De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Ons kenmerk AV/CAM/2007/23183
Datum 9 juli 2007
Onderwerp Vervolg op brief aan TK sept 2006
Medezeggenschap
Met een brief van mijn ambtsvoorganger van 19 september 2006 (29818-29) werd de Kamer
het rapport `Vier scenario's voor de toekomst van de medezeggenschap' aangeboden. Gezien
de demissionaire status heeft het toenmalige kabinet geen conclusies verbonden aan dit
rapport. Het rapport werd op verzoek van het kabinet opgesteld, omdat het kabinet het nodig
achtte meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen in de omgeving van de medezeggenschap.
Op deze wijze zou het beter mogelijk zijn een visie op de toekomst van de medezeggenschap
te ontwikkelen. Het kabinet had daar met name behoefte aan omdat een eerder voorstel tot
aanpassing van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) in de vorm van het wetsvoorstel Wet
medezeggenschap werknemers (WMW) door het kabinet was ingetrokken. Dit gelet op de vele
reacties die dit voorstel in het medezeggenschapsveld opriep.
Het nieuwe kabinet heeft goed kennisgenomen van de voorgeschiedenis van het wetsvoorstel
WMW en van de reacties die dat voorstel in 2006 opriep en heeft verder het rapport `Vier
scenario's voor de toekomst van de medezeggenschap'grondig bestudeerd. De reacties van de
sociale partners op het wetsvoorstel en de daarop volgende discussie over de vormgeving van
de medezeggenschap, zijn zodanig van aard dat het kabinet van mening is dat eerst deze
discussie zich verder moet uitkristalliseren. Daarbij komt dat het rapport `Vier scenario's voor
de toekomst van de medezeggenschap' een aantal voor de medezeggenschap belangrijke
ontwikkelingen signaleert die echter nog in een zodanig stadium verkeren dat het vastleggen
van eventuele gevolgen voor het systeem van medezeggenschap in een wetsvoorstel prematuur
is. Op basis hiervan ziet het kabinet vooralsnog geen redenen om de WOR in zijn geheel
grondig te herzien.
Wel is het kabinet van mening dat de in het rapport `Vier scenario's voor de toekomst van de
medezeggenschap' geschetste ontwikkelingen de komende jaren gevolgd dienen te worden,
evenals de discussies over de toekomst van de medezeggenschap in het
medezeggenschapsveld. Het ligt in de bedoeling van het kabinet om in 2009 opnieuw een
stand van zaken op te maken. Ik zal de Kamer alsdan daarover berichten.
Ons kenmerk AV/CAM/2007/23183
Het kabinet is voorts van mening dat er redenen zijn om te bezien of er nog voldoende
evenwicht is tussen de medezeggenschap van werknemers te opzichte van de overige
stakeholders van een bedrijf, met name ten opzichte van aandeelhouders, commissarissen en
bestuurders. Om die reden heeft het kabinet op 19 juni jl. de SER gevraagd te verkennen of de
positie van werknemers in de vennootschap vesterking behoeft in relatie tot de andere
stakeholders in de vennootschap. Dit verzoek ligt in het verlengde van het advies dat de
Monitoring Commissie voor de Corporate Governance Code (de Commissie Frijns) op 30 mei
jl. heeft uitgebracht over verhouding tussen vennootschap en aandeelhouders en over het
toepassingsbereik van deze Code. Ik verwijs hiervoor naar de brief van het kabinet van 19 juni
jl. met de reactie van het kabinet op het rapport van de Commissie Frijns m.b.t. hedgefunds en
private equity.
In het Coalitie-akkoord is afgesproken om de ondernemingsraad een adviesrecht aan de
vergadering van aandeelhouders te geven op het voorstel van de Raad van Commissarissen
voor het beloningsbeleid van topbestuurders. Dit besluit wordt momenteel uitgewerkt in een
wetsvoorstel dat voor het einde van dit jaar gereed zal zijn.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid