Directie Juridische Zaken
team Inrichtingsbeleid en
Natuurbeheer
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070-3786868
Fax: 070-3786127
Telegramadres: Landvis
Telex: www.minlnv.nl
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
30 mei 2007 2060716490 TRCJZ/2007/2121 12 juli 2007
Kamervragen over graafwerkzaamheden
bij een broedkolonie meeuwen
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 juli 2007 TRCJZ/2007/2121 2 3
Geachte Voorzitter,
Hierbij geef ik, mede namens de minister van Justitie, antwoord op de schriftelijke vragen
van het lid Thieme (Partij voor de Dieren) over graafwerkzaamheden bij een broedkolonie
meeuwen.
1
Is het waar dat u in uw brief aan Lion GAZ1 heeft vermeld dat graafwerkzaamheden
zonder ontheffing mogen worden uitgevoerd vóórdat de vogels tot broeden komen?
Ja.
2
Kunt u aangeven op welke gronden u heeft besloten dat graafwerkzaamheden zonder
ontheffing mogen plaatsvinden door het bedrijf Lion GAZ in een gebied dat bekend staat
als het broedgebied van beschermde vogels?
Ontheffingen voor verstorende werkzaamheden tijdens het broedseizoen worden in
beginsel niet verleend. Nesten van de meeste vogelsoorten zijn in de zin van artikel 11 van
de Flora- en Faunawet slechts nesten zo lang deze gedurende het broedseizoen werkelijk
als nest in gebruik zijn. Dat geldt ook voor de nesten van meeuwen. De bescherming van
artikel 11 van de Flora- en faunawet geldt daarom voor broedgebieden van meeuwen
slechts gedurende het broedseizoen. In dit geval is echter sprake van werkzaamheden
buiten het broedseizoen
1 Brief van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, kenmerk: F&F 75C.06.afw.0261ck,
d.d. 1 december 2006
Kunt u aangeven op welke wijze u heeft getoetst of de graafwerkzaamheden zonder
ontheffing in overeenstemming waren met de voorschriften uit de Flora- en Faunawet?
Kunt u uw afwegingen ter zake toelichten?
Bij het bepalen of er voor het voorgenomen project een ontheffing nodig is voor vogels,
dient te worden vastgesteld of er sprake is van een overtreding van de verbodsbepalingen
zoals genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet. De aanvrager van de ontheffing
heeft aangegeven dat werkzaamheden die betrekking hebben op het verwijderen van
vegetatie en grondwerkzaamheden buiten het broedseizoen worden uitgevoerd. Omdat
buiten het broedseizoen geen sprake is van het overtreden van verbodsbepalingen uit
artikel 11 van de Flora- en faunawet, is geoordeeld dat een ontheffing voor de kleine
mantelmeeuw in dit geval niet nodig is.
4
Kunt u aangeven op welke wijze u heeft getoetst of het bedrijf Lion Gaz zich aan het
voorschrift hield om alleen graafwerkzaamheden vóór het broedseizoen uit te voeren?
Het toezicht op de naleving van de Flora- en faunawet berust in dergelijke gevallen bij de
politie en de Algemene Inspectiedienst van mijn ministerie.
5
Bent u op de hoogte van het feit dat Lion Gaz ook tijdens het broedseizoen
graafwerkzaamheden heeft verricht en dat hierover aangifte is gedaan door de
Faunabescherming en dat hierover kamervragen zijn gesteld?2
Ja, de aangifte is mij bekend.
6
Bent u op de hoogte van de uitspraak van de Officier van Justitie dat naar aanleiding van
de aangifte van de Faunabescherming van het overtreden van de Flora- en Faunawet in
het Rotterdams Havengebied niet zal worden opgetreden omdat het geen natuurgebied
betreft?
Deze uitspraak is mij als zodanig niet bekend. Mogelijk wordt in deze vraag gedoeld op de
motivering van de beslissing van het Openbaar Ministerie, zoals verwoord in de brief van
de officier van justitie van 21 mei 2007 aan de stichting De Faunabescherming, om naar
aanleiding van de aangiften van de voornoemde stichting van 24 april 2007 en 1 mei 2007,
geen strafvervolging in te stellen. In het antwoord op de kamervragen van 7 mei 2007 over
dit onderwerp bent u reeds geïnformeerd over (de motivering van) deze
vervolgingsbeslissing van het Openbaar Ministerie (aanhangsel 1716).
2 Antwoord op kamervragen van het lid Van Gent (Groenlinks), ingezonden 16 april 2007
(vraagnummer 2060712470)
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 juli 2007 TRCJZ/2007/2121 3
7
Kunt u aangeven of handhaving van de Flora- en Faunawet andere prioritering heeft
buiten natuurgebieden dan daarbinnen, waarom deze bepaling is opgenomen en of dit
ook geldt voor beschermde soorten? Uit welke artikelen blijkt dat?
De Flora- en faunawet heeft als doel de bescherming en het behoud van de gunstige staat
van instandhouding van in het wild levende planten- en diersoorten. Deze wet voorziet in
de bescherming van planten- en diersoorten zowel binnen als buiten de beschermde
natuurgebieden. Van prioritering in handhaving is geen sprake.
8
Deelt u de mening dat de hierboven genoemde uitspraak van de Officier van Justitie een
juiste interpretatie is van de Flora en Faunawet en dat op deze wijze de zorgplicht van
mensen jegens in het wild levende dieren voldoende in acht is genomen? Zo ja, uit welke
artikelen van de Flora- en Faunawet blijkt dat? Zo neen, bent u bereid alsnog proces
verbaal op te doen maken en tot vervolging over te gaan? Zo neen, waarom niet?
De stichting De Faunabescherming heeft, tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie
om geen strafvervolging in te stellen, de daarvoor geëigende procedure gevolgd door een
klacht in te dienen bij het gerechtshof 's-Gravenhage op grond van artikel 12 van het
Wetboek van Strafvordering. Het is nu aan het gerechtshof om te bepalen of het Openbaar
Ministerie alsnog tot strafvervolging dient over te gaan.
9
Bent u bereid om de verstoringen van de grootste meeuwenkolonie van Europa in het
Havengebied van Rotterdam te reguleren op een wijze die recht doet aan de Flora en
Faunawet en de zorgplicht van mensen jegens dieren in acht neemt? Zo ja, op welke wijze
en binnen welke termijn? Zo neen, waarom niet?
Er is volledig recht gedaan aan de Flora- en faunawet, de zorgplicht incluis. Zie mijn
antwoord op de vragen 2 en 3.
10
Bent u bereid om de voortdurende verstoringen door werkzaamheden alsnog te stoppen
zodat de meeuwenkolonie tot broeden kan overgaan? Zo ja, binnen welke termijn? Zo
neen, waarom niet?
Er is thans geen sprake van verstoring van broedende meeuwen door werkzaamheden. Er
is dan ook geen aanleiding om die werkzaamheden te stoppen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg