Stand van zaken declaratieverkeer huisartsen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ/FBI 2781259
10 juli 2007
Op 25 april jongstleden hebben leden van uw Kamer mij tijdens een
interpellatiedebat vragen gesteld over het declaratieverkeer tussen
huisartsen en zorgverzekeraars. Aanleiding voor dit debat was een
persbericht van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) over een
onderzoek van Huisarts in Praktijk naar het declaratieverkeer. Tijdens
het debat heb ik de LHV opgeroepen de onderzoeksresultaten in te
brengen in de bestaande overlegstructuren, zoals het kwartaaloverleg
huisartsen (bestaande uit LHV, ZN en VWS) of de zogeheten veegploeg.
Op die manier kunnen de knelpunten die uit het onderzoek naar voren
kwamen op de juiste plek besproken en opgelost worden. Ik heb
toegezegd u voor het zomerreces te informeren over de stand van zaken
in het declaratieverkeer. Hierbij geef ik uitvoering aan deze
toezegging.
Stand van zaken declaratieverkeer
Het declaratieverkeer is in beginsel een aangelegenheid tussen
huisartsen en zorgverzekeraars. Niettemin heeft mijn voorganger in het
licht van de start van de Zorgverzekeringswet zijn
verantwoordelijkheid genomen om ontstane knelpunten in het
declaratieverkeer zo snel mogelijk aan te pakken. Samen met de LHV en
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is de veegploeg opgestart om
knelpunten in het declaratieverkeer te signaleren en waar mogelijk op
te lossen. Elk kwartaal hebben partijen gezamenlijk de voortgang in
het declaratieverkeer besproken.
Sinds de start van de veegploeg zijn veel knelpunten opgelost. In die
zin kunnen we spreken van een grote schoonmaak. Tot april 2007 heeft
mijn ministerie deze veegploeg gefinancierd. In het kwartaaloverleg
van 8 maart 2007 is besloten dat de LHV en ZN gezamenlijk verder
zorgdragen voor de aanpak van resterende knelpunten en daarbij de
financiering van de veegploeg overnemen van VWS vanaf het tweede
kwartaal van 2007.
In het kwartaaloverleg van 5 juni gaf de LHV echter aan intern te
willen bezien in hoeverre de veegploeg volgens hen nog wel een
adequaat gremium is om de meer structurele knelpunten op te lossen. In
de week daarna heeft de LHV laten weten geen noodzaak meer te zien om
de veegploeg nog verder in stand te houden.
Mochten er onverhoopt toch nog problemen zijn of ontstaan in het
declaratieverkeer tussen huisartsen en zorgverzekeraar, ga ik er
vanuit dat de LHV en ZN gezamenlijk tot een oplossing komen om deze
knelpunten zo snel mogelijk aan te pakken.
LHV, ZN en VWS zijn daarnaast gezamenlijk bezig om in het kader van de
evaluatie van het Vogelaar akkoord te bezien welke NZa-beleidsregels
vereenvoudigd kunnen worden. Op die manier willen we eventuele lasten
die gepaard gaan met administreren of declareren zo veel mogelijk
beperken. Het streven is dit per 1 januari 2008 af te ronden.
Afrekening Vogelaar akkoord
Tijdens het interpellatiedebat heeft een aantal kamerleden mij ook
vragen gesteld over de overschrijding van het beschikbare kader voor
huisartsenzorg. Partijen hebben afgesproken de cijfers van het eerste
half jaar 2007 af te wachten en op basis daarvan te bezien in hoeverre
de overschrijding 2006 zich ook in 2007 voordoet. Eind augustus wordt
een volgend kwartaaloverleg gepland om de nieuwste cijfers te
bespreken. De NZa is geïnformeerd over de stand van zaken en zal op de
hoogte gehouden worden van de afspraken die partijen gezamenlijk maken
om binnen de beschikbare kaders te blijven.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink