Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA/BO-2778513
10 juli 2007
Hierbij zend ik u een afschrift van mijn brief van heden aan de
organisaties van beroepen in de gezondheidszorg die onder het
wettelijke tuchtrecht van de Wet BIG vallen, alsmede aan
patiëntenorganisaties en de tuchtcolleges.
De brief bevat een denklijn met een aantal overwegingen en mogelijke
maatregelen over hoe om te gaan met bij eerdere evaluatie van de Wet
BIG geconstateerde knelpunten binnen het wettelijke tuchtrecht in de
gezondheidszorg, mede in het licht van enkele nieuwe ontwik-kelingen.
Ik noem in het bijzonder het project Bruikbare Rechtsorde in welk
kader het rapport "Beleidsuitgangspunten wettelijk geregeld
tuchtrecht" is verschenen, van de werkgroep tuchtrecht, onder
voorzitterschap van prof. mr. N.J.H. Huls. Dit rapport bevat diverse
aanbevelingen ter versterking van de kwaliteit van de uitvoering en de
efficiency van het tuchtrecht. Het kabinet bereidt daarop een
standpunt voor, dat in het najaar verschijnt.
Ik heb de betrokken organisaties en colleges verzocht vóór 15 augustus
2007 aan mij hun visie kenbaar te maken over zowel de denklijn,
overwegingen en mogelijke maatregelen zoals vervat in de brief, als de
aanbevelingen uit het rapport Huls.
Ik zal deze dan betrekken bij de voorbereiding van het
kabinetsstandpunt over het rapport Huls en de besluitvorming over
modernisering van het tuchtrecht in de gezondheidszorg.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink