Bovendien had de LTTE zich voor de moord
vijandig geuit jegens de minister omdat deze de organisatie in verschillende landen
had weten te verbieden. Ondanks het escalerende geweld tussen de LTTE, de
Karuna-factie en de regering, werden nog steeds pogingen gedaan om
vredesbesprekingen te hervatten.
Op 26 december 2004 werd Azië getroffen door een tsunami. In Sri Lanka vielen
als gevolg hiervan ongeveer 35.000 dodelijke slachtoffers en bijna één miljoen
personen raakten ontheemd. De regering en de LTTE raakten verdeeld over de
distributie van hulp aan de slachtoffers in de meest getroffen gebieden, te weten de
kustgebieden in de noordelijke en oostelijke provincies, waarbij de regering van
discriminatie werd beschuldigd. Onder grote internationale druk sloot president
Kumaratunga uiteindelijk in juni 2005 een overeenkomst met de LTTE. De JVP
was fel gekant tegen elke regeling met de rebellen voor hulp en uit protest stapte
de JVP uit de alliantie, waarmee de president haar parlementaire meerderheid
verloor.
In november 2005 vonden presidentsverkiezingen plaats. Premier Mahinda
Rajapakse nam het namens de UPFA op tegen oud-premier Wickremasinghe van
10 Later voegden nog een viertal partijen zich bij deze alliantie: de Muslim National Unity
Alliance (MUA), de Mahajana Eksath Peramuna (MEP, People's United Front), de
Communist Party of Sri Lanka (CPSL) en de Lanka Sama Samaja Party (LSSP, Lanka Equal
Society Party). Zie algemeen ambtsbericht Sri Lanka, augustus 2004.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
de UNP. In tegenstelling tot `zijn' regering, beloofde Rajapakse een harde
politieke lijn richting de LTTE te voeren en won hiermee de steun van de JVP en
de Singalees boedhistische partij Jathika Hele Urumaya (JHU). Wickremasinghe
nam een milder standpunt in en was meer hervormingsgezind. Vooral dankzij een
door de LTTE op het laatste moment afgedwongen boycot tot deelname aan de
verkiezingen van Tamils in de noordelijke en oostelijke provincies, boekte
Rajapakse een nipte overwinning. De verkiezingen verliepen ongekend rustig,
maar konden door internationale waarnemers niet als geheel eerlijk en vrij worden
bestempeld.
In de laatste twee maanden van 2005 nam het geweld toe, met name van de kant
van de LTTE. Het leger, dat zich de voorgaande drie jaren terughoudend had
opgesteld, reageerde, soms op brute wijze. Op eerste kerstdag werd door
onbekenden vermoedelijk gelieerd aan de regering Joseph Pararajasingham,
parlementariër voor de pro-LTTE Tamil National Alliance (TNA), tijdens een mis
doodgeschoten.
2.1.3 Staatsinrichting
Sri Lanka kent een democratisch bestel met een uitvoerende, een wetgevende en
een onafhankelijke rechterlijke macht.
Sinds het aannemen van de nieuwe grondwet in 1978 heeft Sri Lanka een
presidentieel stelsel dat sterke bevoegdheden toekent aan de president. De
president, als staatshoofd en regeringsleider, benoemt (en ontslaat) de leden van
het kabinet en schrijft verkiezingen uit. De president staat tevens aan het hoofd
van de strijdkrachten en de politie. De president wordt door middel van algemene
verkiezingen gekozen voor een periode van zes jaar en is herkiesbaar. Mahinda
Rajapakse vervult sinds november 2005 de functie van president.
De wetgevende macht berust bij een volksvertegenwoordiging (parlement), die uit
één kamer bestaat. De 225 afgevaardigden worden eveneens voor een termijn van
zes jaar gekozen door 25 kiesdistricten. Het kabinet is verantwoording schuldig
aan het parlement.11 De laatste parlementsverkiezingen vonden plaats in april
2004. De UPFA (zie paragraaf 2.1.2) kwam als winnaar uit de bus en Mahinda
Rajapakse werd benoemd tot premier. In juni 2005 stapte de JVP uit de alliantie en
kende Sri Lanka een minderheidsregering. Na de presidentsverkiezingen in
november 2005 nam Ratnasiri Wickremasinghe de functie van premier over van
Mahinda Rajapakse. In januari 2007 traden echter achttien leden van
11 EIU, Country Profile Sri Lanka 2006, december 2006; CIA, The World Factbook Sri
Lanka, 30 november 2006, via https://www.cia.gov, bezocht op 8 december 2006.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
oppositiepartij UNP en zes leden van de Muslim Congres Party (SLMC) toe tot de
regering, waardoor er weer sprake was van een meerderheidsregering.
Naast presidentiële en parlementaire verkiezingen vinden er nog provinciale en
gemeentelijke verkiezingen plaats. In juli 2004 werden in zeven van de negen
provincies provinciale verkiezingen gehouden.12 In mei 2006 vonden
gemeentelijke verkiezingen plaats, maar wederom niet in het gehele land (zie
paragraaf 2.2). Zowel de provinciale als de gemeentelijke verkiezingen werden
gewonnen door de UPFA.
Het Sri Lankaanse rechtssysteem is gebaseerd op Romeins-Nederlands en Brits
recht en kent meerdere niveaus. De hoogste instantie is het Supreme Court (Hoge
Raad) in Colombo. Daaronder komen het Court of Appeal (Hof van Beroep, ook in
Colombo) en de High Courts (Hooggerechtshof). Daaronder zitten nog de District
Courts (Districtsrechtbank, civielrechtelijke zaken) en de Magistrate Courts
(Politierechter, strafrechtelijke zaken).13 Rechters van de Hoge Raad, het Hof van
Beroep en de Hooggerechtshoven worden door de president benoemd. Rechters
voor de lagere rechtbanken worden benoemd door de Judicial Service Commission
(JSC), die bestaat uit de Chief Justice (opperrechter) en twee andere rechters van
de Hoge Raad. Rechters kunnen verwijderd worden voor wangedrag of
onvermogen, maar alleen na grondig onderzoek, gevolgd door een gezamenlijke
actie van president en parlement.14
In het door de LTTE gecontroleerd gebied15 voert de LTTE een `schaduwstaat',
met een eigen bestuur, veiligheidstroepen, politie en gerechtshoven.16
Overheidsambtenaren, leraren en dokters worden echter betaald door de Sri
Lankaanse staat.17 De LTTE-gerechtshoven zijn niet erkend als wettelijke
instanties waar recht gesproken kan worden (zie verder paragraaf 3.3.5).
12 Vanwege spanningen in het noorden en oosten zijn daar nog geen provinciale verkiezingen
gehouden. Zie EIU, Country Report Sri Lanka, november 2006, p. 4.
13 Voor zware misdrijven is het Hooggerechtshof het hof van eerste aanleg.
14 Zie hoofdstuk 15 en 16 van de Grondwet. US State Department, Country report on human
rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart 2007.
15 Het gebied dat onder LTTE-controle staat, beslaat de districten Kilinochchi en Mullaitivu en
bepaalde gebieden in de districten Mannar, Vavuniya, Trincomalee, Batticaloa en Ampara. In
het noorden staat het schiereiland Jaffna onder controle van het leger, zie verder paragraaf
2.3.
16 University Teachers of Human Rights Sri Lanka (UTHR), The Race for infamy in Sri Lanka's
North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart 2007; AFP, Independence-seeking Tigers
already run shadow state, 29 november 2006.
17 AFP, Independence-seeking Tigers already run shadow state, 29 november 2006.
10
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
2.2 Politieke ontwikkelingen
De politieke ontwikkelingen tijdens deze verslagperiode (januari 2006 maart
2007) werden sterk beïnvloed door het escalerende geweld tussen de LTTE en de
regering in het noorden en oosten (zie paragraaf 2.3). Ondanks meerdere ronden
van vredesbesprekingen tussen de LTTE en vertegenwoordigers van de Sri
Lankaanse overheid geraakten partijen eind 2006 in een politieke impasse. Door
onderling wantrouwen en het toenemende geweld, die elkaar versterken en
beïnvloeden, is er weinig meer over van het in 2002 gesloten staakt-het-vuren-
akkoord (Cease Fire Agreement, CFA). Met een nieuwe meerderheid en een
verzwakte oppositie in het parlement zit president Rajapakse stevig in het politieke
zadel.
Vredesproces
Vredesbesprekingen
In januari 2006 kreeg de Noorse Speciale Gezant voor het Vredesproces Eric
Solheim de partijen zover om in Genève de vredesbesprekingen op te pakken.18
Deze lagen al sinds maart 2003 stil en door het sinds oktober 2005 toegenomen
geweld, werd de overeenstemming als een (voorzichtige) doorbraak in het
vredesproces gezien.19 President Rajapakse gaf vantevoren echter al aan dat hij
niet van plan was om de LTTE een eigen staat te geven.20 De LTTE bestempelde
in reactie daarop de besprekingen als `beslissend voor een situatie van oorlog of
vrede in Sri Lanka'.21
Op 22 en 23 februari 2006 kwamen partijen in Genève bijeen, met twee
onderwerpen op de agenda: (1) de kwestie van de kindsoldaten in LTTE-dienst en
(2) de paramilitaire activiteiten in het noordoosten van Sri Lanka.22 Ten aanzien
van het eerste werd overeenstemming bereikt over bezoeken van waarnemers aan
de LTTE-kampen waar zich kindsoldaten en gerekruteerde wezen bevinden. Ten
aanzien van het tweede deed de regering de belofte om gewapende groepen of
individuen aan te pakken. Ook spraken beide partijen af om in april in Genève een
18 Reuters, Sri Lanka, Tigers, agree on Swiss ceasefire talks, 25 januari 2006.
19 Centre for Policy Alternatives (CPA), War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview
and Trends 2006, februari 2007; AFP, Sri Lanka truce talks on February 22: Norway, 6
februari 2006; Reuters, Envoy says Sri Lanka peace needs patience, 26 januari 2006; Reuters,
For mine clearing expert, Sri Lanka truce a godsend, 26 januari 2006.
20 Reuters, No homeland for Tiger rebels Sri Lanka president, 13 februari 2006.
21 Reuters, Sri Lanka envoy plays down expectations from talks, 20 februari 2006; Reuters, Sri
Lanka warned against denying Tamils homeland, 14 februari 2006; Reuters, Sri Lanka rebels
say talks will decide peace or war, 16 februari 2006.
22 AFP, Sri Lanka truce talks to focus on shadowy paramilitaries, 15 februari 2006.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
tweede ronde besprekingen te houden en verklaarden zij zich nog altijd te
committeren aan het CFA.23
Geen van de partijen ondernam in de daaropvolgende twee maanden echter
concrete stappen om uiting te geven aan hetgeen besproken was en het geweld
nam toe. De LTTE vond het falen van de regering om de Karuna-factie en andere
paramilitaire groeperingen te ontwapenen een schending van de afspraken uit
Genève. De regering reageerde hierop dat het moeilijk was om dergelijke
splintergroeperingen te ontwapenen. Bovendien hield de LTTE zich ook niet aan
de belofte om het aantal aanvallen op militair personeel te verminderen. Daarnaast
beschuldigde de regering de LTTE van het rekruteren van kindsoldaten.24
Dit onderlinge wantrouwen en het toenemende geweld leidden tot uitstel van de
tweede ronde van besprekingen, ondanks meerdere pogingen van de Noren om
partijen nader tot elkaar te brengen.25 Typerend voor de verstandhouding was de
concrete aanleiding voor het afzeggen van de onderhandelingen. In april betrof het
een ruzie over het transport van twee LTTE-bevelhebbers ter voorbereiding op de
besprekingen.26 In juni, toen partijen zelfs in Oslo (Noorwegen) waren om onder
andere de rol van de Sri Lanka Monitoring Mission (SLMM) en de veiligheid van
diens waarnemers te bespreken, trok de LTTE zich op het laatste moment toch
terug, omdat de delegatie van de regering niet hoog genoeg was.27
23 Government of Sri Lanka (GoSL), Geneva commitment to respect ceasefire, 24 februari
2006; AFP, Sri Lankan government, Tiger rebels agree to meet again, pledge to halt
violence, 23 februari 2006.
24 Sri Lanka Monitoring Mission (SLMM), Implementation of the Agreements Reached between
the Government of Sri Lanka and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks
the 22-23 February 2006, Report covering period 24 February 28 May 2006, via
www.slmm.lk; EIU, Country Report Sri Lanka, mei 2006, p. 14; Reuters, Sri Lanka talks
hinge on disarming renegades-rebels, 5 april 2006; Reuters, Sri Lanka and rebels rearm
despite talks Army chief, 24 maart 2006; AFP, Tigers say Colombo curbs undoing Swiss
talks, 23 maart 2006; AFP, Rebel child recruitment casts shadow over Sri Lanka peace talks,
14 maart 2006; AFP, Tigers accuse army of fresh attacks in Sri Lanka, 12 maart 2006.
25 Reuters, Norway envoy arrives in Sri Lanka, Tigers up demands, 18 april 2006; AFP, Blasts
dim Sri Lanka peace hopes amid fresh attacks, 16 april 2006; AFP, Bus blasts kills 12 in Sri
Lanka, Norway pleads for truce talks, 11 april 2006; Reuters, Sri Lanka talks hinge on
disarming renegades-rebels, 5 april 2006; AFP, Sri Lanka mediator to meet rebel negotiator,
27 maart 2006.
26 Na beschuldigingen voor het hinderen van bijeenkomsten tussen LTTE-leden in het noorden
en oosten, bood de regering aan om voor de twee bevelhebbers een veilig tranport te regelen.
Ruzie over de logistieke kant van zaken (burgerhelikopter of militair vliegtuig) deed de
LTTE er echter toe besluiten zich terug te trekken uit de onderhandelingen. EIU, Country
Report Sri Lanka, mei 2006, p. 14; Reuters, Peace deadline passes amid Sri Lanka violence,
23 april 2006; AFP, Tigers put off truce talks amid fresh violence, 20 april 2006; DPA, Sri
Lankan government offers rebels compromise, 17 april 2006; Reuters, Sri Lanka's Tigers pull
out of peace talks, 15 april 2006.
27 EIU, Country Report Sri Lanka, augustus 2006, p. 13.
12
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Het mislukken van de tweede onderhandelingsronde ging gepaard met een golf
van geweld. Ondertussen hielden zowel de regering als de rebellen vol dat het
CFA stand hield en dat ze op zoek bleven naar een politieke oplossing.28
Na enige druk van de Noren en internationale donoren stemden beide partijen in
oktober in om toch deel te nemen aan een nieuwe onderhandelingsronde op 28 en
29 oktober in Genève. Vanaf het begin af aan was het duidelijk dat partijen geen
gemeenschappelijke agenda hadden. De LTTE gaf op voorhand aan slechts
geïnteresseerd te zijn in een praktisch herstel van het CFA en de humanitaire
situatie, terwijl de regering zich wilde richten op politieke zaken. De weigering
van de regering om de A9 richting het Jaffna schiereiland te openen, was
uiteindelijk het struikelblok.29 Door weer een mislukking werd het vertrouwen in
elkaar nog verder geschaad en nam het geweld toe.30
Onderhandelingsbereidheid neemt af
De leider van de LTTE, Velupillai Prabhakaran, liet in zijn jaarlijkse toespraak in
november 2006 doorschemeren, dat wat hem betreft het CFA achterhaald was. Hij
suggereerde tevens dat geweld nog de enige optie is voor de LTTE om een eigen
staat te creëren. De LTTE lijkt hiermee terug te keren naar hun eis van een eigen
Tamilstaat.31
Begin 2007 waarschuwde de regering dat het een beleid van militaire vergelding
zal uitvoeren indien zij daar door de LTTE toe wordt uitgelokt. Deze
28 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
ICG, Sri Lanka: The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28 november 2006;
SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri Lanka
and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February 2006,
Report covering period 29 May 31 August 2006, via www.slmm.lk; EIU, Country Report
Sri Lanka, november 2006, p. 13-14; EIU, Country Report Sri Lanka, augustus 2006, p. 13;
EIU, Country Report Sri Lanka, mei 2006, p. 14; GoSL, Government did not initiate any
offensive actions in breach of the CFA, 25 augustus 2006.
29 EIU, Country Report Sri Lanka, november 2006, p. 15; AFP, Swiss talks failure pushes Sri
Lanka to the abyss, 30 oktober 2006; Reuters, Lanka Tigers to push road link in talks, 27
oktober 2006.
30 ICG, Sri Lanka: The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28 november 2006;
AFP, Heavy shelling in Sri Lanka, rebels, military trade blame, 8 november 2006; Reuters,
Sri Lanka jets bomb rebels as fighting flares, 6 november 2006; Reuters, Heavy shelling in
north Sri Lanka after talks fail, 30 oktober 2006.
31 ICG, Sri Lanka: The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28 november 2006;
EIU, Country Report Sri Lanka, januari 2007, p. 2; Reuters, Sri Lanka rebel leader vows
independence, more war seen, 27 november 2006.
13
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
waarschuwing kwam enkele weken na de invoering van een deel van de oude
Prevention of Terrorism Act (PTA) op 6 december 2006 (zie paragraaf 3.1.2).32
In oktober 2006 oordeelde de Hoge Raad dat door onjuiste toepassing van de
bestaande procedure de samenvoeging van de provincies Northern en Eastern
(Northeastern) in 1987 ongeldig en in strijd met de grondwet was. 33 In januari
2007 werd de splitsing bestuurlijk een feit. De JVP en de JHU, die de zaak
aanhangig hadden gemaakt, wonnen hier wat politiek terrein mee ten koste van de
LTTE. De eis van de LTTE voor zelfbestuur is namelijk gebaseerd op het idee dat
de twee provincies een eenheid vormen waarover de Tamils zeggenschap zouden
moeten krijgen.34 Voor de LTTE is het ongedaan maken van de opsplitsing en het
herstel van het territoriale gezag een belangrijke voorwaarde in de
vredesbesprekingen. Hervatting van de besprekingen is hierdoor moeilijker
geworden.
Rol EU in vredesproces bemoeilijkt
Na meerdere waarschuwingen van de EU aan het adres van de LTTE om het
geweld een halt toe te roepen en terug te keren naar de onderhandelingstafel, zette
de EU in navolging van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Australië
en India de LTTE op 29 mei 2006 officieel op haar lijst van verboden
terroristische organisaties. Canada volgde begin juni 2006. Door het besluit
worden alle tegoeden van de LTTE en leden van de organisatie die zich in de EU
bevinden, bevroren en is het ze verboden actie te voeren of fondsen te werven.35
De plaatsing op de EU-lijst zorgde echter wel voor problemen voor de EU in het
vredesproces en met name in haar rol als toezichthouder. Zo eiste de LTTE onder
andere de terugtrekking van de SLMM-waarnemers afkomstig uit EU-landen.36
Denemarken, Zweden en Finland gaven hier gehoor aan, waarna de SLMM per 1
32 EIU, Country Report Sri Lanka, januari 2007, p. 2; Reuters, Sri Lanka to rebels: Talk peace
or face more war, 22 januari 2007; AFP, Sri Lanka invokes anti-terror laws, but seeks talks
with Tiger, 6 december 2006.
33 In 1987 werd onder het Indo-Lanka-akkoord (zie paragraaf 2.1.2) één provinciaal bestuur
voor de twee provincies opgericht. Toen de Indian Peace Keeping Force (IPKF) zich in 1990
echter terugtrok, verdreef de LTTE de toenmalige (gekozen) bestuurders, waarna het
provinciaal bestuur niet meer functioneerde. De regering behandelde North Eastern echter als
een feitelijk op zichzelf staande administratieve eenheid.
34 EIU, Country Report Sri Lanka, december 2006, p. 2; EIU, Country Report Sri Lanka,
november 2006, p. 15.
35 De plaatsing van de LTTE op de verschillende lijsten is significant, aangezien
bovengenoemde landen grote Tamil-gemeenschappen kennen die belangrijke bronnen van
financiering voor de LTTE vormen. EIU, Country Report Sri Lanka, februari 2006, p. 14;
EIU, Country Report Sri Lanka, augustus 2006, p. 13; AP, EU zet Tamil Tijgers op
terreurlijst, 31 mei 2006; AFP, Sri Lanka probes massacre as EU outlaws Tamil Tigers, 30
mei 2006.
36 Reuters, Sri Lanka rebels demand EU ceasefire monitors to leave, 8 juni 2006.
14
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
september 2006 bestaat uit Noorwegen en IJsland, die samen nog maar eenderde
van het oorspronkelijke aantal waarnemers leveren.37
Ook de Sri Lankaanse regering was niet altijd tevreden met de EU. Zo was de
regering zeer ontstemd toen in september 2006 de EU een resolutie in de VN
Mensenrechtenraad inbracht om de mensenrechtenschendingen in Sri Lanka aan
de kaak te stellen (zie paragraaf 3.2). Ook het feit dat de EU-ambassadeurs in
januari 2007 niet deelnamen aan het Development Forum als waarschuwing
richting de regering voor het gevoerde (militaire) beleid werd gezien als
onacceptabel (zie paragraaf 2.4).
De rol van de EU is beperkt tot `damage control' op het gebied van bijvoorbeeld
mensenrechtenschendingen en de positie van ontheemden. De EU heeft met de
regering vriendelijke betrekkingen, maar heeft geen politieke invloed. De regering
trekt zich weinig aan van het commentaar op de verslechterde
mensenrechtensituatie (zie ook paragraaf 3.2).
Rol India
In februari 2007 riep president Rajapakse India op om een actievere rol in het
vredesproces te spelen. Gezien het rampzalige optreden tussen 1987 en 1990 (zie
paragraaf 2.1.2) is India op haar hoede om opnieuw bij het conflict betrokken te
worden. 38
Bestendiging macht president
Uitholling onafhankelijk toezicht op de publieke sector
In 2001 werd het 17e amendement op de grondwet aangenomen, met als doel het
bewaken van de integriteit en onafhankelijkheid van de publieke sector en het
controleren van de macht van de president en de regering. Met dit amendement
werd de Constitutional Council (CC) ingesteld, die onder andere verantwoordelijk
is voor de evaluatie en bekrachtiging van kandidaatleden voor tien
toezichthoudende commissies, zoals de Public Service Commission, Elections
Commission, National Police Commission en Human Rights Commission. In de
CC hebben de voorzitter van het parlement, de premier, een vertegenwoordiger
van de oppositie en `zeven andere eminente leden' zitting.
Door onenigheid tussen de minderheidspartijen in het parlement (de JVP, TNA en
JHU) over de benoeming van hun vertegenwoordiger in de CC, is de CC niet
functioneel. Daardoor kunnen de tien commissies ook niet functioneren, omdat er
geen nieuwe leden benoemd kunnen worden.39 De president heeft deze impasse
doorbroken door gebruik te maken van zijn uitvoerende macht en heeft gedurende
37 EIU, Country Report Sri Lanka, augustus 2006, p. 8.
38 AFP, Sri Lankan president sees Indian role in conflict solution, 9 februari 2007.
39 De commissieleden worden benoemd voor een termijn van drie jaar.
15
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
de verslagperiode zelf de leden van deze commissies benoemd. Hiermee zijn de
commissies niet meer als onafhankelijk te bestempelen.
Dit wordt door meerdere bronnen gezien als een opzettelijke handeling om
democratische controle op de regering onmogelijk te maken. De president heeft er,
volgens deze bronnen, bewust niet voor gekozen om van de minderheidspartijen te
eisen tot een oplossing te komen. De partijen hadden bijvoorbeeld elk een eigen
kandidaat kunnen leveren, welke rouleerde gedurende de volgende driejaarlijkse
termijn van de CC.40
Ook met een aantal unilaterale benoemingen binnen het rechtssysteem omzeilde
de president deze in de grondwet ingebouwde `checks and balances'. Zo
benoemde hij gedurende de verslagperiode de Inspector General of Police (IGP,
hoofd van de politie), de rechters voor het Hof van Beroep en wees hij de twee
rechters van de Hoge Raad aan die zitting moeten nemen in de Judicial Service
Commission (JSC), de commissie die de lagere rechters benoemt (zie ook
paragraaf 3.3.5).41
Gemeentelijke verkiezingen
De gemeentelijke verkiezingen vonden op 30 maart 2006 plaats.42 De verkiezingen
werden gezien als een referendum over het beleid van president Rajapakse inzake
het vredesproces.43 De regerende UPFA-alliantie wist in 222 gemeentebesturen de
meerderheid te bemachtigen. Voor de JVP, die sinds januari 2005 niet meer tot de
UPFA-alliantie behoort, viel de uitslag tegen. De partij behaalde winst noch
verlies. Een overwinning dus voor de president en impliciet een goedkeuring om
zijn beleid voort te zetten. De UNP verloor overigens dramatisch (meerderheid in
slechts 32 besturen) en ook de JHU was niet in staat om een significant aantal
stemmen te verwerven.44
40 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
Asian Human Rights Commission (AHRC), Human Rights Commission will cease to
function from April, 30 maart 2006; Amnesty International (AI), Urgent action needed to
ensure future of Human Rights Commission, 31 maart 2006.
41 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
42 In de gebieden onder controle van de LTTE, Colombo, Galle en een aantal andere steden en
kiesdistricten werden de verkiezingen opgeschort wegens veiligheidsoverwegingen. In mei
hebben alsnog de verkiezingen in Colombo plaatsgevonden, van de overige steden en
districten is dat niet bekend. EIU, Country Report Sri Lanka, augustus 2006, p. 15; Reuters,
Sri Lanka postpones local polls in rebel northeast, 20 maart 2006.
43 EIU, Country Report Sri Lanka, mei 2006, p. 13; AFP, Sri Lanka peace bid side-lined in
local vote, 30 maart 2006; Reuters, Sri Lanka peace talks key issue as postal vote begins, 20
maart 2006.
44 EIU, Country Report Sri Lanka, mei 2006, p. 13; Reuters, Sri Lanka government, Marxists
gain at local polls, 31 maart 2006; Voice of America (VOA), Sri Lanka elections may affect
direction of peace process, 30 maart 2006.
16
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Nieuwe meerderheidsregering
Eind januari 2007 traden achttien leden van de UNP toe tot de regeringscoalitie.
Met de gelijktijdige toetreding van de gehele fractie van de Muslim Congres Party
(SLMC, zes zetels) verkreeg de minderheidsregering een meerderheid van één
zetel in het parlement.45 Meerdere bronnen menen dat de toetreding niet uit
politieke overtuiging heeft plaatsgevonden, maar uit financiële overwegingen. Aan
de UNP-parlementariërs is zeer waarschijnlijk een ministerschap beloofd, met de
bijbehorende privileges. Zo kent de huidige regering nu ongeveer 90 ministers,
inclusief een aantal onderministers en ministers zonder portefeuille. Voor veel
ministerschappen geldt dat het een symbolische functie betreft, zonder politieke
invloed.46 Bovendien ligt volgens meerdere bronnen de macht sterk
gecentraliseerd rond de president en zijn twee broers47, die bij alle bijeenkomsten
waar belangrijke beslissingen genomen moeten worden, aanwezig zijn. In de
praktijk wordt daarmee het kabinet gereduceerd tot slechts een adviserend
orgaan.48
Op 23 oktober 2006 ondertekenden de SLFP en de UNP een Memorandum of
Understanding (MoU). Dit was erop gericht om de komende twee jaar samen te
werken op `gebieden die voor het welzijn van het land cruciaal zijn'.49 Met de
toetreding van de leden van de UNP tot de regeringscoalitie kwam het MoU echter
te vervallen.50 Het MoU had in de praktijk weinig effect gesorteerd, nadere
afspraken waren nooit gemaakt. Doel van de regering leek vooral om een
parlementaire meerderheid ter beschikking te hebben, terwijl het UNP-leiderschap
alleen had ingestemd om de overloop van ontevreden parlementariërs tegen te
houden.51
Verzwakte oppositie
De toetreding van de UNP parlementariërs tot de regering betekent een ernstige
verzwakking van deze partij en haar leiderschap. Binnen de UNP bestond al
45 De JVP trok zich in 2005 terug uit de UPFA-alliantie, waarmee de alliantie haar
parlementaire meerderheid verloor (zie paragraaf 2.1.2). Daarna richtte de samenwerking
tussen de regering enerzijds en de JVP en JHU anderzijds zich op bewaking van vrede en
veiligheid en economische ontwikkeling. Zie ook algemeen ambtsbericht Sri Lanka, augustus
2004; EIU, Country Report Sri Lanka, november 2006, p. 13.
46 Ter illustratie, 60% van het overheidsbudget is in handen van de president.
47 Gotabaya Rajapakse is secretaris-generaal van Defensie, Basil Rajapakse is Speciaal
Adviseur van de president.
48 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
49 GoSL, Memorandum of Understanding between the Sri Lanka Freedom Party and the United
National Party to Cooperate on Key Issues Vital for the Nation's Well-being, 23 oktober
2006; DPA, Sri Lanka's ruling pary, opposition sign historic agreement, 23 oktober 2006.
50 AFP, Sri Lanka's peace deal collapses over party defections, 16 januari 2007.
51 EIU, Country Report Sri Lanka, augustus 2006, p. 15; EIU, Country Report Sri Lanka,
februari 2006, p. 14.
17
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
langere tijd, met name na het verlies van de presidentiële verkiezingen, onvrede
over het bestaande leiderschap en de autoritaire wijze waarop de partij geleid
werd. Dat het electoraat hier niet van gediend was, bleek al uit de afstraffing
tijdens de gemeentelijke verkiezingen.52
Ook de JVP en de JHU lijken flink aan politieke invloed verloren te hebben en
spelen nog maar een marginale rol.53 De president is met zijn nieuwe meerderheid
minder afhankelijk van de steun van de JVP en JHU. Die steun had de president
overigens al verloren toen hij met de LTTE en de Noren om de tafel ging zitten
voor vredesbesprekingen.54
Rajapakse leider SLFP
Ook binnen de SLFP verstevigde president Rajapakse zijn positie. Een door hem
ingediend amendement op het statuut van de partij maakt het mogelijk dat het
leiderschap van de partij automatisch naar het staatshoofd gaat, indien deze van de
SLFP is. Hiermee nam hij in juni 2006 het leiderschap over van voormalig
president Chandrika Kumaratunga (1994-2005).55
2.3 Veiligheidssituatie
Sinds het aantreden van president Rajapakse in november 2005 zijn
gewelddadigheden in aantal en hevigheid sterk toegenomen en is de
veiligheidssituatie aanzienlijk verslechterd, met name in het noorden en oosten.
Beide partijen geven elkaar de schuld van de escalatie en omschrijven hun acties
vaak als `defensief'. Officieel is het CFA nog van kracht, maar verschillende
bronnen spreken van een intern gewapend conflict en zelfs van open
oorlogsvoering.56
52 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
EIU, Country Report Sri Lanka, mei 2006, p. 7.
53 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
54 De JVP en JHU zijn tegen enige tegemoetkoming aan de LTTE en zijn tevens tegen de
betrokkenheid van de Noren als bemiddelaar in het vredesproces. Zie algemeen ambtsbericht
Sri Lanka augustus 2004.
55 EIU, Country Report Sri Lanka, augustus 2006, p. 14.
56 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), Position on the International
Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka, december 2006; ICG, Sri Lanka: The
Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28 november 2006, p. 10; EIU, Country
Profile Sri Lanka 2006, december 2006, p. 8.
18
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Escalerend geweld
Gedurende de verslagperiode vonden in het noorden en oosten bijna dagelijks
beschietingen, mijnexplosies, luchtaanvallen en andere vijandelijkheden plaats.57
De Sri Lankaanse strijdkrachten, de LTTE, maar ook de Karuna-factie en andere
(onbekende) groeperingen waren hier schuldig aan.58 Colombo werd meerdere
malen getroffen door zelfmoordaanslagen, die met name gericht waren op militaire
en politieke doelen/personen. Van de meeste van deze zelfmoordaanslagen bestaat
bij verschillende bronnen het vermoeden dat de LTTE verantwoordelijk was. Het
zuiden en westen van Sri Lanka bleven relatief rustig, alhoewel de militaire haven
van Galle in oktober 2006 werd getroffen door een bomaanslag van, vermoedelijk,
de LTTE.
In de eerste maanden van 2006 was er nog sprake van kleinschalig geweld tussen
regeringstroepen en de LTTE, zoals hinderlagen, mijnexplosies en beschietingen
in zowel het noorden als oosten, maar ook in Colombo.59 Met name de acties van
de LTTE werden gezien als provocatie, zodat de LTTE gerechtvaardigd de strijd
kon hervatten. Na eerst terughoudendheid te hebben betracht, reageerde de
regering eind april na een mislukte zelfmoordaanslag in Colombo met
luchtaanvallen in het oosten.60 Hierna nam het geweld en daarmee het aantal
slachtoffers nog verder toe.
In de zomermaanden van 2006 vond een kentering in het conflict plaats, waarmee
de veiligheidssituatie meer gespannen en onvoorspelbaar werd. Voor het eerst
57 Meerdere rapporten geven een gedetaileerder overzicht van de gewelddadigheden en
mensenrechtenschendingen die gedurende de verslagperiode hebben plaatsgevonden.
Verwezen wordt naar de website van de SLMM www.slmm.lk; CPA, War, Peace and
Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007; Human Rights Watch
(HRW), World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007; US State
Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart 2007;
UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; ICG, Sri Lanka: The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28
november 2006; Home Office, Country of Origin Information Report, 31 oktober 2006. Ook
verschillende internationale persbureaus (Reuters, AP, AFP) hebben (dagelijks) verslag
gedaan van de gewelddadige ontwikkelingen in Sri Lanka.
58 De SLMM probeert in haar rapporten zo goed mogelijk aan te geven wie voor welk incident
met betrekking tot het schenden van het CFA verantwoordelijk is. Lang niet alle incidenten
zijn goed te onderzoeken wegens beperkte toegang tot de conflictgebieden.
59 Report of the Secretary-General on children and armed conflict in Sri Lanka, S/2006/1006,
20 december 2006; SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the
Government of Sri Lanka and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the
22-23 February 2006, Report covering period 24 February 28 May 2006, via
www.slmm.lk; ICG, Sri Lanka: The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28
november 2006.
60 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
EIU, Country Report Sri Lanka, mei 2006; Reuters, Sri Lanka air strikes stop, but island on
edge, 28 april 2006; Reuters, Sri Lanka strikes at tigers, thousands flee homes, 26 april 2006.
19
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
sinds de ondertekening van het CFA in 2002 voerden de Sri Lankaanse
strijdkrachten in juli een grootschalig militair offensief in het oosten uit.
Aanleiding was het afsluiten van het afwateringskanaal in Mavil Aru door de
LTTE in juli. De LTTE reageerde op het militaire offensief met een grootschalige
aanval op de stad Mutur in augustus. Vervolgens opende de LTTE de aanval op de
`forward defense line' op de Elephant Pass bij Jaffna, waarmee het schiereiland
korte tijd werd afgesloten van de rest van het land. Augustus en september werden
mede daardoor maanden van open oorlogsvoering in de gebieden onder controle
van de LTTE. In september nam het leger na een maand van hevige gevechten de
controle van de havenstad Sampur over van de LTTE.61
De laatste drie maanden van 2006 kenden eigenlijk geen verandering. Over en
weer bleven beschietingen en bombardementen plaatsvinden. Meerdere
bomaanslagen vonden plaats te midden van grootschalige militaire confrontaties in
het noorden en oosten, waarbij de Sri Lankaanse strijdkrachten flinke verliezen
kregen te verwerken.62
Het nieuwe jaar begon met een tweetal busexplosies buiten Colombo op de weg
naar het zuiden, waarbij tientallen burgers om het leven kwamen en meer dan
honderd gewonden vielen.63 Het district Vavuniya zag in januari een toename in
het aantal vijandigheden en na maanden van hevige gevechten kondigde de
regering op 19 januari 2007 de inname van Vakarai aan.64 Na deze overwinning
gaf de secretaris-generaal van Defensie aan, door te willen stoten richting het
noorden om alle militaire macht van de LTTE te vernietigen. Enkele waarnemers
waarschuwen echter voor onderschatting van de militaire capaciteiten van de
LTTE.65 Alhoewel het aantal gevechten begin februari afnam, bleef de situatie
gedurende februari en maart in zowel het oosten (Trincomalee en Batticaloa) als
61 S/2006/1006; ICG, Sri Lanka: The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28
november 2006, p. 11; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends
2006, februari 2007; Reuters, Sri Lanka's conflict seen rising in east, capital, 4 september
2006; Reuters, Violence continues as peace talks hopes rises, 14 september 2006.
62 Bij aanvallen in Muhamalai kwamen binnen twee uur 133 militairen om het leven en bij een
zelfmoordaanslag vlakbij Trincomalee kwamen 116 matrozen om het leven. CPA, War,
Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007; EIU,
Country Report Sri Lanka, november 2006; AFP, New front opens in Sri Lanka fighting after
record military losses, 13 oktober 2006; Reuters, Suicide attack on Sri Lanka military convoy
kills 92, 16 oktober 2006; AFP, Grim prospect for Sri Lanka as violence spirals, 12
november 2006; AFP, Civilians flee as rivals say over 110 killed in Sri Lanka fighting, 10
december 2006.
63 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
DPA, Six killed, 50 injured in Sri Lanka bus blast, 5 januari 2007; AFP, Suspected suicide
bombing kills 11 in Sri Lanka, 6 januari 2007.
64 SLMM, SLMM weekly situation report, 15 21 januari 2007, via www.slmm.lk.
65 AFP, Sri Lanka takes key rebel town, dedath toll hits 376, 19 januari 2007; DPA,
Government troops consolidating gains in north-eastern Sri Lanka, 17 januari 2007.
20
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
noorden (Jaffna, Mannar, Vavuniya en Kilinochchi) gespannen met dagelijkse
beschietingen, bombardementen en mijnexplosies.66 Eind maart voerde de LTTE
voor het eerst een luchtaanval uit, met als doelwit een luchtmachtbasis ten noorden
van Colombo.67
De gevechten hebben gedurende de verslagperiode aan meer dan 4000 personen
het leven gekost.68 De dodelijke slachtoffers betroffen LTTE en Sri Lankaanse
militairen, hulpverleners, maar vooral (Tamil) burgers. De burgerbevolking was
regelmatig slachtoffer van vergeldingsacties en partijen in het conflict ondernamen
militaire operaties met weinig aandacht voor de mensenrechten en humanitaire
rechten van de burgerbevolking in de conflictgebieden. Regelmatig waren
gewelddadigheden bewust gericht op burgers of werden burgers gebruikt als
menselijk schild. Zo werden scholen, bussen, ziekenhuizen en gebedshuizen als
doelwit genomen van beschietingen, granaataanvallen, mijnexplosies en
bombardementen. Het aantal vluchtelingen naar India en het aantal ontheemden
nam sterk toe (zie hoofdstuk 3 en 4).69
De escalatie van geweld bemoeilijkte het werk van zowel de SLMM als
verschillende (internationale) organisaties, waardoor toezicht op het CFA en op de
situatie in het algemeen in sommige gebieden ontbrak. Vooral de gebieden die
onder controle staan van de LTTE waren moeilijk tot niet toegankelijk.70 De
SLMM gaf aan dat beschuldigingen over schendingen van het CFA van beide
zijden daardoor moeilijk te onderzoeken waren.71 Desondanks constateerde de
SLMM vele schendingen van zowel de regering als de LTTE. Waarnemers van de
66 SLMM, SLMM weekly situation report, 29 January 4 February 2007, via www.slmm.lk;
UN News Service, 200.000 displaced, security worsening in Government-separatist fighting,
8 maart 2007; Reuters, Camps full, Sri Lanka war refugees live under trees, 13 maart 2007;
UNHCR, Displacement in Sri Lanka's East tops 127.000, 13 maart 2007; ANP, Tientallen
doden bij gevechten Sri Lanka, 11 maart 2007; AP, Soldiers kill suspected suicide bomber in
northern Sri Lanka, military says, 16 maart 2007.
67 BBC News, Sri Lanka rebels launch air raid, 26 maart 2007, Reuters, Sri Lanka's Tamil
Tigers bomb base for first air raid, 26 maart 2007.
68 Het totaal aantal dodelijk slachtoffers sinds 1983 komt daarmee op meer dan 68.000.
69 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006,
februari 2007; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007;
HRW, Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006; ICG, Sri Lanka:
The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28 november 2006; Reuters, Analysis
Sri Lanka seeks to destroy rebels, but can they win?, 26 januari 2007; Reuters, Camps full,
Sri Lanka was refugees live under trees, 13 maart 2007; BBC News, Major battle in north-
west Lanka, 23 maart 2007.
70 S/2006/1006.
71 SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri Lanka
and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February 2006,
Report covering period 29 May 31 August 2006, via www.slmm.lk.
21
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
SLMM werden gedurende de verslagperiode regelmatig bedreigd, aangevallen en
soms beschoten door de LTTE, Karuna en andere gewapende groeperingen. Ook
medewerkers van (internationale) organisaties werden regelmatig bedreigd,
beschoten en zelfs vermoord (zie paragraaf 3.3.9).72
Strijdkrachten en politie
Het ministerie van Defensie valt sinds 1978 onder de president. De president is
tevens opperbevelhebber van de strijdkrachten (landmacht, marine en luchtmacht).
De politie (70.000 tot 100.000 agenten) valt tegenwoordig ook onder het
ministerie van Defensie, dat daardoor nu officieel het Ministry of Defence, Public
Security and Law and Order heet. De landmacht is met ongeveer 140.000
manschappen het grootste onderdeel van de Sri Lankaanse strijdkrachten. Volgens
de Economist Intelligence Unit hebben de marine en de luchtmacht elk ongeveer
15.000 manschappen.73 Volgens een andere bron zou het totale aantal 70.000
moeten zijn. Er werken weinig moslims en nog minder Tamils binnen de
strijdkrachten. Voor de politie geldt hetzelfde, wat vooral in het noorden en oosten
voor problemen zorgt (zie hoofdstuk 3).
Een gescheiden unit binnen het ministerie van Defensie is de Civil Security.74 De
Civil Security bestaat uit lokaal geworven burgers die voornamelijk in de
grensgebieden worden ingezet ter ondersteuning van de politie bij de beveiliging
van een dorp en/of gebied direct om een dorp. De politie blijft echter
verantwoordelijk voor rechtshandhaving. Het zou gaan om ongeveer 15.000
burgers totaal. De burgers ontvangen wapentraining, maar hanteren geen zware
wapens. Ze dragen een uniform, maar geen camouflagepak zoals de strijdkrachten.
Indien geen noodzaak meer bestaat voor het gebruik van de Civil Security in een
bepaald dorp, worden de burgerwachten in dorpen in de omgeving ingezet.
De Special Task Force (STF, paramilitaire vleugel van de politie), de Criminal
Investigation Department (CID), de Terrorist Investigation Department (TID) en
de militaire inlichtingendienst vallen ook onder het ministerie van Defensie.75
72 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
S/2006/1006; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007;
UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; Inter-Agency Standing Committee (IASC), Joint UN North East situation
Monitoring Report January 2007, 31 januari 2007, via www.humanitarianinfo.org/srilanka;
UN News Service, 200.000 displaced, security worsening in Government-separatist fighting,
8 maart 2007; AFP, Monitors bombed after war warning in Sri Lanka, more mines, 14
januari 2006.
73 EIU, Country Profile Sri Lanka 2006, december 2006, p. 12.
74 Voorheen heette dit Home Guards, zie algemeen ambtsbericht Sri Lanka augustus 2004.
75 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Er is veel politie en leger te zien in het straatbeeld, met name in Colombo en de
grote steden in het noorden en oosten. Dat komt vooral door het toegenomen
aantal controleposten sinds de invoering van de noodregelgeving (zie paragraaf
3.3.4). Er is een groot aantal militairen in het noorden en oosten van het land
aanwezig.76 Zo zijn volgens een bron ongeveer 40.000 tot 60.000 manschappen
van het leger, de marine en de politie in Jaffna gelegerd.
Door zelfmoordaanslagen in Colombo raakte legercommandant Luitenant-
generaal Fonseka op 25 april 2006 ernstig gewond en werd plaatsvervangend
Stafchef van het Sri Lankaanse leger, Generaal-majoor Parami Kulatunga op 26
juni gedood.77 Op 1 december 2006 overleefde de secretaris-generaal van Defensie
en broer van de president, Gotabhaya Rajapakse, een aanslag op zijn leven.78
Mede naar aanleiding van deze aanslag werd een deel van het oude Prevention of
Terrorism Act (PTA) ingevoerd (zie paragraaf 3.1.2).79
LTTE
Het gebied dat onder LTTE-controle staat, beslaat de districten Kilinochchi en
Mullaitivu en bepaalde gebieden in de districten Mannar, Vavuniya, Trincomalee,
Batticaloa en Ampara. In het noorden staat het schiereiland Jaffna onder controle
van het leger.80 Door de aanhoudende gevechten is moeilijk aan te geven waar de
grens loopt tussen regeringsgebied en de gebieden die onder controle van de LTTE
staan.
Na hevige gevechten in het Trincomalee-district heeft de LTTE sinds september
2006 geen controle meer over Sampur en sinds januari 2007 geen controle meer
over Vakarai.81 Het verlies van deze twee LTTE-bolwerken was een
psychologische klap voor de LTTE.82 Sampur is een strategische havenstad, van
waaruit de Sea Tigers verschillende acties tegen de Sri Lankaanse marine hebben
ondernomen, bijvoorbeeld om zeetransporten richting het noorden te
76 IASC, Joint UN North East situation Monitoring Report January 2007, 31 januari 2007, via
www.humanitarianinfo.org/srilanka.
77 SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri Lanka
and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February 2006,
Report covering period 29 May 31 August 2006, via www.slmm.lk; SLMM,
Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri Lanka and the
Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February 2006, Report
covering period 24 February 28 May 2006, via www.slmm.lk.
78 BBC News, Sri Lanka minister survives blast, 1 december 2006; AFP, Suicide bomber
exposes dangerous Sri Lanka security failings, 3 december 2006.
79 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
AFP, Sri Lanka invokes anti-terror laws, but seeks talks with Tiger, 6 december 2006.
80 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006.
81 SLMM, SLMM weekly situation report, 15 21 januari 2007, via www.slmm.lk.
82 GoSL, Eastern LTTE cadre desertion on the rise, 6 februari 2007.
23
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
belemmeren.83 Vakarai werd na enkele maanden van hevige gevechten op 19
januari 2007 ingenomen door het Sri Lankaanse leger.84 Sindsdien zijn er
aanwijzingen dat de LTTE noordwaarts trekt, richting de jungle tussen
Trincomalee, Morawewa en Kuchchaveli. Details zijn niet bekend.85
De LTTE heeft parallelle militaire en civiele structuren in de gebieden onder zijn
controle en int ook belastingen. De LTTE heeft eigen veiligheidsdiensten en heeft
een aantal politiebureaus in beheer.86 Het aantal manschappen in het LTTE-leger
wordt geschat tussen de 10.000 en 20.000.87 Militaire kampen zitten vaak diep
verscholen in de jungle. Daarnaast heeft de LTTE ondergrondse bunkers. De
LTTE heeft een groot aantal bewakers aan de grenzen met regeringsgebied staan.
Volgens een bron geniet de LTTE in het noorden veel steun. Sommige Tamils
steunen de LTTE echter alleen omdat ze de LTTE zien als enige buffer tegen
inmenging van de regering.88 Andere bronnen geven aan dat een aanzienlijk deel
van Tamils de (gewelddadige kant van de) LTTE liever ziet verdwijnen. In al zijn
gebieden eist de LTTE ook steun in de vorm van verplichte militaire dienst en civil
defence trainingen voor de bevolking. Winkeliers worden verplicht om
bijvoorbeeld goederen te leveren of op te slaan. Het afdwingen van steun betekent
echter ook dat veel personen, met name Tamils, ongewild met de LTTE
geassocieerd (kunnen) worden. Daarmee lopen ook zij een reëel risico om gericht
doelwit te worden van de regering (zie verder hoofdstuk 3).89 Indien Tamils
weigeren om steun, in welke vorm dan ook, te geven, lopen zij het risico om door
de LTTE bedreigd, ontvoerd of zelfs vermoord te worden.90
83 SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri Lanka
and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February 2006,
Report covering period 24 February 28 May 2006, via www.slmm.lk; AFP, Sri Lanka
troops work to clear mines in fallen Tiger town, 5 september 2006; Reuters, Sri Lanka says
clears rebels from key harbour mouth, 4 september 2006.
84 AFP, Sri Lanka takes key rebel town, dedath toll hits 376, 19 januari 2007; DPA,
Government troops consolidating gains in north-eastern Sri Lanka, 17 januari 2007.
85 SLMM, SLMM weekly situation report, 15 21 januari 2007, via www.slmm.lk.
86 UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart
2007; AFP, Independence-seeking Tigers already run shadow state, 29 november 2006.
87 ICG, Sri Lanka: The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28 november 2006, p.
22; EIU, Country Profile Sri Lanka 2006, december 2006, p. 12; Reuters, Sri Lanka Tigers
say willing to die, ready for war, 5 januari 2006.
88 UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart
2007.
89 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006.
90 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; Charu Lata Hogg, Child Recruitment in South Asian Conflicts. A comparitive
24
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Naast de inkomsten uit `belastingen' (die door het sluiten van de A9 flink zijn
gedaald) vindt financiering van de LTTE plaats via bijdragen van de diaspora en
grote (internationale) commerciële belangen. De financiering via de diaspora gaat
volgens HRW regelmatig gepaard met intimidatie, afpersing en bedreiging.91 Ook
wordt er gefinancierd middels wapen- en drugssmokkel en het witwassen van
geld.92
Karuna-factie
De Karuna-factie bevindt zich met name in het oosten. Het aantal manschappen
van de Karuna-factie wordt geschat tussen de 400 en 2000. Volgens de regering
ligt het aantal rond de 700. De factie is zwaar bewapend, maar draagt geen
herkenbaar uniform. Karuna heeft ook een politieke vleugel, de Tamil Makkal
Viduthalai Pulighal (TMVP).93
Karuna werd gedurende de verslagperiode niet alleen verdacht van aanvallen tegen
de LTTE, maar ook van mensenrechtenschendingen tegen burgers, zoals
mishandeling, ontvoering, moord en gedwongen rekrutering van volwassenen en
kinderen.94 Verschillende bronnen bevestigen dat de Karuna-factie openlijk strijd
kan voeren zonder tussenkomst van de regering.95 Zo heeft de Karuna-factie
gedurende de verslagperiode enkele door de regeringstroepen bewaakte
ontheemdenkampen kunnen binnendringen, vooral om te rekruteren. Ook zou het
leger de Karuna-factie gebruikt hebben om Vakarai in te nemen.96 Volgens een
andere bron zou de lokale politie vanuit Colombo geïnstrueerd worden om Karuna
met rust te laten. De regering beweert echter dat zij geen enkele band heeft met de
Karuna-factie.
analysis of Sri Lanka, Nepal and Bangladesh, Chatham House, november 2006, via
http://www.child-soldiers.org/document_get.php?id=1162; UTHR, The Race for infamy in
Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart 2007.
91 HRW, Funding the `Final War'. LTTE intimidation and extortion in the Tamil Diaspora,
Volume 18, N° 1 (C), maart 2006.
92 EIU, Country Profile Sri Lanka 2006, december 2006, p. 13.
93 Reuters, Renegade Sri Lanka rebels won't disarm yet, 20 februari 2006.
94 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006,
februari 2007; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007;
AI, Armed groups infiltrating refugee camps, 13 maart 2007.
95 UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart
2007.
96 AI, Armed groups infiltrating refugee camps, 13 maart 2007; UTHR, The Race for infamy in
Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart 2007.
25
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Paramilitaire groeperingen
De politieke Tamilpartijen People's Liberation Organisation of Tamil Eelam
(PLOTE) en Eelam People's Democratic Party (EPDP) hebben ook een
paramilitaire vleugel. Van PLOTE is bekend dat deze zich in de buurt van
Vavuniya bevindt. De EPDP komt oorspronkelijk uit Jaffna, maar is ook
bijvoorbeeld actief in Colombo. Beide partijen zijn, net als Karuna, tegenstanders
van de LTTE en vallen de LTTE regelmatig aan. Daarnaast zijn Karuna, PLOTE
en EPDP verwikkeld in een onderlinge machtstrijd, waarbij ze elkaar aanvallen en
daar de LTTE van beschuldigen. Bovendien worden ze regelmatig verdacht van
betrokkenheid bij intimidaties, ontvoeringen en buitengerechtelijke executies (zie
hoofdstuk 3).97 Deze paramilitaire groeperingen kunnen hun gang gaan zonder dat
de regering ingrijpt. De Tamil National Alliance (TNA, pro-LTTE) is niet fysiek
bij het conflict betrokken, maar wel door middel van bijvoorbeeld het aansporen
van jongeren in Jaffna op actie te voeren tegen de autoriteiten.
Rekrutering kindsoldaten
Gedurende de verslagperiode namen de berichten en beschuldigingen over
rekrutering van kindsoldaten toe. Zowel de LTTE als de Karuna-factie worden
beschuldigd van het ronselen van kinderen voor het conflict.98 Volgens meerdere
bronnen is de regering, wat betreft de Karuna-factie, hier medeplichtig aan. De
regering ontkent dit ten stelligste (zie verder paragraaf 3.4.4).99
97 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri
Lanka, 6 maart 2007; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends
2006, februari 2007; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari
2007.
98 HRW, Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child Recruitment by the
Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007; Charu Lata Hogg, Child Recruitment in
South Asian Conflicts. A comparitive analysis of Sri Lanka, Nepal and Bangladesh, Chatham
House, november 2006, via http://www.child-soldiers.org/document_get.php?id=1162;
UTHR, The human rights and humanitarian fallout from the Sri Lankan government's
Eastern Agenda and the LTTE's obduracy, Briefing N° 6, 22 januari 2007; AI, Sri Lanka. A
Climate of Fear in the East, ASA 37/001/2006, 3 februari 2006; Reuters, Youth abduction
haunt Sri Lanka as violence rises, 30 juni 2006.
99 HRW, Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child Recruitment by the
Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007; S/2006/1006; UTHR, The human rights
and humanitarian fallout from the Sri Lankan government's Eastern Agenda and the LTTE's
obduracy, Briefing N° 6, 22 januari 2007; HRW, Sri Lanka: Stop child abductions by
Karuna-group, 28 november 2006; Coalition to Stop the Use of Child Soldiers (CSC),
Parties to conflict must stop recruitment of children, 3 okotber 2006; The Guardian, Sri
Lanka's president seems as mindless as any bomber, 9 februari 2007; GoSL, Human Rights
Watch Report on Sri Lanka Government compicity in child abductions: unfounded and
baseless, 25 januari 2007.
26
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
High Security Zones
Een High Security Zone (HSZ) is een gebied, dat is gelegen om een legerkamp of
basis. Burgers worden niet tot deze zones toegelaten. Een HSZ kan ook gelegen
zijn om een strategisch en/of economisch belangrijk doel, zoals een haven of
watervoorziening. In Colombo zijn gebieden rond de woonhuizen van enkele
vooraanstaande personen, bijvoorbeeld ministers en rechters, ook aangewezen als
HSZ. Deze zones zijn voor sommige burgers, na toestemming, toegankelijk (denk
aan buren, leveranciers, zakenlui). De grenzen van sommige HSZ's zijn
permanent, maar op basis van de noodregelgeving kan een nieuw gebied worden
aangewezen tot HSZ.
Tijdens de verslagperiode is niets bekend geworden over het al dan niet bestaan
van HSZ in LTTE-gebied, afgezien van één bron, die het bestaan ervan ontkende.
2.4 Sociaal-economische situatie
Sri Lanka staat op de 93ste plaats (van de 177 landen) van de Human Development
Index 2006 van het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties
(UNDP).100 Een positieve invloed op deze score gaat uit van: weinig analfabetisme
(9,3%), hoge levensverwachting (74,3 jaar) en lage (kinder-) sterftecijfers.
Ongeveer 5,6% van de bevolking leeft onder de armoedegrens van 1 en 41,6%
onder de grens van 2 US Dollar (USD) per dag. 101
De sociaal-economische situatie wordt sterk beïnvloed door het conflict. Inflatie
bedroeg in 2006 20.3% en buitenlandse investeringen bleven uit. De
overheidskosten zijn enorm gestegen, in het bijzonder de uitgaven voor defensie.
Deze uitgaven gingen ten koste van ontwikkeling, zoals van bijvoorbeeld de
(sociale) infrastructuur. Sri Lanka kende desondanks een economische groei van
7,3% in 2006.102
Het escalerende geweld heeft tevens een grote impact op de humanitaire hulp in
Sri Lanka. Hulporganisaties werden belemmerd in hun werk (zie paragraaf 2.3 en
3.2).103 Bepaalde gebieden werden totaal afgesloten, waardoor de lokale bevolking
100 UNDP, Human Development Report 2006, tabel 1, p. 284.
101 UNDP, Human Development Report 2006, tabel 1, 3, 9 en 10; EIU, Country Profile Sri
Lanka 2006, december 2006, p. 14 e.v.
102 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
EIU, Country Profile Sri Lanka 2006, december 2006; EIU, Country Report Sri Lanka,
januari 2007, p. 6.
103 SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri Lanka
and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February 2006,
Report covering period 29 May 31 August 2006, via www.slmm.lk; S/2006/1006; HRW,
27
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
soms maanden verstoken bleef van de broodnodige hulpgoederen, zoals de
600.000 personen tellende bevolking van het schiereiland Jaffna en de districten
Kilinochchi en Mullaitivu na de sluiting van de A9 (zie ook paragraaf 3.3.4).104
Ook de bevolking van de regio Vakarai was enkele maanden verstoken van
humanitaire hulp.105 Begin 2007 was er een tekort aan voedsel, drinkwater,
sanitaire voorzieningen en medicijnen in bepaalde delen van het noorden en
oosten.106
Ook de tsunami wederopbouwhulp in het noorden en oosten is om dezelfde
redenen flink gereduceerd, hoewel niet geheel tot stilstand gekomen.107 Daardoor
ontstaat er een groeiende ongelijkheid in de omvang en voortgang van de
reconstructie tussen het noorden en zuiden van het land (zie ook paragraaf
2.1.2).108 Bovendien zijn door het conflict sommige (herstelde) gebieden weer
compleet vernield.
In januari 2007 kwamen verschillende internationale donoren samen in het
Development Forum. Het Forum werd door de staatsmedia afgeschilderd als een
grote steunbetuiging aan het gevoerde beleid, onder meer door beschikbaarstelling
van 4,5 miljard USD voor de komende drie jaar.109 Donoren, vooral de
Wereldbank, hadden zich echter zeer kritisch betoond en waarschuwden voor een
escalatie van geweld en de gevolgen die dat zou hebben voor de toezeggingen.
Ook de EU-ambassadeurs in Colombo hadden om dezelfde reden besloten om op
lager niveau dan ambassadeur deel te nemen.110
Complicit in Crime. State Collusion in Abductions and Child Recruitment by the Karuna
Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007;
104 De LTTE wilde de veiligheid van transporten over zee of door de lucht niet garanderen (er
werd zelfs op geschoten), terwijl de regering slechts halfslachtige pogingen ondernam om de
toegangsweg de heropenen. UNHCR, UNHCR distributes aid to more than 2.000 host
families in Jaffna Peninsula, 5 februari 2007; S/2006/1006; UNICEF, Displaced children and
families at risk in Jaffna, 20 september 2006; HRW, Warring sides must let aid reach
civilians, 21 augustus 2006.
105 OCHA, Statement on the bus bombing in Sri Lanka, 8 januari 2007.
106 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007; ICG, Sri Lanka:
The Failure of the Peace Process, Asia report N° 124, 28 november 2006; UN News Service,
200.000 displaced, security worsening in Government-separatist fighting, 8 maart 2007;
Tamils Rehabilitation Organisation (TRO), Vaharai starves international community is
silent, 5 januari 2007; OCHA, Statement on the bus bombing in Sri Lanka, 8 januari 2007.
107 S/2006/1006; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007.
108 In het noorden is bijvoorbeeld slechts 10% van de post-tsunami huizenrecontructie
gerealiseerd, tegen 90% in het zuiden. Care International, Sri Lanka's ignored conflict
threatens tsunami reconstruction, 12 december 2006.
109 GoSL, Donors give green light to massive development aid, 31 januari 2007.
110 AFP, Donors pledge 4.5 billion dollars to Sri Lanka but want peace, 30 januari 2007; AFP,
Donors warn against escalation in Sri Lanka conflict, 29 januari 2007.
28
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
3 Mensenrechten
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen en protocollen
Sri Lanka is partij bij de volgende verdragen en protocollen:
· Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (CCPR, in
werking getreden in 1980), evenals het bijbehorende eerste Facultatief
Protocol waarin het individuele klachtrecht bij het Mensenrechtencomité is
vastgelegd (in werking getreden in 1998);
· Verdrag tegen Foltering en andere Wrede, Onmenselijke of onterende
Behandeling of Bestraffing (CAT, in werking getreden in 1994);
· Verdrag inzake de Rechten van het Kind (CRC, in werking getreden in 1991),
het Facultatief Protocol betreffende de betrokkenheid van kinderen in
gewapend conflict (in werking getreden in 2000) en het Facultatief Protocol
betreffende de verkoop van kinderen, kinderprostitutie en kinderpornografie
(in werking getreden in 2006);
· Verdrag en eerste Facultatief Protocol inzake de Uitbanning van alle Vormen
van Discriminatie van Vrouwen (CEDAW, in werking getreden in 1981,
protocol in 2003);
· Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van
Rassendiscriminatie (CERD, in werking getreden in 1982);
· Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten
(CESCR, in werking getreden in 1980);
· Verdrag ter Bestrijding van Terrorismefinanciering (CSFT, in werking
getreden in 2002);
· Internationaal Verdrag inzake de Bescherming van de Rechten van
Arbeidsmigranten en hun Gezinsleden (CMW, in werking getreden in
2003).111
Sri Lanka is geen partij bij het Vluchtelingenverdrag van 1951, het bijbehorende
protocol van 1967 en evenmin bij het anti-mijnverdrag van Ottawa.112 Sri Lanka is
evenmin partij bij het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof. Wel
tekende Sri Lanka in november 2002 een bilateraal akkoord met de Verenigde
Staten dat de uitlevering van Amerikaanse en Sri Lankaanse burgers door de
wederzijdse landen aan het Internationale Strafhof moet voorkomen.
111 Informatie op de mensenrechten website van de VN, www.unhchr.ch.
112 Officeel het `Verdrag inzake het verbod van het gebruik, de aanleg van voorraden, de
productie en de overdracht van anti-personeelsmijnen en inzake de vernieting van deze
wapens'.
29
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Op 6 februari 2007 ondertekende Sri Lanka de Paris Principles, een internationaal
akkoord tegen de inzet van kindsoldaten. Het akkoord voorziet onder meer in
voorkoming van rekrutering en het vervolgen van personen die kinderen
ronselen.113
3.1.2 Nationale wetgeving
Emergency Regulations
Na de moord op de minister van Buitenlandse Zaken in augustus 2005 werd de
noodtoestand uitgeroepen. Hiermee werden de Emergency Regulations van kracht.
Na de poging tot moord op de broer van de president in december 2006 werd een
deel van de oude Prevention of Terrorism Act (PTA) toegevoegd aan de
noodregelgeving. De Emergency Regulations geven politie en leger ruime
opsporings- en aanhoudingsbevoegdheden en voorzien in de mogelijkheid om
verdachten van terroristische activiteiten voor onbepaalde tijd vast te houden
zonder formele beschuldiging. De LTTE zelf wordt formeel in de wet niet als
terroristische organisatie bestempeld (zie verder paragraaf 3.3.6).114
De noodregelgeving ontvangt veel kritiek van (internationale) organisaties. De
noodregelgeving geeft namelijk brede en vage omschrijvingen van zowel
bevoegdheden als misdrijven, zodat de noodregelgeving op allerlei manieren en in
allerlei situaties gebruikt kan worden. Het begrip terroristische daad is zeer
rekbaar, waarbij de bewijslast bij de verdachte ligt. Het leidt tot willekeur,
rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid, waar vooral Tamils slachtoffer van
zijn.115 Ook NGO's, journalisten en advocaten voelen zich hierdoor belemmerd in
hun werk. Zo kan een ontmoeting met een LTTE-lid, een kritisch rapport over de
regering of juridische hulp aan een Tamil gezien worden als `hulp bij en aanzetten
tot terrorisme', waar tien jaar cel voor kan worden opgelegd.
113 Speciaal voor dit onderwerp werd een internationale conferentie georganiseerd door UNICEF
en de Franse regering. De Paris Principles vloeiden hieruit voort en naast Sri Lanka
ondertekenden nog 57 andere landen het akkoord. UNICEF, Paris conference on child
soldiers concludes with commitment to stop the recruitment of children, 6 februari 2007;
Volkskrant, Internationaal akkoord tegen inzet kindsoldaten, 6 februari 2007.
114 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; International Commission of Jurists (ICJ) Press Release, Eminent jurists assess
counter-terrorism laws in South Asia, 2 maart 2007; CPA, Statement on the introduction of
the emergency (prevention and prohibition of terrorism) regulations 2006, 12 december
2006; AFP, Sri Lanka invokes anti-terror laws, but seeks talks with Tiger, 6 december 2006;
EIU, Country Report Sri Lanka, september 2005, p. 2.
115 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; CPA, Statement on the introduction of the emergency (prevention and
prohibition of terrorism) regulations 2006, 12 december 2006; ICJ Press Release, Eminent
jurists assess counter-terrorism laws in South Asia, 2 maart 2007.
30
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Het is niet bekend of met de invoering van de noodregelgeving de Prevention of
Organized Crime Bill is komen te vervallen.116 Het wetsontwerp is in ieder geval
het parlement nog niet gepasseerd.
3.2 Toezicht
Human Rights Commission
De Human Rights Commission (HRC) is bevoegd te monitoren, te onderzoeken en
te adviseren inzake mensenrechten. Het accepteert klachten tegen de LTTE, maar
de HRC heeft geen toegang tot de gebieden die onder controle van de LTTE staan.
Burgers kunnen in persoon of via de telefoon (24-uurs hotline) een klacht onder de
aandacht van de HRC brengen. Groepen en organisaties kunnen ook een klacht
indienen. De HRC kan zelf een onderzoek starten, mede op aanwijzen van de
Hoge Raad.117 De HRC onderzoekt vervolgens de klacht, schrijft een rapport en
doet aanbevelingen aan partijen. Het eindrapport, inclusief aanbevelingen, wordt
overhandigd aan de regering. Deze rapporten zijn niet openbaar. Er is geen
eenduidige schatting van het totaal ontvangen klachten in 2006, maar het zouden
er meer dan 7000 zijn. Klachten betreffen bijvoorbeeld verdwijning of
mishandeling bij arrestatie en detentie. Veelal hebben klachten betrekking op
arbeidsrechtelijke zaken (aanstellingen, promoties, ontslag) en andere
civielrechtelijke zaken. Volgens meerdere mensenrechtenorganisaties werkt de
HRC niet effectief en heeft de HRC te maken met ruime achterstanden bij het
onderzoeken van de klachten.118
Volgens de wet is de HRC onpartijdig en onafhankelijk. Volgens verschillende
bronnen is dat in de praktijk niet het geval.119 De commissieleden behoren
benoemd te worden via de Constitutional Council (CC), maar zoals in paragraaf
2.2 is omschreven, zijn de huidige leden benoemd door de president, waarmee de
commissie haar onafhankelijkheid verloor. Hetzelfde geldt voor de National
Police Commission, die bevoegd is procedures in te stellen om klachten van
burgers over de politie te onderzoeken (zie ook paragraaf 3.3.6).
116 Zie algemeen ambtsbericht Sri Lanka augustus 2004, p. 22.
117 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
118 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
119 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
HRW, Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006; ICJ Press Release,
Eminent jurists assess counter-terrorism laws in South Asia, 2 maart 2007; AHRC, Human
Rights Commission will cease to function from April, 30 maaart 2006; AI, Urgent action
needed to ensure future of Human Rights Commission, 31 maart 2006.
31
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Een voorbeeld van de partijdigheid van de HRC is de aankondiging in juli 2006
van de HRC dat de Raad stopt met de onderzoeken naar 2000 oude verdwijningen,
tenzij de HRC een andere instructie van de regering ontvangt. De HRC geeft als
reden dat de resultaten van de onderzoeken namelijk kunnen leiden tot betaling
van een schadevergoeding aan de slachtoffers.120
Volgens een bron worden de lokale kantoren van de HRC als meer onafhankelijk
gezien en doen zij belangrijk werk ondanks alle beperkingen. Het is buiten
Colombo vaak de enige instantie waar burgers terecht kunnen met hun klacht. Een
andere bron geeft echter aan dat personen bang zijn om informatie te verstrekken
aan de HRC, omdat deze rapporteert aan de regering.
Hoge Raad en Hof van Beroep
Slachtoffers van mensenrechtenschendingen of hun familie of nabestaanden
kunnen een algemene klacht indienen, de zogenaamde Fundamental Rights
Application (FRA), bij de Hoge Raad van Sri Lanka of een Habeas Corpus-klacht
indienen bij het Sri Lankaanse Hof van Beroep.121 Het is niet bekend hoeveel
klachten de Hoge Raad en het Hof van Beroep tijdens de verslagperiode hebben
ontvangen.
Aangezien de opperrechter en de rechters van de Hoge Raad en het Hof van
Beroep, net als de leden van de HRC, zijn benoemd door de president zonder
tussenkomst van de Parliamentary Commission 122, kent Sri Lanka geen
onafhankelijke instantie waar een klacht kan worden neergelegd en die de daders
bestraft.123
Inter Ministerial Committee on Human Rights
Gedurende de verslagperiode werd een Inter Ministerial Committee on Human
Rights opgericht. De commissie wordt voorgezeten door de minister van
Rampenbestrijding en Mensenrechten, Mahinda Samarasinghe, en bestaat uit hoge
ambtenaren van de ministeries van Mensenrechten, Buitenlandse Zaken, Defensie,
Justitie en Grondwettelijke Aangelegenheden en hoge vertegenwoordigers van het
bureau van de Procureur-generaal, van de strijdkrachten, van de politie en van het
Secretariat for Co-ordinating the Peace Process (SCOPP). De commissie
120 AHRC, The HRC of Sri Lanka has stopped investigations into 2000 disappearance cases to
avoid having to pay government compensation to the victims, 18 juli 2006.
121 Artikel 126 en 141 van de Grondwet; zie ook algemeen ambtsbericht Sri Lanka augustus
2004, p. 22-23.
122 Deze commissie ziet onder andere toe op de benoeming van rechters door de president. De
commissie is echter één van de in paragraaf 2.2 omschreven toezichthoudende commissies en
is dus niet (onafhankelijk) werkzaam.
123 AHRC, The cries of Muslims in the East and others facing danger should find a response
from the United Nations, 17 augustus 2006; ICJ Press Release, Eminent jurists assess
counter-terrorism laws in South Asia, 2 maart 2007.
32
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
controleert en houdt toezicht op alle aangelegenheden betreffende
mensenrechten.124 Deze commissie is eenzelfde soort commissie als het in het
voorgaande ambtsbericht omschreven Permanent Inter Ministerial Standing
Committee on Human Rights.125 De commissie heeft bestuurlijk gezien geen
correctief mandaat.
National Commission on Inquiry
In november 2006 stelde de president, onder internationale druk, een National
Commission on Inquiry in. De commissie bestaat uit acht door de president
benoemde personen. Hun opdracht is het doen van onderzoek naar een beperkt
aantal moorden en verdwijningen, zoals de moord op de minister van Buitenlandse
Zaken in augustus 2005 en de executie van de zeventien medewerkers van de
NGO Action Contre la Faim in augustus 2006. De commissie heeft wel een `open
mandaat', op basis waarvan ook andere mensenrechtenschendingen onderzocht
kunnen worden. De International Independent Group of Eminent Persons (IIGEP)
gaat toezien op de werkzaamheden van de commissie. Leden voor de IIGEP zijn
genomineerd door Australië, Canada, de EU, India (voorzitter), Japan, Nederland,
het VK en de VS en benoemd door de president. De supervisie van de IIGEP zou
voldoende waarborgen moeten bieden voor een onafhankelijk onderzoek in Sri
Lanka, al is het geen internationaal onafhankelijk onderzoek.126 Gedurende de
verslagperiode hebben daar bijvoorbeeld de EU, Human Rights Watch en VN-
organisaties om gevraagd, omdat volgens hen de regering te weinig onderneemt
om mensenrechtenschendingen te onderzoeken, te bestraffen en te voorkomen.127
De VN, bij monde van de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Louise
Arbour, verwelkomde de installatie van de commissie. In een verklaring wees de
Hoge Commissaris echter op mogelijke valkuilen, zoals de tekortkomingen in het
rechtssysteem en het feit dat vele aanbevelingen van voorgaande nationale
124 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
125 Zie paragraaf 3.2 algemeen ambtsbericht Sri Lanka, augustus 2004.
126 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari
2007; AHRC, Will it be too late for the arrival of international assistance to monitor gross
violations of human rights?, 10 november 2006; Australian Broadcasting Corporation, (ABC)
Sri Lanka probe into civilian kiilings, 7 november 2006; HRW, Monitor's departure leaves
void in protection, 2 augustus 2006.
127 HRW, Human Rights Council: Act to end serious abuses in Sri Lanka, 13 maart 2007; HRW,
Sri Lanka: Letter to Human Rights Council, 24 november 2006; CPA, War, Peace and
Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007; AHRC, Will it be too
late for the arrival of international assistance to monitor gross violations of human rights?,
10 november 2006; Reuters, UN demands assurances on Sri Lanka probe, 7 november 2006;
HRW, Monitor's departure leaves void in protection, 2 augustus 2006.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
onderzoekscommissies niet zijn opgevolgd.128 Volgens verschillende bronnen
geeft de installatie van de commissie, maar met name de IIGEP, hoop op een einde
aan de straffeloosheid. Er wordt echter ook getwijfeld aan de bereidheid van de
regering om een onafhankelijk onderzoek daadwerkelijk van de grond te krijgen.
De regering hanteert een legalistische benadering en verschuilt zich achter
bureaucratische obstakels, waardoor de samenwerking tussen de commissie en de
IIGEP niet goed verloopt en de commissie een onvoldoende onafhankelijk en
onpartijdig karakter kent. Daardoor zijn de uitzichten op voortzetting van de
IIGEP somber.
VN
Gedurende de verslagperiode werd de verslechterde mensenrechtensituatie in Sri
Lanka in verschillende sessies van de VN Mensenrechtenraad (sinds mei 2006
opvolger van de VN Mensenrechtencommissie) besproken. Aanleiding was de in
september 2006 door de EU ingediende resolutie, waarin de EU haar zorg uitsprak
over de aanzienlijk verslechterde humanitaire en mensenrechtensituatie en opriep
tot een internationaal onafhankelijk onderzoek. De resolutie benadrukte de
verantwoordelijkheid van zowel regering als LTTE. Sri Lanka, zelf lid van de VN
Mensenrechtenraad tot en met 2008, voelde zich beledigd. De Sri Lankaanse
regering houdt namelijk alleen de LTTE verantwoordelijk voor de verslechterde
mensenrechtensituatie en meent dat zij met de installatie van alle hierboven
genoemde instrumenten voldoet aan de internationale vraag om toezicht op en
bescherming van mensenrechten. Vooral de installatie van de National
Commission on Inquiry en de Inter Ministerial Committee moet aantonen dat Sri
Lanka gecommitteerd is aan het terugdringen van straffeloosheid. De EU heeft de
behandeling van de resolutie aangehouden in afwachting op de werking van de
National Commission on Inquiry en de IIGEP.
Ook zijn er gedurende de verslagperiode meerdere VN-rapporten over Sri Lanka
verschenen. In maart 2006 verscheen het rapport van Philip Alston, VN Speciale
Rapporteur inzake Buitengerechtelijke Executies, die eind 2005 een bezoek aan
Sri Lanka had gebracht.129 In november 2006 bracht Allan Rock, Speciaal
Adviseur van de VN Speciale Vertegenwoordiger voor Kinderen en Gewapend
Conflict, een tiendaags bezoek aan Sri Lanka.130 De Secretaris-Generaal van de
VN (SGVN) bracht in december 2006 een rapport uit over de rekrutering van
kindsoldaten in Sri Lanka.131 Zowel Alston als Rock kon naar eigen zeggen
128 OHCHR, High Commissioner for Human Rights hopes new inquiry commission on killings
and disappearances in Sri Lanka will prove effective, 6 november 2006; Reuters, UN
demands assurances on Sri Lanka probe, 7 november 2006.
129 Report of the Special Rapporteur, Philip Alston, of his mission to Sri Lanka (28 November to
6 December 2005), E/CN.4/2006/53/Add.5, 27 maart 2006.
130 UN News, UN Special Advisor says children at risk from all sides, 13 november 2006.
131 S/2006/1006.
34
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
vrijelijk onderzoek doen.132 De bevindingen (zie paragraaf 3.3.9. en 3.4.4) waren
minder welkom, de regering legde alle verantwoordelijkheid voor de verslechterde
mensenrechtensituatie bij de LTTE.133 Tijdens de sessie van de VN
Mensenrechtenraad in maart 2007 werden de VN Speciale Rapporteurs inzake
Foltering en inzake Ontheemden uitgenodigd om in oktober en november 2007
een bezoek aan Sri Lanka te brengen.134
Verschillende VN organisaties zijn actief in Sri Lanka op het gebied van
mensenrechten, onder andere UNHCR, UNICEF en OCHA (Office for the
Coordination of Humanitarian Affairs).
Sri Lanka Monitoring Mission
De SLMM is de Scandinavische missie die toeziet op de naleving van het CFA.
De SLMM neemt klachten van partijen van het CFA en van burgers aan, indien
gerelateerd aan het schenden van het CFA. Naar aanleiding van een klacht start de
SLMM een onderzoek, ook op de plaats van het incident als het kan, en beoordeelt
of het een inbreuk op het CFA is. Het resultaat wordt naar partijen gestuurd. De
meeste klachten gaan over moord (inclusief politieke moorden en
buitengerechtelijke executies), mishandeling, ontvoering en rekrutering van
kindsoldaten. Zoals in paragraaf 2.2 en 2.3 omschreven, is de taak van de SLMM
gedurende de verslagperiode bemoeilijkt door de escalatie van geweld en de
terugtrekking van de Finse, Zweedse en Deense waarnemers.
Niet-gouvernementele organisaties
Er is in Sri Lanka een aantal lokale en internationale niet-gouvernementele
organisaties (NGO's) actief. Gedurende de verslagperiode werden zij in
toenemende mate echter belemmerd in hun werk.135 Naast bedreigingen en
beschietingen was toegang tot bepaalde gebieden zeer gelimiteerd vanwege
ingewikkelde (visa-) procedures en tegenwerking van zowel regering als LTTE.
Soms werd toegang uit `veiligheidsoverwegingen' ontzegd. De regering (het
ministerie van Defensie) beheerde de toevoer van hulpgoederen naar de
conflictgebieden.136 Daarnaast werden sommige hulporganisaties, zoals het
132 E/CN.4/2006/53/Add.5; UN News, UN Special Advisor says children at risk from all sides,
13 november 2006.
133 E/CN.4/2006/53/Add.5; UN Human Rights Council, Human Rights Council discusses report
on summary executions and Internally Displaced Persons, 19 september 2006; UN News,
UN Special Advisor says children at risk from all sides, 13 november 2006; GoSL, Human
Rights Watch Report on Sri Lanka Government complicity in child abductions: unfounded
and baseless, 25 januari 2007.
134 AI, Armed groups infiltrating refugee camps, 13 maart 2007.
135 Internationale organisaties, zoals IOM, ICRC en de verschillende VN-organisaties
ondervonden dezelfde problemen.
136 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri
35
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Nederlandse ZOA Vluchtelingenzorg, publiekelijk beschuldigd van samenwerking
met de LTTE.137 Aan andere organisaties, zoals Artsen zonder Grenzen, werden
geen of pas na lange tijd vergunningen verleend.138 Sinds augustus 2006 geeft de
regering geen werkvergunningen meer af voor internationale hulpverleners die
werkzaam zijn in de LTTE-gebieden.139 De regering heeft desondanks aangegeven
dat er geen restricties aan NGO's opgelegd zijn.140 Naar aanleiding van
bovenstaande hebben sommige (hulp) organisaties zich teruggetrokken uit de
conflictgebieden of overwegen dit te doen.141
3.3 Naleving en schendingen
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
De wet voorziet in de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. De
noodregelgeving geeft de regering echter de bevoegdheid om de publicatie,
distributie, weergave, vertoning of uitzending van elk boek, tijdschrift, krant,
poster, film, toneelstuk, lied, radio- of televisieprogramma waarvan zij vermoedt
dat het de openbare orde zal verstoren, tegen te houden. Voor zover bekend heeft
de regering gedurende 2006 geen gebruik gemaakt van deze wettelijke
bevoegdheid.142
De vrijheid van meningsuiting en persvrijheid werden gedurende de
verslagperiode echter op andere manieren ernstig beperkt. Voor politieke
Lanka and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February
2006, Report covering period 29 May 31 August 2006, via www.slmm.lk; S/2006/1006;
HRW, Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006; HRW, Complicit
in Crime. State Collusion in Abductions and Child Recruitment by the Karuna Group,
Volume 19, N° 1(c), januari 2007; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview
and Trends 2006, februari 2007.
137 In januari 2007 verschenen berichten dat ZOA volgens de regering een militair ziekenhuis
van de LTTE in Ampara zou hebben uitgerust. Naar aanleiding van deze berichten vonden er
protesten plaats bij het hoofdkantoor van ZOA in Colombo. Deze protesten waren
intimiderend, maar verliepen niet gewelddadig. Inmiddels zijn na gesprekken met de regering
de beschuldigingen ingetrokken. Zie www.zoaweb.org; Reformatorisch Dagblad, Regering
Sri Lanka excuseert zich bij ZOA, 12 januari 2007; HRW, Human Rights Council: Act to end
serious abuses in Sri Lanka, 13 maart 2007; HRW, More business than usual: The work
which awaits the Human Rights Council, 12 maart 2007.
138 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
139 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
140 GoSL, No restriction imposed on NGOs, 31 augustus, 2006.
141 IASC, Joint UN North East situation Monitoring Report January 2007, 31 januari 2007.
142 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
36
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
tegenstanders, journalisten, academici en mensenrechtenactivisten, maar ook voor
de gewone burger, wordt het steeds moeilijker om kritiek te uiten. Met de vaag
omschreven noodregelgeving is het begrip terroristische daad zeer rekbaar (zie ook
paragraaf 3.1.2). De noodregelgeving wordt regelmatig misbruikt om critici tot
stilzwijgen te dwingen.143 Op basis van de noodregelgeving zijn meerdere
journalisten opgepakt en vastgehouden.144
Lokale journalisten en publicisten passen een grote mate van zelfcensuur toe. Zij
staan eerder onder druk van de regering en zijn vaker slachtoffer van intimidatie,
bedreiging, ontvoering en/of moord dan internationale journalisten.145 De daders
(regeringstroepen, dan wel daaraan gelieerde groeperingen) blijven vaak
ongestraft.146 De meeste Tamilkranten en bijvoorbeeld de internetsite `Tamilnet'
zijn gelieerd aan de LTTE en dat maakt de journalisten die hiervoor werken
kwetsbaar. Ook Tamiljournalisten die voor Engelstalige of onafhankelijke kranten
werken zijn kwetsbaarder. De regering pakt echter ook kritische Singalese
journalisten aan.147
Ook internationale journalisten worden bedreigd en passen een mate van
zelfcensuur toe. Zo werd een fotograaf van een internationaal persbureau bedreigd,
nadat hij een foto had genomen van openlijk strijdende Karuna-leden in de buurt
143 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
Reporters without Borders, Report of the International Press Freedom and Freedom of
Expression Mission to Sri Lanka, Press Freedom and Freedom of Expression in Sri Lanka:
Struggle for survival, januari 2007, via www.rsf.org; International Federation of Journalists
(IFJ), Media executive held under anti-terror laws, as Parameshawary nears 100 days
detention, 1 maart 2007; AI, Two journalists detained without trial, many more threatened
and intimidated, 3 maart 2007; Reporters Without Borders, Kidnap of three jounalists with
trade union monthly, 6 februari 2006; National Christian Evengelical Alliance of Sri Lanka
(NCEASL), Statement on the deterioration of the Human Rights situation in Sri Lanka, 13
november 2006.
144 AI, Two journalists detained without trial, many more threatened and intimidated, 3 maart
2007; IFJ, Media executive held under anti-terror laws, as Parameshawary nears 100 days
detention, 1 maart 2007.
145 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; Reporters Without Borders, Tamil newspapers correspondent goes
missing in the North, 16 februari 2007; Reporters Without Borders, Kidnap of three jounalists
with trade union monthly, 6 februari 2006.
146 Reporters without Borders, Report of the International Press Freedom and Freedom of
Expression Mission to Sri Lanka, Press Freedom and Freedom of Expression in Sri Lanka:
Struggle for survival, januari 2007, via www.rsf.org; US State Department, Country report
on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart 2007; AI, Two journalists detained
without trial, many more threatened and intimidated, 3 maart 2007.
147 AI, Two journalists detained without trial, many more threatened and intimidated, 3 maart
2007; IFJ, Media executive held under anti-terror laws, as Parameshawary nears 100 days
detention, 1 maart 2007.
37
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
van Batticaloa in regeringsgebied. De bedreigingen waren dermate serieus dat de
fotograaf is overgeplaatst.
De regering laat haar invloed op de staatsmedia gelden. Engelstalige en Singalese
kranten zwakken de rol van de regering in het conflict af en leggen nadruk op de
rol van de LTTE. Tamilkranten, vooral in de gebieden die onder controle staan van
de LTTE, doen het tegenovergestelde. Beide partijen verspreiden propaganda en
geven daarin elkaar de schuld van de verslechterde veiligheids- en
mensenrechtensituatie (zie ook paragraaf 2.2, 2.3. en 3.2).
De LTTE staat in de gebieden die onder haar controle staan, geen volledige
vrijheid van meningsuiting toe. Er worden nog steeds beperkingen opgelegd aan
zowel de geschreven pers als aan de radio en televisie.148 Anti-LTTE sentimenten
worden de kop ingedrukt en alle personen die kritisch zijn ten aanzien van de
LTTE lopen het gevaar ontvoerd of zelfs vermoord te worden. Voor journalisten
was het zo goed als onmogelijk om toegang te krijgen tot de gebieden die onder
controle van de LTTE staan. De daders blijven vaak ongestraft.149
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
De wet voorziet in vrijheid van vereniging en vergadering. Deze vrijheden werden
echter beperkt door de invoering van de noodregelgeving, waarin de president de
bevoegdheid heeft gekregen om vergaderingen, bijeenkomsten, demonstraties en
optochten te verbieden. De LTTE staat geen vrijheid van vereniging toe in de
gebieden onder LTTE-controle en dwingt de lokale bevolking om aanwezig te zijn
op bijeenkomsten.150
Demonstraties
Het is in Sri Lanka volgens de wet toegestaan om demonstraties te houden.
Voorafgaande aan demonstraties moet toestemming worden gevraagd.151 Volgens
enkele bronnen zijn er na invoering van de noodregelgeving echter geen `vrije'
148 Reporters without Borders, Report of the International Press Freedom and Freedom of
Expression Mission to Sri Lanka, Press Freedom and Freedom of Expression in Sri Lanka:
Struggle for survival, januari 2007, via www.rsf.org; US State Department, Country report
on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart 2007.
149 Reporters without Borders, Report of the International Press Freedom and Freedom of
Expression Mission to Sri Lanka, Press Freedom and Freedom of Expression in Sri Lanka:
Struggle for survival, januari 2007, via www.rsf.org; US State Department, Country report
on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart 2007.
150 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
151 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
38
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
protesten meer. Toestemming wordt niet altijd geweigerd, maar de beslissing is
wel discriminatoir. Net zoals in de pers werden kritische uitlatingen steeds minder
getolereerd. Zo is het nationalistische monniken bijvoorbeeld wel toegestaan om te
protesteren omdat zij regeringsgezind zijn.
Politieke participatie
Het is in Sri Lanka toegestaan deel uit te maken van een politieke partij of om een
partijpolitieke organisatie op te richten. De Elections Commission bepaalt de
regels en procedures.152 Ook aan de LTTE wordt sinds 4 september 2002 geen
beperkingen meer opgelegd. De LTTE heeft een aantal politieke kantoren in door
de overheid gecontroleerd gebied opgericht, en is daardoor zichtbaar aanwezig.
Na afloop van de tweede ronde van de vredesbesprekingen in november 2002
verklaarde de LTTE dat ook zij in de door hen gecontroleerde gebieden zouden
toestaan dat andere politieke partijen daar gaan opereren. In de praktijk blijkt dat
niet het geval, alleen de TNA wordt getolereerd.153
3.3.3 Vrijheid van godsdienst
In de grondwet van Sri Lanka wordt vrijheid van religie gegarandeerd. In de
praktijk wordt dit ook toegestaan. De religieuze vrijheid is gedurende de
verslagperiode niet veranderd.
Ongeveer 70% (voornamelijk Singalezen) van de Sri Lankaanse bevolking is
boeddhist, 15% (voornamelijk Tamils) van de bevolking is hindoe, 8% is christen
(met name katholiek) en 7 % is moslim.
Religie is een verplicht onderdeel in het curriculum van de scholen en ouders
kunnen kiezen naar wat voor soort school hun kinderen gaan. Er zijn
boeddhistische, islamitische, hindoeïstische en christelijke scholen in Sri Lanka.154
Religie speelt geen significante rol in het conflict. Boeddhisten, Hindoes, moslims
en christenen zijn allen getroffen door het oplaaiende geweld. Het leger geeft via
de radio waarschuwingen af voordat het grote militaire operaties begint en
instrueert de bevolking om samen te komen in `safe zones' rond kerken en
152 De leden van de Elections Commission zijn benoemd door de president wegens het niet-
functioneren van de Constitutional Council en kan daarmee niet als onafhankelijk bestempeld
worden. Zie paragraaf 2.2.
153 UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart
2007; Reuters, Sri Lanka to hold nationawide local elections in March, 16 februari 2006.
154 US State Department, International Religious Freedom Report 2005 Sri Lanka, 15
september 2006.
39
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
tempels. Desondanks is gedurende de verslagperiode het leger, maar ook de
LTTE, beschuldigd van het bewust bombarderen en beschieten van kerken,
moskeeën en tempels in de conflictgebieden in het noorden en oosten.155
Positie van moslims
De moslims wonen verspreid over Sri Lanka, maar wel in groepen bij elkaar. De
meeste moslims wonen in het westen, de rest voornamelijk in het oosten (33% van
de bevolking in het oosten is moslim).156 Moslims kunnen vrijelijk hun godsdienst
belijden in Sri Lanka.157
Een deel van de moslimgemeenschap voelt zich buitengesloten bij het
vredesproces en vreest dat hun positie in een eventuele toekomstige federale
structuur ondergeschikt wordt gemaakt aan die van de Singalezen en de Tamils.158
In 1990 werd bijna de gehele moslimbevolking in het noorden van Sri Lanka door
de LTTE uit hun huizen verdreven. De meeste van deze moslims wonen in
Puttalam. Ze zijn nog niet teruggekeerd of kunnen niet terugkeren, vooral omdat
hun voormalige woonplaats in door de LTTE gecontroleerd gebied ligt en hun
veiligheid niet door de regering gegarandeerd kan worden.159 De regering heeft
wel landtitels uitgedeeld aan een aantal moslims in Puttalam. Dat zorgde voor
spanningen met de lokale bevolking.
Meerdere bronnen menen dat geweld van de LTTE tegen moslims niet religieus
gemotiveerd is, maar onderdeel van een grotere strategie om het noorden en oosten
te vrijwaren van personen die geen sympathie hebben voor het doel van een
onafhankelijke Tamilstaat. Moslims, met name in het oosten, zitten daardoor
letterlijk gevangen tussen twee vuren, omdat de regering de LTTE uit bepaalde
gebieden wil verdrijven.160 Een voorbeeld daarvan is de aanval op Mutur in
155 US State Department, International Religious Freedom Report 2005 Sri Lanka, 15
september 2006; US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri
Lanka, 6 maart 2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum
Seekers from Sri Lanka, december 2006.
156 CPA, Statement from Sri Lankan groups regarding the situation of Muslims, 21 september
2006.
157 US State Department, International Religious Freedom Report 2005 Sri Lanka, 15
september 2006.
158 CPA, Statement from Sri Lankan groups regarding the situation of Muslims, 21 september
2006.
159 US State Department, International Religious Freedom Report 2005 Sri Lanka, 15
september 2006.
160 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; AHRC, The cries of Muslims in the East and others facing danger
should find a response from the United Nations, 17 augustus 2006; CPA, Statement from Sri
Lankan groups regarding the situation of Muslims, 21 september 2006; AFP, Sri Lanka
40
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
augustus 2006 (zie paragraaf 2.3). Mutur, een stad met een moslimmeerderheid,
was een strategische gelegen stad in het gevecht om de watertoevoer naar de regio.
De aanvallen zorgden voor een groot aantal moslimslachtoffers en -ontheemden,
maar hadden in principe niets te maken met hun geloofsovertuiging. Ze werden
gedurende deze aanvallen tevens slachtoffer van andere
mensenrechtenschendingen, zoals intimidatie, mishandeling, ontvoering en
moord.161
Moslims die verdacht werden van infiltratie voor of samenwerking met de
regering, werden doelwitten van bedreiging en ontvoering door de LTTE. Ook
waren moslims in het oosten regelmatig slachtoffer van afpersing door de
LTTE.162
Een bron meldt dat moslims, met name in Colombo, een groter risico lopen op
discriminatie omdat ze Tamil spreken.
Positie van christenen
De christenen wonen hoofdzakelijk in het westen van Sri Lanka. In het algemeen
kunnen christenen zich vrijelijk bewegen en hun godsdienst belijden in Sri Lanka.
Tegen met name de evangelische kerken is weerstand van vooral boeddhistische
monniken. Zij beschuldigen de kerken van `onethische bekering' (unethical
conversion), omdat de ziel op materiële wijze wordt gekocht. Zowel bekeerlingen
als de bekeerders worden in toenemende mate slachtoffer van `mob violence' en
intimidatie van boeddhistische monniken. In de verslagperiode waren er berichten
over boeddhistische monniken die zouden hebben aangezet tot aanvallen en ook
betrokken zouden zijn bij aanvallen op een aantal kerken en kerkleden.163
troops deployed at Muslim town after rioting, 21 september 2006; AFP, Muslim civilians
killed as Sri Lanka battle for water intensifies, 3 augustus 2006; Reuters, Sri Lanka Muslims
trapped in a deepening conflict, 8 januari 2007.
161 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; CPA, Statement from Sri Lankan groups regarding the situation of Muslims,
21 september 2006; AFP, Muslim civilians killed as Sri Lanka battle for water intensifies, 3
augustus 2006; AFP, 26 killed in battle for Sri Lanka town, 6 augustus 2006.
162 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; AI, Sri Lanka. A Climate of Fear in the East, ASA 37/001/2006, 3 februari
2006; US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6
maart 2007; CPA, Statement from Sri Lankan groups regarding the situation of Muslims, 21
september 2006; BBC News, Sri Lankan civilians found dead, 18 september 2006; AFP, Sri
Lanka troops deployed at Muslim town after rioting, 21 september 2006.
163 US State Department, International Religious Freedom Report 2005 Sri Lanka, 15
september 2006; Release International, Christians under pressure as Sri Lanka slides
towards civil war, 7 december 2006; Tamilnet, Under attack, Christians fear militant
Buddhism, 10 december 2006.
41
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
In april 2006 is een Parlementaire Commissie in het leven geroepen om de
invoering van de `Wet betreffende het verbod op gedwongen bekeringen' voor te
bereiden voor eindstemming. De taak van de commissie is het in 2004 door de
radicaal-boeddhistische Jathika Hela Urumaya (JHU) geïntroduceerde
wetsvoorstel, dat in 2005 door de Hoge Raad deels ongrondwettelijk werd
verklaard, te herzien. In 2004 introduceerde de toenmalige minister van
Boeddhistische Zaken een soortgelijk wetsvoorstel. Dit voorstel is niet door de
Hoge Raad getoetst, wel in 2005 goedgekeurd door het kabinet, maar nog niet
door het parlement behandeld. De wetsvoorstellen hebben ongeveer dezelfde
inhoud, het voorstel van de JHU kent echter zwaardere straffen.164 Beide
voorstellen zijn (nog) niet door het parlement behandeld.
De EU en anderen hebben met regelmaat bij de Sri Lankaanse regering gepleit
tegen de invoering van dergelijke wetgeving. Daarnaast is in meerdere gesprekken
met vertegenwoordigers van christelijke kerken op terughoudendheid
aangedrongen. De VN Speciale Rapporteur inzake Godsdienstvrijheid, Asma
Jahangir, die Sri Lanka in mei 2005 bezocht, deelt deze mening.165 Volgens de
National Evangelical Alliance of Sri Lanka legitimeert de wet intimidatie en
mishandeling van christenen en schendt de wet het recht op godsdienstvrijheid.166
3.3.4 Bewegingsvrijheid
De wet garandeert de vrijheid van reizen en van vestiging evenals de vrijheid het
land te verlaten en terug te keren. Door het opgelaaide conflict en de invoering van
de noodregelgeving werden deze vrijheden in de praktijk echter belemmerd.167
164 Ongeoorloofde bekeringsactiviteiten worden gedefinieerd als bekering via geweld,
bedrieglijke motieven of omkoping. Eenieder die zich daar schuldig aan maakt kan een
gevangenisstraf tussen de vijf en zeven jaar of een geldboete tussen 100.000 en 500.000 LKR
(800-4000 Euro) opgelegd krijgen. US State Department, International Religious Freedom
Report 2005 Sri Lanka, 15 september 2006; Report submitted by the Special Rapporteur on
freedom of religion or belief, Asma Jahangir, Mission to Sri Lanka, E/CN.4/2006/5/Add.3,
12 december 2005.
165 E/CN.4/2006/5/Add.3; Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, Aanhangsel van de
Handelingen, nr. 99. Tweede Kamer, vergaderjaar 2005-2006, Aanhangsel van de
Handelingen, nr. 1749.
166 NCEASL, Bill for the prohibition of forcible conversion of religion, 26 juli 2006.
167 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri
Lanka and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February
2006, Report covering period 29 May 31 August 2006, via www.slmm.lk; S/2006/1006;
CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
42
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Controleposten
Sinds de invoering van de noodregelgeving is het aantal controleposten in het hele
land enorm toegenomen, vooral in Colombo en andere grote steden.168 De
controleposten worden bemand door zowel politie als leger. De controle bestaat uit
verificatie van de identiteit, vaak wordt bagage doorzocht en soms worden
personen ondervraagd. Voertuigen worden onderzocht op explosieven. Er is, voor
zover bekend, geen sprake van omkoping of afpersing.
Een ieder die niet (meteen) zijn identiteit kan aantonen, loopt het risico om
opgepakt te worden voor verdere ondervraging. Aangezien Tamils vaak geen
identiteitskaart bezitten (zie identiteitskaart hieronder), lopen zij een groter risico.
De controles vinden steekproefsgewijs plaats, iedereen wordt er aan onderworpen.
Bij de controle zelf worden Tamils (herkenbaar via bijvoorbeeld de taal op hun
identiteitskaart), vooral afkomstig uit het noorden en oosten, echter langer staande
gehouden, hun identiteit wordt dubbel gecontroleerd en ze lopen daarmee een
groter risico op intimidatie of arrestatie, vooral als er ook maar enig vermoeden
van een band met de LTTE bestaat.169
Colombo
Sinds de invoering van de noodregelgeving worden er in Colombo weer
systematische veiligheids- en identiteitschecks gehouden. Vooral na de
verschillende bomaanslagen zijn er strenge veiligheidsmaatregelen getroffen.
Bepaalde gebieden in Colombo zijn als HSZ aangewezen, zoals het hoofdkwartier
van het leger, de haven en het gebied rond belangrijke (parlements)gebouwen (zie
paragraaf 2.3).
Noorden en oosten
In het noorden en oosten was de toegang tot en de bewegingsvrijheid binnen de
conflictgebieden beperkt vanwege de veiligheidsrisico's. In sommige gebieden,
zoals in Jaffna en Vavuniya, werd een avondklok ingesteld of hanteerden personen
zelf een avondklok.170 Daarnaast werd (hulp) organisaties in sommige gebieden de
toegang volledig ontzegd (zie ook paragraaf 3.2).171 De SLMM meldde in juni
168 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006.
169 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006.
170 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006. SLMM, SLMM weekly situation report, 15 21 januari 2007, via
www.slmm.lk.
171 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri
43
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
2006 dat het SLMM-medewerkers verboden werd om sommige gebieden, waar
zich mogelijke schendingen van het CFA hadden voorgedaan, te betreden.172
Een groot deel van Jaffna is aangewezen als militaire HSZ. Dat betekent dat er nog
maar weinig land als leefruimte voor de lokale bevolking beschikbaar is. In
augustus 2006 werd de A9, de belangrijkste weg die Jaffna met Vavuniya verbindt
(beide gelegen in regeringsgebied, maar de weg loopt door LTTE-gebied), door de
regering afgesloten. Dat belemmerde de bewegingsvrijheid van burgers, maar ook
die van hulporganisaties in het hele noordelijke deel (regerings- en LTTE-gebied)
van Sri Lanka.173 De bevolking van Jaffna moet toestemming vragen aan de
afdeling Burgerzaken van het leger om het schiereiland te verlaten.174
In de rest van het regeringsgebied wordt de bewegingsvrijheid, naar verluidt, niet
verder beperkt dan door de aanwezige controleposten.
LTTE-gebied
De bewegingsvrijheid binnen LTTE-gebied is niet beperkt. Het reizen van en naar
de gebieden onder controle van de LTTE is slechts mogelijk na toestemming van
de LTTE.175 Ook moet vaak worden betaald om in of door LTTE-gebied te reizen.
De LTTE kent `douane- en visa-formaliteiten' voor personen die de (de facto)
grens tussen LTTE- en regeringsgebied passeren.176
In enkele gebieden in het oosten is de LTTE niet meer fysiek aanwezig om
personen die het gebied willen verlaten, tegen te houden. Volgens de regering
arriveerden tussen eind januari 2007 en begin maart 2007 meer dan 18.000
personen afkomstig uit LTTE-gebied rond Batticaloa in regeringsgebied. De
regering voorziet in de opvang en veiligheid van deze personen.177
Lanka and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February
2006, Report covering period 29 May 31 August 2006, via www.slmm.lk; S/2006/1006;
CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
172 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
173 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; S/2006/1006; UNHCR, UNHCR distributes aid to more than 2.000 host families in
Jaffna Peninsula, 5 februari 2007; UNICEF, Displaced children and families at risk in
Jaffna, 20 september 2006; HRW, Warring sides must let aid reach civilians, 21 augustus
2006.
174 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
175 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006.
176 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; AFP, Independence-seeking Tamils already run shadow state, 29 november 2006.
177 GoSL, Since 23rd January 18.454 persons arrived from uncleared to government controlled
areas, 9 maart 2007.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Identiteitskaart178
De aanvrager van de National Identity Card (NIC, nationale identiteitskaart) moet
over de Sri Lankaanse nationaliteit beschikken en ouder zijn dan zestien jaar.179
De aanvrager kan zijn nationaliteit aantonen met behulp van zijn geboortebewijs
of een ander ondersteunend document, zoals doopcertificaat, attest (affidavit) van
de ouders of een schoolcertificaat.180 Daarnaast moet de aanvrager een bewijs van
registratie overleggen voor de vermelding van de woonplaats op de NIC. Deze kan
zijn afgegeven door de Grama Niladhari (lokale burgerambtenaar), maar het
kan ook een ander ondersteunend document zijn, zoals een gecertificeerd
huurcontract of gecertificeerde telefoonrekening.181
De NIC wordt op lokaal niveau aangevraagd, maar op centraal niveau vervaardigd
door het Department of the Registration of Persons. Het departement is niet
geautomatiseerd. De NIC is, net als het geboortebewijs, een handmatig gemaakt
document, dus erg fraudegevoelig. De NIC is voor onbepaalde tijd geldig. Op de
NIC van een Tamil staan de gegevens zowel in het Singalees als in het Tamil
genoteerd. Op de NIC van een Singalees staan die gegevens alleen in het
Singalees. Bij een moslim is de taal van de NIC afhankelijk van de taal waarin hij
de aanvraag deed.
Volgens meerdere bronnen hebben veel Tamils geen NIC. Volgens een bron is het
voor Tamils lastig om een NIC te bemachtigen, omdat daarvoor een bewijs van
registratie nodig is en Tamils zich niet altijd kunnen registreren wegens
tegenwerking van (lokale) autoriteiten. Dit zou vooral in Colombo gelden.
Daarnaast zijn de meeste ontheemden Tamil en ontheemden zijn door het conflict
of de tsunami hun documenten, zoals NIC of geboortebewijs, vaak kwijtgeraakt.
De politie heeft op grond van de noodregelgeving de bevoegdheid om eenieder
binnen de jurisdictie van elk politiebureau te registreren. Een dergelijke registratie,
welke ook daadwerkelijk in Colombo plaatsvindt, geeft de politie accurate
informatie over de samenstelling van de bevolking, inclusief etniciteit.182
Van de LTTE is bekend dat zij hun eigen identiteitskaarten maken. Deze worden
niet erkend als officieel identificatiedocument.
178 Informatie over de procedure is deels afkomstig van de website van de Department of the
Registration of Persons: www.rpd.gov.lk/faq_rpd, bezocht op 14 maart 2007.
179 Vanaf de leeftijd van zestien jaar dienen Sri Lankanen ingevolge de wet te beschikken over
een identiteitskaart.
180 Voor een opsomming van andere ondersteunende documenten zie website.
181 Voor een opsomming van andere ondersteunende documenten, zie website.
182 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006.
45
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Reisdocument183
De aanvrager van een normaal paspoort184 moet zijn geboortebewijs en NIC
overhandigden. Bij minderjarigen tot zestien jaar moet het geboortebewijs en een
brief van beide ouders overhandigd worden. Het beroep van de aanvrager kan
desgewenst vermeld worden, maar ook daar is dan een bewijs voor nodig.
Normaal moet de aanvrager in persoon verschijnen, maar er zijn uitzonderingen.185
Dan moet bij de aanvraag tevens een brief van goedkeuring van de persoon voor
wie het paspoort wordt aangevraagd, worden overhandigd.
Het paspoort kan lokaal worden aangevraagd en vervaardigd. De aanvraag wordt
gecontroleerd door het Department of Immigration and Emigration. Het
departement is volledig geautomatiseerd, maar de papieren aanvraagdocumenten
worden ook bewaard. Sinds 2006 zijn alle paspoorten tien jaar geldig. Paspoorten
van voor 2006 zijn vijf jaar geldig. Alle paspoorten worden in drie talen opgesteld,
te weten Engels, Singalees en Tamil.
Mobiele kantoren
Veel ontheemden zijn door het conflict of de tsunami documenten als
geboortebewijs, overlijdenscertificaten, huwelijkscertificaten, landeigendomsakten
en identiteitskaarten kwijtgeraakt. Via mobiele registratiekantoren assisteren de
overheid en NGO's ontheemden en terugkeerders bij de aanvraag van nieuwe
documenten.
3.3.5 Rechtsgang
De grondwet voorziet in een onafhankelijke rechtspraak en in de praktijk wordt dit
volgens het US State Department door de overheid gerespecteerd.186 Met een
aantal unilaterale benoemingen door de president wordt echter sterk getwijfeld aan
de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Zo benoemde de president de
opperrechter, de rechters van de Hoge Raad, de rechters van het Hof van Beroep
en de leden van de Judicial Service Commission (JSC), de commissie die de
183 Informatie over de procedure is deels afkomstig van de website van de Department of
Immigration and Emigration www.immigration.gov.lk/html/passports/new_travel_document,
bezocht op 14 maart 2007.
184 De website meldt het bestaan 5 reisdocumenten, onder andere het normale paspoort, het
diplomatieke paspoort en het paspoort voor een beperkt aantal landen. Zie
www.immigration.gov.lk/html/passports/info.
185 Een echtgenoot kan een paspoort voor zijn echtegenote aanvragen; in afgelegen gebieden
kunnen personen voor elkaar een paspoort aanvragen; zakenlieden hoeven ook niet in
persoon te verschijnen.
186 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
46
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
rechters van de lagere rechtbanken benoemt, en de Procureur-generaal (zie ook
paragraaf 2.2 en 3.2).187
Volgens de wet bestaat de mogelijkheid om gerechtelijke procedures in het
Engels, Singalees of Tamil te voeren. De meerderheid van de procedures buiten
Jaffna en bepaalde gebieden in het noorden verlopen echter in het Engels of
Singalees, vanwege een tekort aan Tamilsprekende rechters en gerechtelijke
tolken. Dat belemmert het recht op een eerlijk proces van Tamilsprekende
verdachten.188 Overigens is Engels de voertaal bij het Hof van Beroep en de Hoge
Raad in Colombo. Daar is geen tolk nodig, omdat verdachten niet op deze
zittingen aanwezig zijn.
Bekentenis door foltering
Bekentenissen als gevolg van foltering worden niet toegestaan op grond van de
Evidence Ordinance. Indien tijdens een rechtszaak door de rechter wordt vastge-
steld dat het bewijs via foltering is verkregen, dan zal deze bekentenis in het
algemeen niet worden meegewogen bij het uiteindelijke oordeel. De bewijslast
hiervoor ligt bij degene die de bekentenis heeft afgelegd. De noodregelgeving zet
echter enkele artikelen van de Evidence Ordinance buitenspel en kent daarmee een
ruimere formulering voor de toelaatbaarheid van betekentenissen van personen die
op basis van de noodregelgeving zijn opgepakt: iedere bekentenis, tegen wie dan
ook en onder elke omstandigheid verkregen, is toelaatbaar. Hierdoor bestaat de
vrees dat ook bekentenissen als gevolg van foltering toegelaten worden.189
Rechtspraak door de LTTE
In het door de LTTE gecontroleerd gebied bestaat sinds 1993 een eigen
rechtssysteem van de LTTE en heeft de LTTE eigen gerechtshoven.190 Volgens de
Tamil Eelam Legal Code functioneren de gerechtshoven onder instructie van de
nationale LTTE-leider.191 De LTTE-gerechtshoven zijn niet erkend als wettelijke
instanties waar recht gesproken kan worden. De LTTE heeft immers geen
187 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
AHRC, The cries of Muslims in the East and others facing danger should find a response
from the United Nations, 17 augustus 2006; ICJ Press Release, Eminent jurists assess
counter-terrorism laws in South Asia, 2 maart 2007.
188 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
189 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; ICJ Press Release, Eminent jurists assess counter-terrorism laws in South Asia, 2 maart
2007.
190 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; AFP, Independence-seeking Tigers already run shadow state, 29 november 2006;
Tamilnet, TE Law College releases new book on `Family Law', 3 februari 2007; Tamilnet,
Rule of Law, values said basis of Tamil society, 25 januari 2004.
191 Tamilnet, Rule of Law, values said basis of Tamil society, 25 januari 2004.
47
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
juridische autoriteit.192 Het is niet bekend wat de gevolgen zijn voor Tamils in de
LTTE-gebieden die de LTTE-gerechtshoven niet erkennen en hun heil willen
zoeken bij de Sri Lankaanse rechtspraak. Wel is bekend dat de bevolking in
LTTE-gebied niet uit kan onder de rechtspraak van de LTTE. Burgers werden
gedurende 2006 door de LTTE gedwongen om gebruik te maken van het
rechtssysteem van de LTTE.193 Volgens een bron stopt, over het algemeen, de
zoektocht naar verdachten aan de grens met regeringsgebied. Daarbij moet de
kanttekening worden gemaakt dat het wel afhangt om wie het gaat: hoe
belangrijker (bijvoorbeeld infiltranten van regering of leger) of hoe hoger de status
(bijvoorbeeld van gewezen LTTE-aanhangers, -leden) en afhankelijk van de
informatie waarover de persoon beschikt, hoe langer, beter en verder de LTTE zal
zoeken, dus ook in regeringsgebied.194
De LTTE kent zijn eigen wetten, die soms vooruitstrevender zijn dat de Sri
Lankaanse wetten, bijvoorbeeld op het gebied van vrouwenrechten.195 De LTTE
hanteert een eigen wetboek van strafrecht. Voor zover bekend zijn er geen nieuwe
ontwikkelingen wat betreft de strafmaat die gehanteerd wordt.196
Bestraffing mensenrechtenschenders
De regering heeft een weinig actieve opstelling om mensenrechtenschendingen
aan te pakken, alhoewel zij zelf anders beweert (zie paragraaf 3.2). De rechterlijke
macht is in toenemende mate gepolitiseerd en het ontbreekt aan onafhankelijk
toezicht. Straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen, met name begaan door
de strijdkrachten en politie, blijft daardoor een groot probleem.197
192 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
193 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
194 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006.
195 Tamilnet, TE Law College releases new book on `Family Law', 3 februari 2007.
196 De LTTE zou de volgende strafmaten hanteren: op het verlaten van de LTTE staat zes
maanden tot een jaar werkkamp. Voor financiële malversaties kan men drie tot zes maanden
werkkamp krijgen. Voor belastingfraude of het ontduiken van belasting kan men drie
maanden werkkamp krijgen. Op zware misdaden als verkrachting, moord en terroristische
aanslagen (waaronder wordt verstaan het trachten te doden van hooggeplaatste LTTE'ers)
staat de doodstraf. De doodstraf wordt niet vaak uitgesproken. Zie algemeen ambtsbericht Sri
Lanka augustus 2004.
197 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and
Trends 2006, februari 2007; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11
januari 2007; HRW, Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006;
E/CN.4/2006/53/Add.5.
48
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Sri Lanka kent bovendien geen getuigenbeschermingsprogramma.198 Daardoor
durven getuigen vaak niet naar voren te treden en doen (nabestaanden van)
slachtoffers vaak geen aangifte uit angst voor represailles, zoals onder andere
bleek tijdens het onderzoek naar de moord op de zeventien medewerkers van
Action Contre la Faim begin augustus 2006 (zie ook paragraaf 3.3.9).199 Het is
niet ondenkbaar dat de regering op papier bescherming zal bieden, maar in de
praktijk een getuige zal intimideren, bedreigen of zelfs vermoorden indien de
dader iemand van de regeringstroepen of een daaraan gelieerde groepering
betreft.200
Naast angst voor represailles, zijn Tamils in het oosten en noorden niet geneigd
om aangifte van mensenrechtenschendingen te doen, omdat het risico zeer groot is
dat ze niet worden verstaan. Er zitten namelijk maar weinig Tamils en ook weinig
Tamilsprekende agenten in het korps. De politie erkent dat dit problemen geeft.
Legerofficieren en soldaten die beschuldigd worden van het plegen van
mensenrechtenschendingen kunnen zowel worden berecht door de militaire
rechtbank (krijgsraad) als door een civiele rechtbank. In het geval dat iemand
schuldig wordt bevonden aan een klein vergrijp middels militair snelrecht, dan is
de straf veelal van disciplinaire aard, zoals degradatie, het inhouden of vertragen
van een promotie en overplaatsing. Indien een officier, onderofficier of soldaat
door de krijgsraad wordt veroordeeld, dan wordt veelal een gevangenisstraf
opgelegd of de betrokken militair wordt ontslagen. Indien een zaak voor een civiel
hof wordt beslecht en de militair wordt veroordeeld, dan moet de betrokken
(onder-)officier of soldaat worden ontslagen.
De Sri Lankaanse autoriteiten zijn er in het grootste deel van de zaken waarin
militairen en politieagenten beschuldigd worden van mensenrechtenschendingen,
niet in geslaagd de verantwoordelijken te identificeren en te berechten. Er zijn
slechts enkelen veroordeeld.201
198 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007; HRW,
Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006.
199 Er waren genoeg getuigen die de regeringstroepen aanwezen als daders. Tijdens het
onderzoek stapte echter niemand naar voren uit angst voor represailles. ICJ, ICJ calls for
justice as inquest into killing of 17 aid workers concludes, 9 maart 2007; Reuters, Witness
protection vital to Sri Lanka abuses probe, 10 maart 2007; UTHR, The choice between
anarchy and international law with monitoring, Special Report N° 23, 7 november 2006;
E/CN.4/2006/53/Add.5.
200 Reuters, Witness protection vital to Sri Lanka abuses probe, 10 maart 2007.
201 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
49
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
3.3.6 Arrestaties en detenties
Arrestaties geschieden op basis van de Criminal Procedure Code (CPC, Wetboek
van Strafvordering). Voor sommige misdrijven heeft de politie geen
arrestatiebevel nodig, zoals bij moord, diefstal, roof en verkrachting of wanneer de
dader op heterdaad is betrapt. In alle andere gevallen is een arrestatiebevel
noodzakelijk.202 Onder de CPC dienen arrestanten binnen 24 uur voor de rechter te
worden gebracht. Probleem daarbij is dat niet alle arrestanten meteen worden
ingeboekt en dus niet binnen die 24 uur voorgeleid worden. Na voorgeleiding kan
de rechter iemand op borg vrijlaten of vijftien dagen voorlopige hechtenis
(remand) gelasten voor nader onderzoek, te verlengen tot drie maanden. Verdere
verlenging kan plaatsvinden op aanwijzing van de rechter of de Procureur-
generaal.203 In de praktijk zaten personen overal in Sri Lanka echter vaak veel
langer in voorlopige hechtenis. De gemiddelde tijd, zelfs voor kleinere vergrijpen,
zou twee jaar zijn. Dit komt mede doordat de meeste verdachten zich geen
advocaat (kunnen) veroorloven.204 Het is vaak aan een advocaat om de zaak op de
rol te houden, anders wordt de zaak gewoonweg vergeten en blijft de verdachte in
voorlopige hechtenis.
Arrestaties op basis van de noodregelgeving
Sinds augustus 2005 hebben politie en leger ruimere opsporings- en
aanhoudingsbevoegdheden op grond van de Emergency Regulations. Deze
voorzien in de mogelijkheid om verdachten van terroristische activiteiten voor
onbepaalde tijd vast te houden zonder formele beschuldiging. Indien de arrestatie
wordt verricht door een militair, moet de verdachte binnen 24 uur zijn
overgedragen aan de politie.205 Zodra personen op basis van de noodregelgeving
worden gearresteerd, moet de Human Rights Commission worden ingelicht. Het
gebruik van de breed en vaag omschreven noodregelgeving leidt volgens
verschillende bronnen tot willekeur, rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid, waar
vooral Tamils slachtoffer van zijn.206
202 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
203 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
204 In Sri Lanka is het niet verplicht om je te laten vertegenwoordigen door een advocaat.
205 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; CPA, Statement on the introduction of the emergency (prevention and prohibition of
terrorism) regulations 2006, 12 december 2006; AFP, Sri Lanka invokes anti-terror laws, but
seeks talks with Tiger, 6 december 2006; EIU, Country Report Sri Lanka, september 2005.
206 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; ICJ Press Release, Eminent jurists assess counter-terrorism laws in South
Asia, 2 maart 2007.
50
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Officiële cijfers geven aan dat gedurende 2006 meer dan 500 personen op basis
van de noodregelgeving zijn gearresteerd.207 Het werkelijke aantal ligt
waarschijnlijk veel hoger. De meerderheid van de arrestanten bestond uit Tamils,
alhoewel ook Singalezen en moslims op basis van de noodregelgeving zijn
gearresteerd. De meesten werden binnen 12 uur of enkele dagen vrijgelaten.208
Vlakbij Galle is een speciaal gevangenkamp waar personen, die onder de
noodregelgeving zijn opgepakt, worden vastgehouden. Familieleden geven aan dat
de gevangenen onnodig lang worden vastgehouden op grond van verdenking van
banden met de LTTE, zonder dat ze daar formeel van zijn beschuldigd. Zij geven
tevens aan dat de gevangenen niet worden mishandeld, tenminste, niet meer dan
gebruikelijk is in Sri Lankaanse gevangenissen.209 Niet iedereen die op grond van
de noodregelgeving wordt opgepakt, wordt overgeplaatst naar deze gevangenis.210
Tijdens de verslagperiode hebben enkele razzia's (round-ups) door politie en leger
in Colombo plaatsgevonden, waarbij bijna iedereen werd opgepakt voor verdere
ondervraging en identiteitsonderzoek. Ook in andere delen van het land werden
razzia's georganiseerd, maar op kleinere schaal. Vooral Tamils waren hier
slachtoffer van, want de razzia's werden gehouden in wijken en gebieden waar
veel Tamils wonen. Bovendien hebben veel Tamils geen identiteitskaart (zie
paragraaf 3.3.4).
National Police Commission
In december 2002 werd de National Police Commission opgericht. De commissie
bestaat geheel uit burgers en is bevoegd alle politiebeambten te bevorderen, over
te plaatsen, te straffen en te ontslaan. Ook is de commissie wettelijk bevoegd
procedures in te stellen om klachten van burgers over de politie te onderzoeken. In
de praktijk wordt de verantwoordelijkheid voor het bestraffen van politieagenten
van lagere rang gedelegeerd aan de Inspector General of Police (IGP, hoofd van
de politie).211 Deze bepaalt of klachten worden doorgeleid naar de Special
Investigation Unit, die zorg draagt voor verdere afhandeling.
De commissie is volgens de wet onafhankelijk. Zoals in paragraaf 2.2 en 3.2 is
omschreven, heeft de president echter unilateraal de IGP en de leden van de
207 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
208 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; Reuters, Fury at detentions under Sri Lanka anti-terror rules, 20 february 2007.
209 Reuters, Fury at detentions under Sri Lanka anti-terror rules, 20 february 2007.
210 Onder de noodregelgeving verblijven verdachten gewoonlijk in een politiecel. De gevangenis
in Galle fungeert slechts als noodopvang, omdat de gewone cellen overvol zitten.
211 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
51
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
commissie benoemd, waarmee toezicht op het politiële systeem niet meer
onafhankelijk kan plaatsvinden.212
Er wordt slechts bij uitzondering een onderzoek ingesteld naar
mensenrechtenschendingen door politie en leger. Het soort schendingen dat tijdens
arrestaties en detentie wordt begaan, betreft met name mishandeling en foltering
(zie paragraaf 3.3.7), maar ook seksueel geweld (zie paragraaf 3.4.3). Bovendien
worden politieagenten en militairen regelmatig verdacht van ontvoeringen en
verdwijningen (zie paragraaf 3.3.9).213
Gedurende de verslagperiode is het voorgekomen dat personen in politiedetentie
zijn overleden als gevolg van mishandeling en foltering.214 De noodregelgeving
geeft de politie toestemming om zich zonder publieke notificatie te ontdoen van
lijken van personen die in politiedetentie zijn omgekomen. Dit geeft de politie de
ongecontroleerde bevoegdheid om lichamen te laten cremeren, wat kan leiden tot
vroegtijdige vernietiging van forensisch bewijs. Gezien het grote aantal
`verdwijningen' dat plaatsvindt, is mogelijk misbruik van deze bevoegdheid een
grote zorg.215
Schendingen worden in de hand gewerkt door het feit dat Sri Lanka geen
individuele verantwoordelijkheid van een leidinggevende voor zijn manschappen
kent. Dat zorgt ervoor dat officieren niet gestimuleerd worden om de eigen
manschappen in toom te houden.216 Daarnaast is sprake van onvoldoende getraind
personeel.217
Arrestaties door LTTE
De LTTE zou een aantal politieke gevangenen vasthouden. Het is onbekend om
hoeveel personen het gaat.218
212 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
213 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and
Trends 2006, februari 2007; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11
januari 2007; E/CN.4/2006/53/Add.5.
214 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; E/CN.4/2006/53/Add.5.
215 HRW, Human Rights Council: Act to end serious abuses in Sri Lanka, 13 maart 2007; CPA,
War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007.
216 UTHR, The choice between anarchy and international law with monitoring, Special Report
N° 23, 7 november 2006; E/CN.4/2006/53/Add.5.
217 E/CN.4/2006/53/Add.5.
218 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
52
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Situatie detentiecentra
De situatie in gevangenissen is slecht. De gevangenissen zitten overvol en de
kwaliteit van de sanitaire voorzieningen is onder de maat.219 Een afdeling, die
bestaat uit 50 tot 70 gevangenen, moet ongeveer zes toiletten en evenveel douches
delen. Soms zijn er slechts tanks met een kleine hoeveelheid water aanwezig. In
Colombo is de situatie beter dan in de gevangenissen in de rurale gebieden.
In totaal zijn er 38 gevangenissen in Sri Lanka. Voor kleinere vergrijpen zijn er
`open' gevangenissen, waar gevangenen verblijven in slaapzalen en zich vrij
kunnen bewegen binnen de muren van de gevangenis. Voor zware vergrijpen zijn
er gesloten gevangenissen, waar gevangenen alleen of met meer dan twee in een
cel zitten. Daarnaast zijn er speciale detentiecentra waar personen in voorlopige
hechtenis gehouden worden. De overgrote meerderheid van de gevangenen zit een
straf van minder dan twee jaar uit. Vrouwen worden apart van mannen
gedetineerd. In de vrouwenverblijven werken ook alleen maar vrouwelijke
gevangenbewaarders. Personen tot achttien jaar zitten niet in de open en gesloten
gevangenissen, maar in rehabilitatiecentra. Personen onder de achttien jaar worden
wel in de speciale detentiecentra voor voorlopige hechtenis vastgehouden, waar ze
dus (mogelijk voor langere tijd, zie paragraaf 3.3.5) tussen volwassenen zitten. De
LTTE heeft zijn eigen gevangenissen.220
Het komt voor dat gevangenbewaarders gevangenen mishandelen (zie paragraaf
3.3.7). Binnen het gevangeniswezen bestaat een systeem om disciplinaire
maatregelen te kunnen nemen tegen gevangenbewaarders.
De Human Rights Commission heeft het mandaat om gevangenen te bezoeken. Het
is niet bekend hoeveel bezoeken de HRC gedurende de verslagperiode heeft
afgelegd.221
Het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC) heeft een Memorandum of
Understanding afgesloten met de Sri Lankaanse autoriteiten dat het hen toestaat
bezoeken af te leggen aan alle gedetineerden die worden vastgehouden in verband
met het conflict. Sinds de invoering van de noodregelgeving krijgen personen die
op grond daarvan worden vastgehouden, speciale aandacht van het ICRC.
Daarnaast bezoekt het ICRC verschillende gevangenissen in het land, vooral in het
zuiden. Daarnaast volgt het ICRC ook gevangenen van de Criminal Investigation
Department (CID), de Terrorist Investigation Department (TID) en gedetineerden
219 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
220 UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart
2007.
221 Sri Lanka Government's Secretariat for Coordinating the Peace Process (SCOPP), Baseless
allegations of abductions and disappearances, 8 maart 2007.
53
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
in politiebureaus. Het ICRC heeft beperkte toegang tot gevangenen in de gebieden
die onder controle staan van de LTTE.222
LTTE-detentiecentra
De LTTE beschikt in de gebieden die onder haar controle staan over diverse
detentiekampen of werkkampen en over gevangenissen/gevangenhuizen. Er is niet
veel informatie beschikbaar over deze detentiecentra, maar de omstandigheden
zouden slecht zijn. Door de verplaatsing van het conflict zijn een aantal
detentiecentra (inclusief detentiecentra van de LTTE-politie) gesloten en/of
verplaatst. Het is niet bekend wat er dan met de gevangenen gebeurt, maar
familieleden vrezen het ergste.223
3.3.7 Mishandeling en foltering
Foltering is volgens de wet een strafbaar feit, maar niet alle voorzieningen uit het
Verdrag tegen Foltering zijn geïmplementeerd. Foltering en ook mishandeling
door politie en leger kwamen gedurende de verslagperiode regelmatig voor. Naar
eigen zeggen heeft de HRC 433 klachten ontvangen gedurende 2006. Ondanks het
in 2003 door de HRC ingezette zero tolerance beleid, bleven daders over het
algemeen ongestraft.224
Het slaan van verdachten en gedetineerden komt systematisch voor. Er wordt
daarbij geen onderscheid gemaakt naar de aard van het vergrijp waarvan men
verdacht wordt. Volgens een bron komt het regelmatig voor dat personen worden
gearresteerd, maar nog niet geregistreerd. Dan volgen eerst enkele dagen van
mishandeling en/of marteling. Daarna wordt de verdachte pas officieel
geregistreerd en binnen de wettelijke termijn van 24 uur voorgeleid aan de rechter.
Regelmatig komen ook bekentenissen als gevolg van foltering tot stand.
Verschillende bronnen geven aan dat personen die op basis van de
noodregelgeving zijn opgepakt, niet of nauwelijks worden mishandeld.225 Dat
heeft te maken met het feit dat deze gevangenen gemonitord worden door het
ICRC. Bronnen maken zich meer zorgen over de behandeling van diegenen die
niet officieel in de gevangenis of politiecel belanden.
222 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
223 UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart
2007.
224 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
225 Reuters, Fury at detentions under Sri Lanka anti-terror rules, 20 february 2007.
54
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Ook de Karuna-factie en andere paramilitaire groeperingen zoals PLOTE en EPDP
werden gedurende de verslagperiode verantwoordelijk gehouden voor
folteringen.226
De LTTE maakte zich gedurende de verslagperiode ook schuldig aan foltering.
Met name Tamils uit het noorden en oosten waren hier slachtoffer van.227
3.3.8 Verdwijningen
Verdwijningen en ontvoeringen hebben gedurende de verslagperiode op grote
schaal plaatsgevonden, niet alleen in het noorden en oosten, maar ook in
toenemende mate in de Westelijke provincie.228 In de gebieden rond Jaffna,
Batticaloa, Trincomalee en Vavuniya nam het aantal verdwijningen exponentieel
toe.229 In de laatste maanden van 2006 en de eerste maanden van 2007 zouden er
25 tot 30 verdwijningen per week hebben plaatsgevonden, ook in Colombo. In
totaal zijn gedurende 2006 en de eerste drie maanden van 2007 meer dan 1100
gevallen gerapporteerd bij de HRC. Er moet echter rekening worden gehouden
met het feit dat niet alle verdwijningen aangegeven worden uit angst voor
represailles.
Wegens beperkte onderzoeksmogelijkheden en het gebrek aan getuigenissen, was
het niet altijd duidelijke wie verantwoordelijk was voor welke verdwijning of
ontvoering. Wel is bekend dat de LTTE, de regeringstroepen, de politie en aan de
regering gelieerde paramilitaire groeperingen (Karuna, PLOTE, EPDP) zich allen
schuldig maakten aan verdwijningen en ontvoeringen. Slachtoffers waren
voornamelijk (jonge) Tamils, maar ook Singalezen en moslims.230
226 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006.
227 UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; Sri Lanka News First (SLNF), LTTE torture chambers in the East
exposed, 17 januari 2007.
228 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; Reuters, Abductions, disappearances haunt Sri Lankan civil war, 5
maart 2007.
229 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
HRW, Human Rights Council: Act to end serious abuses in Sri Lanka, 13 maart 2007.
230 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; HRW, Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september
2006; UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13
maart 2007.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Minder dan de helft van de verdwenen personen keert terug, meestal met flinke
verwondingen. Van het merendeel wordt echter nooit meer iets vernomen.231
Regelmatig werden er gedurende de verslagperiode lijken gevonden, vaak
waarvan de handen achter de rug waren vastgebonden en de persoon door het
hoofd was geschoten.232 Uit angst om ontvoerd of vermoord te worden, hebben
personen in Jaffna zelfs gevraagd om gevangen gezet te worden.233
In de regeringsgebieden in het oosten werden personen vooral ontvoerd in verband
met gedwongen rekrutering (Karuna), maar ook voor losgeld. In Colombo werden
personen met name ontvoerd voor losgeld of om militaire inlichtingen te
verkrijgen. In Colombo waren vooral Karuna en de EPDP actief, de LTTE en de
regeringstroepen in mindere mate. In de gebieden die onder controle van de LTTE
staan, werden de meeste personen ontvoerd in verband met gedwongen rekrutering
(LTTE), maar ook voor losgeld. Journalisten, politieke tegenstanders en academici
liepen in het hele land het risico om ontvoerd te worden. De meeste verdwijningen
en ontvoeringen binnen deze groep werden gerapporteerd in Jaffna, Batticaloa en
Colombo.234 Vaak was de ontvoering of verdwijning te herleiden tot de groep
jegens wie de persoon kritisch was (zie ook paragraaf 3.3.1).235 Voor de
regeringstroepen, die zich vooral in het noorden en oosten begaven, zijn
verdwijningen een methode om opstand te onderdrukken. Zo werden de beruchte
`white vans without number plates' meerdere malen gesignaleerd in Jaffna en het
231 Asian Centre for Human Rights (ACHR), Sri Lanka: Spectre of abductions by the security
forces officially admitted, 7 maart 2007; AI, AI writes to minister of Human Rights, ASA
37/006/2007, 9 maart 2007.
232 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari
2007; BBC News, Police held over Sri Lanka kidnaps, 6 maart 2007; UTHR, The choice
between anarchy and international law with monitoring, Special Report N° 23, 7 november
2006; Consortium of Humanitarian Agencies (CHA), CHA Monthly situation report Jan
2007 Eastern province (Ampara and Batticaloa), 31 januari 2007; AFP, Sri Lanka rejects
foreign monitoring of human rights, 21 maart 2007.
233 Reuters, Abductions, disappearances haunt Sri Lankan civil war, 5 maart 2007.
234 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari
2007; UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13
maart 2007; Reuters, Abductions, disappearances haunt Sri Lankan civil war, 5 maart 2007.
235 Report of the International Press Freedom and Freedom of Expression Mission to Sri Lanka,
Press Freedom and Freedom of Expression in Sri Lanka: Struggle for survival, januari 2007,
via www.rsf.org; US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri
Lanka, 6 maart 2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum
Seekers from Sri Lanka, december 2006; UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-
East, Information Bulletin N° 44, 13 maart 2007.
56
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
oosten.236 Voor verschillende bronnen is dit een bevestiging van hun vermoeden
dat sprake is van een opleving van `oude tijden'.237 Volgens de EPDP zouden
ontvoeringen van vooral rijke Tamils in het noorden en Colombo vanwege
geldelijk gewin ook op eigen initiatief van de militaire inlichtingendienst
plaatsvinden.
Op 6 maart 2007 maakte de Inspector General of Police (IGP) bekend dat 400
personen sinds september 2006 zijn gearresteerd op verdenking van
(betrokkenheid) bij ontvoering. De verdachten waren oud-militairen, militairen in
dienst, politieagenten, bendes uit de onderwereld en andere georganiseerde
elementen. De IGP gaf geen verdere details.238 Uit deze aankondiging
concludeerden verschillende organisaties dat de regering voor de eerste keer enige
verantwoordelijkheid inzake verdwijningen en ontvoeringen erkende.239 Twee
dagen later kwam de regering echter met een tegenstrijdig bericht, waarin
aantijgingen van betrokkenheid bij ontvoeringen en verdwijningen als volledig
ongefundeerd werden verklaard. Als bewijs gaf de regering de
onderzoeksresultaten van tien andere politieonderzoeken. Daaruit bleek volgens de
regering dat zij wederom slachtoffer was geworden van propaganda van de LTTE.
Bovendien meende de regering hiermee aan te tonen dat zij zich inzet voor
onderzoek naar mensenrechtenschendingen.240
Met betrekking tot de onderzoeken in oude verdwijningszaken is echter weinig
vooruitgang geboekt. (zie ook paragraaf 3.2).241
236 De witte busjes staan voor veel Sri Lankanen symbool voor de terreur van de regering en
diens leger uit de jaren '80 en `90. Met gebruik van deze witte busjes zijn duizenden mensen
ontvoerd en spoorloos verdwenen. Het feit dat ze weer gebruikt worden, boezemt bij vooral
het oudere deel van de bevolking veel angst in.
237 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006,
februari 2007; AHRC, White Vans without number plates; the symbol of disappearances
reappear, 13 september 2006.
238 ACHR, Sri Lanka: Spectre of abductions by the security forces officially admitted, 7 maart
2007; BBC News, Police held over Sri Lanka kidnaps, 6 maart 2007.
239 ACHR, Sri Lanka: Spectre of abductions by the security forces officially admitted, 7 maart
2007; BBC News, Police held over Sri Lanka kidnaps, 6 maart 2007; AI, AI writes to
minister of Human Rights, ASA 37/006/2007, 9 maart 2007.
240 SCOPP, Baseless allegations of abductions and disappearances, 8 maart 2007.
241 CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007;
US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
57
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
3.3.9 Buitengerechtelijke executies en moorden
Het aantal buitengerechtelijke executies en moorden is gedurende de
verslagperiode ernstig toegenomen.242 Volgens HRW komen dagelijks politieke
moorden voor in het noorden en oosten van Sri Lanka.243 In april 2006 gaf de VN
Speciale Rapporteur inzake Buitengerechtelijke Executies, Philip Alston, aan dat
de neerwaartse spiraal die hij waarnam tijdens zijn bezoek eind 2005 erger was
geworden.244 Tijdens de behandeling van zijn rapport in de VN
Mensenrechtenraad in september 2006, gaf hij wederom aan dat de situatie ernstig
was verslechterd sinds zijn bezoek.245
Ook hier geldt dat wegens beperkte onderzoeksmogelijkheden en het gebrek aan
getuigenissen, het niet altijd duidelijk was wie verantwoordelijk was voor welke
moord.246 Verdachtmakingen in verschillende media en rapporten werden vaak
geuit op basis van de plaats van het incident (bijvoorbeeld in een HSZ of vlakbij
een controlepost) en de politieke affiniteit en etniciteit van het slachtoffer.247 De
LTTE werd het meest verdacht van buitengerechtelijke executies en moorden,
maar ook de Karuna-factie en andere paramilitaire groeperingen, daarbij geholpen
door regeringstroepen, werden regelmatig als verdachten aangewezen. De regering
en het leger ontkenden elke betrokkenheid, net als overigens de LTTE.248
242 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; CPA, War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006, februari
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; E/CN.4/2006/53/Add.5; UN Commission on Human Rights, UN
Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions calls for urgent
measures to end political killings and to strengthen protection for human rights in Sri Lanka,
27 april 2006; HRW, Letter to Human Rights Council, 24 november 2006.
243 HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007.
244 UN Commission on Human Rights, UN Special Rapporteur on extrajudicial, summary or
arbitrary executions calls for urgent measures to end political killings and to strengthen
protection for human rights in Sri Lanka, 27 april 2006.
245 UN Human Rights Council, Human Rights Council discusses report on summary executions
and internally diplaced persons, 19 september 2006.
246 UN Commission on Human Rights, UN Special Rapporteur on extrajudicial, summary or
arbitrary executions calls for urgent measures to end political killings and to strengthen
protection for human rights in Sri Lanka, 27 april 2006; HRW, Letter to Human Rights
Council, 24 november 2006.
247 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; AFP, Sri Lanka talks go ahead despite killings: peace envoys, 7 april 2006.
248 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; E/CN.4/2006/53/Add.5; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11
januari 2007; HRW, Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006;
UTHR, The human rights and humanitarian fallout from the Sri Lankan government's
Eastern Agenda and the LTTE's obduracy, Briefing N° 6, 22 januari 2007; UTHR, The Race
for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart 2007; UTHR,
58
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Slachtoffers van de LTTE waren met name leden, ex-leden en supporters van
gematigde (pro-regering) Tamilpartijen (inclusief Karuna, PLOTE en EPDP),
informanten voor het leger, tegenstanders van de LTTE (Tamils en moslims), en
hun families.249 Zo werd in augustus 2006 de Tamil Ketheshwaran Loganathan,
vice-voorzitter van Secretariat for Co-ordinating the Peace Process (SCOPP), in
zijn huis in Colombo vermoord.250 De LTTE werd ook verantwoordelijk gehouden
voor bewuste aanslagen op politie en leger, zoals de zelfmoordaanslag in Colombo
op legercommandant Fonseka in april 2006 (zie paragraaf 2.3).251 De ontkenning
van verantwoordelijkheid van de LTTE was volgens de VN Rapporteur niet
overtuigend. Bovendien werd het geweld vanuit LTTE-zijde niet ondubbelzinnig
afgekeurd.252
De moorden van de Karuna-factie en andere paramilitaire groeperingen waren met
name gericht op LTTE-leden, Tamils die ervan verdacht werden LTTE aanhanger
te zijn en leden van de TNA (pro-LTTE).253 De LTTE, maar ook andere bronnen,
beschuldigde de regering van samenzwering met de Karuna-factie en andere
paramilitaire groeperingen.254 De VN Rapporteur vond weliswaar geen direct
bewijs van betrokkenheid van de regering, maar gaf aan dat op basis van sterke
indirecte bewijzen tenminste sprake moet zijn van informele samenwerking tussen
regeringstroepen en gewapende groeperingen zoals de Karuna-factie.255
The choice between anarchy and international law with monitoring, Special Report N° 23, 7
november 2006; AFP, Sri Lanka rejects foreign monitoring of human rights, 21 maart 2007.
249 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; E/CN.4/2006/53/Add.5; HRW, World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11
januari 2007; UTHR, When Indignation is past en the dust settles Reckoning incompatible
agendas, Special Report N° 21, 15 mei 2006; UTHR, The human rights and humanitarian
fallout from the Sri Lankan government's Eastern Agenda and the LTTE's obduracy, Briefing
N° 6, 22 januari 2007.
250 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
251 SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri Lanka
and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February 2006,
Report covering period 24 February 28 May 2006, via www.slmm.lk.
252 E/CN.4/2006/53/Add.5.
253 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; E/CN.4/2006/53/Add.5; UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East,
Information Bulletin N° 44, 13 maart 2007; UTHR, When Indignation is past en the dust
settles Reckoning incompatible agendas, Special Report N° 21, 15 mei 2006.
254 E/CN.4/2006/53/Add.5; UTHR, The human rights and humanitarian fallout from the Sri
Lankan government's Eastern Agenda and the LTTE's obduracy, Briefing N° 6, 22 januari
2007; UTHR, When Indignation is past en the dust settles Reckoning incompatible
agendas, Special Report N° 21, 15 mei 2006.
255 UN Commission on Human Rights, UN Special Rapporteur on extrajudicial, summary or
arbitrary executions calls for urgent measures to end political killings and to strengthen
protection for human rights in Sri Lanka, 27 april 2006.
59
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Prominente slachtoffers betroffen Vanniasingham Vigneswaran, pro-LTTE
activist, vermoord op 7 april 2006 en het parlementslid voor de TNA, Nadarajah
Raviraj, vermoord op 10 november 2006.256
Het meeste schokkende voorval gedurende de verslagperiode was de moord op
zeventien medewerkers (zestien Tamils, één moslim) van de Franse NGO Action
Contre la Faim begin augustus 2006. De lijken werden met het gezicht naar
beneden en de meesten met een kogel door het hoofd teruggevonden. Een
onderzoek van de SLMM wees uit dat regeringstroepen achter de executie zaten.
De regering ontkende elke betrokkenheid en is nog bezig met een eigen
onderzoek.257 Het voorval wordt ook door de National Commission of Inquiry
onderzocht.
3.3.10 Doodstraf
De doodstraf wordt in Sri Lanka tot op heden opgelegd (alleen voor moord), maar
niet uitgevoerd.258 Sri Lanka handhaaft een moratorium op de doodstraf met het
oogpunt op afschaffing in de toekomst.
256 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; SLMM, Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri
Lanka and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-23 February
2006, Report covering period 24 February 28 May 2006, via www.slmm.lk; AFP, Sri
Lanka talks go ahead despite killings: peace envoys, 7 april 2006; HRW, Letter to Human
Rights Council, 24 november 2006; Reuters, Sri Lanka says sinks rebel boats, Tamil MP
killed, 10 november 2006.
257 Het grootste probleem tijdens het onderzoek was dat niemand als getuige wilde optreden uit
angst voor represailles. Bovendien werd in september 2006 op laste van de Justice Service
Commission (JSC) het onderzoek verplaatst van de Tamil politierechter in Mutur naar de
politierechter in Anuradhapura. Verschillende organisaties waren zeer verbaasd over deze
politieke inmenging, maar de International Commission of Jurists gaf later aan dat beide
rechters zich niet hierdoor hebben laten beïnvloeden. In maart 2007 werd het eerste
onderzoek afgesloten met de conclusie dat het in deze zaak moord betrof, maar ook dat het
onderzoek ontoereikend was. De CID werd geadviseerd om voor het vervolgonderzoek de
hulp van buitenlandse forensische experts in te schakelen, een advies dat de ICJ
verwelkomde. ICJ, ICJ calls for justice as inquest into killing of 17 aid workers concludes, 9
maart 2007; International Herald Tribune, International jurists body calls for impartial probe
into aid worker killings in Sri Lanka, 9 maart 2007; The Sunday Leader, Lanka the most
dangerous country for aid workers, 21 januari 2007; UTHR, The choice between anarchy
and international law with monitoring, Special Report N° 23, 7 november 2006; AHRC,
Subverting justice regarding the Mutur killings and repeating the legacy of immunity for
gross abuses of human rights, 11 september 2006; GoSL, Government slamms Ulf
Hernricsson's ruling on killing of aid workers in Mutur, 30 augustus 2006; Reuters, Sri
Lanka monitors blame government for aid massacre, 30 augustus 2006.
258 AI, Abolitionist and Retentionist Countries: Abolitionist in practice, 12 december 2006, via
www.amnesty.org, bezocht op 11 maart 2007.
60
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Ter dood veroordeelden zitten in de praktijk dus dezelfde straf uit als personen die
tot levenslang zijn veroordeeld, maar genieten niet dezelfde privileges en
opleidingsmogelijkheden.
Er is niets bekend over de doodstraf in LTTE-gebied.
3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Plantage Tamils
De Plantage Tamils (ook wel Indian Tamils, Up Country Tamils, Estate Tamils of
Tea Tamils genoemd) werden in de 19de en 20ste eeuw door de Britse koloniale
regering vanuit India gehaald om te werken op de plantages in het centrale
heuvelland van toenmalig Ceylon. De Ceylon Citizenship Act, die van kracht werd
na de onafhankelijkheid van Sri Lanka in 1948, ontzegde hen de Sri Lankaanse
nationaliteit en ontnam hen alle burgerrechten.
In oktober 2003 heeft het Sri Lankaanse parlement de Grant of Citizenship to
Persons of Indian Origin Bill aangenomen. Hierdoor kunnen de staatloze Plantage
Tamils het Sri Lankaanse staatsburgerschap aanvragen. Het betreft alle personen
van Indiase afkomst die sinds 30 oktober 1964 permanent in Sri Lanka hebben
gewoond en hun nakomelingen. In 2004 begon UNHCR met een campagne om de
Plantage Tamils te wijzen op de nieuwe wet en op procedures tot verkrijging van
het staatsburgerschap.259 Eind maart 2007 werd een soortgelijke mediacampagne
gestart. UNHCR schat dat ongeveer 190.000 Plantage Tamils gedurende het
verloop van de eerste campagne het staatsburgerschap hebben verkregen.260
De sociaal-economische positie van Plantage Tamils is slecht. Naar eigen zeggen
worden zij achtergesteld in toegang tot bijvoorbeeld universiteiten en publieke
functies en in andere zaken die door de overheid geregeld worden.261 Kinderen
kunnen naar school, maar de kwaliteit van de school is slecht.
259 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, UNHCR launches media campaign against statelessness in Sri Lanka, 26
maart 2007.
260 UNHCR, UNHCR launches media campaign against statelessness in Sri Lanka, 26 maart
2007.
261 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
61
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
3.4.2 Vrouwen
Diverse bronnen geven aan dat de positie van de vrouw in Sri Lanka beter is dan
in veel andere Aziatische landen. Jongens en meisjes hebben gelijke toegang tot
onderwijs. Het merendeel van de meisjes gaat naar school en veel jonge vrouwen
nemen deel aan vervolgstudies. Het conflict houdt positieve ontwikkelingen echter
tegen.
Op grond van nationaal recht, strafrecht en civiel recht hebben vrouwen gelijke
rechten als mannen. Desondanks werden vrouwenrechten gedurende de
verslagperiode regelmatig geschonden.262
Volgens de nationale wet zijn vrouwen handelingsbekwaam.263 In de praktijk kan
het, in bijvoorbeeld traditionele of armere gezinnen, voorkomen dat een vrouw
afhankelijk is van een mannelijk familielid. Ook als gevolg van bepaalde
voorschriften die verbonden zijn aan hun etnische achtergrond of hun religie
kunnen vrouwen achtergesteld worden ten aanzien van mannen, met name binnen
het familierecht.264 Zo heeft een getrouwde vrouw onder Tamilgewoonterecht de
toestemming van haar echtgenoot nodig om eigendommen te verkopen of te
verwerven. Dergelijke regels bestaan overigens niet voor alleenstaande vrouwen
of weduwen.
In de Sri Lankaanse grondwet is opgenomen dat mannen en vrouwen gelijke
kansen dienen te krijgen in de publieke sector. De deelname van vrouwen in de
overheidssector is echter beperkt. Zo zitten er maar weinig vrouwen in de politiek
en werken er ook weinig vrouwen bij de politie of de strijdkrachten.265 Ook
deelname in de private sector is beperkt. In de private sector bestaat geen
wettelijke bescherming tegen discriminatie. Vrouwen krijgen soms minder betaald
dan mannen voor hetzelfde werk, bekleden minder snel een leidinggevende positie
en kunnen te maken krijgen met seksuele intimidatie.266
Ten opzichte van het voorgaande algemene ambtsbericht is het gangbaarder dat
alleenstaande vrouwen op zichzelf wonen. Ook hier geldt dat dit in mindere mate
262 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
263 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
264 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
265 Er zitten elf vrouwen in het parlement (van de 225 leden). Ongeveer 5% van de strijdkrachten
is vrouw, de politie kent een hoger percentage, ongeveer 9%. US State Department, Country
report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart 2007.
266 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
62
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
van toepassing is op traditionele en armere gezinnen. In veel huishoudens, met
name in het noorden en oosten, staat een vrouw aan het hoofd. Dit heeft mede te
maken met het conflict, waarin veel mannen zijn gestorven of verdwenen.
Weduwen of wezen, wier echtgenoot of vader in dienst zat, hebben recht op
weduwen- of wezenpensioen. Aangezien veel mannen zijn verdwenen en het dus
niet (officieel) bekend is dat zij zijn gestorven, hebben de weduwen en wezen
problemen bij de aanvraag van het pensioen. Bovendien zijn bepaalde documenten
(identificatiedocument van de man, huwelijkscertificaat, geboortebewijs) tijdens
het conflict of de tsunami verloren gegaan, wat de aanvraag nog moeilijker maakt.
Weduwen en wezen ondervinden dezelfde obstakels bij hun aanspraak op
landtitels.
(Seksueel) geweld
Huiselijk geweld en verkrachting binnen het huwelijk zijn strafbaar gesteld in de
wet. Deze misdrijven komen echter regelmatig voor, maar de daders worden
zelden bestraft.267 Huiselijk geweld wordt over het algemeen als een
privéaangelegenheid beschouwd. Het is taboe om erover te praten en al helemaal
om het aan te geven. Verkrachting binnen het huwelijk is een nog groter taboe.
Het is vaak niet mogelijk om aangifte te doen van huiselijk geweld of verkrachting
binnen het huwelijk. Vrouwen kunnen vaak niet terecht bij hun familie.
Slachtoffers van huiselijk geweld en verkrachting binnen het huwelijk worden
volgens een bron echter niet gestigmatiseerd. De situatie is enigszins verbeterd
met de komst van de Bureau for the Protection of Women and Children van de
politie. Op elk politiebureau worden vrouwelijke agenten geplaatst om specifieke
klachten te onderzoeken. De verklaring en/of ondervraging van een vrouwelijke
dader, slachtoffer of getuige wordt door een vrouwelijke agent opgenomen.
Daarnaast zijn vrouwen zich beter bewust geworden van hun rechten.
Ook seksueel geweld is een strafbaar feit met een maximum gevangenisstraf van
vijf jaar.268 In de praktijk kwam seksueel geweld echter regelmatig voor en vooral
vanwege het conflict en de daarmee samenhangende groeiende aanwezigheid van
de strijdkrachten en politie is seksueel geweld, inclusief verkrachting, door
militairen en politie toegenomen.269 Ook gevangenbewaarders maken zich
schuldig aan seksueel geweld. Kwantitatieve data zijn moeilijk te achterhalen,
maar het lijkt erop dat vrouwen hier minder terughoudend zijn om aangifte te
doen. Het Bureau for the Protection of Women and Children heeft 481 gevallen
267 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
268 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
269 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13
maart 2007.
63
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
van verkrachting gerapporteerd.270 De daders worden nauwelijks bestraft (zie
paragraaf 3.3.5 en 3.3.6).
Seksueel geweld komt ook veel voor bij vrouwen die werken in de Free Trade
Zones. Zij komen vaak uit rurale gebieden en verblijven gedurende lange periode
binnen deze zones.
Opvang en begeleiding van vrouwen die slachtoffer zijn van verkrachting of
mishandeling is slechts in beperkte mate aanwezig.271 Voor zover bekend voorziet
de overheid niet in opvanghuizen. Opvang en begeleiding worden wel geboden
door enkele NGO's, zoals Women In Need, en andere particuliere initiatieven.
LTTE
Binnen de LTTE-rechtspraak kan verkrachting bestraft worden met de doodstraf.
Hoe vaak een veroordeling voor verkrachting wordt uitgesproken, is niet
bekend.272
3.4.3 Homoseksuelen
Seksuele activiteiten tussen personen van hetzelfde geslacht zijn in Sri Lanka
verboden onder artikel 365 van het wetboek van strafrecht met een maximum
gevangenisstraf van tien jaar.273 Er zijn geen gevallen bekend waarin
homoseksualiteit heeft geleid tot strafvervolging.
3.4.4 Minderjarigen
In Sri Lanka is men vanaf de leeftijd van achttien jaar meerderjarig en volledig
handelingsbekwaam, behalve enkele vrouwen in meer traditionele gezinnen (zie
paragraaf 3.4.2). Vanaf de leeftijd van zestien jaar dienen Sri Lankanen te
beschikken over een identiteitskaart (zie paragraaf 3.3.4). De leerplicht geldt in
Sri Lanka tot de leeftijd van veertien jaar. Vanwege veiligheidsrisico's en de
aanzienlijke aantallen ontheemden, konden kinderen in de conflictgebieden echter
270 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
271 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007.
272 Zie ook paragraaf 3.3.5. over rechtspraak door de LTTE.
273 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; Home Office, Country of Origin Information Report, 31 oktober 2006.
64
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
vaak niet naar school.274 Sommige scholen werden door bombardementen geraakt,
soms bewust, waarbij kinderen om het leven kwamen.275
Kindsoldaten
Gedurende de verslagperiode maakten zowel de LTTE als de Karuna-factie zich
schuldig aan de ontvoering, gedwongen rekrutering en inzet van minderjarigen in
de strijd. Verschillende bronnen, zoals HRW, de speciale VN-gezant voor
kinderen en oorlogsgeweld (Allan Rock) en de Secretaris-Generaal van de VN,
beschuldigden de regering van medeplichtigheid aan de rekrutering van
kindsoldaten door de Karuna-factie.276 De regering heeft deze beschuldiging in
alle toonaarden ontkend en verklaarde de beschuldigingen volledig ongegrond. 277
Vooral kinderen die door de gevechten in het oosten ontheemd zijn geraakt, liepen
het risico gerekruteerd te worden. De meeste rekruteringen werden gemeld in
Kilinochchi, gevolgd door Batticaloa.278 De meeste rekruteringen betroffen
jongens en de gemiddelde leeftijd van gerekruteerde kinderen was zestien.
UNICEF monitort en registreert de rekrutering van kindsoldaten en rapporteert
hierover. In totaal heeft UNICEF tussen april 2001 en eind januari 2007 6241
gevallen van rekrutering van minderjarigen geregistreerd: 6006 door de LTTE en
235 door de Karuna-factie. Van hen zouden er 1710 nog steeds door de LTTE
worden ingezet en 169 door Karuna.279 Het werkelijke aantal kindsoldaten ligt
waarschijnlijk veel hoger.280 UNICEF schat dat ongeveer een derde van de
274 S/2006/1006; Save the Children, Children at risk as Sri Lanka fighting worsens, 15 maart
2007; BBC News, Fighting closes Sri Lanka schools, 14 maart 2007.
275 S/2006/1006; UNICEF, UNICEF Humanitarian Action Report Sri Lanka 2007, 29 januari
2007.
276 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; S/2006/1006; HRW, Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child
Recruitment by the Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007; S/2006/1006; HRW,
Sri Lanka: Stop child abductions by Karuna-group, 28 november 2006; Charu Lata Hogg,
Child Recruitment in South Asian Conflicts. A comparitive analysis of Sri Lanka, Nepal and
Bangladesh, Chatham House, november 2006, via http://www.child-
soldiers.org/document_get.php?id=1162; UTHR, The human rights and humanitarian fallout
from the Sri Lankan government's Eastern Agenda and the LTTE's obduracy, Briefing N° 6,
22 januari 2007; Coalition to Stop the Use of Child Soldiers (CSC), Parties to conflict must
stop recruitment of children, 3 okotber 2006; The Guardian, Sri Lanka's president seems as
mindless as any bomber, 9 februari 2007; GoSL, Human Rights Watch Report on Sri Lanka
Government compicity in child abductions: unfounded and baseless, 25 januari 2007.
277 UN, UN Special Advisor says children at risk from all sides, 13 november 2006; GoSL,
Human Rights Watch Report on Sri Lanka government complicity in child abductions:
unfounded and basaless, 25 januari 2007; Reuters, Sri Lanka army dismisses UN soldier
claim, 14 november 2006.
278 S/2006/1006.
279 UN News Service, 200.000 displaced, security worsening in government-separatist fighting,
8 maart 2007.
280 ANP, Leger Sri Lanka rekruteert kindsoldaten, 13 november 2006.
65
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
rekruteringen bij haar bekend is.281 Niet alle rekruteringen worden door ouders
aangegeven uit angst voor represailles en vanwege taalproblemen met de politie
(zie paragraaf 3.3.6).282
De Karuna-factie opereert in het gebied dat door regeringstroepen gecontroleerd
wordt. Karuna richt zich over het algemeen op arme families waarvan vaak al
eerder een kind is gerekruteerd door de LTTE.283 Kinderen worden met geweld
van straat geplukt of uit woning of tempel gehaald en gedwongen lid te worden
van Karuna-eenheden. Militairen van het leger ondernemen niets wanneer
kinderen onder hun ogen worden ontvoerd. Na hun ontvoering worden kinderen
meestal voor een aantal dagen opgesloten in het dichtstbijzijnde kantoor van de
TMVP (de politieke vleugel van Karuna), dat normaal gesproken door soldaten of
politieagenten wordt bewaakt. Daarna worden de kinderen meestal overgebracht
naar junglekampen in de buurt van Welikanda, ongeveer 50 kilometer ten
noordwesten van Batticaloa. Welikanda ligt in een gebied dat stevig wordt
gecontroleerd door het regeringsleger. Om daar te komen, moeten diverse
controleposten van leger en politie worden gepasseerd. Volgens HRW is transport
van ontvoerde kinderen onmogelijk zonder de toestemming van deze
autoriteiten.284 In Batticaloa is ook melding gemaakt van militairen die de Karuna-
factie vergezelden terwijl laatstgenoemde enkele kinderen in de leeftijdscategorie
van 14-17 jaar ontvoerden en rekruteerden.285 In veel gevallen neemt de politie de
klacht van ouders van wie een kind is ontvoerd niet serieus. Er is geen enkel geval
bekend waarin de politie de vrijlating van een kind wist te bewerkstelligen.286
In de gebieden die onder controle van de LTTE staan, worden families gedwongen
om één of meer kinderen beschikbaar te stellen voor dienst bij de LTTE: indien
niet aan een `verzoek' wordt voldaan, lopen zowel het kind als zijn familieleden
het gevaar om ontvoerd te worden en alsnog ingelijfd te worden in het LTTE-
leger.287 De gedwongen rekruten worden door de LTTE ingezet als infanteristen,
281 S/2006/1006.
282 S/2006/1006.
283 HRW, Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child Recruitment by the
Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007; UTHR, The human rights and
humanitarian fallout from the Sri Lankan government's Eastern Agenda and the LTTE's
obduracy, Briefing N° 6, 22 januari 2007.
284 HRW, Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child Recruitment by the
Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007.
285 S/2006/1006.
286 HRW, Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child Recruitment by the
Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007.
287 S/2006/1006; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers
from Sri Lanka, december 2006; Charu Lata Hogg, Child Recruitment in South Asian
Conflicts. A comparitive analysis of Sri Lanka, Nepal and Bangladesh, Chatham House,
november 2006, via http://www.child-soldiers.org/document_get.php?id=1162.
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
spionnen, verplegers. Tevens worden zij gedwongen zelfmoordaanslagen te
plegen.288 Ondanks het feit dat de LTTE al jarenlang beweert tegen de inzet van
kindsoldaten te zijn, ging de LTTE gedurende de verslagperiode door met het
ontvoeren van kinderen in de gebieden die onder haar controle staan. De LTTE
beloofde wel aan speciale VN-gezant Rock om alle minderjarige strijders voor 1
januari 2007 vrij te laten.289 De LTTE heeft zich niet aan deze belofte gehouden.290
Opvang kindsoldaten
Gedeserteerde en gedemobiliseerde kinderen worden vanwege hun associatie met
de LTTE gewantrouwd en niet als slachtoffers, maar als verdachten behandeld
door de autoriteiten. In de zuidelijke stad Kandy worden zij, samen met de uit de
LTTE gedeserteerde volwassenen, opgevangen in een `open gevangenis' (zie ook
paragraaf 3.3.6 en 3.4.5). Zodra ze terugkeren naar hun eigen gemeenschap lopen
deze kinderen risico op represailles of herrekrutering door de LTTE, of arrestatie
door politie of leger omdat ze voor de LTTE hebben gewerkt. Kinderen worden na
vrijlating overgedragen aan de familie. UNICEF vangt voormalig kindsoldaten
alleen op als de situatie zeer ernstig is, bijvoorbeeld wanneer zij voor hun leven
moeten vrezen. UNICEF draagt ze daarna over aan NGO's of kerkelijke
organisaties.
Opvang minderjarigen
In het hele land verblijven ongeveer 20.000 kinderen in kindertehuizen, zowel
door de staat als door onafhankelijke organisaties bestuurd. Ongeveer 8% is
daadwerkelijk wees. De meeste kinderen hebben regulier contact met familie of
gaan zelfs naar huis in het weekend. Kinderen worden meer uit economische
overwegingen door families geplaatst in tehuizen. De tehuizen voorzien in
onderdak, voedsel en onderwijs. Het is niet bekend of het aantal kinderen in
tehuizen is toegenomen naar aanleiding van het opgelaaide geweld.
Het Ministry of Child Development is verantwoordelijk voor de opvang van
kinderen. Het geld dat een tehuis van het ministerie ontvangt, is gerelateerd aan
het aantal kinderen dat in het tehuis verblijft. Het ministerie onderhoudt echter een
slechte administratie. Het merendeel van de tehuizen staat niet geregistreerd en
ook de gegevens over de kinderen (naam, leeftijd, waar ze vandaan komen, datum
van aankomst) worden niet vermeld. Er vindt geen controle op de kwaliteit van
tehuizen plaats.
288 HRW, Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child Recruitment by the
Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007; Charu Lata Hogg, Child Recruitment in
South Asian Conflicts. A comparitive analysis of Sri Lanka, Nepal and Bangladesh, Chatham
House, november 2006, via http://www.child-soldiers.org/document_get.php?id=1162.
289 Reuters, Sri Lanka army dismisses UN soldier claim, 14 november 2006.
290 Zie cijfers van UNICEF in UN News Service, 200.000 displaced, security worsening in
government-separatist fighting, 8 maart 2007.
67
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Er is niets bekend over opvang van kinderen in de gebieden die onder controle
staan van de LTTE.
3.4.5 Dienstplichtigen
Rekruteringen door het Sri Lankaanse leger
Het Sri Lankaanse leger is een vrijwilligersleger. In Sri Lanka bestaat geen
dienstplicht en er bestaat daarom geen bepaling omtrent bestraffing van
dienstweigering. Rekrutering vindt plaats middels uitgebreide wervingscampagnes
waarbij het leger langs scholen, universiteiten en andere openbare gelegenheden
gaat om te werven. De minimumleeftijd voor het leger is 18 jaar.291 Recent zou de
landmacht 7000 nieuwe rekruten geworven hebben.
Desertie
Desertie wordt ingevolge artikel 103 van de Army Act bestraft met ten hoogste drie
jaar gevangenisstraf. Op het verbergen van een deserteur staat ingevolge artikel
133 van het Sri Lankaanse Wetboek van Strafrecht een straf van ten hoogste twee
jaar. Wegens het gebrek aan vrijwilligers voor het leger is de bestraffing bij
desertie in de praktijk gering en worden deserteurs na een korte detentieperiode in
het algemeen teruggestuurd naar het legeronderdeel waarbij zij gestationeerd
waren voor hun desertie. Andere straffen zijn oneervol ontslag, degradatie,
berisping of salarisaftrek. Regelmatig worden algemene amnestieregelingen
afgekondigd waardoor deserteurs zonder straf weer opgenomen kunnen worden in
het leger.292 De overgrote meerderheid van de Sri Lankaanse veiligheidstroepen is
Singalees. Voor zover bekend is er geen sprake van een onevenredige of
discriminatoire bestraffing van Tamils die gedeserteerd zijn uit de leger.
In Sri Lanka zouden sinds 1983 ongeveer 50.000 personen zijn gedeserteerd uit de
landmacht. Het aantal deserteurs zou stijgende zijn. De aantallen voor marine en
luchtmacht zijn niet bekend.
LTTE
Binnen de LTTE vindt vrijwillige, maar ook gedwongen rekrutering plaats (zie
paragraaf 2.3, 3.3.8 en 3.4.4).293 Desertie wordt binnen de LTTE hoog opgenomen
291 Home Office, Country of Origin Information Report, 31 oktober 2006.
292 Home Office, Country of Origin Information Report, 31 oktober 2006.
293 US State Department, Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart
2007; UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri
Lanka, december 2006; HRW, Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child
Recruitment by the Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007.
68
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
en levert risico's op voor familieleden (zie rechtspraak door de LTTE in paragraaf
3.3.5).
Volgens statistieken van de regering zouden sinds februari 2002 ongeveer 580
LTTE-strijders zich hebben overgegeven aan de Sri Lankaanse veiligheidsdiensten
en politie. Van die 580 komt 80% uit het oosten. Vooral sinds oktober 2006 zou
dat aantal sterk zijn toegenomen, onder meer door de groeiende aanwezigheid van
de Sri Lankaanse strijdkrachten aldaar. Bijna alle deserteurs gaven aan dat zij
gedwongen werden gerekruteerd voor het LTTE-leger.294 In Kandy worden
ongeveer 150 uit de LTTE gedeserteerde volwassenen en kinderen opgevangen in
een `open gevangenis' (zie ook paragraaf 3.3.6). De gevangenis moet dienst doen
als rehabilitatiecentrum, maar de deserteurs zijn niet vrij om de gevangenis op
eigen initiatief te verlaten.
Voor een overzicht van de ontwikkelingen met betrekking tot de rekrutering van
kindsoldaten zie paragraaf 3.4.4.
294 GoSL, Eastern LTTE cadre desertion on the rise, 6 februari 2007.
69
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
4 Migratieproblematiek
4.1 Migratiestromen
Door de escalatie in het conflict zijn grote migratiestromen op gang gekomen.
Tussen april 2006 tot maart 2007 raakten meer dan 264.000 personen binnenlands
ontheemd en vluchtten meer dan 17.500 personen naar India. De overgrote
meerderheid van de ontheemden en vluchtelingen is Tamil en komt uit de
districten in het noorden en oosten van Sri Lanka. 295
Ontheemden
In totaal zouden er zich in Sri Lanka ongeveer 620.000 ontheemden bevinden. Dit
betreft personen die voor de ondertekening van het CFA (2002) naar aanleiding
van het conflict ontheemd zijn geraakt, personen die naar aanleiding van de
tsunami (eind 2004) ontheemd zijn geraakt en de personen die sinds de escalatie
van het conflict (april 2006) ontheemd zijn geraakt.296 Veel ontheemden hebben
meerdere keren en om verschillende redenen hun regio moeten ontvluchten.297
Duidelijk is dat alle groepen ontheemden zich voor het merendeel bevinden in de
districten in het noorden en oosten (dat waren namelijk ook de gebieden die het
hardst getroffen waren door de tsunami) en dat de groepen vooral bestaan uit
Tamils.
Sinds april 2006 heeft UNHCR gegevens bijgehouden van de ontheemden die naar
aanleiding van de escalatie van het conflict zijn gevlucht (totaal van 264.146). Uit
die gegevens (update tot en met 12 maart 2007) blijkt dat de meeste nieuwe
ontheemden verblijven in de districten Batticaloa (130.198), Kilinochchi (45.675),
Jaffna (32.208), Mullaitivu (26.098) en Mannar (13.765). De overige ontheemden
bevinden zich in de districten Vavuniya, Trincomalee, Ampara, Puttalam,
Anuradhaputa en Kurunegala.298 Het totaal aantal nieuwe ontheemden, en daarmee
het aantal binnen een bepaald district, fluctueerde afhankelijk van het conflict.299
295 UNHCR, Statistical summary of IDP movements in North East Sri Lanka, 12 maart 2007, via
www.unhcr.lk, bezocht op 18 maart 2007.
296 UNHCR refereert naar de laatse groep personen als `newly displaced'.
297 Internal Displacement Monitoring Centre (IDMC), Sri Lanka: escalation of conflict leaves
thousands of IDP's without protection and assistance, 16 november 2006.
298 Respectievelijk met de volgende aantallen: 5.586, 2.840, 2.471, 2.159, 653 en 88. UNHCR,
Statistical summary of IDP movements in North East Sri Lanka, 12 maart 2007, via
www.unhcr.lk, bezocht op 18 maart 2007.
299 Zo kende Trincomalee een flinke toename in het aantal ontheemden na de beschietingen en
bombardementen van Mutur en Sampur in augustus en september 2006. Batticaloa zag in de
eerste weken van maart 2007 het aantal ontheemden verdubbelen, terwijl het eind 2006,
begin 2007 al geconfronteerd was met grote aantallen ontheemden uit de regio rond Vakarai.
UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
70
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
De meeste ontheemden verplaatsten zich binnen het eigen district of vluchtten naar
naastgelegen districten.300 Zoals gezegd zaten hier dus ook personen tussen die
eerder ontheemd waren.
Ontheemden worden opgevangen door de (lokale) autoriteiten, die daarbij
samenwerken met verschillende hulporganisaties, zoals UNHCR, IOM en ICRC.
De ontheemden verblijven merendeels bij familie of vrienden. Ontheemden
worden ook opgevangen in zogenaamde welfare centres, zoals publieke gebouwen
(scholen, leegstaande overheidsgebouwen en kerken) of bij lokale
hulporganisaties.301 Volgens een bron kan dat zorgen voor extra spanningen met
de lokale bevolking. Ook worden ontheemden opgevangen in tentenkampen, maar
zowel de regering als hulporganisaties proberen dat te voorkomen.
Een van de grootste problemen voor ontheemden gedurende de verslagperiode was
het gebrek aan hulpgoederen. Wegens de door de regering opgelegde restricties
hadden hulporganisaties beperkte of soms geen toegang tot de conflictgebieden
(zie paragraaf 2.4 en 3.2). Vooral de gebieden die onder controle staan van de
LTTE waren niet of moeilijk te bereiken. Het afsluiten van de A9 vormde ook een
groot probleem voor de toevoer van hulpgoederen (zie paragraaf 3.3.4). Dit alles
resulteerde in een groot tekort aan materiaal voor onderdak, voedsel, drinkwater,
sanitaire voorzieningen en medicijnen.302 Dat leverde problemen op voor zowel de
ontheemden als de lokale bevolking.
Daarnaast hadden ontheemden te maken met veiligheidsrisico's. Het
regeringsleger kon niet altijd zorg dragen voor de bescherming van en in
december 2006; Reuters, Sri Lanka rebels end water siege, but fighting over?, 9 augustus
2006; IOM, Assistance for internally displaced people, 1 septmber 2006; OCHA, Number of
internally displaced increased, 14 maart 2007; Reuters, Camps full, Sri Lanka war refugees
live under trees, 13 maart 2007; WFP, WFP ramps up food aid for thousands fleeing conflict
in Eastern Sri Lanka, 20 maart 2007.
300 UNHCR, Statistical summary of IDP movements in North East Sri Lanka, 12 maart 2007, via
www.unhcr.lk, bezocht op 18 maart 2007.
301 IDMC, Sri Lanka: escalation of conflict leaves thousands of IDP's without protection and
assistance, 16 november 2006; ICRC, ICRC assists displaced civilians in Batticaloa, 13
maart 2007; UNHCR, Shelter or survival: a dilemma for the displaced in Sri Lanka, 22
december 2006; IOM, Assistance for internally displaced people, 1 september 2006.
302 IDMC, Sri Lanka: escalation of conflict leaves thousands of IDP's without protection and
assistance, 16 november 2006; UNHCR, Position on the International Protection Needs of
Asylum Seekers from Sri Lanka, december 2006; CPA, War, Peace and Governance in Sri
Lanka. Overview and Trends 2006, februari 2007; HRW, World Report 2006, Country
Summary Sri Lanka, 11 januari 2007; ICG, Sri Lanka: The Failure of the Peace Process,
Asia report N° 124, 28 november 2006; UN News, UN Emergency Relief Coordinator calls
on both sides to grant ais access, 14 maart 2007; Reuters, Food, shelter scarce in Sri Lanka
was refugee exodus, 15 maart 2007; WFP, WFP ramps up food aid for thousands fleeing
conflict in Eastern Sri Lanka, 20 maart 2007.
71
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
ontheemdenkampen. Het leger zou zelfs hebben toegekeken toen Karuna-leden
enkele door de strijdkrachten bewaakte ontheemdenkampen in het oosten
binnendrongen, vooral om te rekruteren.303 Bovendien werden ziekenhuizen,
scholen, kerken en andere gebouwen die dienst deden als opvang, regelmatig
beschoten en gebombardeerd.304 Daarbij beschuldigden partijen elkaar van het
inzetten van ontheemden als menselijk schild, of in ieder geval van het opzettelijk
in gevaar brengen van ontheemden.305
Asielzoekers en vluchtelingen in Sri Lanka
Er zijn geen gegevens bekend over het aantal asielzoekers en vluchtelingen in Sri
Lanka. Sri Lanka is geen partij bij het VN-Vluchtelingenverdrag. Het land heeft
geen systeem om asielaanvragen te beoordelen. De (mogelijke) vluchtelingen in
Sri Lanka die zijn erkend door de UNHCR krijgen geen legale status toegekend.
Hierdoor verblijven zij illegaal in Sri Lanka en mogen zij geen werk aanvaarden
noch scholing genieten.306
4.2 Opvang in de regio
Sinds begin 2006 zijn ongeveer 17.500 personen naar de zuid-Indiase staat Tamil
Nadu gevlucht, met een duidelijke piek in de zomer van 2006 en in februari 2007.
Het totaal aantal Sri Lankanen in en buiten Indiase opvangkampen is niet bekend.
Ook India is geen partij bij het VN-Vluchtelingenverdrag. Internationale NGO's
en hulporganisaties, zoals de UNHCR, krijgen mede daarom geen toegang tot de
door de Indiase overheid geleide kampen. India stuurt de vluchtelingen echter niet
terug en werkt samen met UNHCR, die daarin een faciliterende rol heeft, bij
terugkeer naar Sri Lanka.
303 AI, Armed groups infiltrating refugee camps, 13 maart 2007; UTHR, The Race for infamy in
Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44, 13 maart 2007.
304 Ten noorden van Batticaloa werd in november 2006 bijvoorbeeld een school geraakt, die
dienst deed als opvangkamp voor ontheemden. Meer dan 40 ontheemden werden hierbij
gedood. In het kamp verbleven ongeveer 35.000 personen die in augustus waren gevlucht
voor de opgelaaide strijd in Trincomalee. Vrezend voor nieuwe aanvallen, vluchtten meer dan
20.000 personen weg vanuit dat gebied. AFP, Refugee camp bombing kills 65 in Sri Lanka, 8
november 2006; Reuters, Thousands flee after Sri Lanka army kills refugees, 9 november
2006; NRC Handelsblad, Sri Lankees leger beschiet school, 9 november 2006.
305 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; HRW, Complicit in Crime. State Collusion in Abductions and Child
Recruitment by the Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007; HRW, Improving
Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006; GoSL, Human shield at Vakarai and
Kathiraweli in Batticaloa, 8 november 2006; Reuters, Thousands flee after Sri Lanka army
kills refugees, 9 november 2006.
306 UNHCR, Global Report 2005 Sri Lanka, juni 2006; US State Department, Country report
on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart 2007.
72
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
De illegale overtocht naar India is niet zonder gevaar. De overtocht vindt plaats
met lokale vissersbootjes, die niet zeewaardig zijn en vaak te vol zitten. Bovendien
worden de vluchtelingen afgezet op de zandbanken voor de kust van India, omdat
de vissers bang zijn gearresteerd te worden. India heeft meerdere malen
reddingsacties moeten uitvoeren. Daarnaast patrouilleert de Sri Lankaanse marine
op zee en arresteert betrokkenen. Zij worden vastgehouden in erbarmelijke
omstandigheden, maar worden niet lastig gevallen of mishandeld. Vaak worden ze
de volgende dag weer vrijgelaten. De meesten blijven in de regio van Mannar en
proberen het later nog een keer. Ook India heeft veiligheidsmaatregelen getroffen
door middel van patrouilles op zee.
De Central Intelligence Agency van de VS schat dat meer dan 200.000 Tamils
gedurende het conflict hun toevlucht hebben gezocht in het Westen.307
4.3 Terugkeer
Ontheemden
Er verschenen in september 2006 en maart 2007 berichten dat er sprake zou zijn
van onvrijwillige terugkeer van ontheemden.308 Autoriteiten zetten ontheemden
onder druk om terug te keren. Er werd niet gedreigd met geweld, maar de regering
gaf aan alle voorzieningen in het kamp, zoals watertoevoer en voedselhulp, stop te
zetten. Er werd daarbij aangegeven dat terugkeer veilig en mogelijk was, terwijl
enkele gebieden (nog) niet bewoonbaar waren. Zo was een groot aantal huizen,
scholen, ziekenhuizen nog zwaar beschadigd, evenals de infrastructuur. Bovendien
werd in sommige gebieden nog gevochten. Een ander probleem voor een veilige
terugkeer van ontheemden was de aanwezigheid van anti-personeelsmijnen en van
niet-geëxplodeerde bommen en andere munitie.309 Ontheemden werden opnieuw
in tijdelijke opvangkampen geplaatst, waardoor eigenlijk sprake was van onnodige
verplaatsing of herplaatsing in plaats van duurzame terugkeer. Het had er alle
307 Schatting dateert van juni 2006. CIA, The World Factbook Sri Lanka, 30 november 2006,
via https://www.cia.gov, bezocht op 8 december 2006.
308 Begin september werden de ongeveer 45.000 ontheemde moslims uit Mutur onder druk gezet
om de ontheemdenkampen te verlaten. Hetzelfde gebeurde in maart 2007 met de ontheemden
uit Vakarai en Trincomalee in Batticaloa. De regering voorzag in beide gevallen voor het
transport. UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from
Sri Lanka, december 2006; UTHR, The Race for infamy in Sri Lanka's North-East,
Information Bulletin N° 44, 13 maart 2007; GoSL, Over 75% of displaced in Mutur resettled,
8 september 2006; Refugees International (RI), Forced return threatens safety of Muttu
displaced, 11 september 2006; GoSL, Resettlement of Vakarai begin, 6 maart 2007; Reuters,
Refugees pour into east Sri Lanka camps, 10 maart 2007.
309 HRW, Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006; Reuters, Mines a
menace as Sri Lanka resettles war refugees, 19 maart 2007.
73
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
schijn van dat de regering plaats wilde maken voor een stroom van ontheemden uit
nieuwe conflictgebieden.310 UNHCR werd overigens niet betrokken bij het proces,
maar kreeg slechts instructies. In maart gaf de regering aan dat de UNHCR in het
vervolg volledig wordt betrokken bij het terugkeerproces van ontheemden.311
Vluchtelingen
Het door de UNHCR gefaciliteerde Indiase terugkeerprogramma voor Sri
Lankaanse vluchtelingen is door het escalerende conflict belemmerd.312 Het is niet
bekend hoeveel vluchtelingen uit India zijn teruggekeerd. Ook zijn geen gegevens
van teruggekeerde vluchtelingen uit andere landen bekend.
Repatrianten
Na aankomst op het vliegveld worden de meeste repatrianten gecontroleerd door
de Sri Lankaanse immigratiemedewerkers. Indien er twijfel bestaat over de
identiteit van de betrokken persoon, dan wordt deze door de Immigratiedienst
doorverwezen naar de Criminal Investigation Department (CID). Bij de CID
ondergaan de repatrianten een identiteitsonderzoek waarbij de personalia van
betrokkene worden onderzocht en wordt nagegaan of de desbetreffende repatriant
wellicht in het verleden betrokken is geweest bij criminele activiteiten. Ook wordt
soms bij het National Intelligence Bureau (NIB) gecontroleerd of de betrokken
persoon voorkomt in haar registers. Indien dan bepaalde strafrechtelijke gegevens
worden gevonden, wordt de persoon langer vastgehouden. De databases van de
CID, NID en de Immigration and Emigration Department zijn met elkaar
verbonden. Alle drie zijn dus geautomatiseerd, evenals het visa-systeem. Sinds
2001 mag het merendeel van de repatrianten na controle van de
identiteitsgegevens het vliegveld verlaten.
Er zijn geen aanwijzingen dat terugkerende Sri Lankanen als zodanig negatief in
de belangstelling staan van de Sri Lankaanse autoriteiten. Het aanvragen van asiel
in het buitenland wordt niet gezien als oppositie tegen de staat. Bij terugkeer
worden voor zover bekend geen maatregelen genomen tegen afgewezen
asielzoekers. Ze worden niet lastig gevallen op het vliegveld en er is ook geen
bewijs dat ze mishandeld worden vanwege hun verblijf in het buitenland.
310 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; UNHCR, Sri Lanka assures UNHCR will be fully engaged in return process
of IDP's, 16 maart 2007; RI, Forced return threatens safety of Muttu displaced, 11 september
2006; AFP, Sri Lanka resettles Muslims displaced by conflict as troops dig in, 7 september
2006; Reuters, Refugees pour into east Sri Lanka camps, 10 maart 2007.
311 UNHCR, Sri Lanka assures UNHCR will be fully engaged in return process of IDP's, 16
maart 2007.
312 Xinhua News Agency, More Sri Lankan refugees move to south India., 3 maart 2007
74
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Repatrianten gaan niet graag terug naar het noorden en oosten en blijven liever in
Colombo. Dat kan problemen veroorzaken omdat ze nieuw zijn, vaak geen
identiteitsbewijs hebben en een tijdelijke verblijfplaats moeten zoeken. Een
repatriant zonder identiteitsbewijs wordt overigens op dezelfde manier behandeld
als ieder ander die geen identiteitsbewijs heeft (zie paragraaf 3.3.4). Alleen is het
voor (Tamil) repatrianten, net als ontheemden, soms moeilijk om aan een
identiteitsbewijs te komen, omdat ze daar een bewijs van registratie voor nodig
hebben of, vooral wat betreft Tamils, tegengewerkt worden door de autoriteiten
(zie paragraaf 3.3.4).
4.4 Activiteiten van internationale organisaties
UNHCR
Uit zijn analyse concludeert UNHCR dat de veiligheids- en mensenrechtensituatie
sinds eind 2005 geleidelijk is verslechterd. De huidige situatie in het noorden en
oosten van Sri Lanka is een situatie van intern gewapend conflict, met
wijdverspreide vijandelijkheden, onveiligheid en mensenrechtenschendingen, die
in grote mate de openbare orde verstoren. Tamils, Singalezen en moslims worden
allen getroffen door deze situatie. Velen van hen lopen het risico doelwit te
worden van de regering, de LTTE en andere gewapende groeperingen. UNHCR
beveelt aan dat alle individuele asielverzoeken zorgvuldig in eerlijke en efficiënte
procedures getoetst worden.
Kort samengevat doet UNHCR de volgende aanbevelingen313:
· Tamils uit noord en oost Sri Lanka dienen als vluchteling erkend te
worden. Gezien de situatie in het noorden en oosten zouden zij tenminste
subsidiaire bescherming moeten genieten. Een binnenlands
vestigingsalternatief is voor hen niet aanwezig.
· Tamils uit Colombo dienen, indien zij slachtoffer zijn van gerichte
mensenrechtenschendingen door de LTTE, de regering of andere
gewapende groeperingen, als vluchteling erkend te worden. Een
binnenlands vestigingsalternatief is voor hen niet aanwezig.
· Moslims dienen, indien zij slachtoffer zijn van gerichte
mensenrechtenschendingen door de LTTE, de regering of andere
gewapende groeperingen, als vluchteling erkend te worden. Diegenen die
het algemene geweld in het noorden en oosten ontvluchten zouden, indien
313 Voor een uitgebreide omschrijving wordt verwezen naar UNHCR, Position on the
International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka, december 2006.
75
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
geen binnenlands vestigingsalternatief voorhanden is, tenminste
subsidiaire bescherming moeten genieten.
· Singalezen dienen, indien zij slachtoffer zijn van vervolgingsmaatregelen
door de LTTE of andere gewapende groeperingen, als vluchteling erkend
te worden. Diegenen die het algemene geweld ontvluchten zouden, indien
geen binnenlands vestigingsalternatief voorhanden is, tenminste
subsidiaire bescherming moeten genieten. Een binnenlands
vestigingsalternatief is mogelijkerwijs voorhanden voor deze groep.
UNHCR assisteert vluchtelingen en ontheemden die vrijwillig en spontaan
terugkeren. Ook is UNHCR aanwezig in de woongebieden van de ontheemden en
vluchtelingen om de bescherming van de rechten van degenen die zijn
teruggekeerd te bewaken en eventueel hulp te bieden. UNHCR werkt daarbij
samen met de Sri Lankaanse en de Indiase overheid, met lokale autoriteiten, de
Human Rights Commission, met (lokale) NGO's, ICRC, IOM en met andere VN-
organisaties zoals UNICEF en OCHA.314
IOM
De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) heeft een
reïntegratieprogramma voor afgewezen asielzoekers uit onder andere Nederland.
Ook ondersteunt IOM de overheid van Sri Lanka bij het aanpakken van illegale
migratie kwesties. Bovendien kent IOM een programma ter bevordering van legale
arbeidsmigratie in Sri Lanka.315
314 UNHCR, Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from Sri Lanka,
december 2006; UNHCR, Global Report 2005 Sri Lanka, juni 2006.
315 Voor overige activiteiten van IOM in Sri Lanka zie www.iom.int.
76
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Literatuurlijst
Amnesty International,
- Sri Lanka. A Climate of Fear in the East, ASA 37/001/2006, 3 februari 2006
- Urgent action needed to ensure future of Human Rights Commission, 31 maart
2006
- Abolitionist and Retentionist Countries: Abolitionist in practice, 12 december
2006
- Two journalists detained without trial, many more threatened and intimidated,
3 maart 2007
- AI writes to minister of Human Rights, ASA 37/006/2007, 9 maart 2007
- Armed groups infiltrating refugee camps, 13 maart 2007
Asian Centre for Human Rights (ACHR), Sri Lanka: Spectre of abductions by the
security forces officially admitted, 7 maart 2007
Asian Human Rights Commission (AHRC),
- Human Rights Commission will cease to function from April, 30 maart 2006
- The HRC of Sri Lanka has stopped investigations into 2000 disappearance
cases to avoid having to pay government compensation to the victims, 18 juli
2006
- The cries of Muslims in the East and others facing danger should find a
response from the United Nations, 17 augustus 2006
- Subverting justice regarding the Mutur killings and repeating the legacy of
immunity for gross abuses of human rights, 11 september 2006
- White Vans without number plates; the symbol of disappearances reappear,
13 september 2006
- Will it be too late for the arrival of international assistance to monitor gross
violations of human rights?, 10 november 2006
Britse ministerie van Binnenlandse Zaken (Home Office), Country of Origin
Information Report, 31 oktober 2006
Care International, Sri Lanka's ignored conflict threatens tsunami reconstruction,
12 december 2006
Centre for Policy Alternatives (CPA),
- Statement from Sri Lankan groups regarding the situation of Muslims, 21
september 2006
- Statement on the introduction of the emergency (prevention and prohibition of
terrorism) regulations 2006, 12 december 2006
---
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
- War, Peace and Governance in Sri Lanka. Overview and Trends 2006,
februari 2007
Central Intelligence Agency (CIA), The World Factbook Sri Lanka, 30
november 2006
Charu Lata Hogg, Child Recruitment in South Asian Conflicts. A comparitive
analysis of Sri Lanka, Nepal and Bangladesh, Chatham House, november 2006
Coalition to Stop the Use of Child Soldiers (CSC), Parties to conflict must stop
recruitment of children, 3 okotber 2006
Consortium of Humanitarian Agencies (CHA), CHA Monthly situation report
January 2007 Eastern province (Ampara and Batticaloa), 31 januari 2007
The Economist Intelligence Unit (EIU),
- Country Report Sri Lanka, september 2005
- Country Report Sri Lanka, februari 2006
- Country Report Sri Lanka, mei 2006
- Country Report Sri Lanka, augustus 2006
- Country Report Sri Lanka, november 2006
- Country Report Sri Lanka, december 2006
- Country Profile Sri Lanka 2006, december 2006
- Country Report Sri Lanka, januari 2007
Human Rights Watch,
- Funding the `Final War'. LTTE intimidation and extortion in the Tamil
Diaspora, Volume 18, N° 1 (C), maart 2006
- Monitor's departure leaves void in protection, 2 augustus 2006
- Warring sides must let aid reach civilians, 21 augustus 2006
- Improving Civilian Protection in Sri Lanka, N° 1, september 2006
- Letter to Human Rights Council, 24 november 2006
- Stop child abductions by Karuna-group, 28 november 2006
- World Report 2006, Country Summary Sri Lanka, 11 januari 2007
- Complicit in Crime: State Collusion in Abductions and Child Recruitment by
the Karuna Group, Volume 19, N° 1(c), januari 2007
- More business than usual: The work which awaits the Human Rights Council,
12 maart 2007
- Human Rights Council: Act to end serious abuses in Sri Lanka, 13 maart 2007
Inter-Agency Standing Committee (IASC), Joint UN North East situation
Monitoring Report January 2007, 31 januari 2007
78
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Internal Displacement Monitoring Centre (IDMC), Sri Lanka: escalation of
conflict leaves thousands of IDP's without protection and assistance, 16 november
2006
Internationaal Comité van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan (ICRC), ICRC
assists displaced civilians in Batticaloa, 13 maart 2007
International Commission of Jurists (ICJ),
- Eminent jurists assess counter-terrorism laws in South Asia, 2 maart 2007
- ICJ calls for justice as inquest into killing of 17 aid workers concludes, 9
maart 2007
International Crisis Group (ICG), Sri Lanka: The Failure of the Peace Process,
Asia report N° 124, 28 november 2006
International Federation of Journalists (IFJ), Media executive held under anti-
terror laws, as Parameshawary nears 100 days detention, 1 maart 2007
International Organisation for Migration (IOM), Assistance for internally
displaced people, 1 septmber 2006
National Christian Evengelical Alliance of Sri Lanka (NCEASL),
- Bill for the prohibition of forcible conversion of religion, 26 juli 2006
- Statement on the deterioration of the Human Rights situation in Sri Lanka, 13
november 2006
Refugees International (RI), Forced return threatens safety of Muttu displaced, 11
september 2006
Release International, Christians under pressure as Sri Lanka slides towards civil
war, 7 december 2006
Reporters without Borders (RSF),
- Report of the International Press Freedom and Freedom of Expression Mission
to Sri Lanka, Press Freedom and Freedom of Expression in Sri Lanka:
Struggle for survival, januari 2007
- Kidnap of three jounalists with trade union monthly, 6 februari 2006
- Tamil newspapers correspondent goes missing in the North, 16 februari 2007
Save the Children, Children at risk as Sri Lanka fighting worsens, 15 maart 2007
Sri Lanka Government's Secretariat for Coordinating the Peace Process (SCOPP),
Baseless allegations of abductions and disappearances, 8 maart 2007
79
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Sri Lanka Monitoring Mission (SLMM),
- Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri
Lanka and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-
23 February 2006, Report covering period 24 February 28 May 2006
- Implementation of the Agreements Reached between the Government of Sri
Lanka and the Liberation Tigers of Tamil Eelam at the Geneva Talks the 22-
23 February 2006, Report covering period 29 May 31 August 2006
- Weekly situation report, 15 21 januari 2007
- Weekly situation report, 29 January 4 February 2007
Tamils Rehabilitation Organisation (TRO), Vaharai starves international
community is silent, 5 januari 2007
Tweede Kamer,
- vergaderjaar 2005-2006, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 99
- vergaderjaar 2005-2006, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 1749
University Teachers of Human Rights Sri Lanka (UTHR),
- When Indignation is past en the dust settles Reckoning incompatible
agendas, Special Report N° 21, 15 mei 2006
- The choice between anarchy and international law with monitoring, Special
Report N° 23, 7 november 2006
- The human rights and humanitarian fallout from the Sri Lankan government's
Eastern Agenda and the LTTE's obduracy, Briefing N° 6, 22 januari 2007
- The Race for infamy in Sri Lanka's North-East, Information Bulletin N° 44,
13 maart 2007
Verenigde Naties:
Economische en Sociale Raad (ECOSOC),
- Report submitted by the Special Rapporteur on freedom of religion or
belief, Asma Jahangir, Mission to Sri Lanka, E/CN.4/2006/5/Add.3, 12
december 2005
- Report of the Special Rapporteur, Philip Alston, of his mission to Sri
Lanka (28 November to 6 December 2005), E/CN.4/2006/53/Add.5, 27
maart 2006
Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA),
- Statement on the bus bombing in Sri Lanka, 8 januari 2007
- Number of internally displaced increased, 14 maart 2007
80
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
Office of the High Commissioner of Human Rights (OHCHR), High
Commissioner for Human Rights hopes new inquiry commission on killings
and disappearances in Sri Lanka will prove effective, 6 november 2006
United Nations Commission on Human Rights, UN Special Rapporteur on
extrajudicial, summary or arbitrary executions calls for urgent measures to
end political killings and to strengthen protection for human rights in Sri
Lanka, 27 april 2006
United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR),
- Global Report 2005 Sri Lanka, juni 2006
- Position on the International Protection Needs of Asylum Seekers from
Sri Lanka, december 2006
- Statistical summary of IDP movements in North East Sri Lanka, 12
maart 2007
- Nieuwsberichten
United Nations Development Programme (UNDP), Human Development
Report 2006
United Nations Human Rights Council, Human Rights Council discusses
report on summary executions and Internally Displaced Persons, 19
september 2006
UNICEF,
- UNICEF Humanitarian Action Report Sri Lanka 2007, 29 januari
2007
- Nieuwsberichten
UN News Service
Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, Report of the Secretary-General
on children and armed conflict in Sri Lanka, S/2006/1006, 20 december
2006
World Food Program (WFP), WFP ramps up food aid for thousands fleeing
conflict in Eastern Sri Lanka, 20 maart 2007
Voice of America (VOA), Sri Lanka elections may affect direction of peace
process, 30 maart 2006
US State Department,
- Country report on human rights practices 2006 Sri Lanka, 6 maart 2007
81
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
- International Religious Freedom Report 2005 Sri Lanka, 15 september 2006
Websites:
- www.amnesty.org
- www.child-soldiers.org
- www.cia.gov
- www.ethnologue.com
- www.freemediasrilanka.org
- www.humanitarianinfo.org/srilanka
- www.immigration.gov.lk
- www.iom.int
- www.oanda.com
- www.ohchr.org
- www.reliefweb.int
- www.rpd.gov.lk
- www.rsf.org
- www.slmm.lk
- www.tamiltigers.net
- www.tamilnet.com
- www.uthr.org
- www.unhcr.ch
- www.unhcr.lk
- www.unicef.org
- www.zoaweb.org
Tijdschriftartikelen, krantenartikelen en persberichten
Agence France Presse (AFP), Algemeen Nederlands Persbureau (ANP),
Associated Press (AP), Australian Broadcasting Corporation (ABC), BBC News,
Deutsche Presse-Agentur (DPA), Government of Sri Lanka (GoSL), The
Guardian, International Herald Tribune, NRC Handelsblad, Reuters,
Reformatorisch Dagblad, Sri Lanka News First (SLNF), The Sunday Leader,
Volkskrant, Xinhua News Agency.
82
Algemeen Ambtsbericht Sri Lanka | april 2007
I Kaart van Sri Lanka
De weergave van grenzen en namen op deze kaart en de gebruikte benamingen dienen niet te worden opgevat als
een bevestiging of aanvaarding daarvan door het Koninkrijk der Nederlanden.
83
Ministerie van Buitenlandse Zaken