Richtlijn aanvullende pensioenen nog niet in zicht
Werknemers in de hele Europese Unie moeten uiterlijk vanaf hun 25ste
een aanvullend pensioen kunnen opbouwen. Dat vindt het Europees
Parlement, dat daartoe vorige week een voorstel heeft aangenomen van
Europarlementariër Ria Oomen-Ruijten. De Raad van Ministers is echter
tegen de ontwerprichtlijn Overdraagbaarheid aanvullende pensioenen
(waar het voorstel betrekking op heeft), dat daarom nu teruggaat naar
de Europese Commissie.
De Europese Commissie heeft in oktober 2005 een eerste aanzet gedaan
voor de Richtlijn Overdraagbaarheid aanvullende pensioenen, die de
overdraagbaarheid van aanvullende pensioenen moet verbeteren.
Werknemers die binnen de EU van baan wisselen, ondervinden (te) vaak
problemen met het 'meenemen' van hun pensioen - niet alleen tussen de
lidstaten, maar ook binnen de landsgrenzen en dat belemmert de
arbeidsmobiliteit.
Afwijzing Raad
Het Parlement heeft vorige week ingestemd met het richtlijnvoorstel,
waarin onder meer een voorstel van Europarlementariër Ria
Oomen-Ruijten is opgenomen om een minimumleeftijd in te stellen waarop
een werknemer pensioen moet gaan opbouwen. Op voorstel van
Oomen-Ruijten is die leeftijd op 25 jaar gezet.
De Raad van Ministers heeft vorige maand al over de richtlijn
vergaderd, waarbij het niet tot een stemming kon komen vanwege de
dreiging van Nederland om een veto uit te spreken. Nederland heeft
aangegeven niet met het voorstel te kunnen instemmen, omdat de
richtlijn dusdanig is ingeperkt dat deze geen bijdrage levert aan het
verhogen van de arbeidsmobiliteit, terwijl dát nu juist het doel van
de richtlijn is. "Veel stelsels kunnen worden uitgezonderd van de
richtlijn, waardoor deze slechts op een aantal lidstaten (waaronder
Nederland) van toepassing zou zijn, en juist in die landen is de
waardeoverdracht al goed geregeld", aldus beleidsadviseur Liesbeth
Goverse van het Verbond.
Nederland was het ook niet eens met de passage over de zogenaamde
'slapende' pensioenen (pensioenen die bij de overstap naar een andere
werkgever achterblijven bij de oude pensioenuitvoerder). Deze passage
is juridisch gezien voor meerdere interpretaties vatbaar, en dat kan
tot (grote) problemen leiden.
Nieuwe ronde
Omdat de Raad van Ministers niet akkoord is met het richtlijnvoorstel,
zal de Europese Commissie het voorstel moeten aanpassen, waarna het
opnieuw langs de Raad en het Parlement moet. "Of en wanneer de
richtlijn definitief kan worden vastgesteld, is op dit moment dus nog
niet helder", besluit Goverse.
Verzekerd!, juli 2007
Verbond van Verzekeraars