Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over het door de gemeente Amsterdam
mede financieren van de Westermoskee
4 juli 2007
Antwoorden op de kamervragen van de leden Fritsma en Wilders (beiden
PVV) over het door de gemeente Amsterdam mede financieren van de
Westermoskee.
1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het bericht "Amsterdam betaalde extra voor
moskee"? 1)
1. Antwoord
Ja
2. Vraag
Deelt u de mening dat een gemeente nooit mag mee betalen aan de bouw
van een moskee, om de scheiding van kerk en staat te waarborgen?
2. Antwoord
Het beginsel van scheiding van kerk en staat is een fundamenteel
uitgangspunt voor de inrichting van onze democratische rechtsstaat.
Het houdt in de eerste plaats in dat kerken en andere genootschappen
op levensbeschouwelijke grondslag als zelfstandige lichamen
functioneren. De staat moet zich onthouden van bemoeienis met de
belijdenis van godsdienst, behoudens in gevallen voorzien bij wet.
Voor overheden betekent het beginsel van scheiding van kerk en staat
bovendien dat geen partij mag worden gekozen voor een bepaalde
godsdienst of levensovertuiging; zij moeten alle stromingen gelijk
behandelen.
Binnen deze kaders kan de verhouding tussen kerk en staat op
verschillende manieren worden ingevuld. Gemeenten hebben daarin ook
een zelfstandige verantwoordelijkheid. Het beginsel van scheiding van
kerk en staat betekent in elk geval niet, dat tussen de staat en
religieuze genootschappen geen bestuurlijke of en/of financiële
betrekkingen zouden mogen bestaan. Daarbij moet echter wel steeds aan
de hierboven omschreven voorwaarden worden voldaan. Of de
omstandigheden in Amsterdam een directe of indirecte financiële
bijdrage aan de bouw van een moskee rechtvaardigen, is in eerste
plaats ter beoordeling aan de gemeente.
3. Vraag
Deelt u de mening dat de handelwijze van de gemeente Amsterdam om voor
een te hoog bedrag grond te kopen van de Westermoskee om zo het
financieringsgat voor de moskee te dichten, ontoelaatbaar is? Zo ja,
welke stappen gaat u zetten in de richting van het college van
burgemeester en wethouders van Amsterdam? Zo neen, waarom niet?
4. Vraag
Gaat u zorgen dat de gemeente Amsterdam het belastinggeld
terugvordert?
5. Vraag
Bent u bereid het salaris van de leden van het college van
burgemeester en wethouders van Amsterdam de komende jaren te korten
met 2 miljoen euro, indien dit bedrag niet kan worden teruggevorderd?
3, 4 en 5: Antwoord
Over de toelaatbaarheid van beslissingen en gevolgde procedures van
het Amsterdamse gemeentebestuur moet de Amsterdamse gemeenteraad
beslissen. De gemeenteraad is het democratisch gekozen orgaan dat bij
uitstek aangewezen is om te toetsen of dit toelaatbaar is. Ik zal hier
als minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dan ook
geen oordeel over vellen, omdat dit tot de gemeentelijke autonomie
behoort, die ik hoog in het vaandel heb staan.
Het staat het gemeentebestuur vrij om de financiële middelen die het
heeft, binnen de grenzen van de wet, aan te wenden zoals het wil. Ook
hier geldt natuurlijk dat de raad hierop de democratische controle
moet voeren. Van dwingen tot terugvorderen kan dan ook geen sprake
zijn en evenmin van korten op het salaris.
6. Vraag
Is het mogelijk om de betrokken bestuurders strafrechtelijk te laten
vervolgen wegens bovengenoemde transactie?
6. Antwoord
Er zijn voorshands geen aanwijzingen die duiden op strafbaar handelen.
Een strafrechtelijk onderzoek c.q. vervolging is dan ook niet aan de
orde.
1) NRC Handelsblad, 2 juni 2007
2) Kabinetsnota Grondrechten in een pluriforme samenleving,
Kamerstukken II 2003/04, 29 614, nr. 2.
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties