Kamerbrief inzake terugdringen wildschade
Kamerstuk | 08-01-2001
De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DN. 2000/5451
datum: 03-01-2001
onderwerp: Terugdringen wildschade TRC 2000/11628
Geachte Voorzitter,
In bovenvermelde brief vraagt u mijn reactie op een brief van de Stichting Het Fries Land-schap over het niet nakomen van toezeggingen bij het terugdringen van wildschade.
In antwoord op uw verzoek deel ik u het volgende mede.
Voorzover ik heb kunnen nagaan ontplooit de stichting Het Fries Landschap geen andere activiteiten dan de teelt van biezen en riet in een zandwinput bij Oudehaske, en de bedrijfsmatige exploitatie van de put in het kader van eendenjacht.
De kwestie die de heer Visscher van de stichting aanroert betreft onder meer een geschil met het Jachtfonds over de weigering tegemoetkoming te verlenen in schade die wild en spreeuwen hebben toegebracht aan zijn biezenteelt. Het Jachtfonds is een zelfstandig bestuursorgaan.
Ambtenaren van mijn departement zijn slechts betrokken geweest bij een hoorzitting in het kader van de bezwaarprocedure in onderhavige zaak. Daarin heeft de voorzitter van het Jachtfonds inmiddels een beslissing genomen. Tegen die beslissing heeft de stichting beroep ingesteld bij de rechtbank.
Gezien deze situatie ligt het niet op mijn weg nader op dit onderdeel van de brief in te gaan.
Voorts betoogt de heer Visscher dat ik toezeggingen en afspraken niet ben nagekomen. Hij verwijst daarbij naar uitspraken dat onder de nieuwe Flora- en faunawet bedrijven niet onnodig in de kosten komen. Aangezien deze wet nog niet in werking is, acht ik die opmerking niet relevant.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit