Voorstel Elektronisch Kinddossier is een stap terug
Retouradres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag | | |
|Mr. A. Rouvoet |Uw brief van | |Minister voor Jeugd en Gezin | | |Programmaministerie voor Jeugd en Gezin | | |Postbus 20350 | | |2500 EJ Den Haag | | | | | |i.a.a. | | |Tweede Kamer de Staten Generaal t.a.v. de | | |leden en plaatsvervangend leden van de | | |algemene commissie van Jeugd en Gezin | | | | | | |Uw kenmerk | | | | | |Ons kenmerk | | |BSD/ojs.rj/572007 | | |Doorkiesnummer | | |070 - 353 2289 | | |E-mailadres | | |r.janssen@bsd.denhaag.nl | | |Aantal bijlagen | | | | | |Datum | | |10 juli 2007 | |Onderwerp | | |Elektronisch Kinddossier | |Geachte heer Rouvoet,
In reactie op het debat over het Elektronisch Kinddossier (EKD) tijdens uw algemeen overleg over het beleidsprogramma Jeugd en Gezin van 5 juli jl., doen wij mede namens de wethouders Jeugd van Amsterdam en Utrecht een beroep op u.
Uiteraard zijn wij blij met de keuze voor een landelijk EKD. Wij maken ons echter ernstig zorgen over de voorgestelde vorm en breedte van het EKD. Het EKD zoals u dat voorstelt, beperkt zich met name tot de gegevens van de jeugdgezondheidszorg en wordt daarmee vooral een medisch dossier. Dit bemoeilijkt de signalering van risico's bij kinderen en coördinatie van de zorg aanzienlijk. Er ontstaat met zon beperkt EKD namelijk geen volledig beeld over elke jongere. Deze tekortkomingen in onze informatiepositie leiden tot onacceptabele toestanden - denkt u aan het Maasmeisje. Ook beperkt het de mogelijkheden tot goede samenwerking in de Centra voor Jeugd en Gezin aanzienlijk.
U wilt dat het EKD het mogelijk maakt risico's sneller te signaleren en kinderen in bedreigende omstandigheden te volgen. Die ambitie delen wij. Wij zijn er echter van overtuigd dat met de voorgestelde vorm van het EKD dit niet kan worden waargemaakt. Wij vrezen dat jongeren daar uiteindelijk de dupe van worden.
Willen het rijk en de gemeenten de brede zorgcoördinatie en risicosignalering ook echt waarmaken dan is het noodzakelijk om een volledig beeld te hebben van jongeren. Het EKD moet leiden tot een goede en integrale gegevensuitwisseling tussen verschillende instanties die met jeugd en jongeren werken, in elk geval door die instanties die participeren in de Centra voor Jeugd en Gezin. Zij moeten beschikken over de informatie van alle zorgtrajecten. Dat betekent dat het EKD, naast informatie uit de jeugdgezondheidszorg, minimaal ook relevante informatie moet bevatten vanuit het schoolmaatschappelijk werk, de (bureaus) jeugdzorg en de geestelijke jeugdgezondheidszorg. Ook de koppeling van het EKD aan de Verwijsindex zou opnieuw moeten worden bezien. Dit verzoek van de G4 is reeds in januari 2007 gedaan aan de toenmalige minister Hoogervorst en staatsecretaris Ross-Van Dorp.
Vanzelfsprekend willen wij van harte meewerken aan een dergelijk breed opgezet EKD met een adequate koppeling aan de Verwijsindex. Diverse gemeenten, waaronder de G4, hebben al fors geïnvesteerd in een EKD in brede vorm. Aansluiting op het EKD in uw voorstel (de beperkte variant) leidt echter tot onacceptabele desinvesteringen en is voor onze gemeenten een stap terug.
Wij willen u met klem meegeven: het is in het belang van het kind dat het EKD breder wordt ingericht dan u nu voorstelt. Dat is een noodzakelijke voorwaarde om de volle potentie van het EKD op het gebied van risicosignalering en gegevensuitwisseling te benutten. Het is ook een noodzakelijke voorwaarde om te voldoen aan de wens van politiek en samenleving om een sluitende aanpak te realiseren voor de jongeren die dat nodig hebben. De G4 vragen u daarom uw plannen te herzien en in te zetten op de verbreding van het EKD met een adequate koppeling aan de Verwijsindex.
Met vriendelijke groet,
mede namens onze collega's Vos (Amsterdam) en Spit (Utrecht, wnd.)
Sander Dekker
Wethouder van Onderwijs, Jeugdzaken en Sport
Gemeente Den Haag
Leonard Geluk
Wethouder Jeugd, Gezin en Onderwijs
Gemeente Rotterdam
---- --