Universiteit van Amsterdam

Gepubliceerd op 9 juli 2007

Collegegeld Surinaamse studenten blijft gelijk

Gepubliceerd op 9 juli 2007

De hoogte van de collegegelden voor Surinaamse studenten aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) zal gelijk blijven aan die voor Nederlandse studenten. Dit besluit is genomen naar aanleiding van de mededeling van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat Surinaamse studenten, in tegenstelling tot eerdere berichten, toch onder de bekostiging blijven vallen.

De UvA is verheugd dat minister Ronald Plasterk overtuigd is van `de redelijkheid en billijkheid om maatregelen te treffen waardoor studenten uit Suriname zich gegarandeerd weten van een gelijke behandeling als Nederlandse studenten bij de collegegeldsystematiek'.

De Nederlandse overheid heeft enige tijd geleden besloten om studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) niet langer te financieren. Deze beslissing maakt het noodzakelijk voor Nederlandse universiteiten om de collegegeldtarieven voor niet-EER-studenten kostendekkend te maken. De UvA had samen met de Vrije Universiteit Amsterdam bij de minister aangedrongen op een uitzondering voor Surinaamse studenten. De inschatting van beide universiteiten was dat het wegvallen van de bekostiging en de daardoor noodzakelijke verhoging van de collegegeldtarieven grote gevolgen zouden hebben voor zowel Surinaamse studenten persoonlijk als voor het land Suriname.

Onder Surinaamse studenten heerst een lange traditie van studeren in Nederland. Er zijn historische banden, veel Surinamers hebben familie in Nederland, en hoewel het Surinaamse middelbaar onderwijs zeer vergelijkbaar is met het Nederlandse, worden niet alle studierichtingen in Suriname op academisch niveau aangeboden. Vanwege het grote aantal Surinaamse studenten dat daarom kiest voor een studie in Nederland was de reikwijdte van de maatregel voor Suriname onvergelijkbaar met welk ander niet-EER-land ook. De UvA is dan ook zeer tevreden dat de maatregel van de baan is. Aan de UvA studeren 75 Surinaamse studenten.
Bron: UvA Persvoorlichting